1 minute read

Kinderen vaker relatiesgaanaan met taalvaardige klasgenootjes

Kinderen kunnen met taalvaardige klasgenootjes namelijk makkelijker interacties aangaan. Contacten maken en relaties opbouwen met taalvaardige klasgenootjes levert dus meer op (baten) dan met klasgenootjes die minder taalvaardig zijn. Daarnaast verwachtten we op basis van het principe van gelijkenis dat kinderen een voorkeur zouden hebben voor klasgenootjes met een niveau van taalvaardigheid dat vergelijkbaar is met dat van henzelf.

Onderzoek naar sociale relaties en taalvaardigheid

Om te onderzoeken welke rol taalvaardigheid speelt in de sociale relaties die kleuters met elkaar opbouwen, hebben we onderzoek gedaan in dertien kleuterklassen (N = 248 kleuters). In alle klassen hebben we de taalvaardigheid van kinderen in kaart gebracht. Hiervoor hebben we twee taaltesten gebruikt: de Nijmeegse Pragmatiektest en de Peabody Picture Vocabulary Test. De Nijmeegse Pragmatiektest meet de pragmatische taalvaardigheid van kinderen. Tijdens de testafname wordt aan de hand van vertelplaten een verhaal verteld over twee kinderen, Peter en Lotje, die samen met hun ouders in een huis wonen en in de verschillende kamers van dat huis van alles meemaken. Het kind bij wie de test wordt afgenomen, wordt gevraagd om mondeling op het verhaal te reageren vanuit het perspectief van de personages. De Peabody Picture Vocabulary Test meet de receptieve woordenschat van kinderen. Het kind wordt tijdens de testafname gevraagd om uit vier plaatjes het plaatje te kiezen dat het beste past bij het woord dat door de onderzoeker wordt opgenoemd.

This article is from: