9789006238518_inkijkexemplaar_groep6_toetsschrift

naam:

groep 6 9789006238518_gr6_tts_blok1_6.indd 1

TOETSschrift

14/07/20 11:09

9789006238518_gr6_tts_blok1_6.indd 2

14/07/20 11:09

GROEP 6 toetsschrift

© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort

9789006238518_gr6_tts_blok1_6.indd 1

15/07/20 14:04

BLOK 1 les 15 dit kan ik al 1 Reken uit.

–

+

–

8750

6100

3230

2670

5640

2250

2610

1400

1440

4150

4130

1130

heel goed

goed

een beetje

bijna

Optellen en aftrekken tot en met 10.000 kan ik:

2 Schrijf de breuken.

=1

=1

=1

=1

3 Reken uit en maak vast.

30 × 46

40 × 90

20 × 58

50 × 45

80 × 38

50 × 28

3600

1160

1380

2250

1400

3040

80 × 45

60 × 23

40 × 29

40 × 76

100 × 14

25 × 90

4 Vul in. ×

20

200

×

400

7

16

13

11

9

9

15

12 heel goed

40

goed

80

160

een beetje

bijna

Vermenigvuldigen tot en met 10.000 kan ik:

2

9789006238518_gr6_tts_blok1_6.indd 2

14/07/20 11:09

les 26 toets 1 Kleur.

Rond af. € 29,80

€ 80,12

€ 9,79

€ 39, 90

€ 19,79

€ 59,78

€ 10,25

€ 69,85

€ 19,98

€ 50,32

€ 89,76

€ 70,10

€ 79,96

€ 30,21

€ 90,28

€ 60,19

€ 29,92

€ 89,94

€ 59,89

€ 20,15

€ 39,76

€ 49,93

€ 70,27

€ 50,16

10 euro

20 euro

30 euro

40 euro

50 euro

60 euro

70 euro

80 euro

90 euro

2 Reken uit.

Cameron koopt 1 broek voor € 29,99 en 1 shirt voor € 13,05.

Alan koopt een fiets voor € 139,94 en een paar extra banden voor € 56,12.

Dat kost ongeveer €

Dat kost ongeveer €

1 spel kost € 23,89.

Julian koopt 3 spellen.

Ahmet koopt een spel voor € 25,17, een doos potloden voor € 15,87 en een boek voor € 11,98.

Dat kost ongeveer €

Dat kost ongeveer €

3 a Reken uit.

672 + 187 =

362 + 555 = 6 7 2

3 6 2

1 8 7 +

5 5 5 +

+

=

+

=

+

=

+

=

+

=

+

=

b Schrijf de som en reken uit.

Elijah en Noor sparen voor een step. Elijah heeft € 162 en Noor heeft € 265.

Sasha en Jordan sparen voor een skateboard.

Sasha heeft € 325 en Jordan heeft € 294.

+

+

+

=

+

=

+

=

+

=

+

=

+

=

3

9789006238518_gr6_tts_blok1_6.indd 3

14/07/20 11:09

les 26 toets 4 a Reken uit.

914 – 741 =

543 – 272 = 9 1 4

5 4 3

7 4 1 –

2 7 2 –

–

=

–

=

–

=

–

=

–

=

–

=

b Schrijf de som en reken uit.

Gebruik het printblad.

Dana heeft € 626 gespaard. De fiets kost € 153.

Isaiah heeft € 819 gespaard. De skeelers kosten € 227.

Er blijft over:

Er blijft over:

5 Vul in.

4 + 6

=1

5 + 8

=1

2 + 6

=1

1 + 4

=1

1 + 2

=1

1 + 8

=1

2 + 3

=1

3 + 7

=1

2 + 4

=1

3 + 4

=1

1 + 5

=1

4 + 5

=1

2 + 5

=1

5 + 6

=1

3 + 5

=1

6 + 8

=1

6 Vul in.

1

1

1

1 7

1 8

1 9

3 7

3 8

3 9

5 7

4 8

5 9

6 7

6 8

7 9

4

9789006238518_gr6_tts_blok1_6.indd 4

14/07/20 11:09

7 Schrijf de breuk.

8 Vul in. +

9

90

900

1009

–

2688

4361

3757

9684

1799

5415

6575

7503

5

50

55

2005

9 Reken uit.

3489 + 800 =

3867 + 60 =

9186 – 600 =

7832 – 70 =

2369 + 900 =

4059 + 90 =

7560 – 800 =

2347 – 90 =

7730 + 500 =

7184 + 50 =

8408 – 500 =

8926 – 80 =

5782 + 600 =

9830 + 80 =

3857 – 900 =

7620 – 90 =

week 1: 3690 km week 2: 1600 km

week 1: 2358 km week 2: 2800 km

week 1: 2168 km week 2: 1300 km

week 1: 1896 km week 2: 900 km

samen:

samen:

verschil:

verschil:

10 Reken uit.

km

km

km

km

5

9789006238518_gr6_tts_blok1_6.indd 5

14/07/20 11:10

BLOK 2 les 15 dit kan ik al 1 Reken uit.

6 1 + = 8 8

4 2 + = 6 6

5 3 – = 6 6

3 1 + = 5 5

1 5 + = 7 7

4 2 – = 8 8

6 2 + = 10 10

3 2 + = 5 5

2 1 – = 3 3

6 5 – = 9 9

1 2 + = 4 4

5 2 + = 9 9

4 2 – = 5 5

6 2 – = 7 7

6 2 – = 7 7 1–

1 = 2

2 Reken uit.

375 + 149 =

586 + 245 = 3 7 5

5 8 6

1 4 9 +

2 4 5 +

+

=

+

=

+

=

+

=

+

=

+

=

3 Vul in.

100

km/u

snelheid tussen 1 – 2 uur:

km/u

snelheid tussen 2 – 4 uur:

km/u

snelheid tussen 4 – 5 uur:

km/u

snelheid tussen 5 – 6 uur:

km/u

80

kilometers

snelheid tussen 0 – 1 uur:

60 40 20 0 1 uur

2 uur

3 uur

4 uur

5 uur

6 uur

4 Teken de lijnen in de grafiek.

auto 1

auto 2

na 1 uur

75 km

50 km

na 2 uur

100 km

80 km

150

na 3 uur

125 km

150 km

100

na 4 uur

175 km

200 km

na 5 uur

200 km

275 km

na 6 uur

250 km

300 km

300

auto 1

kilometers

250

auto 2

200

50 0

1

2

3

uur

4

5

6

heel goed

goed

een beetje

bijna

Rekenen met afstanden en tijd kan ik:

6

9789006238518_gr6_tts_blok1_6.indd 6

14/07/20 11:10

les 26 toets 1 Reken uit. lengte

breedte

oppervlakte

lengte

breedte

oppervlakte

7m

5m

m²

8

m

40 m²

4m

8m

m²

9m

m

18 m²

4m

6m

m²

3m

m

18 m²

9m

4m

m²

4

m

28 m²

2 Bereken de oppervlakte.

10 m

9m

8m

4m

7m

4m

3m 5m

7m

3m

5m

De oppervlakte is:

m2.

Blauwe vak:

m2.

Hele figuur:

m2.

5m

De oppervlakte is:

m2.

3 Bereken de oppervlakte.

3x2m

schuur 3x4m

huis 3x3m 5x8m

2x8m

kantoor

5x3m

woonkamer

gras

badkamer

werkplaats

3x2m

keuken

tegelpad

slaapkamer

6x5m 5x3m

4x5m

2x5m

schuur:

m²

kantoor:

m²

huis:

m²

woonkamer:

m²

grasveld:

m²

badkamer:

m²

grasveld:

m²

keuken:

m²

werkplaats:

m²

slaapkamer:

m²

tegelpad:

m²

totale oppervlakte:

m²

4 Reken uit. Gebruik het printblad.

576 + 148 =

434 + 398 =

483 + 268 =

466 + 267 =

167 + 296 =

324 + 596 =

437 + 156 =

626 + 199 =

7

9789006238518_gr6_tts_blok1_6.indd 7

14/07/20 11:10

Blok les 261 LES toets4 5 Schrijf de som en reken uit.

Gebruik het printblad.

Ik koop: de kast en de stoel

€ 186

€

+€

=€

het bed en het vloerkleed € € 469

+€

=€

het bureau en het schilderij € 457

€

+€

=€

de kast en het bed € 179

€

€ 278

+€

=€

€ 298

6 Reken uit.

Gebruik het printblad. aantal bezoekers in het zwembad:

dag

week 1

week 3

maandag

187

145

dinsdag

196

178

maandag en dinsdag

woensdag

297

259

woensdag en donderdag

donderdag

186

139

vrijdag en zaterdag

vrijdag

376

287

zaterdag

488

374

zondag

129

146

week 1

week 3

zaterdag en zondag

7 Vul in.

0

1

0

1

0

1

0

1

8

9789006238518_gr6_tts_blok1_6.indd 8

14/07/20 11:10

8 Maak vast.

0

1

3 7

1 7

4 7

6 7

1

1 8

3 8

1

5 10

0

4 8

0

7 8

2 10

7 10

9 10

0

1

2 5

1 5

4 5

3 5

9 Reken uit.

60 cm

60 cm

60 cm

60 cm

1 deel is 4

cm

2 deel is 6

cm

1 deel is 5

cm

3 deel is 10

cm

2 deel is 4

cm

3 deel is 6

cm

2 deel is 5

cm

5 deel is 10

cm

10 Reken uit. € 12

€ 15

€ 12

€ 25

1 pizza kost € 5

1 pizza kost € 3

3 pizza kost € 6

2 pizza kost € 5

3 pizza kost € 5

2 pizza kost € 3

5 pizza kost € 6

4 pizza kost € 5

11 Reken uit.

1 deel van 20 is 5

1 deel van 30 is 5

1 deel van 60 is 2

2 deel van 20 is 5

4 deel van 30 is 5

2 deel van 60 is 4

1 deel van 20 is 4

1 deel van 30 is 6

3 deel van 60 is 4

2 deel van 20 is 4

2 deel van 30 is 6

1 deel van 60 is 6

9

9789006238518_gr6_tts_blok1_6.indd 9

14/07/20 11:10

BLOK 3 les 15 dit kan ik al 1 Maak af.

4,5

4,6

4,7

1,2

1,4

1,6

5,0

5,5

6,0

3,3

3,5

3,7 heel goed

goed

een beetje

bijna

Tellen met kommagetallen kan ik:

2 Reken uit.

Gebruik het printblad.

674 – 328 =

592 – 163 =

436 – 118 =

654 – 126 =

445 – 126 =

744 – 428 =

657 – 429 =

981 – 576 =

3 Meet en vul in.

500 m

1 cm

m

cm

4 km

4 cm

m

cm

8 km

5 cm

m

cm

12 km

10 cm

m

cm

20 km

2 km

4 Meet en reken uit.

m

m

m

m

m

50 m De omtrek is

m

10 m m

De omtrek is heel goed

goed

20 m m een beetje

De omtrek is

m

bijna

Rekenen met schaal kan ik:

10

9789006238518_gr6_tts_blok1_6.indd 10

14/07/20 11:10

les 26 toets 1 Reken uit.

Gebruik het printblad.

267 + 254 =

842 – 355 = 2 6 7

8 4 2

2 5 4 –

3 5 5 –

+

=

–

=

+

=

–

=

+

=

–

=

368 + 153 =

473 – 256 =

263 + 479 =

745 – 389 =

595 + 167 =

583 – 185 =

2 Schrijf de som en reken uit.

Gebruik het printblad.

586

145

367

295

623

373

915

239

dag 1:

dag 2:

dag 1:

dag 2:

dag 1:

dag 2:

dag 1:

dag 2:

km

km

km

samen: +

nieuwe stand: =

+

km

km

km

km

verschil: =

km

verschil:

–

km

km

=

–

km

=

km

3 Maak vast.

Gebruik het printblad.

563 + 159 =

716 – 192 =

524

184 + 762 =

722

236 + 288 =

183

871 – 149 =

652 – 469 =

946

789 + 157 =

576 – 393 =

4 Reken uit.

6 × 34 =

+

=

3 × 986 =

+

+

=

7 × 29 =

+

=

9 × 629 =

+

+

=

4 × 58 =

+

=

7 × 526 =

+

+

=

8 × 75 =

+

=

5 × 879 =

+

+

=

11

9789006238518_gr6_tts_blok1_6.indd 11

14/07/20 11:10

Blok les 261 LES toets4 5 Maak vast.

4 × 245 =

6 × 320 =

1920

3 × 640 =

980

2 × 490 =

3 × 318 =

632

4 × 158 =

954

9 × 106 =

8 × 79 =

Ik koop 7 potten.

Ik koop 4 dozen.

6 Schrijf de som en reken uit.

Ik koop 6 potten.

260 De som is: ×

Ik koop 3 dozen.

650

930

De som is: =

×

De som is: =

×

780

De som is: =

×

=

7 Teken de secondewijzer.

16:10:55

20:00:20

14:55:30

16:30:45

8 Vul in.

seconden

seconden

seconden

seconden

12

9789006238518_gr6_tts_blok1_6.indd 12

14/07/20 11:10

9 Vul in.

315 seconden =

minuten en

seconden

400 seconden =

minuten en

seconden

140 seconden =

minuten en

seconden

210 seconden =

minuten en

seconden

190 seconden =

minuten en

seconden

135 seconden =

minuten en

seconden

250 seconden =

minuten en

seconden

175 seconden =

minuten en

seconden

10 Reken uit.

5,2 + 1,2 =

2,7 + 6,1 =

5,6 – 1,5 =

6,4 – 2,2 =

3,8 + 2,1 =

5,6 + 4,2 =

8,5 – 5,2 =

7,5 – 1,1 =

7,3 + 2,5 =

2,1 + 6,6 =

9,6 – 2,6 =

8,5 – 1,1 =

1,5 + 1,3 =

6,1 + 2,8 =

4,8 – 1,5 =

6,9 – 5,8 =

11 Schrijf de som en reken uit.

1

2

3

1,4 m

3,2 m

4 1,1 m

samen:

5 2,5 m

2,3 m

verschil:

plank 1 en 2

m+

m=

m

plank 1 en 3

m–

m=

m

plank 3 en 5

m+

m=

m

plank 2 en 3

m–

m=

m

plank 2 en 5

m+

m=

m

plank 1 en 4

m–

m=

m

plank 1 en 4

m+

m=

m

plank 4 en 5

m–

m=

m

12 Geef getallen die samen het gevraagde getal zijn dezelfde kleur.

2,5

2,7

3,6

3,7

6,9

1,6

4,1

samen 5

2,5

4,5

samen 9

2,1

2,3

1,4

0,9

7,4

5,3

4,5

3,6

5,6

8,8

3,8

0,3

4,5

4,9

samen 10

5,1

5,7

samen 6

4,2

1,2

6,4

4,4

1,8

2,2

1,5

13

9789006238518_gr6_tts_blok1_6.indd 13

14/07/20 11:10

BLOK 4 les 15 dit kan ik al 1 Zet van klein naar groot.

4,44

0,44

0,4

4,04

8,9

8,98

9,89

9,8

7,94

7,9

7,04

7,84

5,5

4,5

5,4

5,04

6,25

2,56

6,52

5,26

1,23

2,13

3,12

1,32

2 Kleur steeds twee getallen. samen 0,85

samen 1

0,45

0,05

0,12

0,61

0,35

0,34

0,79

0,48

0,25

0,69

0,4

0,37

0,54

0,65

0,97

0,03

0,24

0,48

0,16

0,8

0,14

0,16

0,21

0,46

0,73

0,53

0,32

0,6

0,84

0,52

0,66

0,86

heel goed

goed

een beetje

bijna

Waarom 0,50 en 0,5 hetzelfde zijn, begrijp ik:

3 Reken uit.

H

T

E

H

T

E

H

T

E

H

T

E

4

5

8

5

3

2

2

7

4

2

6

1

2

4

1

4

3

1

1

1

3

6

2

7

+

+

+

+

4 Maak vast.

5,67 kg

650 g

3310 g

5,47 kg

2500 g

3520 g

6 kg

5,86 kg

0,65 kg

5470 g

5860 g

5670 g

3,31 kg

2,5 kg

6000 g

3,52 kg

heel goed

goed

een beetje

bijna

Rekenen met kilogram en gram kan ik:

14

9789006238518_gr6_tts_blok1_6.indd 14

14/07/20 11:10

les 26 toets 1 Vul in.

0

0,5

0

0,5

0,5

1

0,5

1

2 Reken uit.

6,56 + 0,42 =

3,70 + 0,27 =

7,94 – 0,3 =

6,47 – 0,11 =

3,16 + 0,61 =

5,16 + 0,64 =

1,78 – 0,54 =

3,73 – 0,61 =

1,39 + 0,11 =

8,5 + 0,26 =

5,37 – 0,19 =

6,3 – 0,12 =

8,05 + 0,76 =

1,94 + 0,03 =

9,46 – 0,37 =

1,54 – 0,22 =

3 Vul in. dagen temperatuur temperatuur ochtend avond ma

Op maandagochtend is de temperatuur op dinsdagochtend.

°C lager dan

Op

is het ’s avonds kouder dan ’s ochtends.

Het verschil is

°C.

23,5 °C

26 °C

di

25 °C

25,5 °C

wo

24 °C

28,5 °C

Op vrijdag is het in de ochtend avond.

do

22 °C

21,5 °C

De hoogste temperatuur is op

vr

25 °C

28 °C

Het is

°C kouder dan in de .

°C.

De laagste temperatuur is op Het is

.

°C.

4 Teken de grafiek.

tijd

22 20

temperatuur in °C

18 16

temperatuur

06:00

10 °C

08:00

12 °C

10:00

14 °C

12:00

20 °C

14:00

21 °C

16:00

21 °C

18:00

19 °C

20:00

17 °C

14 12 10 8 6 4 2 0 6:00 uur

8:00 uur

10:00 uur 12:00 uur 14:00 uur 16:00 uur 18:00 uur 20:00 uur

15

9789006238518_gr6_tts_blok1_6.indd 15

14/07/20 11:10

GROEp 6 toetsschrift

9 789006 238518

9789006238518_gr6_tts_blok1_6.indd 30

14/07/20 11:10