
3 minute read
Paapje, januari 2008
De complexe oorsprong van de naam Paapje
Wat een prachtige vogel is zo’n paapje toch. En dan ook nog die naam ‘paapje’, die doet vermoeden dat de vogel ergens iets te maken moet hebben met de kerk van Rome. Tenslotte werd ‘paap’ vroeger wel gebruikt voor rooms-katholieke geestelijken en de combinatie van natuur en religie kan zich verheugen in mijn speciale belangstelling. Alle reden dus om me eens in de naam ‘paapje’ te verdiepen.
Advertisement
Paapjes, barmsijzen en nog veel meer In het ietwat gedateerde boek ‘De Nederlandse vogelnamen en hun betekenis’ van Henk Blok en Herman ter Stege wordt mijn gesuggereerde verband ook al aangegeven. Zoals altijd vermelden zij dat de herkomst niet precies bekend is, maar dat “sommigen wel verband leggen tussen de bruine tint van zijn verenkleed en het bruine habijt van een kloosterling, eertijds paap genaamd.” Maar daarmee is de kous niet af. Het recentere werk van Klaas Eigenhuis heeft een veel gecompliceerdere verklaring en die wil ik de lezers toch niet onthouden. De naam ‘paapje’ komen we op schrift tegen bij de vertaling van werk van Linnaeus door een zekere Houttuyn in 1763. Alleen …het betreft dan niet het vogeltje dat wij tegenwoordig ‘paapje’ noemen. Houttuyn heeft het over een familielid van de kwikstaarten (onduidelijk blijft welke vogel het precies betreft). Letterlijk zegt deze Houttuyn dan ook in zijn boek: “Het schijnt ons paapje te zijn.” Hij lijkt zelf dus ook niet helemaal zeker van zijn zaak. Frappant is wel dat later de naam ‘paapje’ in zwang komt voor allerlei leden van de vinkenfamilie, bijvoorbeeld in de 19e eeuw voor kneu en barmsijs. De kneu heet in de 19e eeuw ook wel ‘barmsijske’ of ‘paapsijske’. De barmsijs wordt in de volksmond ‘blank paapje’, ‘bruin paapje’ en ‘steenpaapje’ genoemd. Onze gekraagde roodstaart heet dan weer ‘blauw paapje’. En ten slotte werd de naam ‘paapje’ ook nog gebruikt voor volièrevogeltjes van Zuid-Amerikaanse herkomst (bijvoorbeeld het witvoorhoofdpaapje). Een hele verwarrende reeks, dus. We kunnen toch moeilijk volhouden dat de naam ‘paapje’ terug te voeren is op zijn bruine habijtkleur, terwijl de naam oorspronkelijk bij de kneu of de barmsijs hoorde.
Bruine habijten en rode kalotten De vraag is dus niet waarom het ‘paapje’ nu eigenlijk ‘paapje’ heet, maar meer waarom de barmsijs destijds ‘paapje’ heette. Maar gelukkig: ook dit kent een religieuze verklaring. De barmsijs heeft een roodbruine kruin, die weer overeenstemt met de rode kalot die bij bepaalde liturgische gewaden hoorde. Overigens noemt Eigenhuis nog wel de verklaring dat de bruine ‘mantel’ van het paapje meegespeeld kan hebben bij de naam, omdat ook geestelijken wel een bruine mantel droegen. Maar erg plausibel is dat niet, omdat zoveel andere vogels in het verleden de naam ‘paapje’ hebben gehad. En daarbij: zoveel vogeltjes hebben een bruin verenkleed, dat het wel toevallig zou zijn als nu net ons ‘paapje’ daarom naar een bruin habijt is vernoemd.

En passant wordt ook nog even de Franse naam van een ons veel bekendere vogel verklaard: de huismus. Deze heet in het Frans namelijk ‘moineau’ en dat is dan wel weer afgeleid van het Franse woord voor monnik: ‘moine’.
Samenvatting Ik hoop dat iedereen het nog kan volgen. Het wordt tijd om de verklaring van de naam van het ‘paapje’ eens samen te vatten. Er lijkt dus een verband te bestaan tussen het bruine verenkleed van de vogel en het bruine habijt van een monnik. Maar vroeger heette niet ons ‘paapje’ zelf ‘paapje’, maar was die naam voorbehouden aan onder meer de barmsijs. En dan is de naam te verklaren met het rode petje van de vogel en de rode kalot van een geestelijke. Hopend op een mooie religieuze verklaring van een vogelnaam ben ik weer op mijn wenken bediend, maar het was wel wat complexer dan ik vermoedde.