Groep 5 | blok 6 | basiswerkschrift | antwoorden

naam:

BLOK 6

basis

werkschrift antwoorden

9789006858341_gr5_bws_blok6.indd 1

14/04/20 14:41

9789006858341_gr5_bws_blok6.indd 2

14/04/20 14:41

GROEP 5 basiswerkschrift antwoorden

BLOK 6

© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort

9789006858341_gr5_bws_blok6.indd 1

14/04/20 14:41

BLOK 6

LES 1

lesdoel Ik leer schattend vermenigvuldigen en delen.

1 Nu jij! a 9 × 32 ≈ 270

6 × 79 ≈ 480

8 × 53 ≈ 400

4 × 88 ≈ 360

Ik schat met de som:

Ik schat met de som:

Ik schat met de som:

Ik schat met de som:

9 × 30

6 × 80

8 × 50

4 × 90

= 270

b 252 : 5 ≈ 50

= 480

= 400

= 360

448 : 9 ≈ 50

212 : 3 ≈ 70

359 : 4 ≈ 90

Ik schat met de som:

Ik schat met de som:

Ik schat met de som:

Ik schat met de som:

250

450

210

360

: 5 = 50

: 9 = 50

: 3 = 70

: 4 = 90

2 Schrijf de som en schat het antwoord. entree dierentuin € 28

dagkaart pretpark € 61

entree museum € 19

entree theater € 32

Ik kom met 8 personen:

Ik kom met 6 personen:

Ik kom met 7 personen:

Ik kom met 5 personen:

8 × € 28

6 × € 61

7 × € 19

5 × € 32

≈ € 240

≈ € 360

≈ € 140

≈ € 150

3 Schat het antwoord.

3 × 62 ≈ 180

6 × 51 ≈ 300

4 × 72 ≈ 280

2 × 71 ≈ 140

5 × 79 ≈ 400

4 × 48 ≈ 200

6 × 29 ≈ 180

4 × 79 ≈ 320

7 × 41 ≈ 280

8 × 32 ≈ 240

8 × 61 ≈ 480

6 × 62 ≈ 360

9 × 48 ≈ 450

3 × 89 ≈ 270

9 × 38 ≈ 360

7 × 88 ≈ 630

4 Schrijf de som en schat het antwoord.

449

562

pingpongballen 236 stuks

318

pingpongballen

8

7 9 stuks

6 stuks

Hoeveel verpakkingen?

Hoeveel verpakkingen?

Hoeveel verpakkingen?

Hoeveel verpakkingen?

236

449

562

318

: 6 ≈ 40

: 9 ≈ 50

: 7 ≈ 80

: 8 ≈ 40

2

9789006858341_gr5_bws_blok6.indd 2

14/04/20 14:41

5 Schat het antwoord.

635 : 7 ≈ 90

482 : 6 ≈ 80

323 : 8 ≈ 40

273 : 3 ≈ 90

162 : 4 ≈ 40

269 : 3 ≈ 90

248 : 5 ≈ 50

239 : 6 ≈ 40

809 : 9 ≈ 90

561 : 8 ≈ 70

492 : 7 ≈ 70

633 : 7 ≈ 90

321 : 8 ≈ 40

353 : 7 ≈ 50

185 : 3 ≈ 60

399 : 5 ≈ 80

6 Kleur de sommen met ongeveer hetzelfde antwoord.

6 × 62

7 × 82

31 × 2

3 × 19

9 × 38

8 × 41

3 × 21

2 × 19

422 : 7

239 : 6

352 : 7

6 x 59

8 × 69

361 : 6

4 × 89

323 : 8

445 : 9

198 : 4

282 : 7

8 × 39

4 × 82

182 : 3

21 × 2

8 × 72

7 Schrijf de som en schat.

MEDIAWERELD 3 x computerspel € 61 €49 1 x controller set TOTAAL

SCHOENPALEIS 2 x sneakers €48 € 19 1 x schoenpoets TOTAAL

KLIMPARK 2 x volwassenen €42 € 32 2 x kinderen TOTAAL

3 × € 61 ≈ € 180

2 × € 48

≈ € 100

2 × € 42

≈ € 80

1 × € 49 ≈ € 50

1 × € 19

≈ € 20

2 × € 32

≈ € 60

totaalbedrag ≈ € 230

totaalbedrag ≈ € 120

ZWEMPARADIJS 3 x entree € 21 € 12 3 x lunch TOTAAL

totaalbedrag ≈ € 140

SPEELGOEDZO 1 x poppenhuis € 79 € 13 8 x meubeltjes TOTAAL

SAFARIPARK 4 x volwassenen € 33 €28 8 x kinderen TOTAAL

3 × € 21

≈ € 60

1 × € 79

≈ € 80

4 × € 33

≈ € 120

3 × € 12

≈ € 30

8 × € 13

≈ € 80

8 × € 28

≈ € 240

totaalbedrag ≈ € 90

totaalbedrag ≈ € 160

totaalbedrag ≈ € 360

8

Meerdere antwoorden mogelijk.

Reken uit.

Peter betaalde ≈ € 120. 1 kaartje kost € 29.

Voor hoeveel personen heeft Peter betaald?

Loes betaalde ≈ € 90. Een trui kost € 28.

Hoeveel truien heeft Loes gekocht?

4

3

personen

Schrijf op hoe je hebt gerekend:

truien

Schrijf op hoe je hebt gerekend:

3

9789006858341_gr5_bws_blok6.indd 3

14/04/20 14:41

BLOK 6  1

LES 2

Deze opgave maak je digitaal.

2 Vul in.

3

23

cm

230

mm

18

cm

180

mm

12

cm

120

mm

15

cm

150

mm

10

cm

100

mm

7

cm

70

mm

Vul in.

8000

9000

8070

8250 8130

8390

8480

8310

8570 8550

8690

8780

8910

6000

7000

6060

6150

6250

6380 6510 6660 6580 6340 6440

6790

6920

4 Vul de buurgetallen in.

3697

3698

3699

3545

3546

3547

7560

7561

7562

2579

2580

2581

5497

5498

5499

4868

4869

4870

8424

8425

8426

9240

9241

9242

8999

9000

9001

5788

5789

5790

7739

7740

7741

5598

5599

5600

4

9789006858341_gr5_bws_blok6.indd 4

14/04/20 14:41

lesdoel Ik leer schattend vermenigvuldigen en delen.

5

Schat het antwoord. a 5 × 42 ≈ 200

7 × 59 ≈ 420

9 × 38 ≈ 360

6 × 83 ≈ 480

Ik schat:

Ik schat:

Ik schat:

Ik schat:

5 × 40 = 200

7 × 60

b 629 : 7 ≈ 90

6

8

9 × 40

= 360

6 × 80

= 480

251 : 5 ≈ 50

644 : 8 ≈ 80

239 : 6 ≈ 40

Ik schat:

Ik schat:

Ik schat:

Ik schat:

630 : 7 = 90

250

640

240

: 5 = 50

: 8 = 80

: 6 = 40

Schrijf de som en schat het antwoord.

per boek € 18

7

= 420

per doos € 42

per pak € 93

per spel € 38

Je koopt 7 boeken:

Je koopt 3 dozen:

Je koopt 2 pakken:

Je koopt 4 spellen:

7 × € 18

3 × € 42

2 × € 93

4 × € 38

≈ € 140

≈ € 120

≈ € 180

≈ € 160

Schat het antwoord.

162 : 4 ≈ 40

564 : 8 ≈ 70

492 : 7 ≈ 70

485 : 6 ≈ 80

649 : 8 ≈ 80

209 : 4 ≈ 50

239 : 4 ≈ 60

269 : 3 ≈ 90

809 : 9 ≈ 90

479 : 6 ≈ 80

565 : 8 ≈ 70

362 : 9 ≈ 40

321 : 8 ≈ 40

299 : 5 ≈ 60

541 : 6 ≈ 90

349 : 7 ≈ 50

Schrijf de som en schat het antwoord.

Jesse kookt voor een goed doel. 42 mensen bestellen een maaltijd van € 7.

Hoeveel euro is de opbrengst ongeveer?

Dit is de som: 42

x7

≈ € 280

Een klas met 29 kinderen gaat naar het zwembad. De entree is € 6 per kind.

Hoeveel euro betaalt de juf voor alle kinderen?

Dit is de som: 29

x6

≈ € 180

De sponsorloop heeft € 321 opgeleverd.

Alle 8 groepen van de school mogen nu online boeken kopen. Voor hoeveel euro kan elke groep ongeveer bestellen?

Dit is de som: 321

:8

≈ € 40

3 vrienden verkopen op de kleedjesmarkt samen voor € 61.

Hoeveel euro krijgt elke vriend?

Dit is de som: 61

:3

≈ € 20

5

9789006858341_gr5_bws_blok6.indd 5

14/04/20 14:41

LES 3

BLOK 6

lesdoel Ik reken met meter, decimeter, centimeter en millimeter.

1 Nu jij!

1

2

3

4

5

6

7

8

150 cm 140 130 120 110 100 90 80 70 60 50 40

2

10

De breedte van het kussen is

6 60

4 40

dm, dat is cm.

1

2

3

4

5

7

8

9

10

150 cm

De lengte van het meisje is

110 11

6

130 120 110 100

140 14

90 80 70

dm.

60 50 40

30

30

20

20

10

10

0

0

cm.

De lengte van de jongen is

140

cm, dat is

dm, dat is

cm, dat is dm.

Vul in.

10 dm = 1

3

9

De breedte van de tafel is

20 dm = 2

m

m

50 mm = 5

cm

5 m = 50

dm

9 dm = 90

cm

2 dm = 20

cm

6 dm = 60

cm

20 cm = 2

dm

1 dm = 10

cm

5 cm = 50

mm

30 mm = 3

cm

300 cm = 3

m

3 m = 30

dm

cm

600 cm = 6

m

50 dm = 5

m

2 m = 200

Kruis de maat aan.

m

gu

lijm sterk

m

dm

cm

mm

m

dm

cm

mm

m

dm

cm

mm

m

dm

cm

mm

m

dm

cm

mm

m

dm

cm

mm

6

9789006858341_gr5_bws_blok6.indd 6

14/04/20 14:41

4

5

6

7

Vul aan tot 1 meter.

3 dm + 700

mm

20 cm + 80

cm

5 dm + 500

mm

300 mm + 70

cm

5 dm + 50

cm

40 cm + 6

dm

8 dm + 200

mm

50 mm + 95

cm

4 dm + 6

dm

90 cm + 100

mm

2 dm + 8

dm

400 mm + 6

dm

2 dm + 800

mm

55 cm + 45

cm

8 dm + 20

cm

250 mm + 75

cm

Schrijf van kort naar lang.

3 dm

40 cm

50 mm

2 dm

25 cm

15 mm

50 mm

3 dm

40 cm

15 mm

2 dm

25 cm

400 mm

6 dm

50 cm

200 mm

8 dm

60 cm

400 mm

50 cm

6 dm

200 mm

60 cm

8 dm

Vul in.

1

dm 10 cm

3

m 30 dm

100

300

mm

cm

12 m

120

dm

1200

cm

4 dm

40

6m

60

dm

600

cm

4

dm 40 cm

cm

400

400

mm

mm

Kleur de weg van kort naar lang en vul in. 

2600 mm G

30 dm

O

75 dm

B

800 m

D

5600 dm N

20 dm

A

470 cm

E

6m

90 m

S

500 mm

I

7500 mm G

230 m

T

2300 cm

P

90 dm

6 km

R

40 m

U

980 mm W

De zin is: Goed

gedaan!!!

E

K

900 dm

A

6 km

G

4 km

A

5600 m

A

2300 m

D

7200 m

N

2 km

E

8 km

!!!



.

7

9789006858341_gr5_bws_blok6.indd 7

14/04/20 14:41

BLOK 6 LES 4 Deze opgave maak je digitaal.

1 2

Vul in. a

+

7

27

127

427

60

67 241 335 442

87 261 355 462

187 361 455 562

487 661 755 862

234 328 435

b

–

8

28

120

228

850

842 226 320 427

822 206 300 407

730 114 208 315

622 6 100 207

234 328 435

3 Schrijf de som en reken uit.

Er is 842 MB gebruikt, tot het eind van de maand is er nog 149 MB te gebruiken. Hoeveel MB is dat samen?

Er is 659 MB gebruikt, tot het eind van de maand is er nog 232 MB te gebruiken. Hoeveel MB is dat samen?

Er is 800 MB beschikbaar.

Er is 645 MB gebruikt. Hoeveel MB is er over?

som:

som:

som:

842 + 149

= 991 MB

659 + 232

= 891 MB

800 – 645

= 155

MB

4 Vul de nieuwe aankomsttijd in. a aankomsttijd

nieuwe aankomsttijd

aankomsttijd

nieuwe aankomsttijd

vertraging: 45 minuten

vertraging: 50 minuten

aankomsttijd

aankomsttijd

nieuwe aankomsttijd

vertraging: 30 minuten

nieuwe aankomsttijd

vertraging: 40 minuten

b Vul de vertraging in. aankomsttijd

vertraging: 20

nieuwe aankomsttijd

aankomsttijd

minuten

vertraging: 15

nieuwe aankomsttijd

minuten

8

9789006858341_gr5_bws_blok6.indd 8

14/04/20 14:41

lesdoel Ik reken met meter, decimeter, centimeter en millimeter.

5 Vul in.

6

7

dm 70 cm

5

m 50 dm

10 4 dm = 40 70 dm = 7 300 mm = 3

8

mm

3m

30

dm

300

cm

4m

40

dm

400

cm

9 dm

90

cm

900

mm

50 m

500

dm

5000

cm

500

cm

cm

30 dm = 3

Vul in.

1 dm =

7

700

m

90 mm = 9

cm

3 m = 30

dm

7 dm = 70

cm

cm

7 dm = 70

cm

50 cm = 5

dm

m

8 cm = 80

mm

60 mm = 6

cm

600 cm = 6

m

cm

800 cm = 8

m

20 dm = 2

m

dm

4 m = 400

Schrijf van kort naar lang.

2 dm

50 cm

40 mm

3 dm

35 cm

20 mm

40 mm

2 dm

50 cm

20 mm

3 dm

35 cm

5 dm

350 mm

40 cm

100 mm

7 dm

50 cm

350 mm

40 cm

5 dm

100 mm

50 cm

7 dm

400 mm

2 dm

30 cm

70 cm

900 mm

8 dm

2 dm

30 cm

400 mm

70 cm

8 dm

900 mm

85 cm

950 mm

9 dm

300 mm

1 dm

20 cm

85 cm

9 dm

950 mm

1 dm

20 cm

300 mm

Kruis aan.

Ik begrijp het verschil tussen dm en cm: heel goed

goed

een beetje

bijna goed

9

9789006858341_gr5_bws_blok6.indd 9

14/04/20 14:41

BLOK 6

LES 5

1 Reken handig.

8 × 39 = 8 × 40

–8×1

= 312

9 × 51 = 9 × 50

+9×1

= 459

6 × 41 = 6 × 40

+6×1

= 246

5 × 29 = 5 × 30

–5×1

= 145

4 × 69 = 4 × 70

–4×1

= 276

3 × 79 = 3 × 80

–3×1

= 237

7 × 61 = 7 × 60

+7×1

= 427

2 × 91 = 2 × 90

+2×1

= 182

2 Nu even anders. Speel domino en plak de stenen op.

10

9789006858341_gr5_bws_blok6.indd 10

14/04/20 14:41

extra oefenen 1

2

Schat het antwoord.

251 : 5 ≈ 50

721 : 8 ≈ 90

642 : 8 ≈ 80

393 : 5 ≈ 80

629 : 7 ≈ 90

299 : 5 ≈ 60

119 : 4 ≈ 30

364 : 4 ≈ 90

719 : 8 ≈ 90

424 : 6 ≈ 70

285 : 7 ≈ 40

322 : 8 ≈ 40

422 : 6 ≈ 70

239 : 4 ≈ 60

481 : 6 ≈ 80

458 : 9 ≈ 50

Schrijf de som en schat.

MEDIAWERELD 2 x computerspel € 49 € 29 3 x DVD TOTAAL

SPORTPALEIS 4 x sportshirt € 31 € 68 1 x sneakers TOTAAL

2 × € 49

≈ € 100

4 × € 31

≈ € 120

4 × € 62

≈ € 240

3 × € 29

≈ € 90

1 × € 68

≈ € 70

2 × € 32

≈ € 60

totaalbedrag ≈ € 190

totaalbedrag ≈ € 190

SPEELGOEDZO 2 x Lego Kasteel € 53 € 59 1 x surfboard TOTAAL

ETEN EN DRINKEN 5 x diner € 33 € 19 5 x dessert TOTAAL

2 × € 53

≈ € 100

1 × € 269

≈ € 270

5× € 33

≈ € 150

1 × € 59

≈ € 60

2 × € 41

≈ € 80

5 × € 19

≈ € 100

totaalbedrag ≈ € 350

totaalbedrag ≈ € 250

Vul in.

13 m

4

totaalbedrag ≈ € 300

FIETSSHOP 1 x sportfiets € 269 € 41 2 x fietshelm TOTAAL

totaalbedrag ≈ € 160

3

DIERENTUIN 4 x volwassenen € 62 € 32 2 x kinderen TOTAAL

130

dm

1300

cm

8

dm 80 cm

800

mm

5m

50

dm

500

cm

Vul in.

90 dm = 9

m

40 dm = 4

m

80 mm = 8

cm

5 m = 50

dm

5 dm = 50

cm

2 dm = 200

mm

9 dm = 90

cm

30 cm = 3

dm

3 m = 30

dm

3 cm = 30

mm

90 mm = 9

cm

500 cm = 5

m

6 dm = 60

cm

cm

200 cm = 2

m

50 dm = 5

m

3 m = 300

11

9789006858341_gr5_bws_blok6.indd 11

14/04/20 14:41

BLOK 6

LES 6

lesdoel Ik leer optellen en aftrekken tot en met 10.000.

1 Nu jij!

2996 + 8 = 3004

4580 + 50 = 4630

8002 – 7 = 7995

5640 – 80 = 5560

2990 + 28 = 3018

4580 + 57 = 4637

8000 – 74 = 7926

5640 – 87 = 5553

2 Vul in.

2 minder

4997 7998 2999 2996

4999 8000 3001 2998

2 meer

50 minder

5001 8002 3003 3000

2910 6980 5520 2990

2960 7030 5570 3040

50 meer

100 minder

3010 7080 5620 3090

5920 4878 4992 6856

100 meer 6020 4978 5092 6956

6120 5078 5192 7056

3 Vul in. +

5

6

7

9

+

40

60

70

90

4999

5005 7002 6000 2999

5006 7003 6001 3000

5008 7005 6003 3002

4080

2993

5004 7001 5999 2998

7850

4120 5700 9510 7890

4140 5720 9530 7910

4150 5730 9540 7920

4170 5750 9560 7940

–

3

4

7

9

–

90

80

50

30

4003

4000 5998 9003 2001

3999 5997 9002 2000

3996 5994 8999 1997

3994 5992 8997 1995

6720

6630 8230 2320 5460

6640 8240 2330 5470

6670 8270 2360 5500

6690 8290 2380 5520

6996 5994

6001 9006 2004

5660 9470

8320 2410 5550

4 Reken uit.

4998 + 7 = 5005

4998 + 9

= 5007

8880 + 47 = 8927

4730 + 89

= 4819

8999 + 5 = 9004

5997 + 7

= 6004

6570 + 69 = 6639

3620 + 93

= 3713

7993 + 9 = 8002

2992 + 8

= 3000

4240 + 87 = 4327

8480 + 28

= 8508

3995 + 6 = 4001

6995 + 6

= 7001

2460 + 42 = 2502

6560 + 72

= 6632

12

9789006858341_gr5_bws_blok6.indd 12

14/04/20 14:41

5 Vul in. +

6

4240

90

70

3030

4310

3120

4330 3100

+ 8480

30

80

6190

8560

6220

2530 

9

50

60

2470

7920

2520

7910 2530

7160 

+ 80

+ 20

+ 30

+ 40

+ 30

+ 300

+ 10

+ 50

+ 500

+ 70

+ 200

+ 60

+ 90

+ 200

+ 10

+ 400

+ 80

+ 30

+ 100

+ 50

+ 30

+ 10

+ 60

+ 70

+ 90

+40

+100

 2980

 3880

8

7860

Kleur de route door het rekendoolhof.

3440 

7

8510 6270

+

 7790

Vul in.

9001 – 8 = 8993

8004 – 6

= 7998

7620 – 56 = 7564

5640 – 73

= 5567

3005 – 9 = 2996

6001 – 5

= 5996

9850 – 66 = 9784

9340 – 59

= 9281

7002 – 3 = 6999

2003 – 8

= 1995

3780 – 91 = 3689

3280 – 96

= 3184

5005 – 7 = 4998

4004 – 7

= 3997

6570 – 84 = 6486

4720 – 37

= 4683

Meerdere antwoorden mogelijk.

Bedenk verschillende sommen. +

= 8849

+

= 6545

+

= 8849

+

= 6545

+

= 8849

+

= 6545

+

= 8849

+

= 6545

Kruis aan.

Het optellen en aftrekken tot en met 10.000 kan ik: heel goed

goed

bijna goed

een beetje goed

13

9789006858341_gr5_bws_blok6.indd 13

14/04/20 14:42

Blok 6 LES 7 1

Deze opgave maak je digitaal.

2

Meerdere antwoorden mogelijk.

Teken verschillende figuren met een oppervlakte van 12 cm².

oppervlakte: 12 cm²

oppervlakte: 12 cm²

oppervlakte: 12 cm²

oppervlakte: 12 cm²

3 Schrijf de som en reken uit.

Verdeel 112 voetbalplaatjes over 7 kinderen. som: 112

: 7

16

plaatjes per kind

Verdeel 135 kinderen over 9 busjes. =

som: 135

Verdeel 72 broodjes over 4 tafels.

: 9

=

15

kinderen per busje

som: 72

: 4

18

Verdeel 70 schroeven over 5 zakjes. =

som: 70

: 5

=

14

broodjes per tafel

schroeven per zakje

4 Reken uit.

Gebruik uitrekenpapier.

78 : 6 = 13

48 : 4 = 12

128 : 8

= 16

64 : 4

= 16

112 : 8 = 14

66 : 6 = 11

98 : 7

= 14

108 : 9

= 12

80 : 5 = 16

126 : 7 = 18

57 : 3

= 19

65 : 5

= 13

42 : 3 = 14

171 : 9 = 19

104 : 8

= 13

102 : 6

= 17

14

9789006858341_gr5_bws_blok6.indd 14

14/04/20 14:42

lesdoel Ik leer optellen en aftrekken tot en met 10.000.

5 Reken uit.

6698 + 7 = 6705

3999 + 9

= 4008

6580 + 46 = 6626

4730 + 84

= 4814

4592 + 9 = 4601

7992 + 9

= 8001

8560 + 79 = 8639

7850 + 58

= 7908

9496 + 7 = 9503

5998 + 5

= 6003

4320 + 91 = 4411

2210 + 99

= 2309

5099 + 9 = 5108

8996 + 7

= 9003

6530 + 72 = 6602

8660 + 57

= 8717

6 Vul in. + 3660

90

70

7030

3730

7120

3750 7100

+ 8770

50

80

5560

8850

5610

+

8820 5640

2880

40

30

6490

2910

6530

2920 6520

7 Reken uit.

8

9005 – 8 = 8997

8004 – 8

= 7996

7650 – 88 = 7562

5110 – 75

= 5035

8075 – 79 = 7996

9045 – 49

= 8996

8840 – 63 = 8777

8330 – 51

= 8279

7056 – 63 = 6693

3021 – 25

= 2996

4980 – 92 = 4888

2150 – 87

= 2063

8002 – 8 = 7994

5066 – 69

= 4997

2220 – 56 = 2164

6880 – 99

= 6781

Kleur de route door het rekendoolhof.

5440 

8420 

6770 

+ 80

+ 70

+ 200

+ 90

+ 200

+ 60

+ 50

+ 200

+ 10

+ 20

+ 30

+ 60

+ 300

+ 20

+ 80

+ 60

+ 100

+ 40

+ 100

+ 50

+ 30

+ 50

+ 60

+ 10

+ 70

+ 30

+ 90

 5880

9

 8930

 7010

Kruis aan.

Het optellen en aftrekken tot en met 10.000 kan ik: heel goed

goed

bijna goed

een beetje goed

15

9789006858341_gr5_bws_blok6.indd 15

14/04/20 14:42

BLOK 6 basiswerkschrift

antwoorden 9789006858341_gr5_bws_blok6.indd 54

9 789006 858556

14/04/20 14:43