
1 minute read
Energie in Brazilië Energie in Brazilië
6 Lees Welvaart in de wijk en bekijk fi guur 2.
Ga naar www.cbsinuwbuurt.nl. Typ je eigen postcode in. Typ in het zoekvenster: WOZ. Kies ‘Wijken’ en zoek in je eigen omgeving op in welke wijken de woningen gemiddeld de hoogste WOZ-waarde hebben.
b Bewoners van dure huizen betalen meer belasting aan de gemeente dan bewoners van goedkope huizen. Dat geld gaat bijvoorbeeld naar het onder- houd van straten en voorzieningen. Vind je dat terecht? Bespreek met een klasgenoot waarom wel of niet. Noteer jullie antwoord.
Ja / Nee, want
c Zoek op www.cbsinuwbuurt.nl nog twee kenmerken waarmee je kunt bepalen of een wijk arm of rijk is. 7 Lees Welzijn in de wijk en gebruik fi guur 2 en fi guur 3. a Bekijk de legenda van fi guur 2 in het leerboek goed. Wat kun je zeggen over de gezondheid van mensen in de wijk Doornakkers? Veel mensen in deze wijk hebben een behoorlijk goede / tamelijk slechte gezondheid. b Welk verband is er tussen fi guur 2 en fi guur 3? A Hoe hoger de WOZ-waarde van de huizen hoe beter de gezondheid van de mensen. B Hoe hoger de WOZ-waarde van de huizen hoe slechter de gezondheid van de mensen.
Herhaling
8
Check jezelf.
Check of je genoeg weet om de deelvraag te beantwoorden: Hoe zie je het verschil tussen rijke en arme wijken in Nederlandse steden? a Maak een woordweb of schema waarin alle begrippen van deze paragraaf voorkomen: wijk, welvaart, koopwoning, huurwoning, woningbouwvereniging, WOZ-waarde, welzijn, leefbaarheid, bebouwingsdichtheid. Noteer bij elk begrip de betekenis. Controleer de betekenissen met de begrippenlijst aan het eind van dit hoofdstuk. Oefen de begrippen en de betekenissen met een klasgenoot, overhoor elkaar. b Bekijk de leerdoelen in de Finish en scoor hoeveel je ervan weet.
Wat moet je kennen en kunnen?
• Je kunt antwoord geven op de deelvraag. • Je kent de volgende begrippen: bebouwingsdichtheid, huurwoning, koopwoning, leefbaarheid, welvaart, welzijn, wijk, woningbouw- vereniging, WOZ-waarde. ( Op blz. 26 in je lesboek vind je de defi nities.) • Je kent de leerdoelen in de Finish. • Je beheerst de volgende vaardigheid:
3 Beschrijven en verklaren.