2 minute read

Portret Marcel van Kooi

Next Article
Thijs Bosman

Thijs Bosman

Het eerste team krijgt een nieuwe leider; Marcel van Kooi, voormalig leider van het vierde team. Marcel, die al jaren op SVM te vinden is als leider en voetballer, gaat samen met Arne het eerste team assisteren met alles om het veld heen. Hij hoopt vooral op een leuk en gezellig jaar.

‘Mijn hele leven woon ik al in Maartensdijk, en vanaf kleins af aan loop ik al bij SVM. Ik heb tot mijn veertigste, toen ik gedwongen moest stoppen, altijd gevoetbald bij SVM. Dit deed ik vanaf mijn vijfde ongeveer. Daarna ben ik leider geworden van het vierde waar ik daarvoor in speelde, en nu loop ik mee met het eerste. Al mijn vrienden en sociale leven hebben altijd bij de club gelegen, en ik heb het hier altijd naar mijn zin gehad, dus nooit reden gehad om weg te gaan. Het vorige team waar ik leiding aan gaf hield er mee op, toen ben ik gevraagd door Marco, de hoofdtrainer van SVM1, of ik leider van het eerste wilde worden. Daar hoefde ik in principe niet heel lang over na te denken, en ben die uitdaging aangegaan.

Advertisement

Ik assisteer Marco en Arne, de andere leider. Daar probeer ik vooral de neuzen dezelfde kant op te krijgen. Dus ondersteunen van de trainer buiten het veld. Samen met Arne de taken van de leider oppakken. Het doel is natuurlijk om met zijn allen zo hoog mogelijk te eindigen. Vooral om er met z’n allen een leuk seizoen van te maken. Als dat lukt aan het einde van het seizoen, ben ik tevreden. Het zou leuk zijn als we een periode kunnen pakken en een nacompetitie kunnen spelen. Dat is denk ik wel het doel, maar als we per ongeluk kampioen worden, dan hoor je me ook niet klagen! Je kan wel gaan roepen dat je gelijk kampioen wil gaan worden, maar ik denk dat een periodetitel iets realistischer is.

Ik vind het heel erg leuk om een leider te zijn van een team. Ik zou dit nog wel even willen doen voorlopig. Vooral voor een gezellige en sfeervolle club als SVM, waar een hoop vrijwilligers aan mee werken. Daar wil ik graag mijn steentje aan bijdragen. Ik ben ook goed bekend met het team. Het is eigenlijk best grappig, ik heb namelijk nog samen met een aantal van de jongens gespeeld een aantal jaar terug. Anderen kennen mij ook nog van toen ik zelf in het eerste speelde. De jonge jongens ken ik nog niet heel goed, maar die leer ik nu wel langzaam beter kennen.’

This article is from: