
40 minute read
‘HET ENIGE DAT IK KAN DOEN, IS HET BESTE UIT MEZELF BLIJVEN HALEN’ LISA BUNSCHOTEN WINT GEWOON (BIJNA) ALLES
Ze zou de Mathieu van der Poel van het parasnowboarden kunnen worden genoemd. Ze domineert haar sport, wint alles. Toch was het eerste dat ze zei toen ze in maart 2019 in het Finse Pyhä winnend over de finishlijn gleed: ‘Eindelijk.’ Want winnen op de Paralympische Spelen of WK’s deed ze niet eerder.
Nu was het ‘eindelijk’ zover: Lisa Bunschoten, wereldkampioen. Twee keer zelfs, zowel in de cross als de banked slalom. In Pyhä, Lapland. ‘The middle of nowhere,’ zegt Bunschoten (24). ‘Bij de jaarlijkse worldcup, eind november, is het donker en schemert het een paar uur per dag. In maart was het helder weer en konden we heel ver kijken. Geen supergroot gebied, maar wel heel erg mooi.’ Een bijzondere plek om te snowboarden en om wereldkampioen te worden.
Advertisement
Haar sport groeit, zei ze eerder al. Nu: ‘Het is af een aan. In de jaren na de Spelen vallen er tegenstanders weg en komen er nieuwe bij. De races zijn nu wel met vier, niet langer met twee. Dat vind ik te gek, er gebeurt van alles. Ik ga dan ook harder, je pusht jezelf.’
Terwijl de blik op de Zomerspelen van Tokyo 2020 is gericht, voelt zij Winterspelen van Beijing 2022 al naderbij komen. ‘Mijn grote doel, ja. Maar eerst wil ik die wereldtitels verdedigen en pas dan de aandacht op de Spelen richten. Zilver en brons heb ik al, dus… Maar je weet het niet. Het is in China, ze trekken daar zo een blik met toppers open. Soms zie je ze bij worldcups, soms komen ineens met een heel groot team. Het enige dat ik kan doen, is het beste uit mezelf blijven halen.’
Zoals ze dus in 2019 deed en gewoon alles won, bijna alles. Behalve die worldcup in Canada dan. ‘Tja, daar ging iets mis,’ zegt ze. Dat kan. Ook veldrijder Mathieu van der Poel verslikt zich wel eens in de modder.
Foto: Luc Percival.
HET IS NIET AL GOUD WAT BLINKT JAAR MET TWEE GEZICHTEN VOOR MARIJN VEEN

Het was als in een roes, waarin ze was beland toen ze in november 2018 een kop koffie dronk in haar favoriete tentje aan de Biltstraat. De telefoon ging, bondscoach Alyson Annan. Enkele weken later debuteerde ze in Oranje bij de (laatste) Champions Trophy in China, scoorde twee keer, werd topscorer van het toernooi met vijf treffers en uitgeroepen tot best rising player.
In 2019 volgden zeges in de FIH Pro League en de EK. Met haar club Amsterdam won ze de landstitel én Europa Cup. Het kon allemaal niet mooier voor de snelle, balvaardige hockeyster. Marijn Veen (23) zegt echter: ‘Ik ben niet zo overtuigd van eigen kunnen en denk al gauw dat anderen beter zijn. Ja, ik ben bescheiden, maar dat is toch goed?’ Die doelpunten bij haar debuut? ‘Ik stond twee keer op de goede plek.’ Best rising player? ‘Ik had meer kunnen brengen, dat toernooi.’ Winst in de Pro League? ‘Niet mijn beste wedstrijden, al was ik dat finaleweekeinde wel weer in vorm.’
Het is ook niet al goud wat blinkt. Aan die roes kwam voor de studente psychologie, die opgroeide bij Kampong en in 2017 de overstap naar Amsterdam maakte, in september 2019 een einde. Ze werd in haar auto van achteren aangereden. Wat aanvankelijk leek mee te vallen, bleek toch een hersenschudding. Sindsdien speelde ze geen wedstrijd meer. Soms ging het twee weken goed, kreeg ze vervolgens toch weer last. ‘Dat is mentaal verschrikkelijk. Je gaat jezelf druk opleggen, wil zo snel mogelijk terugkomen. De arts zei dat piekeren nu juist het slechtste is wat je kunt doen. Pas toen ik het echt kon loslaten, kwam de vooruitgang.’ Al paste het allemaal niet in haar ‘Road to Tokyo’, ze is nu weer op de weg terug. ‘Klinkt misschien als een cliché, maar deze ervaring maakt me sterker. Dit gaat me helpen. Het wordt een zwaar jaar en bij élke training zal ik blij zijn dat ik het weer kan.’
‘IK BEN NIET IEMAND DIE BLIJFT HANGEN BIJ PRESTATIES EN TELEURSTELLINGEN’ DAFNE SCHIPPERS NEEMT ALLEEN HET GOEDE MEE
Daags voor de FBK Games in Hengelo, in juni 2019, sprak Dafne Schippers het terugvinden van dat gevoel dat er ooit was. In 2015 vooral, toen ze de wereld verbaasde met wereldgoud op de 200 meter in die fabuleuze 21,63 seconden. Gevraagd naar wát ze zich herinnerde van het gevoel in die race, zei ze, lachend: ‘Vooral de pijn in de benen, bij het uitkomen van de bocht al.’
Hoe ver de zoektocht van 2019 nu precies reikte, blijft onduidelijk. De piek moest eind september komen, tijdens de WK in Doha. ‘Ik voelde me weer goed en op het niveau waar ik wilde zijn,’ zegt ze. Ze sprintte ook naar een finaleplek op de
100 meter, maar trok zich terug vanwege een liesblessure.
Pechjaar 2019 begon al in februari na een val van de trap bij haar thuis. Ondanks rugklachten pakte ze kort daarna toch zilver (60 meter) tijdens de EK-indoor, begin maart. En ze had een sterke opening van het buitenseizoen in Hengelo (100 meter in 11,06). ‘Een stap in de goede richting. Vroeg in het seizoen die tijd lopen voelde goed. Maar die rugblessure bleef maar opspelen waardoor ik daarna niet de progressie kon maken die je normaal gesproken ziet.’ Doha bracht haar uiteindelijk niks. Geen finale op de 100 meter dus en ook kon ze haar wereldtitel op de 200 meter (Londen 2017) niet verdedigen. Het risico op een zware blessure was te groot. ‘Uiteindelijk zijn de Olympische Spelen toch mijn grote doel.’ Ze kijkt liever vooruit, terugblikken op het jaar-dat-was vindt Dafne Schippers nooit fijn. ‘Ik ben niet iemand die te lang blijft hangen bij prestaties en teleurstellingen.’ De tranen van Doha zijn geplengd. Ze neemt het goede van 2019 mee, laat al het andere achter zich. Stap voor stap op weg naar Tokio, denkend aan de pijn van Beijing.
Hoe ze nu de trap afloopt? ‘Gewoon zoals altijd,’ zegt ze lachend. ‘Misschien iets voorzichtiger.’
Foto: Fotostudio Red Green Blue.

EEN WERELDTITEL STAAT MOOI OP ZIJN ERELIJST JOS VAN EMDEN EN DE ONZICHTBARE REGENBOOGTRUI

Dolgelukkig was hij, uitzinnig. ‘Ik greep er steeds net naast, het lukte vaak net niet. Meestal reed ik de Giro in het voorjaar en dan is het moeilijk om begin juli bij de Nederlandse kampioenschappen nog dat hoge niveau te hebben. Frustrerend. Bovendien ben ik natuurlijk ook een paar keer tegen Dumoulin aangelopen. Tussen mijn eerste en tweede titel zat dan ook negen jaar.’
In 2019 was het wel raak, de nationale titel tijdrijden was voor Jos van Emden (34), hardrijder in dienst van Jumbo-Visma, lid van De Volharding. Winst was er ook in de prestigieuze Chrono des Nations en de proloog van de ZLM Tour. En hij werd wereldkampioen met Nederland in de ‘team mixed relay’, de eerste ploegentijdrit ooit met mannen én vrouwen, in het Engelse Harrogate. ‘Het onderdeel moet zich nog bewijzen.
Goed om iets nieuws te proberen, maar ik twijfel of het een lang leven is beschoren.’ Komt bij dat hij de regenboogtrui nergens kan laten zien, nooit. Alleen op een WK wordt het verreden. Toch staat een wereldtitel mooi op zijn erelijst. ‘Die trui ligt thuis keurig opgevouwen in de kast. Ik ben er ook best blij mee.’ Jos van Emden was er in 2010 bij toen het peloton van de Giro d’Italia zich langs Nobelstraat en Janskerkhof wurmde. Hij was bij het Grand Départ van de Tour de France van 2015, ook in Utrecht. En straks, tijdens de Gran Salida van de Vuelta a Espana in Utrecht op 14 augustus? ‘Zeker. Het is een van de hoofddoelen van de ploeg. De Vuelta zelf natuurlijk, maar in eerste instantie die ploegentijdrit. Een Nederlandse ploeg in een van de grote rondes in eigen land? Ja, dat is een hoofddoel.’
In 2015 werd hij in Utrecht vijfde in de korte tijdrit. Het was gaaf, hij reed door een tunnel van lawaai. ‘Je zou er doof van worden.’
‘IK MISTE KRACHT IN DE WEDSTRIJD, MAAR WON OP PUNTEN’ ONDANKS BUIKLOOP WERELDTITEL VOOR ILIAS ENNAHACHI
Koffie met cheesecake. Het kan, kickbokser Ilias Ennahachi (24) hoeft even niet aan z’n ‘vlieggewicht’ te denken, zoals in de maanden voor een gevecht. ‘Dan droom ik echt van eten…’ Hij was al wereldkampioen bij Enfusion, Blade en WLF. In 2019 deed hij het ook bij One Champion.
‘Ze zijn streng, ze wegen je twee keer voor een gevecht en letten ook op lichaamsvocht. Een beetje sjoemelen bij de weging gaat dus niet.’ Ennahachi kon voor Glory kiezen, de organisatie waar Badr Hari en Rico Verhoeven onder contract staan. Zijn keuze voor One kende sportieve redenen, ook financiële. ‘Het is de grootste in de wereld, samen met UFC. Dertigduizend mensen in de hal, tientallen miljoenen kijkers op tv en online. One zit in Japan, China, Thailand, heel Oost-Azië. Ze willen nu ook naar India, naar de VS en denken ook aan Nederland. Dan kan Glory wel inpakken.’ In augustus veroverde hij de belt bij One tegen de uit Thailand afkomstige Petchdam Petchyindee (knock out) in Bangkok. In november verdedigde hij zijn titel met succes in Beijing. Twee keer eerder vocht hij tegen Wang Wenfeng bij andere bonden. ‘De stand was gelijk, dit was de zwaarste. Vier uur tevoren kreeg ik buikgriep. Ik liep leeg op de wc, heb uren liggen slapen in de kleedkamer, opgerold in een dikke winterjas en dekens. Ik miste kracht in de wedstrijd, maar won op punten. Duidelijk, al zag dat er misschien niet zo uit. De Chinees viel steeds aan, maar ik kan goed achteruit vechten en bleef zo punten scoren.’ Ennahachi is nu groot in Oost-Azië, maar kan in Nederland geen sponsor vinden. En deze wereldkampioen krijgt na afloop van de strijd ook geen felicitatie van koning of premier. Iets meer waardering zou wel fijn zijn, zegt hij. Maar One biedt kansen. ‘Bij Glory kan ik twee gevechten per jaar hebben, bij One wel zes.’ Gevolg is wel, dat hij dan slechts kan dromen van cheesecakes.

Foto: Fotostudio Red Green Blue.
‘MOOI IS HET PROCES OM OP DAT PODIUM TE KOMEN’ HET IDEALE BEELD VAN DAAN DE GROOT

Je zou er gék van worden, zo’n lekke band in het parc fermée. Met bijna drie minuten achterstand begon hij zo aan zijn inhaalrace op de fiets tijdens WK duathlon in Zofingen (Zwitserland). Weg titelkansen. Maar Daan de Groot (29) berustte in zijn lot, al tijdens de race: ‘Nooit meer aan die lekke band gedacht.’
Halverwege de 150 fietskilometers achterhaalde hij de kopgroep. ‘Had ik Guido van Looy willen verslaan, zou ik zeker vijf minuten bij hem moeten wegrijden. Hij is zoveel sterker in het hardlopen.’ De Belg werd wereldkampioen, De Groot derde en stond zo toch op het podium. ‘Uiteindelijk is dat ook een anticlimax.’ Zo voelde het een paar maanden eerder toen hij Europees Kampioen werd in Deense Viborg: ‘Koud, champagne… en dan acht uur in de auto om thuis te komen. Wel mooi is het proces, die lange reis om op dat podium te komen.’
Hij was wielrenner, klimmer en tijdrijder en reed een internationaal programma bij Wielerploeg Groot Amsterdam. In 2017 ging hij werken bij de VU. ‘Wielrennen is vallen. Dat risico neem je als je er helemaal voor gaat om prof te worden.’ Maar De Groot wil zijn PhD halen en maakte de overstap naar duathlon. ‘En gek genoeg train ik nu harder dan voorheen.’ Lopen is niet zijn beste discipline. Meer dan twintig kilometer in de week ging aanvankelijk niet, hij kreeg allerlei pijntjes. Het gaat beter nu hij bij Peter Res (Hellas) traint. ‘Het is in feite nog slecht, maar wel leuk. Omdat ik progressie boek en heb dat ideale beeld in mijn hoofd van de zwevende loper, zoals Eliud Kipchoge.’ Hij mist het niet, maar een enkele keer waant hij zich nog in een wielerkoers. Die keer dat iemand in de wedstrijd hem zei ‘rustig aan’ te doen. ‘Jaja, dacht ik. Maar hij meende het oprecht. Iemand flikken is not done in het duathlon. Dat maakt het wielrennen juist zo leuk.’
KAMPIOENEN VAN 2019
De genomineerden voor de Sportprijs Utrecht 2019 zijn geselecteerd uit een overzicht van sporters die gedurende het jaar goede prestaties hebben geleverd. Om in aanmerking te komen voor de Sportprijs Utrecht moet de sporter in Utrecht wonen of uitkomen voor een Utrechtse sportvereniging. Uitzonderingen worden gemaakt als een sporter een persoonlijke en sportieve historie in Utrecht heeft. Hieronder een selectie van prestaties van Utrechtse talenten, sportmannen en vrouwen. Het hele overzicht met kampioenen en hun prestaties is te vinden op sportprijs-utrecht.nl/kampioenenoverzicht
Sporttalent Annamaria Visotskaja, ritmische gymnastiek, NK 1e allround benjamins Anne Werner, ritmische gymnastiek, NK 1e allround pre junioren Bloeme Gartz, karate, NK 3e Dutch Open Bram van Battum, hockey, EK 3e jeugd Brandon Lansink, karate, 1e EK Teamfighting, 3e NK Forms, 2e NK Selfdefense, 1e NK Kempo Fights
Casper Schoppen, schaken, NK 1e snelschaken

Dean Roestenburg, karate, NK 1e onder 14 Didier Dijkstra, kunstschaatsen, NK 1e Advanced Novice
Diede van Oorschot, shorttrack, 1e EK overall klassement junior C, 1e NK junior C, 1e NK 1000 m., 3e NK 777 m.

Dieter Goudzwaard, bridge, EK 1e aspiranten U21 Esmé Scherrenberg, judo, NK 3e U18 -70 kg Floris Sujecki, karate, NK 1e individueel, 1e teams

Iza van de Burgt, ritmische gymnastiek, NK 3e allround pre junioren

Jesse Fokkenrood, atletiek, NK 1e junioren 800 m., 1500 m. Julia van Gils, ritmische gymnastiek, NK 3e allround junioren Lisa Wu, karate, NK 2e kata U16, 3e kumite U16 Lotte Hosper, zwemmen, 1e NK Open Nederlandse 200 m. vlinderslag, 1e korte baan 400 m. wisselslag Maroua Laajab, karate, NK 3e kumite Michelle Velzeboer, shorttrack, 3e EYOF 3000 m. relay, 3e EYOF 1500 m. N'Ketia Seedo, atletiek, EK 2e onder 20 100 m., NK 1e junioren 60 m., 200 m. en 100 m. Polina Leonovich, ritmische gymnastiek, NK 3e allround pre junioren Reka van Os, worstelen, EK 3e junioren tot 58 kg Robin Verhagen, softbal, EK 1e onder 16 Ronald Goor, bridge, EK 1e aspiranten U21 Willem Veldpaus, atletiek, NK 1e junioren speerwerpen Xandra Velzeboer, shorttrack, 1e EK overall junior B, 1e NK junior B Xavier Friesen, bridge, EK 1e aspiranten U21 Yael Prenger, shorttrack, 3e EYOF 3000 m. relay Zeno de Boer, shorttrack, NK 2e 500 m. junior B, 3e 1000 m. junior B
Sportman Bjorn Kellerman, hockey, EK 3e

Sander de Wijn, hockey, EK 3e Tim van de Paverd, bridge, EK 1e aspiranten U21 Tom van Overbeeke, bridge, EK 2e junioren U26
Sportvrouw Dafne Schippers, atletiek, 1e Flanders Athletics Meeting 200 m., 1e NK 100 m., 1e FBK games 100m. Dagmar Genee, waterpolo, 1e Europacup Esther Visser, bridge, EK 3e jeugd meisjes U26 Evelien van der Kist, schaatsen, WK 3e masters sprint overall, 3e allround masters overall Femke van de Vliet, roeien, 1e NK lichte dames dubbeltwee, 2e WK U23 lichte dames dubbeltwee Marijn Veen, hockey, EK 1e, 1e FIH Pro League Xan de Waard, hockey, EK 1e
Sportploeg BC Utrecht Cangeroes - dames 1, basketbal, 1e promotie divisie

De Halter - meisjes en jongens, worstelen, 1e en 3e Easter Wrestling Tournament
Bram Steenaart, shorttrack, 1e EK junioren relay, 2e WK junioren relay, 3e NK 500m/1500m junior A

Daan de Groot, duathlon, EK 1e, WK 3e powerman duathlon Ilias Ennahachi, kickboksen, WK, 1e One Championship Age of Dragons, 1e Dreams of Gold, 1e One FC Flyweight kickboxing Jip Janssen, hockey, EK 3e Jonas de Geus, hockey, EK 3e Joren Zandstra, naginata, WK 2e Jos van Emden, wielrennen, 1e proloog ZLM tour, NK 1e tijdrijden, WK 1e gemengde estafette Lars Balk, hockey, EK 3e Lars van der Haar, veldrijden, NK 2e Inge Janssen, roeien, 2e EK dubbelvier, 2e Wereldbeker dubbelvier, 3e WK dubbelvier
Jill de Gier, atletiek, WK 1e tetradecathlon veertienkamp Jony Heerink, triathlon, NK 1e cross duathlon Josine Koning, hockey, EK 1e Keet Oldenbeuving, skateboarden, 1e EK discipline Street, 1e Worldcup overall, 1e NK junioren Domstad Devils - dames 1, lacrosse, 1e landskampioen IJCU Dagons - U12, ijshockey, 2e bekerfinale
Kampong - heren 1, hockey, 2e landskampioenschap

Triton Oude vier, roeien, 1e Varsity UFC Utrecht - dames 1 en heren 1, floorball, 1e landskampioen
Ryan Lansink, kenpo karate, 1e EK Fighting, 1e NK Wapen Forms, 1e NK Creative Forms

Silas Lageman, hockey, EK 3e jeugd Tobias Westerveld, bridge, EK 1e aspiranten U21 Marijn van den Berg, wielrennen, 1e Carpathian Couriers Race

Martijn Kleermaker, darts, WK 1e overall klassement, 3e singles, 3e team Oscar Nijssen, bridge, EK 1e aspiranten U21 Ricardo Westerbeek, bridge, EK 2e junioren U26 Kirstie van Haaften, wielrennen, NK 1e Elite ploegenachtervolging en Elite Omnium

Lisa Bunschoten, para snowboard, 1e World Cup Big White snowboardcross/ klasse LL2 1e run, 1e WK cross, 1e WK banked slalom Malou Pheninckx, hockey, 1e EK, 1e FIH Pro League
USV Protos - heren 1, volleybal, promotie naar topdivisie

Utrecht Dominators - jongens onder 15, flag football, 1e NK UZSC - heren 1, waterpolo, landskampioen, 1e Supercup
‘THAIBOKSEN HEEFT ME ALLES LATEN VOELEN WAT DIEP IN MIJ ZAT’ FIGHTING4POWER HAALT KRACHT NAAR BOVEN
Eens per jaar komen de zeventig leden van Fighting4Power bijeen om de bokszakken met rust te laten. Tijdens het zomerfeest genieten ze van elkaars gerechten en blijkt hoe divers hun achtergrond is. ‘Dan hebben we de wereldkeuken op tafel,’ zegt Jacqueline Janssens (53).
Zo’n acht jaar geleden richtte ze Fighting4Power op, geïnspireerd op haar eigen ervaringen. ‘Thaiboksen,’ zegt Janssens, ‘heeft me alles laten voelen wat diep in mij zat. Kracht, maar ook emoties als boosheid en verdriet. Ik zag dat bij anderen ook en wilde er iets mee. Vanuit mijn droom en passie schreef ik een concept. Het is uiteindelijk dit geworden.’
Dit is dus een sportschool voor thaiboksen en conditietraining, die vrouwen bewuster wil maken van de kracht die ze eigenlijk al bezitten. ‘Die kracht heeft iedereen,’ zegt Janssens. ‘Maar ook de emoties, die diep kunnen zitten, wil ik naar boven halen.’ Zo werkt ze met haar pupillen aan hun fysieke en mentale kracht, aan zelfvertrouwen, discipline, weerbaarheid en aan de balans van lichaam en geest. Aanvankelijk gebeurde dat op drie locaties in de stad. Vier jaar geleden trok Fighting4Power in bij het FDC Center op Kanaleneiland. De leden komen uit heel Utrecht en omgeving. De laatste twee jaar vonden steeds meer vrouwen (en meiden vanaf 13 jaar) uit dit stadsdeel de weg naar Fighting4Power. ‘Iedereen,’ zegt Janssens, ‘heeft wel iets waartegen ze vechten.’ Niet alleen vrouwen. Ze krijgt geregeld de vraag wanneer ze zich ook op mannen richt. ‘Dat wil ik ook, het is iets voor de toekomst.’
De leden van Fighting4Power komen op verschillende manieren binnen. ‘Soms stuurt iemand me vooraf een email met haar verhaal, soms komt het los na maanden training hier. Ik motiveer die gesprekken als ik zie dat ze iets dwars zit. Ik probeer - met de andere trainsters - elk lid persoonlijke aandacht te geven. Mijn manier van lesgeven ontstaat vanuit gevoel en elke training is anders.’

Foto: Fotostudio Red Green Blue.
‘KHALID IS ALS EEN VADERTJE VOOR ZE’ BOURDIF GYM IS EEN THUIS VOOR OVERVECHTSE JEUGD

Hij heeft bovenal een groot hart, zij een wat zakelijkere kijk. En samen houden Khalid Bourdif en Faiza el Bachiri hun Bourdif Gym in Overvecht zo mooi in balans. Bijna drie jaar geleden opende tweevoudig Europees kampioen kickboksen Khalid Bourdif de deuren van zijn sportschool in een bovenzaal van een bedrijfspand.
Een sprong in het diepe, zonder een echt bedrijfsplan. ‘We zien wel,’ had Khalid gezegd. Drie jongens kwamen er die eerste dag. ‘Wat is dit,’ vroeg hij zich af. Echtgenote én voorzitter Faiza: ‘Toch geloofde ik erin, want iedereen in de wijk vroeg wanneer we open zouden gaan.’ Nu puilt het uit met zo’n 300 kickboksers, van wie niet iedereen de contributie kan betalen. Maar Khalid stuurt ze niet weg: ’Dat kan ik niet. Laat ze maar gewoon meetrainen, zijn ze van de straat af.’ Hij vond ook sponsors voor handschoenen en beschermers. Een wedstrijd in Groningen? Bourdif Gym betaalt het. ‘Khalid denkt dat dat erbij hoort,’ zegt Faiza lachend. ‘Kom maar, zegt hij. Had Khalid het voor het zeggen, mocht heel Overvecht hier komen.’ Khalid laat zijn hart spreken, denkt aan zijn eigen jeugd. ‘Overvecht kent veel achterstandskinderen. Je moet ook geduldig met ze zijn, luisteren doen ze gewoon niet. Als ze voor het eerst binnen komen hebben ze een grote mond, maar dat wordt later wel anders.’ Faiza: ‘Kickboksen is goed voor hun ontwikkeling. Khalid is als een vadertje voor ze, hangt de hele dag aan telefoon als ze bellen omdat ze niet kunnen.’ Het oorspronkelijke idee was een sportschool voor wedstrijdvechters, Bourdif Gym werd een ontmoetingsplek, een thuis voor de wijk. Voor groepen volwassen kickboksers en ladies only, maar zeker voor meisjes en jongens. En zo heeft Bourdif Gym inmiddels toch een grote vijver aan jong talent in huis. Ze zijn welkom, ook zonder afdracht van contributiegeld. Dat geldt voor de jeugd, zegt Faiza. Tot een jaar of vijftien. ‘Nou ja,’ zegt Khalid, ‘soms twintig.’ Het lachje van de voorzitter is veelzeggend.
‘WE PROBEREN ELKAAR ZOVEEL MOGELIJK TE HELPEN’ DRIE VERENIGINGEN ONDER ÉÉN BASKETBALDAK
Home of the Red Devils, staat er op het grote spandoek. Zeker, de teams van UBALL spelen hier - in Sportcentrum Oudenrijn - hun thuisduels. Maar dat geldt ook voor SVO Basketball en de rolstoelbasketballers van SC Antilope. Drie basketbalclubs onder één dak, onder één paraplu van Utrecht Basketball.
In maart 2016 liet eigenaar Rob Veldhuis de sporthal verbouwen, koos vol voor basketbal en liet een prachtige vloer leggen. Toen nog met het idee van met name (exinternational) Cees van Rootselaar om er een eredivisieclub te vestigen. Dat blijkt vooralsnog een droom, wel trokken UBALL, SC Antilope en SVO bij Veldhuis in. Talentontwikkeling (UBALL), breedtesport (SVO) en rolstoelbasketbal (Antilope) bijeen dus. ‘We zijn permanent in overleg,’ zegt voorzitter Frank van de Kant van SVO. ‘Drie besturen, drie pijlers, maar alle drie zelfstandig. We proberen elkaar zoveel mogelijk te helpen.’ Met clinics, gezamenlijke activiteiten (030-hoops voor vluchtelingen) en andere activiteiten. ‘Toen Antilope bestuurlijk even moeilijk zat, hebben we als SVO onze diensten aangeboden. Uiteindelijk lukte het ze om zelf orde op zaken te krijgen, maar zo proberen we elkaar te helpen.’
Een stip aan de horizon of een meerjarenplan is er niet, liever bouwen de drie stap voor stap. ‘Uiteindelijk heeft alles met elkaar te maken,’ zegt Van de Kant. De tientallen kinderen van project Basketball’s Cool die deze vrijdagavond de eerste beginselen van de dribbel, passing en scores worden bijgebracht, stromen wellicht ooit door naar de Basketball Academy Utrecht. Want SVO is een van de clubs uit de regio waar UBALL rekruteert. En tijdens de jaarlijkse ‘startdag’ aan het begin van het seizoen mag iedereen dat rolstoelbasketbal eens uitproberen. ‘Viel niet mee,’ zegt Van de Kant. ‘Ik wilde een bal van de vloer pakken, strekte m’n arm uit en daar lag de voorzitter, languit… Ik heb respect voor die spelers. Ik was na afloop kapot.’
Foto: Fotostudio Red Green Blue.

‘WAAR JE HET BESTE IN BENT, IS HET LEUKST’ HET KAN LOTTE HOSPER NIET ZWAAR GENOEG ZIJN
Zwemmers weten niet beter. Ook bij de 17-jarige Lotte Hosper jengelt elke ochtend voor dag en dauw de wekker en worden er kilometers gemaakt. Eerst in de auto, dan in het water.
Zo’n 2,5 jaar was Den Haag ’s ochtends de bestemming en vaak na schooltijd nog een training in Zeist. Tegenwoordig is het Amsterdam en al gaat de wekker nu wat later af dan half vijf, die kilometers moeten toch worden gemaakt. Zwemmen is haar lust en leven. ‘Ja, maar niet altijd,’ zegt ze. ‘Soms zijn er dagen dat je toch wel in bed zou willen blijven liggen.’ Voor haar ook geen feestjes, zoiets als wintersport of ’s avonds iets leuks op televisie. Dan is zwemmen minder leuk. En toch. Toen ze rond kerst en nieuwjaar tien dagen vrij had, miste ze het zwemmen al snel. doet het liefst alles. ‘Wisselslag is het leukst. Ver, zwaar. Bovendien zijn anderen daarin meestal minder goed.’
Hosper beleefde een ‘topjaar,’ zoals ze zegt. Haar mavo afgerond, een slordige vijftien medailles op tal van wedstrijden en nationale juniorenrecords op de 400 meter wisselslag (4.53,37) en 200 vlinderslag (2.12,80), tevens de zesde en derde tijd op de ‘allertijden’ ranglijsten. Tussen de senioren dus.
Zware nummers liggen haar: ‘Waar je het beste in bent, is het leukst.’ Ze heeft nog weleens discussies met haar coaches die willen dat ze tijdens een toernooi kiest voor één afstand. Maar Lotte Hosper Met dat record op de vlinderslag werd ze overigens vijfde op de EJK in Kazan, vorige zomer. Sindsdien traint ze in Amsterdam met Team24, dat zich richt op de Olympische Spelen van 2024 in Parijs. Zeven jonge zwemmers, met de beste zorg omgeven. Lotte Hosper gaat er vol voor. Nu nog een rijbewijs, want na al die jaren trouw dochterlief heen en weer rijden, willen haar ouders zich graag nog eens omdraaien als die verdraaide wekker in alle vroegte weer afgaat.

Foto: Fotostudio Red Green Blue.
‘TOKYO, I’M ON MY WAY’ N’KETIA SEEDO SPRINT ZOMAAR NAAR DE WERELDTOP

Zou ze Corrie Bakker kennen? Heeft ze ooit gehoord van Gruppo Sportivo? Wat zijn dit voor vragen, kijkt N’Ketia Seedo verbaasd. Pas 15 jaar was ze, toen ze op 16 februari 2019 achter Dafne Schippers en Jamile Samuel derde werd op de 60 meter tijdens de NK-indoor voor senioren in 7,27 seconden.
A star is born. Op slag veranderde alles in haar jonge leven. Interviews, foto’s, journalisten, diezelfde avond nog twee cameraploegen bij haar thuis in Zuilen. ‘Het was niet normaal.’ Geen wonder, haar tijd was abnormaal snel. Nooit eerder had een junior (-20) in Nederland zo snel gelopen. Seedo verbeterde het oude juniorenrecord van Dafne Schippers (7.28) en was wereldwijd met de Amerikaanse Tamara Davis de snelste van 2019 over 60 meter. In de zomer, net 16 jaar, pakte ze zilver bij de EK (-20) op de 100 meter, 0.003 achter de 19-jarige Italiaanse Vittoria Fontana. Seedo was niet eens écht blij. ‘Omdat ik in de halve finale sneller had gelopen.’
Sinds haar zevende jaar traint ze bij U-Track en Juul Acton (‘meer dan een trainer voor mij’), die haar talent zag bij een schoolwedstrijdje. In die tijd ook ging ze saxofoon spelen. Hoewel ze gek is op muziek verhuisde haar sax niet mee naar Papendal (‘maakt te veel lawaai’) waar ze sinds de zomer woont, traint en naar school gaat.
De progressie is er, het is niet uitgesloten dat ze naar Tokio gaat als lid van de estafetteploeg. Ruim een halve eeuw na Corrie Bakker zou er dan opnieuw een atlete uit Zuilen in de Olympische estafette uitkomen. Tijdens Mexico ’68 liepen Bakker & co in de halve finale zelfs een wereldrecord-voor-één-dag (43,4), om in de finale vierde te worden.
En Gruppo Sportivo? Dat was een wat melig popbandje uit Den Haag dat eind jaren ’70 zong: ‘Tokyo, I’m on my way. And in my new Toyota it’s not so far away…’
‘JE HEBT GEEN KRACHT NODIG ALS JE TECHNIEK GOED IS’ STER BIJ PSV WIL ELKE DAG NAAR PLEINTJE
‘Hier is het begonnen,’ zegt hij. ‘Tussen die rode doeltjes. Altijd met de bal bezig, altijd. Balbehandeling, techniek, panna’s, gekkigheid.’ Techniek is heel belangrijk, zegt hij. ‘Fysiek ook natuurlijk, maar je hebt geen kracht nodig als je techniek goed is.’
Het pleintje op de Adenauerlaan is zijn thuis, ook nu de 17-jarige Mohammed Ihattaren in Eindhoven woont en zijn doorbraak bij PSV beleefde. ‘Als ik een paar uurtjes vrij ben dan móet ik naar Kanaleneiland, naar mijn vrienden. Ik wil dit zien, liefst dagelijks. In Eindhoven woon ik luxer dan hier, maar het gaat om waar je je het beste bij voelt. En mijn gevoel ligt hier, dat zal nooit weggaan.’
Tegenover de euforie en zijn bewierookte voetbaltalent stond afgelopen jaar het overlijden van zijn vader, begin oktober. Toen hij met PSV op 19 oktober in Galgenwaard speelde, was er een ovatie voor de speler met rugnummer 24 in de 24e minuut. Als warme blijk van medeleven. ‘Mooi moment, mooi gebaar. Zal ik nooit vergeten. Ik had 24 kaarten gevraagd voor familie, vrienden. Ik zag hun kopjes naar beneden. Dan is het wel raak… Vanaf dat moment had ik eigenlijk geen gevoel meer, die hele wedstrijd niet. Ik was weg, was er gewoon niet bij. Dat is ook logisch, denk ik.’ Zijn broer Yassir steunt hem in alles, is met hem meeverhuisd naar Eindhoven. Bij PSV is Ibi Afellay zijn ‘grote broer’ die hem rustig houdt als hij zich aan iets ergert of gewoon verliest. Kan hij niet tegen. ‘En ik heb die pit van de straat natuurlijk...’ Maar uiteindelijk moeten zijn eigen schouders de druk dragen, wat hem opmerkelijk goed lukt. Mo Ihattaren: ‘Ik denk omdat ik buiten het veld andere dingen doe, die niks met voetbal te maken hebben. Zwemmen bijvoorbeeld, met vrienden in Den Hommel. Ga ik zo ook weer doen. Effe bubbelen, elkaars verhalen aanhoren.’
Foto: Fotostudio Red Green Blue.

‘VOORBIJ DE FLAUWE BOCHT WILDEN WE VOORAAN LIGGEN’ COEN EGGENKAMP WORDT NIET MEER UITGELACHEN
Eigenlijk wist hij het na 750 meter al. Bravoure? Coen Eggenkamp kan het nu gerust zeggen, want 2450 meter verderop zegevierde Triton immers in de Varsity. Toch heeft hij recht van spreken; het was zijn winnende tactiek om vroeg de kop te pakken. ‘Voorbij de flauwe bocht, na zo’n duizend meter, wilden we vooraan liggen.’
Daarom ook verving hij Harold Langen voor Kaj Hendriks als slagman. ‘Harold is meer van het ritme zoeken, Kaj van het hard starten.’ Moeilijker was zijn beslissing om Bas Thijssen te vervangen voor Jakub Grabmüller. Hij accepteerde rol van reserve zonder morren en toen Triton op 7 april ’s avonds feest vierde op het Janskerkhof, stond ook Thijssen op het podium. Maar zuur was het. ‘Geen loyaler mens als Bas.’
In 2013 kwam Eggenkamp, jarenlang in dienst van de KNRB, naar Triton. ‘Ze lachten me uit, want Triton was een lachertje.’ Een kanoclub, zeiden de buren van Orca. Triton had echter plannen gemaakt, wilde weer roeien met ambitie en vroeg Eggenkamp de talentontwikkeling op te zetten. ‘En nu zijn de rollen omgekeerd, het toproeien bij Orca ligt op z’n gat.’
Op winst in de Varsity rustte echter een vloek, ook met de sterke bezetting van de Oude Vier in de laatste jaren. Reden is ook de mindere faciliteiten in Utrecht. ‘We komen er de komende tien jaar niet tussen, dacht ik.’ Eggenkamp kreeg zijn roeiers bovendien maar moeilijk bijeen vanwege hun trainingen bij de bond. ‘Op vrijdag voor de race rolden Kaj en Harold uit het vliegtuig na een stage en gingen zó de Oude Vier in. Op zaterdag weer. Gewoon om nog snel samen het gevoel te krijgen. Ja, daarvan kreeg ik wel stress. Vlak voor de start was er nog die kapotte startkabel. Uitstel, gedoe. Dit kan alles veranderen, dacht ik. Dit kan ons van de winst houden.’ Maar 750 meter na de start al was hij gerust.

Foto: Fotostudio Red Green Blue.
TACTISCH HERKENBAAR SPEL BIJ PROTOS AANPAK BERNARD SCHOONBEEK BETAALT ZICH UIT

‘Wie of wat je ook bent, als je een rare beslissing in een wedstrijd neemt zullen studenten je dat duidelijk maken. Ongezouten.’ Bernard Schoonbeek vindt het geweldig. Hij nam die ervaring zelfs mee naar zijn werk bij Tata Steel Europe.
Hij zocht mensen in zijn team ‘die mij complimenteren, tegenpolen, zelfs mensen met wie ik geen biertje aan de bar zou gaan drinken.’ Dat doet hij met de volleyballers van Protos dan weer wel. ‘Ik ben na de training op donderdag zelden voor twaalf uur thuis.’ Ruim vijf jaar geleden vroegen ze hem bij de Utrechtse studentenclub, waar hij in het verleden al coach was. Hij zei ‘ja’ onder de voorwaarde dat hij een aantal jonge, ambitieuze trainers erbij mocht zoeken voor de twee hoogste spelende teams. En de regels moesten strakker; een jaar na hun afstuderen moesten spelers ook daadwerkelijk weg bij de club. ‘Omdat er dan sneller plekken vrijkomen om door te stromen.’ Daarvoor was wel een tactisch herkenbaar spel nodig, dat in beide teams wordt gespeeld, met voor iedere speler een duidelijke rol, verantwoordelijkheid en taken. Goed voor het snel inpassen van nieuwe spelers. ‘Tijd om jarenlang te bouwen aan een team is er nu eenmaal niet.’ Of een tegenstander dat ‘herkenbare’ spelletje niet snel doorheeft? ‘Met een paar wijzigingen in de opstellingen is dat zo weer opgelost.’
De aanpak werkt. Protos promoveerde aan zijn hand drie keer in vijf jaar en speelt nu zelfs topdivisie, het op één na hoogste niveau. In ruil voor proeftrainingen zorgen andere clubs, met name VV Utrecht, voor de verplichte ballenkinderen. Een jeugdafdeling heeft Protos immers niet.’
Schoonbeek is op zijn plaats tussen de studenten. Nadeel is het jaarlijks gaan van goede spelers, voordeel is de jaarlijkse instroom studerend volleybaltalent van verre. Zo zijn er meer golfbewegingen bij studenten: ‘Zodra het tentamenperiode is, merk je dat in het veld.’
IN 2019 LEIDDE ZE RUS TERUG NAAR DE EREKLASSE DE LIEFDE VAN ‘LADY BOSS’ HAVERKORN
Ze voetbalde, deed wat aan tennis. En toen was er rugby, ze was op slag verliefd. ‘Iedereen heeft een inbreng; groot, klein, snel, krachtig, wendbaar. Opvoedkundig een mooie sport en het onderling respect is groot. Ik heb ooit iets tegen de scheidsrechter gezegd. Stuurde mijn eigen captain me van het veld.’
Sylke Haverkorn (31) speelde ruim tien jaar zelf, werd kampioen met RUS en international. Tot een knieblessure er een einde aan maakte. ‘Rugby was mijn leven, wat moest ik? Na de operatie liep ik nog met krukken het tweede team van RUS te coachen.’ In 2019 leidde ze de dames van RUS terug naar de ereklasse en de mannen van DIOK naar de landstitel. Als eerste vrouwelijke coach (van de voorwaartsen) tussen de mannen. Aanvankelijk werd dat niet gepikt in en rond het Leidse team. Moet ik van haar wat aannemen, vroeg één speler zelfs. ‘Wat maakt het uit, denk ik dan. Aan de andere kant wil ik een voorbeeld zijn, ik vind het dus wel belangrijk.’
Hoe druk ze ook was met rugby – alle dagen van de week – toen World Rugby haar een jaar geleden vroeg de Turkse Sevens (vrouwen) te helpen bij een trainingsstage, kon ze geen ‘nee’ zeggen. Het was ontwikkelingswerk, een cultuurschok ook. ‘De begeleiders waren worstelcoaches, ze wisten niks van rugby. Niemand sprak Engels, in de kleedkamer keken de speelsters naar de grond als ik een praatje hield, met een vertaler.’ En toch, het was fantastisch. Ook haar zomervakantie werd geofferd aan de Turkse Sevens voor het EK (tweede divisie). De handhaving was boven verwachting. Het contact is er nog, maar na de zomer werd ze bondscoach van het Nederlandse dames rugbyteam. RUS bleef ze wel trouw, bij DIOK vertrok ze ondanks de vraag te blijven. Het vooroordeel lag in Leiden al lang onder de graszoden. Lady Boss noemen ze haar nu.

Foto: Fotostudio Red Green Blue.
‘SAMEN KAMPIOEN GEWORDEN, NU TEGEN ELKAAR’ MINDF*CK ROND PROMOTIE VAN UTRECHT CANGEROES

Het eerste vrouwenteam van Utrecht Cangeroes promoveerde eind vorig seizoen naar de eredivisie, maar speelt daar nu niet. Toch zijn er nu eredivisie duels in sporthal Lunetten te zien, mét het eerste vrouwenteam van Utrecht Cangeroes. Terwijl de gepromoveerde ploeg als ‘dames 2’ in de promotiedivisie bleef, promoveerde het nooit gepromoveerde ‘dames 1’ naar de eredivisie.
Mindf*ck in de Utrechtse sport. De reden? De kampioenen van vorig seizoen wilden niet naar de eredivisie. ‘Vier keer in de week trainen, meer wedstrijden, veel reizen. Veel meiden zijn net afgestudeerd, hebben een fulltimebaan en kiezen daar niet voor,’ zegt Ciska Kollen van nu ‘dames 2’. Teamgenoot Renee Hoveling zei juist: ‘Kom maar op.’ Ze speelde jarenlang in de eredivisie en deed vorig seizoen een stapje terug. ‘Voor één jaar, want zou Cangeroes geen eredivisie gaan spelen, was ik naar elders gegaan.’ Hoveling en ook Lisa Stauffer bleven zo bij ‘dames 1’.
De club besloot dan wel te sprong naar de Women’s Basketball League te wagen, speelsters van elders verleiden om het avontuur aan te gaan bleek lastig. Hoveling: ‘Er was niks, niemand. Ook ik twijfelde, want wat heb ik als niemand komt?’ Het kwam uiteindelijk goed, acht vaste speelsters heeft het team nu, aangevuld met bankspeelsters uit de jeugd en… uit ‘dames 2’.
Het begin was zwaar, met elf nederlagen op rij. Maar mét een stijgende lijn en twee zeges als resultaat. De lastigste wedstrijd was echter tegen ‘dames 2’ in de achtste finale van de beker. Een speling van het lot waarmee niemand blij was. Kollen: ‘Het was moeilijk voor beide teams. Samen kampioen geworden, nu tegen elkaar.’ Hoveling: ‘Spelen tegen je vriendinnen en toch wil je winnen. Je speelt thuis in een bomvolle hal en toch is iedereen voor de tegenstander. Het was zo gek.’ De winst ging overigens naar het enige echte ‘dames 1’.
IN DE KERN BLEEF UZSC DE PLOEG DIE HET AL JAREN IS 'APARTE MAN' LEIDT DE POLOËRS NAAR VIJFDE LANDSTITEL
Het was één jaartje minder goed gegaan, maar in 2019 pakte UZSC wederom de landstitel én supercup. Negen nationale prijzen in vijf jaar tijd, het is ongekend. Captain Mike van den Brink maakte alleen de eerste bekerwinst en landstitel niet mee, toen hij nog in het Turkse Izmir speelde. Met Evangelos Pateros als coach.
Toen de club van De Krommerijn in 2018 zocht naar een nieuwe coach, wist Van den Brink het wel. ‘Willen we stappen maken, professionaliseren? Dan moeten we Pateros hebben.’
UZSC nam de aanbeveling over, Pateros kwam voor één jaar. ‘Hij heeft ons waterpolo bijgebracht. We hebben veel goede coaches hier gehad, maar Pateros is buitenaards. Eén van de beste die er rondloopt, zeker verdedigend.’ Natuurlijk, voor een landstitel is meer nodig dan een goede coach alleen. En ook al verdwenen vier belangrijke spelers, in de kern bleef UZSC de ploeg die het al jaren is. ‘We hebben allemaal dezelfde instelling, trainen hard naast studie of werk. Geen gezeik, vertrouwen onderling, cohesie. We willen ook allemaal voor de prijzen gaan.’ Bovendien kwam er met Benjamin Hoepelman en Pascal Janssen vers bloed, aangevuld met eigen jeugd en Joost van de Burg en Arjan de Haas (beiden Brandenburg). De defensie was altijd al de kracht van UZSC, met Pateros werd die nog hechter. Na winst in het eerste finaleduel thuis (9-6), bleek het doel van Ruben Hoepelman in Leiden voor ZVL een bijkans onneembare vesting. Na 1-8 en 2-9 werd het 5-9 en was de vierde titel in vijf jaar tijd binnen.
Volgens goed waterpologebruik gooien zijn spelers de winnende coach in het bad. Maar daarvan wilde de Griek niks weten. ‘Het is zijn instelling,’ weet Mike van de Brink. ‘De spelers winnen, hij verliest. Onzin natuurlijk, maar zo is hij. Hij geniet heus wel van zo’n titel, maar wil niet de spotlights. Aparte man.’

Foto: Fotostudio Red Green Blue.
UTRECHTSE ROEIERS HAALDEN EINDELIJK VARSITY WEER BINNEN KAJ HENDRIKS HEEFT PLICHT VERVULD VOOR TRITON

Schuin naast hem de vier van Skoll, achter hem een muur van lawaai die dichter- en dichterbij komt. Voor euforie is het te vroeg, de focus is gericht op de slagen, op het proces. Skoll komt terug, het lijkt nog spannend te worden, maar de Oude Vier van Triton hebben alles onder controle.
En toch schiet het Kaj Hendriks door het hoofd: ‘Het zal toch niet alsnog misgaan? Een misslag of wat dan ook?’ De slagman won wereldgoud en de Europese titel, pakte brons op de Olympische Spelen van Rio. Maar die verdraaide Varsity… ‘Ik stop niet met roeien voor ik ‘m heb gewonnen,’ zei hij jaren geleden al. Vóór alles het hoofdnummer staat boven de schouw in het clubhuis, om het prestige van de studentenrace te onderstrepen. Goed, er zijn hogere sportieve prestaties, maar de laatste zege van Triton is van 1967. De buren van "Knorca" deden het drie keer in de laatste twintig jaar, ook dat speelde mee.
Die muur van lawaai is nu oorverdovend. Dan vuurt het kanon, de finish is bereikt. De pijn in het lijf wordt verdreven door een euforische gloed. ‘Eindelijk, eindelijk,’ denkt hij. Onbeschrijflijk, ook alle studenten in het water, slechts ‘gekleed’ in hun stropdas. Het doet hem meer dan hij verwachtte. Eenmaal op de reddingsboot, met de lauwerkrans om de nek, kijkt hij stuurvrouw Fiep Warmerdam, Harold Langen, Jakub Grabmüller en Jacob van de Kerkhof voor het eerst in de ogen. ‘Het is gelukt…’ Er vloeien tranen.
Maanden later kan Kaj Hendriks (32) zich niet veel herinneren van de feesten, huldigingen en diners daarna. Hij was erbij, maar moest de volgende dag weer in het ziekenhuis melden voor zijn coschappen. In mei rondde hij zijn studie geneeskunde af en zet nu alles op Tokyo, zijn laatste Spelen. ‘Met de Varsity is het mooi geweest. Plicht vervuld, stokje doorgegeven. Hopelijk duurt het niet weer 52 jaar…’
SPORT, SCHOOL, VRIENDJES, THUIS; HET LEVEN IS VOL ZAKARIA EL MANSORI WAAKT OVER DE BALANS

Hij wil het beste uit zijn pupillen halen. ‘Als zwemmer, als mens.’ En als jeugdpsycholoog weet Zakaria el Mansori (24) dat jonge mensen veel moeten. Sport, school, vriendjes, thuis; het leven is vol. is een andere vraag. Een drukke baan bij het UMC, wekelijks zeven keer aan de zwembadrand (drie keer in de vroege ochtend) en heel veel clubwerk achter de schermen. ‘Ik wil al die uren niet eens tellen. Je krijgt er ook zoveel plezier voor terug.’
‘En dat is niet alleen fysiek zwaar, ook mentaal. Ik trap op de rem, sta voor de balans in hun leven met zwemmen op één. Natuurlijk kunnen we vaker en harder trainen en dan is er progressie. Leuk, zo’n Nederlandse jeugdtitel. Maar als er geen balans is, wat dan? Dan sta je stil, haak je af. Mét die balans is er plezier, dan blijf je gaan.’ Hoe het met zijn eigen balans zit, Hij stopte zelf als wedstrijdzwemmer toen hij zestien jaar was en ging niet lang daarna eens in de week trainingen geven bij zijn club Zwemvereniging Utrecht, later Zwemlust-Den Hommel. ‘Ik had geen trainersdiploma’s, maar voelde me verantwoordelijk. Ik bedoel, Overvecht… alles wat hier aan sport doet is meegenomen. Beter dan op straat rondhangen.’ Hij wil niet zeggen dat het door hém komt dat het aantal kinderen met Marokkaanse roots bij Zwemlust-Den Hommel nu groeit. Leuk vindt hij wel ‘dat het eens een ander beeld geeft dan die voetballende of kickboksende Marokkaan.’
Met het team van jonge trainers wil El Mansori zijn club in rustiger zwemwater krijgen. Een stabiele club voor de breedtesport, maar mét ambities. ‘Want ik wil wel vooruitgang zien.’ Zijn eigen ambities? ‘Zwemmers van 13 of 14 jaar naar de NJK begeleiden is allemaal goed te doen.’ Aan zoiets als topsportcoach denkt hij nog niet. ‘Dat is een fulltime bestaan. Ik ga weer studeren, heb nu dus geen tijd. Misschien iets voor de toekomst, ik ben nog jong.’
‘IK KRIJG ER ENERGIE VAN’ IRMGARD GOUDA DOET HET MET ZIEL EN ZALIGHEID
Het is haar lust en leven. Hellas telt zo’n 400 jeugdleden en Irmgard Gouda (30) heeft ze als trainer bijna allemaal wel zien langskomen. Vaak als tienjarigen, want die groep ‘doet’ ze meestal. Maar ‘kids’ of junioren, ze vindt het allemaal heerlijk om te doen.
Werpen, lopen of springen; de moeder aller sporten heeft voor elk wat wils te bieden. ‘Je ziet dat kinderen zich jonger willen specialiseren. Bij junioren vind ik dat oké, maar bij de jonkies stimuleer ik het allrounden.’ Heeft ook te maken met haar eigen ervaring als meerkamper. Toen ze 16 jaar was en niet meer kon hoogspringen door een rugblessure, was ze blij dat ze alle onderdelen deed. ‘Ik kon zo overstappen naar het lopen.’
Ze ging naar de HKU en dacht dat haar toekomst in de kunst zou liggen. Tegelijk gaf ze steeds vaker training en begon dat steeds leuker vinden. Ze besloot daarvan haar beroep te maken en ging naar de ALO in Arnhem. Tien jaar is ze nu vrijwilliger bij Hellas, de laatste twee jaar als ZZP’er. Ook geeft ze atletiekles op scholen of bootcamp voor bedrijven (‘volwassenen zijn ook leuk, had ik nooit gedacht’). Officieel is ze dus geen vrijwilliger bij Hellas, ‘maar die centen dekken echt niet het aantal uren dat ik hier bezig ben.’ Lachend: ‘Ook het leegstampen van het materiaalhok komt altijd op mijn schouders terecht. En een week later weer.’ Komt ook omdat scholen het materiaal lenen. ‘Vind je speren terug, zo krom als een boemerang.’
Ach, hoort erbij. ‘Ik haal er zo veel uit,’ zegt ze over haar atletiekleven. Vooral uit de jeugdkampen die ze organiseert. ‘Mijn ziel en zaligheid, fantastisch! Je leert die kids zó anders kennen als je ze de hele dag om je heen hebt. Die sfeer is zo leuk.’

En na afloop gesloopt naar huis? ‘Nee! Ik krijg er juist energie van.’
‘HET PLEZIER IN SPORT BLIJFT NATUURLIJK HET BELANGRIJKSTE’ YASMINA DAHMANE WIL VOORBEELD ZIJN

Ze is jeugdvoorzitter bij Taekwon Utrecht, assistent-trainer. En ze wil een rolmodel zijn, een voortrekker en voorbeeld. Yasmina Dahmane is pas 15 jaar, maar flink genoeg om tegen allerlei vooroordelen in te gaan. Dat je niet kan sporten met een hoofddoekje, bijvoorbeeld.
‘Dat kan natuurlijk wél. Net als bij voetbal, wat ik ook heb gedaan.’ Zelf draagt ze een hijab van het merk met de swoosh, speciaal om mee te sporten. Dat taekwondo saai zou zijn, ook zoiets. ‘Dat hoor je vaker, ook onder meisjes. Ga het maar eens doen, denk ik dan.’ Wat had ze in januari graag Nederlands kampioen willen worden. Met zo’n titel zou ze toch het beste voorbeeld geven. Ze strandde jammer genoeg in de halve finale.
Zes jaar geleden nam ze een kijkje bij de sportschool in Hoograven van haar neef Redouan Dahmane. ‘Ik ben nooit meer gestopt.’ Veel meisjes waren er toen nog niet, nu groeit het aantal snel. ‘En hoe meer er zijn, hoe meer er komen,’ zegt Yasmina. ‘Als ze een keer niet komen, zit ik er echt achteraan.’
Elke sport heeft iets te bieden, voor Yasmina is het mooie van taekwondo de zelfverdediging. ‘Belangrijk ook. In deze wereld weet je het maar nooit. Taekwondo geeft je zelfvertrouwen. Schouders naar achteren, borst vooruit.’ Drie keer in de week traint ze groepen van 4 tot en met 15 jaar, jongens en meiden samen. ‘Het is heel leuk om iemand van een witte naar een rode band te krijgen, het hoogste bij een club.’ Opvallend is hoe gedisciplineerd de kinderen zijn, hoe goed ze luisteren. ‘Dat moet ook, het gaat om concentratie. Het is geen speeltuin, al blijft het plezier in sport natuurlijk het belangrijkste.’
Yasmina volgt, het is neef Redouan die discipline erin kreeg. ‘Zeg het maar niet tegen hem, anders gaat hij zich nog heel wat voelen.’ Maar dat zegt ze met een respectvolle buiging voor haar leermeester.