5 minute read

Het verhaal van vrouwelijk* Vlaanderen

Catharina van Hemessen (1528-1567)

Judith van Vlaanderen (844-879)

Judith van Vlaanderen was de eerste gravin van het graafschap Vlaanderen. Na het overlijden van haar eerste 2 echtgenoten, wilde haar vader een 3de gunstige uithuwelijking regelen, maar daar dacht Judith zelf anders over. Ze vluchtte weg met Boudewijn I, en koos voor een love match. Na een korte vete met haar vader, schonk hij hen uiteindelijk het graafschap Vlaanderen.

Maria van Bourgondië was de laatste en tevens belangrijkste hertogin van Bourgondië. Op 20-jarige leeftijd stond zij aan het bewind van Bourgondië en Vlaanderen als vorstin van de Nederlanden. Ze kwam terecht in een politiek kruitvat en moest uit een hele resem huwelijkspartners kiezen om de crisis het hoofd te bieden. Ze was een zeer geliefde vorstin en kreeg de bijnaam Maria de Rijke.

Catharina van Hemessen is de eerste renaissanceschilderes uit de Zuidelijke Nederlanden waarvan een gesigneerd werk overgebleven is. Zij werd opgeleid in het atelier van haar vader Jan Sanders van Hemessen, een succesvolle schilder en kunsthandelaar. Ze schilderde vooral kleine en realistische portretten van vrouwen. Daarnaast heeft ze ook het oudst bewaarde zelfportret van een vrouw uit de Nederlanden op haar naam staan.

Jeanne-Marie Artois stond jarenlang aan het hoofd van de bekende Leuvense brouwerij Stella Artois. Ten tijde van de Code Civil van Napoleon, die getrouwde vrouwen gelijkstelde aan minderjarigen, was dit allesbehalve evident. Toch was zij de zakenvrouw in haar huwelijk, net zoals haar moeder en grootmoeder hier ervaring in hadden. Ze zorgde ervoor dat de brouwerij mee was met de tijd. Zo werd het brouwproces minder arbeidsintensief doordat ze onder andere de stoommachine introduceerde.

Dit voorjaar beroerde ‘Het Verhaal van Vlaanderen’ de gemoederen. Een ding staat vast: het was een kijkcijferkanon. Bij Rebelle deden we mee aan die historische terugblik, maar wij gingen op zoek naar de vrouwen* die mee onze samenleving vormgaven. Sommigen herken je wellicht uit het programma, anderen krijgen nu pas de spotlight die ze verdienen. Stuk voor stuk hebben onderstaande vrouwen mee ons huidige leven bepaald. Mede dankzij deze pioniers kunnen vrouwen in België studeren, stemmen, over hun eigen lichaam beschikken … Zaken die nu banaal lijken maar dat zeker niet altijd waren. Zelfs vanaf de Middeleeuwen vinden we sporen terug van Vlaamse vrouwen die het heft in eigen handen namen. Duik in onze tijdlijn en maak kennis met deze rebelse voormoeders.

Marie Popelin (1846-1913)

Caroline Clémence Boussart (1808-1891)

Caroline Clémence Boussart, ook wel bekend onder de naam Caroline Popp, richtte samen met haar man de Brugse krant Journal de Bruges op. Hierdoor werd ze de eerste vrouwelijke hoofdredactrice in België. Onderwerpen zoals de afschaffing van de doodstraf en onderwijs voor vrouwen kwamen onder haar toezicht aan bod. Naast haar journalistieke werk, was ze ook succesvol in de literaire wereld met meerdere novelles over Brugge. De krant bleef later in de handen van haar dochters.

Isala Van Diest (1842-1916)

Isala Van Diest was de eerste vrouwelijke arts in België. Ze behaalde in 1878 haar doktersdiploma in Zwitserland, maar België weigerde dat te erkennen. Vrouwen mochten hier op dat moment nog geen hoger onderwijs volgen. Pas in 1886 krijgt ze de toestemming om in Brussel haar praktijk te openen. Ze behandelde vooral vrouwelijke patiënten en was actief als sociaal en feministisch activiste.

Marie Popelin telt als een van de belangrijkste voortreksters van vrouwenrechten in België. Ze was de eerste vrouwelijke doctor in de rechten in België. Toen ze echter aan de slag wilde gaan als advocaat werd ze geweigerd omdat een vrouw zogenaamd niet geschikt was om het beroep uit te oefenen. Ze vocht die beslissing aan, en dat leidde tot een rechtszaak die nog steeds beschouwd wordt als een sleutelmoment in de bewustwording van het feminisme in België. Helaas verloor ze de zaak, maar ze bleef wel actief als activiste en richtte onder meer de Ligue Belge du Droit des Femmes op samen met Isala Van Diest.

Léonie La Fontaine (1857-1949)

Léonie La Fontaine was een baanbrekende feministe en pacifiste die nauw samenwerkte met Marie Popelin en haar broer Henri La Fontaine in de Belgische Liga voor de Rechten van de Vrouw. Samen staan ze aan de wieg van het Belgische feminisme. Ze richtte de Office Central de Documentation Féminine op en opende een bibliotheek voor de Liga. Ze was lid van de Nationale Belgische Vrouwenraad en startte de Belgische Internationale Liga voor Vrede en Vrijheid van de Vrouw.

Marie Spaak-Janson (1873-1960)

Als leerling van Isabel Gatti de Gamond, de pionier van het meisjesonderwijs in Brussel, en dochter, zus en moeder van vooraanstaande socialistische politici, was Marie Janson in de wieg gelegd om grootse dingen te doen. In 1921 legt ze tussen 152 mannelijke collega’s de eed af waarmee zij de eerste vrouw in de Senaat werd, bijna 30 jaar voor het volwaardige vrouwelijke stemrecht. Haar focus lag op sociale thema’s zoals het welzijn van kinderen, onderwijs voor meisjes en vrouwen en moederschap.

Irène van der Bracht (1891-1941)

Na haar opleiding tot onderwijzeres start Irène van der Bracht in 1913 als docente Lichamelijke Opleiding voor vrouwelijke studenten aan de Universiteit Gent. In 1920 wordt haar aanvraag tot promotie geweigerd, wat betekent dat ze minder verdient dan haar studenten wanneer zij afstuderen én dan haar mannelijke collega’s. Een tweede aanvraag wordt opnieuw geweigerd. Tot minister minister Camille Huysmans haar benoemt in 1925. Hiermee werd zij de eerste vrouwelijke hoogleraar van het land.

Marguerite De Riemaecker-Legot (1913-1977)

Marguerite De RiemackerLegot was actief in de politiek nog voor vrouwen algemeen stemrecht kregen. Voor haar eigen politieke carrière van start ging, was ze advocaat, parlementair secretaris, docent en secretaris van de Kamer. Aan het einde van de jaren ‘50 zetelt ze als eerste Belgische vrouw in het Europees Parlement. Wanneer ze in 1965 de eerste vrouwelijke minister van België wordt, zet ze zich in voor het gezin, maar ook voor gelijke rechten voor de vrouw, toelating van vrouwen tot juridische en openbare ambten, rechten van de vrouw binnen het huwelijk, het gezin en legt ze de basis voor het huidig jeugdbeschermingsrecht. Haar jarenlange inzet, op lokaal, nationaal en internationaal politiek vlak, leverden haar de benoeming op tot eerste vrouwelijke minister van Staat.

Roos Proesmans (1943-2002)

De Tweede Feministische Golf heeft veel te danken aan Roos Proesmans, die zichzelf de eerste Belgische Prima (Dolle) Mina kon noemen. De structurele onrechtvaardigheid waarmee zij en andere, vooral werkende, vrouwen in aanraking kwamen, leidde haar ertoe in 1970 de Nederlandse tak te contacteren. De Dolle Mina-acties plaatsten het vrouwenvraagstuk prominent op de agenda. Naast de leefwereld van vrouwen, zette ze zich ook in voor kinderen en jeugd.

Marleen Temmerman (1953)

Marleen Temmerman is naast eerste vrouwelijke professor in de gynaecologie van België, ook voormalig politica en ze zet zich wereldwijd in voor de rechten en de (reproductieve) gezondheid van vrouwen en kinderen. In 1994 richt ze het gerenommeerde International Centre for Reproductive Health op in Gent. Haar verdiensten worden internationaal erkend en gevierd door verschillende eredoctoraten, voorzitterschappen en benoeming als lid van de National Academy of Medicine.

Gisèle Mandaila

Malamba (1969)

Deze vrouw met Congolese roots mag zichzelf de eerste zwarte vrouw in het parlement noemen. Gisèle Mandaila Malamba werd geboren in Kinshasa en kwam op 11-jarige leeftijd met haar familie naar België. Van 2004 tot 2007 was ze Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap in de regering Verhofstadt

II. Nadien werd ze lid van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement.

Sophie Wilmès (1975)

In 2019 schreef Sophie Wilmès geschiedenis wanneer ze de eerste vrouwelijke premier van België werd. Dit werd meteen een periode van grote uitdagingen met de start van de coronacrisis. In oktober 2020 werd ze opgevolgd door de huidige premier Alexander De Croo, maar ze bleef vicepremier en minister van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel. Om familiale redenen legde ze in 2022 haar bevoegdheden als minister neer. Het is triest dat België pas in 2019 haar eerste vrouwelijke premier had. In 2024 zal ze bij de verkiezingen de Kamerlijst in Brussel trekken.

Deze bekende atlete heeft al verschillende grote titels op haar naam staan. Zo werd ze olympisch kampioene zevenkamp in 2016 en 2021. Bovendien mag ze zich ook Europees én wereldkampioene noemen. Begin dit jaar werd ze opnieuw Europees kampioene in de vijfkamp en verbrak ze tegelijk het wereldrecord. Ze zal ongetwijfeld nog veel kampioenschappen op haar naam kunnen zetten in de toekomst, want deze topvrouw is nog lang niet klaar met atletiek.