2 minute read

Blok 2 Bladzijde

2Blok

Begin van blok 2 Welke schrijfaanwijzingen leer ik in dit blok?

Groep 7Blok 2

1 Je leest het gedicht. 2 Je kijkt naar de onderstreepte woorden. Je kleurt de persoonsvorm met jij/je erachter geel. 3 In de rest van de onderstreepte woorden geef je de letter of het woordstukje de juiste kleur: - Voor de letterzetter kleur je de twee medeklinkers. - Voor de letterrover kleur je de enkele klinker. 4 Je zoekt zelf in strofe 2 nog twee woorden waarin de letterzetter is geweest. Je kleurt daarin de twee medeklinkers ook groen. 5 In strofe 3 zoek je een woord waarin de letterrover drie keer is geweest. Je kleurt de enkele klinker in dat woord drie keer groen. jij/je achter de persoonsvorm: geen t /ie/ -> i isch letterzetter en letterrover

Mag ik mij even voorstellen? Ik ben de schilder, Ferdinand Bol. Ik leefde van 1616 tot 1680. Ik was leerling van Rembrandt van Rijn van 1636 tot 1640. Over die tijd gaat mijn gedicht.

Mijn leermeester

Jullie kennen de schilder Rembrandt van Rijn? Hij was een meester in schilderen en dat is wat ik ook wilde. Ik mocht een aantal jaren zijn leerling zijn. Om later lid te worden van het schildersgilde.

In de eerste periode moest ik veel prenten kopiëren. Er waren meer leerlingen; we waren met z’n zessen. Wij moesten het maken van verf ook leren. Mijn vader betaalde een aanzienlijk bedrag voor de lessen.

Altijd kritisch bekeek Rembrandt mijn werk. Vaak gaf hij een compliment op vriendelijke toon: ‘Wat houd jij je goed aan de anatomie! Dat vind ik sterk. Het portret is goed zo. Maak je palet en kwasten maar schoon.’

Op een middag – mijn meester was weg kwam zijn vrouw Saskia even. Ze vroeg: ‘Eet je zondag met ons mee, na de kerk? Is dat goed? En wil je die boodschap dan aan Rembrandt doorgeven?’ Saskia gaf mij altijd een zeer warm gemoed.

Na een leertijd van vier jaar ging ik bij Rembrandt vandaan. Met mijn dure schilderspullen moest ik naar de Fluwelen Burgwal. ‘Word jij een groot schilder!’, zei Rembrandt bij mijn gaan, ‘Wel thuis! Vermijd de drukte bij het IJ en de scheepslui in ieder geval!

Want in de omgeving van het IJ krioelen boefjes van kinderen. Het is idioot, maar ze bestelen passanten bij elke hal. Ze zouden jou de doorgang kunnen hinderen. Let op je spullen. Ook bemanning is daar dronken aan wal.’

Rembrandt van Rijn schilderde na mijn tijd de schutterij. Toen dit schilderij, de Nachtwacht, praktisch klaar was, bezocht ik hem. Ik bewonderde de compagnie daar stond hij zelf ook bij en het licht, zo prachtig, dat viel op het meisje en Willems jas.

Rijke mensen bestelden hun portretten bij Rembrandt. Hij schilderde veel. Dat is buitengewoon fijn. In grachtenhuizen hingen zijn schilderijen aan de wand. Fantastisch, dat er zoveel schilderstukken van hem zijn.

Na elke les 4: pitstop Kan ik het?

Je hebt het dictee in les 4 gemaakt. Na elk dictee kleur je voor elk goed antwoord een hokje in.

Dit kan ik nu

Aantal goede antwoorden

Woordpakket 5

jij/je achter de persoonsvorm: geen t

Woordpakket 6

/ie/ -> i

Woordpakket 7

isch

Woordpakket 8

letterzetter en letterrover

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Dit kan ik nog Woorden uit groep 6 blok 6

Aantal goede antwoorden 1 2 3 4 5

This article is from: