Hoofdstuk 9

Hoofdstuk 9 Evert Schipper komt binnen

1987 is niet alleen het jaar van de bedrijfsovername. Het is ook het jaar dat schoolverlater Evert Schipper als werkvoorbereider in dienst komt bij Bouwbedrijf A. Zegers in Lunteren. Evert Schipper wordt op 12 december 1964 geboren in Barneveld. In een gezin met drie kinderen, waarvan vader actief is als vertegenwoordiger in de agrarische sector. Leren is niet de grootste hobby van Evert, maar hij doorloopt de lts en mts zonder problemen. Op een opvallende manier komt hij op jonge leeftijd in aanraking met het bouwambacht. Hij ziet zijn buurman Henk Leeuwis, die zelf een timmerbedrijf heeft, een prachtige schutting maken van hout. Vanaf dat moment weet Evert het zeker: ik word ook timmerman. En brandweerman, want dat was de buurman ook... De gedachte om voor de bouw te kiezen, laat Evert nooit meer los. Op de lts en mts kiest hij voor bouwkunde. Na zijn opleiding moet Evert eerst in militaire dienst. Uitgerekend in die periode komt vader Schipper te overlijden. Net voordat Evert afzwaait, stuurt zijn leidinggevende die de thuissituatie goed kent, hem een weekje naar huis om alvast werk te zoeken. Hij beseft dat er thuis veel van Evert wordt verwacht nu zijn vader is weggevallen. Evert maakt in die week een cv dat hij bij zo’n vijftien bouwbedrijven in de regio in de bus stopt. Evert wil uitvoerder worden, valt daarop te lezen. Hij krijgt diverse uitnodigingen om op gesprek te komen. Berry Peereboom van

Bouwbedrijf A. Zegers nodigt hem ook uit. Hij vraagt Evert wel om een brief te schrijven met als onderwerp ‘waarom wil je zo graag bij Bouwbedrijf Zegers werken?’. Evert denkt heel simpel: ‘Ik wil werken!’. Hij brengt de brief persoonlijk naar Berry. Die nodigt Evert uit voor een kop koffie en zegt zonder de brief te hebben gelezen: “Je mag bij mij beginnen. Niet als uitvoerder, maar als werkvoorbereider.”

Handgeschreven sollicitatiebrief van Evert Schipper Evert vindt het geweldig. De handgeschreven brief wordt aan de kant gelegd. Berry heeft vertrouwen in de jonge Barnevelder. Het dienstverband begint op 1 november 1987. Evert krijgt een bureau naast Henk Elbertsen, die op het kleine kantoortje tot dat moment een driemanschap vormt met Kees van de Voort en Marco van Logchem. Evert is trots op zijn eigen bureau, zijn eigen telefoon, zijn eigen bureaustoel en zijn eigen rekenmachine. Hij is onder de indruk. Over zijn loon wordt nooit onderhandeld. Evert zegt tegen Berry Peereboom dat hij hem maar moet geven wat ‘passend’ is. “Dat wat je verdient, komt je uiteindelijk ook toe”, luidt Everts adagium. “En anders moet je een signaal afgeven.” Evert laat zich meteen gelden en dat merken zijn collega’s. Henk Elbertsen is een gedreven man die iedere avond met een stapel papieren naar huis gaat om ’s avonds nog door te kunnen werken. Evert zit anders in elkaar. Het werk kan best op kantoor gedaan worden! Maar Evert is wel scherp op zijn werk. Hij durft zijn collega’s ook te corrigeren als hij iets ziet wat hij niet correct vindt. Vooral Henk Elbertsen heeft daar moeite mee. Voor Evert wordt daarop een apart kantoortje ingericht in een gedeelte dat net is bijgebouwd. Evert voelt zich helemaal thuis in de bouw. De saamhorigheid onder de bouwvakkers spreekt hem aan, net als de streken die worden uitgehaald. Evert: “Van een rotte vis onder de autostoel en het op blokken zetten van de auto, tot het in de jas draaien van een panlat. Al die dingen maken de bouw zo leuk. Ik paste in die wereld.”