1 minute read

Kleur

Kleur Bij een vrolijk feest als carnaval zijn kleuren niet weg te denken. Door kleuren op een bepaalde manier naast elkaar te gebruiken versterken ze elkaar. Ze lijken dan feller, of zelfs op je af te komen.

Hieronder zie je een kleurencirkel. In het midden van de cirkel staan de drie primaire kleuren: geel, rood en blauw. Daarnaast zie je de drie secundaire kleuren: oranje, groen en paars. Deze secundaire kleuren ontstaan door twee primaire kleuren met elkaar te mengen. Geel en rood worden samen oranje, geel en blauw worden paars. In de buitenste ring staan de tertiaire kleuren. Deze ontstaan weer wanneer een primaire kleur met een secundaire kleur gemengd wordt. Zo kun je met de kleuren uit de kleurencirkel alle kleuren maken die er bestaan.

Advertisement

Om de kleuren feller te laten lijken, of meer ‘’op je af te laten komen’ heb je kleurcontrasten. Hieronder volgen een paar van deze contrasten.

Het grootste en eenvoudigste kleurcontrast ontstaat wanneer je de primaire kleuren (rood, geel en blauw) tegen elkaar zet, zonder ze ook maar iets te mengen. Dit noem je een kleur tegen kleur contrast.

Wanneer je een warme kleur (bijvoorbeeld rood), naast een koude kleur (bijvoorbeeld blauw) zet, ontstaat het warm-koud contrast. Omdat het warme rood nu naast het koude blauw staat, lijkt het rood nog warmer. Het lijkt alsof het naar voren komt.

Een complementair contrast ontstaat wanneer je kleuren gebruikt die tegenover elkaar staan in de kleurencirkel. Bijvoorbeeld rood met groen, geel met paars, of blauw met oranje.

This article is from: