5 minute read

Ontwerpen voor China net even anders

ACHTERGROND OVER UITBESTEDEN

Advertisement

Ontwerpen voor China net even anders

Momenteel ligt het vanwege de stijgende lonen en tijdelijk hoge transportkosten wellicht minder voor de hand om componenten en assemblages uit te besteden in China. Toch zijn er voldoende interessante mogelijkheden om dit te doen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de uitbesteding van hoogwaardige producten of local for local-productie om de interessante Chinese markt te betreden. Maar wat zijn dan de ontwerpaspecten om rekening mee te houden?

Jan Raijmakers

Meestal maken we in Nederland gebruik van materialen die genormaliseerd zijn binnen nationale of Europese normenstelsels zoals NEN, EN of DIN. Diverse landen of clusters van landen maken gebruik van hun eigen normen. Zo ook China met zijn GB-normen. In de meeste gevallen zijn er op materialengebied equivalenten beschikbaar, maar soms zitten er kleine verschillen in samenstelling of eigenschappen. Als materialen zeer kritiek zijn, is het altijd goed om eerst met de potentiële leverancier te overleggen. Zo zie je ook verschillen tussen ‘voorkeursmaterialen’. Waar wij in Nederland veel gebruikmaken van aluminium AW 6082, geven ze in China vaak de voorkeur aan AW 6061: vrijwel hetzelfde materiaal, maar niet helemaal.

Een ander interessant aspect is de beschikbaarheid van standaardafmetingen, of beter gezegd: de afwezigheid hiervan. Het komt nogal eens voor dat een constructeur denkt goedkoop iets te kunnen produceren vanuit een standaardafmeting die in China niet als standaard beschikbaar blijkt te zijn. Er zijn dan vaak alsnog dure extra bewerkingen nodig.

Anderzijds is het bij enig volume ook goed mogelijk om speciale afmetingen te laten produceren. Doordat je dit rechtstreeks bij de fabrikant van het ruwe materialen kunt doen, is er geen sprake van tussenhandelaren, wat een kostenbesparing in de keten betekent.

Bij het specificeren van nabehandelingen zijn weer andere aspecten van belang. ‘Wij merken dat vrijwel alle nabehandelingen in China beschikbaar zijn, ook als rohs wordt gevraagd’, zegt Johan Peeters van Emcon. ‘Wel is het zeer belangrijk om verborgen specificaties te vermijden. Vooral bij lakken wordt nogal eens automatisch aangenomen dat het resultaat hetzelfde zal zijn, ook al drijft deze aanname op het feit dat de vaste leverancier dit uitvoert op basis van wederzijdse ervaring. Het vastleggen van eenduidige eisen is misschien moeilijk, maar wel noodzakelijk. Een kleurcoderingssysteem als RAL is vaak onbekend buiten Europa en voldoet dus niet.’

Handelsartikelen niet altijd beschikbaar

Een ander aspect waarmee rekening moet worden gehouden, is het specificeren van standaard componenten zoals lagers en bevestigingsartikelen. Vaak worden handelsartikelen van lokale Nederlandse en Europese leveranciers voorgeschreven die in China niet verkrijgbaar zijn. De keus hier is óf volgens internationale normen specificeren óf de grote internationale merken specificeren óf overstappen naar een lokaal merk en testen.

Vrijwel alle nabehandelingen zijn beschikbaar in China, maar het is belangrijk om verborgen specificaties te vermijden.

Soms kun je tot 80 procent besparen door de inzet van een andere productietechniek.

China is nog steeds de grootste producent van technische producten, zowel voor de grote internationale merken als ook voor een uitermate groot aantal lokale merken. In tegenstelling tot de grondstoffen kun je bij handelsartikelen niet zomaar overstappen op lokale Chinese merken. Al zijn de specificaties op papier gelijk, dan nog zegt dat weinig over de kwaliteit. Bij de keuze voor Chinese merken zul je eerst moeten testen. Zeker in seriematige producten kan dit laatste commercieel zeer de moeite waard zijn.

Ontwerpen voor productie in China

Iedere constructeur kent de dilemma’s: onderdelen los en eenvoudig houden of integreren waarmee ze complexer worden? Ontwerpen voor universele technieken of toch liever ontwerpen op de inzet van gereedschappen? Het uitbesteden naar China maakt deze vraagstukken vaak niet eenvoudiger.

Laten we eens kijken naar de overwegingen: enkelvoudige losse onderdelen zijn vaak eenvoudig te produceren door een groot aantal leveranciers overal ter wereld. In Europa kennen we een trend naar integratie van losse onderdelen omdat dit montagetijd en daarmee kosten bespaart. De keerzijde hiervan is dat dit kan leiden tot complexere onderdelen met hogere eisen die niet meer door elke leverancier ‘om de hoek’ kunnen worden gemaakt. Dit kan weer leiden tot dure onderdelen die vaak moeilijk verkrijgbaar zijn. In een land waar montage-uren goedkoper zijn, speelt het vraagstuk van integratie minder waardoor de keuze eerder zal vallen op goedkopere losse onderdelen. Nu is China momenteel geen echt lagelonenland meer en is de uitbesteding van complexere onderdelen met hogere eisen steeds beter mogelijk. De balans voor wel of niet integreren ligt ergens tussen Europa en de echte lage lonenlanden in.

Moet je nu ontwerpen met de inzet van productiegereedschappen in het achterhoofd of niet? In Europa zijn productiegereedschappen zoals bijvoorbeeld spuitgietmatrijzen of snijstempels over het algemeen duur. De kosten hiervan liggen in China vaak een factor twee of meer lager. Dat betekent dat andere gereedschapsgebonden productietechnieken sneller in beeld komen. Sneller betekent in dit geval: bij kleinere series inzetbaar omdat je de investeringskosten van het gereedschap sneller kunt terugverdienen. Interessant is dat met gereedschappen vaak nauwkeuriger kan worden geproduceerd, wat de kwaliteit ten goede komt of zelfs dure afstelprocedures kan vermijden.

Peeters: ‘Het komt voor dat we tot 80 procent besparing bereiken door de inzet van een andere productietechniek. Een voorbeeld is een onderdeel dat werd gefreesd en door ons is omgezet naar een gesinterd product. De afmetingen zijn exact hetzelfde, de functionaliteit ook, maar de prijs is drastisch gedaald. In Europa had dit niet gekund omdat de gereedschapskosten veel te hoog zijn.’

Lokale productietechnieken en kwaliteitsborging

Een belangrijke vraag is ook of alle productietechnieken die wij hier in Nederland kennen ook in China aanwezig zijn. Het korte antwoord is: ja. Maar dat betekent niet dat alles op dezelfde wijze gebeurt. Een voorbeeld hiervan is de inzet van vijfassige bewerkingscentra. Om efficiencyredenen en voor kwaliteitsbeheersing worden deze in Europa veelvuldig ingezet. In China grijpen ze nog weleens terug op drieassige machines met omspannen. In het ontwerpproces kan dit gevolgen hebben voor haalbaarheid van toleranties en gevraagde nauwkeurigheid. Overigens is het kwaliteitsdenken in China nog steeds meer gebaseerd op (achteraf) controleren dan op (vooraf) beheersen. Dit is ook een belangrijke oorzaak van teleurstellingen bij leveringen die uiteindelijk niet voldoen aan de eisen.

‘Om toch een constante hoge kwaliteit te garanderen, is het belangrijk om te zorgen voor een goede eindcontrole – en eventueel tussencontrole – ter plekke’, adviseert Peeters. ‘Hiervoor is een betrouwbare lokale partner van essentieel belang.’

De conclusie is dat een land als China geen echte belemmeringen kent voor de productie van hoogwaardige technische componenten en assemblages, maar dat het wel noodzakelijk is om al bij het ontwerp rekening te houden met diverse verschillen. Een vroegtijdig en goed contact met de mensen ter plaatse kan veel problemen en aanpassingen achteraf voorkomen. Dat is dus feitelijk niet anders dan hier in Nederland.

Jan Raijmakers is mede-eigenaar van Emcon uit Panningen en verantwoordelijk voor alle uitbestedingen in China, wMaleisië en India.