11 minute read

ABBA nog altijd actueel

BABBA

De Zweedse roulette draait nog steeds onverminderd verder

Advertisement

Waterloo, Fernando, Voulez vous, Super Trouper, Take a change on me, Lay all your love on me, I have a dream, Money Money: het zijn slechts 23 woorden en iedereen, maar dan ook iedereen op deze mooie aardbol weet dat het over ABBA gaat. Zit je in een rusthuis tegen een sanseveria aan te kijken, ben je een blitse tiktokker, woon je in Graauw of een voorstadje van Tokio, ben je hoog opgeleid of sorteer je augurken aan de band van Hak; iedereen neuriet de liedjes van de Zweedse popgroep probleemloos mee. Dan mag je van een fenomeen spreken…

Door: MARIO DE WILDE

Straks is het voor de internationale Songfestivaljury weer ijverig punten tellen en wie de winnaar ook wordt, de geschiedenis en het succes van een winnend Eurovisie-lied zal nooit meer overtroffen worden. Die eer is voor eeuwig en altijd weggelegd voor Björn Ulvaeus, Benny Andersson, Agnetha Fältskog en Anni-Frid Lyngstad. Om naar de krochten van de Zweedse hitmachine terug te gaan, spreken we over het jaar 1966. In dat najaar liepen Björn en Benny elkaar tegen het lijf. Björn speelde op dat moment gitaar bij The Hootenanny Singers. Een eerste toeval: de band lag onder contract bij Polar Music, de platenmaatschappij van de latere ABBA-manager Stig Anderson.

Mijnheer Toeval

Niet alles wat Björn Ulvaeus in die tijd aanraakte, veranderde in goud. Nummers als Evert Taube en Björen Visa flopten zelfs behoorlijk. Even terug naar Benny Andersson die in '64 toetrad tot The Hep Stars. Die braken wel meteen in Zweden door. Hun single Cadillac was in eigen land razend populair en het poppyzoete Sunny Girl scoorde mooi in de Nederlandse hitparade. Benny en Björn besloten een samenwerking op te zetten. De vrucht van dat muzikaal collectief was It Isn't Easy To Say en het nummer kreeg zelfs een gouden plaat in Zweden. Op dat moment kwam Mijnheer Toeval weer om het hoekje kijken. Benny verliet in '69 The Hep Stars en ging samen met Björn nog enkel productiewerk doen. En wat gebeurde er? Benny ontfermde zich over een album van zijn verloofde. En wie was dat liefje? Jawel, het voormalige tienersterretje Anni-Frid Lyngstad….

Scoren in Japan

Eén en één is twee, plus één is drie. We hadden dus al Björn, Benny en Anni-Frid. De ontbrekende schakel luisterde naar de naam Agnetha Fältskog, toen al behoorlijk populair in Zweden. De ‘blonde’ (half meisje, half Woodstock) speelde de rol van Maria Magdalena in de musical Jesus Christ Superstar en had al enkele singles en albums uit waarvoor ze de nummers vrijwel allemaal zelf schreef. Via haar Duitse verloofde Dieter Zimmerman probeerde ze ook in Duitsland door te breken. En ja hoor, daar was het lot weer! Tijdens de opname van een tv-show ontmoette zij een van de Hootenanny Singers genaamde Björn, weet je nog? Op 6 juli '71 trouwden Agnetha en Björn in het Zweedse dorpje Verum en wie speelde daar op het kerkorgel? Jawel: Benny Andersson. Intussen stonden de beide Zweedse stellen voor het eerst samen op het podium onder de naam Festfolk Quartet. Toen het jaar daarop de eerste single She's My Kind Of Girl verscheen, werd de naam veranderd in Björn & Benny and Anna & Frieda. De plaat was in Zweden zelf niet zo'n groot succes. Wel in Japan, waar er zo’n half miljoen exemplaren van werden verkocht.

De naam van de Zweedse formatie was veel te lang, dat vond iedereen. En dus werd het ABBA. Ik neem aan dat er uitputtend is gebrainstormd alvorens een Geleerd Iemand van de platenfirma deze naam in de marketinggroep gooide en vervolgens vergenoegd achteroverleunde, alsof hij zijn brugpensioen nu wel verdiend had. ABBA! Vanaf toen ging het heel hard, al was er aanvankelijk nog een mislukte generale repetitie. Het viertal hoopte in 1973 aan het Eurovisie Songfestival te kunnen deelnemen en schreef zich met Ring in voor de nationale voorronde. Niet goed genoeg voor de eigen Zweedse jury, want die stuurde Nova naar Luxemburg. Anne-Marie David won dat jaar voor eigen land met Tu te reconnaîtras. Zweden werd vijfde….

Het nut van een citatenboek

ABBA won in eigen land steeds meer zieltjes met hun vrolijke MOR-pop (Middle of the road). Een jaar later werd het viertal aangewezen om Zweden bij het Songfestival in Brighton te vertegenwoordigen. Producer Stig Anderson schreef een melodie met als titel Honey pie, maar dat bekte niet goed. Daarom bladerde hij een citatenboek door en kwam hij bij toeval op Waterloo uit. Meteen zette hij er een tekst op, belde Benny en nadien ook Björn die razend enthousiast waren. Het uptempo arrangement bleef meteen aan de ribben kleven met zijn aanjagende begin. De gitaren deden denderend het voorspel van de eerste woorden van de zangeressen: My! My! Het werd voor Waterloo een triomftocht over de gehele lijn, want met een straatlengte achterstand volgde de Italiaanse Gigliola Cinquetti. Onze Mouth & McNeal eindigden als derde met I see a star. Pittig detail: België gaf als zowat het enige land de Zweedse inzending geen enkel punt. De Belgische juryleden werden wellicht met pek en veren overladen naar Sodom en Gommora gestuurd, dat weet ik bijna veertig jaar later heel zeker...

Zeeslak

Maar laten we opschieten, want we zijn al halfweg. Vanaf Waterloo was de weg voor ABBA netjes geplaveid voor een gigantische carrière. Het wijsje zoog zich als een zeeslak vast in ieders hoofd en er gingen wereldwijd miljoenen exemplaren van over de toonbank. Het Zweedse echtparenkoppel werd gezichtsbepalend voor de jaren zeventig, zoals de jaren zestig door The Beatles gekleurd werden. Het viertal met glitterkostuums, plateauzolen en stervormige gitaren

zette een compleet nieuwe trend neer. Maar ook op andere vlakken was ABBA revolutionair. Om zo veel mogelijk dure en vermoeiende vliegtuigreizen en optredens te vermijden, kwam producer Stig Anderson op het idee om, in navolging van The Beatles, de liedjes te combineren met een film- of videoclip. Ja, we schrijven nog de jaren zeventig, nietwaar.

Waterloo (her-)ontdekt

De clips waar we nu nog naar kijken, kwamen van de toen nog piepjonge maar ambitieuze filmregisseur Lasse Hallström. Hallström slaagde erin om met bescheiden middelen van de vele ABBA-singles ook een visuele attractie te maken. Waterloo was de eerste kleurrijke clip en er zouden later nog bijna twintig andere volgen. Tussen hun vele optredens wilden de Zweedse artiesten hun populaire onderwerp - waar ze de mosterd haalden, Waterloo dus - graag met een persoonlijk bezoek vereren. Dat gebeurde op 18 mei 1974. Ze werden welkom geheten door de heer burgemeester en talrijke notabelen, tekenden voor honderden camera’s het officiële gastenboek van de Belgische gemeente en bezochten het beroemde Wellington museum waar producer Stig Anderson genoemde mosterd vandaan haalde. Plots wist heel de wereld haarfijn waar Waterloo zich bevond.

Live op koninklijke bruiloft

Terwijl alle Europese hitlijsten nieuwe nummers van ABBA verwelkomden, bleef het Amerikaanse continent achter. Pas toen Dancing Queen uitkwam, gingen Uncle Sam & Co overstag. Ook de rest van de wereld volgde snel. 10,8 miljoenen dansende koninginnen waren goed voor een nieuwe recordverkoop. Het liedje stond wekenlang op nummer één in maar liefst 33 landen. ABBA werd op slag het grootste exportproduct van Zweden en dat is toch wat als je Volvo, Ikea en Carlsberg tot je binnenlandse merken hebt. Het verhaal van Dancing Queen mocht er ook wel wezen. Het liedje werd namelijk voor de eerste keer gespeeld tijdens een tv-gala aan de vooravond van de bruiloft van de Zweedse koning Carl Gustaf en koningin Silvia.

Hondstrouw

ABBA kwam op 5 februari 1977 voor een concert naar Antwerpen. De Belg die het optreden regelde, was iemand die enigszins van de roze kant was. In die tijd een opzienbarend iets. Ik herinner me nog dat ik een aanvraag voor een interview moest indienen bij ene Görel Hanser. Veertig jaar later was deze dame nog steeds de ABBA-woordvoerster en Görel is nog immer onverbrekelijk verbonden aan de vier bandleden. Net als de groep weet ze kwaliteit en commercie op een veelal voorbeeldige wijze te combineren. Trouw was overigens steeds de rode draad door de Zweedse groep. De levenslust bleef er intussen bij elk nieuw liedjes afspatten. Björn en Benny bleven onverminderd de ene hit na de andere schrijven. Honey, Honey, SOS, I do I do I do I do I d', Mamma Mia, het werden allemaal nieuwe hitkrakers. Soms klonk ABBA een ietsje poppy, dan een beetje disco en dan weer vrolijk als een Zweeds zonnetje.

Paniek en Pillen

Het knappe van dat alles? ABBA klonk altijd als ABBA. ABBA bleef zichzelf continu opnieuw uitvinden. De typische sound klonk zorgeloos, veilig, blij en warm en zette steeds aan tot meezingen. Maar ook de Groten der Aarde ontsnapten niet aan hun zorgen. Hoe groter ABBA’s succes, hoe groter Agnetha’s onzekerheden werden. Plots circuleerden er berichten dat vooral zij het heel moeilijk had met het touren. Steeds wanneer het viertal moest reizen, kwam de vliegangst van de blonde zangeres naar boven. Dat zorgde voor paniekaanvallen en veel pillen. Heel veel pillen. Agnetha vond het bovendien steeds

zwaarder om haar gezin tijdens die tournees achter te laten. Ook bij Björn en Benny werd de druk steeds groter om een zoveelste hit op rij uit de mouw te toveren. Vergelijk het met een chef-kok die zijn derde Michelin-ster ontvangen heeft en nachten niet kan slapen als er een eitje niet goed gekookt is.

Barsten in trouw

Die tol woog ook op de relaties binnen de twee huwelijken. Aanvankelijk waren het nog gissingen van de roddelbladen, maar steeds nadrukkelijker kwamen de emotionele spanningen naar buiten in het gewone leven van het viertal. Beide koppels communiceerden er ook muzikaal over. Björn vroeg Benny en Frida om toestemming voor het maken van een lied, gebaseerd op hun echtscheiding. Het werd When All Is Said and Done dat nog geen maand na de scheiding al uitkwam. In het lied omschrijft Frida het verdriet en de pijn van zowel haar eigen scheiding als die van alle mensen die ooit een scheiding hebben meegemaakt. Frida gaf achteraf toe dat al haar emoties van dat moment in het lied waren verwerkt. Niet lang daarna werd ondubbelzinnig naar de scheiding van Björn en Agnetha verwezen met het nieuw knalsucces The Winner Takes It All. Daar moest meer achter zitten, werd volop gezinspeeld. Iedereen voelde hoe Agnetha in dit liedje op briljante wijze wist te balanceren op de grens van inlevingsvermogen en pathetiek. De gouden ballon van een gelukkig viertal was meteen doorprikt.

Het solowerk x 4

Na honderden optredens en 370 miljoen verkochte albums trok ABBA eind 1983 de stekker uit het stopcontact. Björn en Benny gingen zich toeleggen op het maken van musicals en zowel Frida als Agnetha toonden opnieuw interesse voor solowerk. Agnetha bracht drie Engelstalige soloalbums uit, die doorgaans enthousiast werden ontvangen door critici en publiek. Haar steeds grotere angst voor de spotlights zorgde echter voor telkens haperende promotiewerkzaamheden en tegenvallende verkoopcijfers. Privé ging het de blonde zangeres ook niet goed af: de omgang met de mensen om haar heen verliep bijzonder stroef en haar relaties liepen nagenoeg allemaal op de klippen. Ze verkocht haar dure huis in Stockholm en trok in een afgelegen huis op het eilandje Ekerö. Ze weigerde elk interviewverzoek en luisterde zelfs geen muziek meer.

Royalties à gogo

Frida verhuisde naar Londen en huurde producer Phil Collins in om Something's going on op te nemen, later gevolgd door I know there's something going on en To turn to stone. Daarna verwaterde het succes. Björn en Benny van hun kant richtten zich, samen met musicalcomponist Tim Rice, op de productie van de musical Chess die een tweetal grote hits opleverde. Later zouden nog meer musicals volgen. Intussen schoten de persiflage-ABBA’s als paddenstoelen uit de grond. Een nieuwe goudbron werd op 6 april 1999 aangeboord met de Londense première van de musical/film Mamma Mia. Met deze productie zien Benny en Bjorn, die de rechten voor de liedjes beheren, de royalty’s opnieuw ‘hoorn des overvloedsgewijs’ binnenstromen. Het tweetal komt trouwens ook eens piepen in de film: Björn is te zien als Griekse god vlak voor de aftiteling en Benny speelt piano op een boot tijdens de scène met de Dancing Queen-rondedans.

Museum als achteruitkijkspiegel

Op 7 mei 2013 opende het ABBA-museum in de Swedish Music Hall of Fame. Daarin wordt de geschiedenis van de band getoond, opgeleukt met memorabilia als kostuums, gouden platen en televisie-interviews. Enkel Björn werkte actief mee aan het project, al gaven de andere groepsleden uiteraard hun goedkeuring (lees royalty’s). Wil je het bezoeken, kies dan voor de Zweedse audioguide want dan hoor je de originele stemmen van het beroemde viertal. Je kunt er ook een auditie doen en een stukje van je favoriete ABBA-lied zingen. Scan de code op je toegangsticket in de opnamestudio en je krijgt achteraf het filmpje en/of de geluidsopname in je mailbox. Leuk toch? En het kan nog gekker. Door middel van hologramtechnieken kunnen bezoekers ook zien hoe ze er zelf zouden uitzien als lid van de groep, inclusief ABBA-outfit. ABBA blijft anno 2021 nog steeds verder leven als hippe hitmachine. In de gay-scene is de muziek zelfs levendiger dan ooit.

This article is from: