8 minute read

Samenwerken en innovatie hand in hand

Metabole ziekten is een verzamelnaam voor zeldzame erfelijke ziekten waarvan er inmiddels zo’n duizend bekend zijn. Juist vanwege de zeldzaamheid is samenwerken bij de behandeling essentieel, op alle gebieden en op alle niveaus. Dr. Monique Williams en prof. dr. Ans van der Ploeg zijn beide kinderarts metabole ziekten. Hotshots mogen we wel zeggen. Ans is in het Erasmus MC Sophia Kinderziekenhuis hoofd van het Centrum voor Lysosomale en Metabole Ziekten. Monique werkt behalve in het Erasmus MC Sophia één dag in de week in het LUMC Willem-Alexander Kinderziekenhuis, waar ze ook de toekomstige kinderartsen in metabole ziekten opleidt. Ze hebben elk eigen specialismen, zijn beiden zeer bevlogen en hebben dezelfde drive: alle metabole ziektes de wereld uit en tot die tijd de best mogelijke individuele zorg voor elke patiënt.

Leefbaar onder voorwaarden Bij een metabole ziekte worden bepaalde stoffen niet goed omgezet, of niet goed afgebroken of niet goed getransporteerd, waardoor er toxische stoffen in het lichaam achterblijven. Inmiddels zijn er honderd metabole ziekten behandelbaar, al vindt Monique dat discutabel: “Patiënten met organische acidurieën, waarbij zuren zich in het lichaam stapelen, behandelen we bijvoorbeeld met een dieet, maar we kunnen ze niet genezen. Het leven wordt leefbaar onder bepaalde voorwaarden, maar er is nog steeds een risico op ziekzijn en overlijden op jonge leeftijd. Die ziektes willen we natuurlijk snel vinden, maar over het begrip ‘behandelbaar’ kun je discussiëren.” Ans: “Omdat metabole ziekten erfelijk zijn, kan een kind meteen of kort na de geboorte al ziek zijn. De hielprikscreening kan 23 van die ziekten opsporen en als we er snel bij zijn, kunnen we veel schade voorkomen.” Monique: “Het liefst vinden we ze nog eerder dan bij die screening, want er zijn ook ziekten die zich meteen in de eerste week uiten en dan is een kind al ziek als de hielprik wordt gedaan. Er wordt aan gewerkt en naar gekeken of we de ziekten tijdens of zelfs al voor de zwangerschap kunnen opsporen.”

Advertisement

Stip aan de horizon Het Centrum voor Lysosomale en Metabole Ziekten van het Erasmus MC is een internationaal erkend expertisecentrum in de behandeling van en onderzoek naar lysosomale en metabole ziekten. Het centrum is door het ministerie van VWS erkend als nationaal expertisecentrum voor lysosomale stapelingsziekten en andere metabole aandoeningen. Ans: “We zijn een afdelingsoverstijgend centrum dat zowel de verantwoording heeft voor de lysosomale en metabole ziekten in Rotterdam als in Leiden. In Rotterdam werken we samen met internisten en neurologen. Met de afdeling Kindergeneeskunde Metabole Ziekten, de apotheek en ons laboratorium proberen we ziekte steeds beter te begrijpen en ontwikkelen we nieuwe therapieën. Deze samenwerking heeft onder andere geleid tot de ontwikkeling van enzymtherapie voor de ziekte van Pompe. Daarmee werd de ziekte van Pompe de eerste behanNationaal Plan Zeldzame Ziekten

Alle zeven UMC’s in Nederland hebben een coördinator die de expertisecentra binnen dat UMC adviseert en deelneemt aan de klankbordgroep van de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU). Ans van der Ploeg is de coördinator van het Erasmus MC, in Leiden is dat Nienke Biermasz. Het in 2013 opgerichte Nationaal Plan Zeldzame Ziekten (NPZZ) erkent expertisecentra voor zeldzame aandoeningen. De aanwijsprocedure wordt, in opdracht van het ministerie van VWS, ontwikkeld en uitgevoerd door de NFU. Erkende expertisecentra die voldoen aan Europese normen, kunnen toetreden tot European Reference Networks (ERNs) van Europese zorgverleners die kennis van zeldzame en complexe ziekten samenbrengen. Het Erasmus MC participeert in achttien ERNs en coördineert er twee. Om alle expertisecentra met elkaar te verbinden is in het Erasmus MC het Centrum voor Zeldzame Ziekten opgericht. Het centrum brengt zorg en research samen en biedt een platform waar patiënten en verwijzers precies zien welke expertisecentra voor zeldzame ziekten er in het Erasmus MC zijn en waar ze dus terechtkunnen.

delbare erfelijke spierziekte.” Het centrum werd opgericht in 2007 toen de kostbare weesgeneesmiddelen voor onder andere de ziekte van Pompe beschikbaar kwamen. Ans: “Dat was de aanleiding. Binnen het centrum volgen we zowel kinderen als volwassenen. Uiteindelijk willen we natuurlijk dat alle metabole ziekten de wereld uit gaan, maar daar hebben we nog wel een weg voor te gaan.” Het Centrum voor Lysosomale en Metabole Ziekten is een van de zestig door VWS erkende expertisecentra voor zeldzame aandoeningen binnen het Erasmus MC. De kracht van het centrum zit in het bundelen van kennis. Ook als het gaat om levensloop

Monique Williams werkt sinds 1996 in het Erasmus MC en sinds oktober 2015 ook in het LUMC. Zij is gespecialiseerd in intoxicatietype metabole ziekten en lipoproteïne-metabolismestoornissen. Daarnaast is zij gespecialiseerd in metabole leverziekten, de porfyrieën waar zij zich in haar promotieonderzoek op richtte. Monique was lange tijd voorzitter van de Nascholingscommissie van de Vereniging tot bevordering van onderzoek naar Erfelijke Stofwisselingsziekten (ESN) en is lid, mede als woordvoerder, van de scientifi c en de executive board van de European registry and network for Intoxication type Metabolic Diseases (E-IMD). In september 2021 gaat Monique met vervroegd pensioen en draagt zij het stokje over aan kinderarts metabole ziekten Esmee Oussoren.

want het is heel belangrijk dat deze kinderen een zo goed mogelijke toekomst hebben, later zelf kinderen kunnen krijgen, gaan werken en het liefst ook van hun oude dag kunnen genieten. Je moet daarom voor je patiënt weten waar de stip aan de horizon staat, want als je niet weet wat er na zijn achttiende gebeurt, kun je het ook niet verbeteren.” Monique: “Vanaf 12 jaar volgen de kinderen het transitieprogramma. Vanaf 16 jaar zijn ze medisch zelfstandig en mogen ze alles zelf zeggen, hun ouders zouden dan niet meer mee hoeven komen. Dat werkt natuurlijk niet altijd. Als kinderartsen overleggen we dan niet alleen met elkaar, maar ook met de internisten van de volwassenenpoli.”

Opleiden Met de start van de Strategische Alliantie Kindergeneeskunde in 2014 kreeg het Centrum voor Lysosomale en Metabole Ziekten ook de verantwoordelijkheid voor Leiden. Monique: “Ik ben zelf opgeleid in Leiden, misschien voel ik me er daarom wel heel erg thuis. Toen ik daar begon was er geen kinderarts metabole ziekten aanwezig en werd de zorg vervuld door het AMC. Ik denk dat het echt een must is om live iemand in huis te hebben. Juist omdat het zeldzaam is want 99 van 100 keer is het geen metabole ziekte. Je moet dus heel goed weten wanneer je echt aan een metabole ziekte moet denken en wanneer niet.” Sinds 2009 leidt Monique de fellows op die kinderarts metabole ziekten worden en sinds de alliantie doet ze dat in beide ziekenhuizen. Uitwisseling is een logisch gevolg. Ans: “Monique heeft in Leiden het hele onderwijsprogramma voor de arts-assistenten opgezet en de metabole ziekten daar heel goed op de kaart gezet.” Monique: “Dit gaat niet alleen om het onderwijs voor de opleiding tot algemeen kinderartsen en kinderarts metabole ziekten, maar ook voor de laboranten die ammoniakspiegels meten, de diëtisten en de verpleegkundig specialisten. De Vereniging tot bevordering van onderzoek naar Erfelijke Stofwisselingsziekten (ESN) verzorgt de belangrijke thema’s in het onderwijs en in de opleiding tot kinderarts in het algemeen.” Samenwerken en innoveren De kinderartsen metabole ziekten worden regelmatig gebeld door kinderartsen uit zowel de regio Rotterdam als de regio Leiden. Ans: “Als een kinderarts een metabole ziekte vermoedt, geven we eerst telefonisch advies. Vervolgens zorgen we dat de diagnostiek bij ons plaatsvindt en bij de follow-up overleggen we of het kind bij ons op de poli moet komen. Als het heel ernstig is, nemen we de patiënt meteen op.” Monique: “Er zijn legio kinderartsen in het Erasmus MC opgeleid die allemaal in aanraking zijn geweest met metabole ziekten. Maar soms is het herkennen, mede door de vele variaties, toch lastig. Zeldzaamheid leidt tot elkaar opzoeken. Zo is er een groep artsen die heel intensief samenwerkt om kennis te verspreiden, zorg te verbeteren en behandelingen te optimaliseren. In 2011 hebben zij de European registry and network for Intoxication type Metabolic Diseases (E-IMD) opgericht en houden een register bij van patiënten in Europa met ziekten die leiden tot een intoxicatiebeeld, zoals coma.” Samenwerken en innovatie gaan in Rotterdam en Leiden hand in hand. Ans: “Zo ontstaan er nieuwe ontwikkelingen en nieuwe therapieën. De belangrijkste innovatie en samenwerking tussen Rotterdam en Leiden is de intensieve samenwerking op het gebied van gentherapie. De groep van Frank Staal en Arjan Lankester is in Leiden een gentherapie-trial gestart voor de immuunziekte RAG2-defi ciëntie. Met een beenmergtransplantatie dien je het gecorrigeerde gen aan beenmergcellen toe zodat het kind daarna gezonde eiwitten maakt. Een soortgelijke behandeling ontwikkelen wij ook voor bepaalde stapelingsziekten zoals voor de ziekte van Pompe. Op dit moment krijgen deze patiënten enzymtherapie, dat betekent elke week een infuus, levenslang. Voor de ziekte van Pompe denken we met gentherapie ook organen te kunnen bereiken die we met enzymtherapie niet bereiken. Wij hebben ooit die enzymtherapie ontwikkeld en nu proberen we samen de volgende stap te maken, profi terend van elkaars kennis. Het is heel spannend en heel erg leuk dat we dit samen kunnen doen.” •

Ans van der Ploeg is hoogleraar Kindergeneeskunde met speciale aandacht voor lysosomale stapelingsziekten. Zij werkt sinds 1985 in het Erasmus MC en is naast lysosomale stapelingsziekten ook gespecialiseerd in de ziekte van Pompe. Ze promoveerde in 1989 op de afdeling Klinische Genetica en specialiseerde zich vervolgens als kinderarts, kinderarts-neonatoloog en kinderarts metabole ziekten. Ans is hoofd van het Centrum voor Lysosomale en Metabole Ziekten en kartrekker van het Centrum voor Zeldzame Ziekten. Daarnaast is zij vice-coördinator van het European Reference Network Metabole Ziekten (MetabERN) en coördinator van het Lysosomal subnetwork MetabERN en co-chair bij het European Pompe Consortium.

This article is from: