6 minute read

u Einleitung Deutsch(land) ist spitze

Deutsch(land) ist spitze!

Meer dan 100 miljoen mensen spreken Duits. Onze oosterburen spreken Duits, de Oostenrijkers ook en het is de belangrijkste taal in Zwitserland. Deze taal ga jij nu ook leren. Is Duits moeilijk? Dat valt wel mee. Het lijkt veel op het Nederlands. Je kunt al meer Duits dan je denkt. Maar beginnen doe je bij het begin. Het startsein is gegeven. Helemaal onderaan de Zugspitze.

Aufgabe 1 Zugspitze en Spitze?

Herzlich willkommen in Süddeutschland bij de Zugspitze. De Zugspitze is de hoogste berg in Duitsland. Hij is 2950 meter hoog.

ZSO_VWO_1_00_17.pdf 1 donderdag6-10-16 10:33

Nordsee

Hamburg Ostsee

NIEDERLANDE

Amsterdam

Nijmegen

Essen Düsseldorf Hannover

DEUTSCHLAND

BELGIEN Bonn

LUXEMBURG Frankfurt Berlin POLEN

Dresden

TSCHECHIEN

FRANKREICH

0 50

100 km 1 : 9.000.000 Stuttgart

SCHWEIZ München

Zugspitze ÖSTERREICH

Herzlich willkommen in Süddeutschland is een welkomsgroet. Wat betekent deze zin, denk jij?

Dit boek heet Zugspitze. Waarom? Omdat je het leren van een taal zou kunnen vergelijken met het beklimmen van een berg. Super cool en soms best lastig. Maar als je boven op de bergtop staat, kan je trots uitroepen: Spitze!

Dat geldt ook voor het leren van de Duitse taal. Soms moeilijk, soms makkelijk. Maar als je straks Duits kunt, dan kan je trots uitroepen: Spitze!

Wat betekent Spitze, denk jij? Omcirkel het juiste antwoord.

top (gaaf) / stom / makkelijk / moeilijk

Aufgabe 2 Deutschlandquiz

Wat weet je over Duitsland? Kruis de juiste antwoorden aan. 1 Duitsland is een … £ A koninkrijk (een koningshuis). £ B republiek (geen koningshuis).

2 De kleuren van de Duitse vlag zijn … £ A goud (geel), zwart, rood. £ B zwart, rood, goud (geel).

3 Duitsland is … £ A drie keer groter dan Nederland. £ B negen keer groter dan Nederland.

4 Er wonen … mensen in Duitsland. £ A 16 miljoen £ B 82 miljoen 5 De hoofdstad van

Duitsland is … £ A Berlijn. £ B Hamburg.

6 De grote havenstad is … £ A Berlijn. £ B Hamburg.

7 Het Duitse voetbalteam wordt … genoemd. £ A die Fußballspieler £ B die Mannschaft

8 Het lievelingseten van

Duitsers is … £ A braadworst. £ B hamburger.

Aufgabe 3 Welke merken komen uit Duitsland?

Duitse producten staan bekend om hun goede kwaliteit, ze gaan lang mee. Weet jij welke merken uit Duitsland komen? Omcirkel het merk dat niet uit Duitsland komt. 1 Automerken

Opel – Renault – Porsche – Mercedes – BMW – Volkswagen – Audi

2 Verzorgingsproducten

Nivea – L’Oréal – Schwarzkopf – Wella

3 Winkels

Mediamarkt – Douglas – Aldi – Hema – Lidl

4 Snoep

Haribo – Ola (ijs) – Kinder (chocolade) – Mars Het Duitse voetbalteam wordt …

Aufgabe 4 Die Bundesrepublik Deutschland

Republiek

Duitsland heeft geen koningshuis. Daarom is het geen monarchie, maar een republiek. De ‘baas’ van de republiek is de president. Aan het hoofd van de Duitse regering staat een Bundeskanzler of Bundeskanzlerin (bondskanselier).

Bundesländer Politieke partijen

Een grote Duitse partij is het CDU. Deze partij kun je vergelijken met het CDA. Twee andere grote partijen zijn de SPD (vergelijkbaar met de PvdA) en Die Grünen (vergelijkbaar met GroenLinks).

Duitsland is verdeeld in 16 Bundesländer. Deze kun je vergelijken met onze provincies. Maar ze hebben meer macht dan onze provincies.

Hoofdstad

De hoofdstad van Duitsland is Berlijn.

Oost- en West-Duitsland

Tot 1990 was Duitsland verdeeld in twee landen: West-Duitsland en Oost-Duitsland. Ook Berlijn was verdeeld in twee steden. Er stond een muur. Aan de ene kant van de muur was Oost-Berlijn, aan de andere kant was West-Berlijn. Na de val van de muur in 1989 is Duitsland in 1990 officieel één land geworden.

Nationale feestdag

De nationale feestdag is sinds 1990 op 3 oktober. Hij heet De Dag van de Duitse Eenheid.

Lees de tekst over Duitsland. Vul de gegevens in. Gebruik het internet om het antwoord op vraag 2 op te zoeken. 1 Land: 2 Bundeskanzler(in): 3 Grote politieke partijen: 4 Aantal Bundesländer: 5 Nationale feestdag: 6 Naam nationale feestdag: Bundesrepublik Deutschland

en en

Aufgabe 5 Berlin ist spitze!

A Het symbool van Berlijn is de Berlijnse Beer. Je komt hem overal tegen en hij ziet er steeds anders uit. In dit boek heeft de Berlijnse Beer ook een rol.

Als je hem ziet, dan krijg je informatie over Duitsland.

Op Seite 137 (Arbeitsblatt 1) vind je een knipblad met een beer. Hij is nog helemaal wit. Kleur hem in. Bijvoorbeeld in de kleuren van de vlag van Duitsland of trek hem een Lederhose aan en oranje Hollandse klompen. Bedenk iets leuks of grappigs. Knip daarna jouw beer uit en hang hem op in het lokaal.

B In Berlijn zie je dit stoplicht (= Ampel) op straat. In dit boek krijg je van het groene Ampelmännchen tips. Bijvoorbeeld hoe je het best woordjes kunt leren.

Het rode Ampelmännchen zie je wanneer je een vraag over Duitsland moet beantwoorden.

De Ampelmännchen hebben een naam. Welke naam hoort bij welk Ampelmännchen? Omcirkel de juiste kleur. Geher = grünes / rotes Ampelmännchen Steher = grünes / rotes Ampelmännchen

Aufgabe 6 Lola en haar vrienden

In dit boek leer je Lola Reichert, haar familie en haar vrienden kennen. Lola komt uit Nederland, maar ze heeft Duitse ouders. Deze zomer is ze met haar moeder naar Duitsland verhuisd. Voordat je met de eerste Schritt (stap) begint, stelt Lola zich aan jullie voor.

Hallo! Ich bin Lola.

Hi! Ich bin Lola Reichert. Ich komme aus Utrecht. Ich wohne in Berlin. Ich bin 15 Jahre alt. Laura, Mehmet und Daniel sind meine Freunde. Berlin ist echt voll spitze! Lola Hallo! Ich bin Mehmet.

Hallo! Ich heiße Laura.

Hallo, mein Name ist Daniel.

A Luister hoe Lola zich voorstelt. Lees mee. B Kruis richtig (goed) of falsch (fout) aan.

1 De achternaam van Lola is Reichert. 2 Lola komt uit Amsterdam. 3 Ze woont in Berlijn. 4 Ze is 15 jaar. 5 Ze heeft vier vrienden. 6 Ze vindt Berlijn vet gaaf. R F  £ £ £ £ £ £ £ £ £ £ £ £

Aufgabe G ZugSpitze-Spiel

Je hebt nu al aardig wat geleerd over Duitsland. Het wordt tijd dat je begint met het beklimmen van de ZugSpitze. Maar hoe moet je dat doen? 1 Zoek twee of drie klasgenoten uit, met wie je het spel wilt spelen. 2 Knip het ZugSpitze-Spiel op Seite 139 (Arbeitsblatt 2) uit. 3 Knip een speelfiguur uit (Arbeitsblatt 3, Seite 141). Plak hem op karton, zodat hij rechtop blijft staan. 4 Zorg ervoor dat je groep een dobbelsteen heeft. Nu kun je met het spel beginnen. Het gaat hetzelfde als ganzenbord. De jongste speler begint. Hij gooit met de dobbelsteen. Hij zet zijn pion het aantal plaatsen, dat hij heeft gegooid vooruit. Als hij op een veld komt met een opdracht, dan moet hij die meteen uitvoeren. De eerste speler, die de top bereikt, heeft gewonnen. Viel Spaß! (Veel plezier!) Spelaanwijzigingen: 4. Je bent je bergspullen vergeten. Ga terug naar start. 7. Een berggeit schuift je twee plekken vooruit. 11. Je overnacht in een berghut. Je moet een beurt overslaan. 16. Je hebt warme chocolademelk gedronken en je hebt weer energie. Je mag nog een keer gooien. 22. Je bent uitgenodigd voor een jodelconcert. Je moet drie plaatsen terug. 23. Je hebt een tip gekregen van een andere bergbeklimmer. Je mag drie plaatsen vooruit. 28. Het weer is slecht. Je kunt niets zien. Je moet een beurt overslaan. 31. Het is erg glad. Je glijdt twee plekken terug. 34. Je bent heel moe. Je moet een beurt overslaan. 36. Je bent er! Je hebt de top bereikt! Gefeliciteerd!

Nu ben je er klaar voor. Je kunt met Schritt 1 (stap 1) van de beklimming beginnen. Viel Spaß!

This article is from: