
1 minute read
Eerst piek, dan dal voor Hein Otterspeer
ken op de 500 meter deed Otterspeer eigenlijk gewoon alles goed. ,,Ik heb vier constante ritten laten zien en dat was genoeg voor de winst. Daar ben ik heel blij mee en heel trots op, want de druk stond er tot en met de laatste afstand volledig op.’’
Extra glans
Advertisement
Want Otterspeer zag natuurlijk ook hoe iederéén aan de start stond, álle toppers. ,,En iedereen wil winnen. Je kunt echt nergens iets laten liggen en dat heb ik ook niet gedaan. Dat geeft deze titel voor mij wel extra glans.’’ Hij zag ook hoe de jonge honden uit zijn ploeg Reggeborgh – Janno Botman, Wesley Dijs, Stefan Westenbroek – zich mengden in de strijd. ,,Die houden me wel scherp hoor, in welke training dan ook. Zelfs náást het ijs met opmerkingen en zo. Natuurlijk ben je een soort vader van het team, een soort leider. Maar uiteindelijk laat je wel je benen spreken. Dat is belangrijk. Dan krijg je het respect, en dat is wederzijds naar die gasten. We zijn een hecht team, stralen dat ook uit en het is mooi daar deel van uit te maken.’’
De loopbaan van Otterspeer kende pieken en dalen, en de achtergrond van deze piek kan hij best duiden. Het lichaam dat hem zo vaak in de steek liet, is nu heel stabiel, legt hij uit. ,,Daardoor kan ik ook een constant hoog niveau halen, ook in de trainingen. Dat is in het verleden weleens anders geweest, en in die zin heb ik nu veel minder frustratie en veel meer plezier. Maar na de piek in Thialf volgde een dal in Hamar, waar Otterspeer een vrijwel zekere Europese sprinttitel verspeelde aan Merijn Scheperkamp.