
7° Jaargang. N°. 3. Maart 1899.
7° Jaargang. N°. 3. Maart 1899.
BESTUUR VAX DEN N. S.: Dr. A. VAN RHIJN, Voorzitter; H. J.DEN HERTOG, Ónder-Voorzitter. W. II. M. DE VEER, Haarlemmerstraat 09. Amsterdam, Penningmeester; H. D. B. MEIJER, Geldersehe Kade 37, Amsterdam, Secretaris; J. P. RUNSINK.
REDACTIE: J. F. HEEMSKERK, Sas van Geut, J. F. S. ESSER, J. W. TE Kor.STÉ W. B. H. MEINERS, Dr. A. Gr. OLI.AND.
KmmnnJn"Jïl b,"d' d!" 0mstreeks den SOslen v'ln ieJere inaaml. gratis aan de Bondsleden wordt toegezonden zijn extra-nummers verkrijgbaar a 13 cents en een geheele jaargang a f 1.50 eveneens slechts V00r Kondsieden - Als lid van den Bond betaalt men/MOcontributie. Nadere inlichtingen versc'bart deSecretaris.
rjITL^,OU;D: Bondszaken! Kleine Wedstrijd Leeuwarden; Leiden; Internationale oofdklasse wedstrijd; De regeling kleine wedstrijden: Binnenland; Theorie Spaansche partij; Matchpartijen Janowski—Showalter: Buitenland; Problemen; Probleemoplossingswedstrijd; Uit de probleemwereld; Verschillende partijen.
Bondszaken. Nieuwe Leden.
A. Kelderman, Arnhem. | Jonkvrouwe van Haaflen, Vorden Dirk Weber, Drachten. Jonkvrouwe C. Mock, Dieren Yntema, Kimswerd. P. van der Werff> Reetster/.waag.
Soerabajasche Schaakclub. Buitengewoon Lid. Leden.
J. F. Koopman. Ch. J. de Flines.
J. F. Koopman.
T. J. van Win.
W. E. C. van Es. 1. I van Win. j„ c. Merhottein. P. H. Schneider. P. Herzberg. Charlouis.
P. c. de Jager. Greidanus.
L. c. G Matthieu.
E. C. E Bousquet * H. Bousquet. Morel. G Buys Cz* Le Comte. j. WesthofT.
Van Noort -
M. F. Onnen.*
K. A. B. Zorn-Winter.* Schlff - W. s' Jacob.
P. Herzberg. F. Greidanus. H. Bousquet. Le Comte. Berg. Schiff.
*Deze Heeren waren reeds lid van den Bond.
Kleine Wedstrijd te Leeuwarden. op Maandag 3 April Café Spoorzicht, onder leiding van het Bestuurslid den Heer J. P. Runsink.
Daar te Arnhem, de nieuwe bepaling voor kleine wedstrijden, zeer in den smaak van de Leden viel, omdat nu niet in de ie ronde de helft afviel en bij eventuede remise niet geloot behoefde te worden, zullen voor den wedstrijd te Leeu-
02
warden dezelfde bepalingen gelden als voor Arnhem, zie Aflevering Februari blz. 38, dus alle deelnemers blijven in de drie ronden meêspelen. DE BONDSSECRETARIS.
Wij vernemen tot onze groote droefheid het overlijden van ons medelid den WelEd. Zeer Geleerden Heer A. DE LELIE, te Bussum.
Hoewel in de laatste jaren, niet meer zoo op schaakgebied op den voorgrond tredend, was hij vroeger bij velen als sterke schaker bekend en nog een der weinig overgebleven mede-oprichters van den Bond.
In 1874 won hij te Amsterdam den eersten prijs in onzen tweeden Bondswedstrijd.
Hij ruste in vrede!
Kleine Wedstrijd te Leiden, op Zondag 23 April, in de Kleine concertzaal van de Gehoorzaal, Aalmarkt 7.
Deze wedstrijd zal worden gehouden volgens de in deze Aflevering gegeven schets van Dr. A. van Rhijn.
Voor 't overige gelden nagenoeg dezelfde bepalingen, als voor den wedstrijd te Arnhem, zie blz. 38.
De Heer Dr. A. van Rhijn heeft welwillend de leiding van den wedstrijd op zich genomen. DE BONDSSECRE1ARIS.
Internationale Hoofdklasse wedstrijd.
Geachte Medeleden.
Het eigenaardig verschijnsel, dat ik dagelijks een, twea, of drie briefkaarten met toezegging van bijdrage ontvang, doet mij vermoeden, dat sommige uwer het Februari-nummer niet bij ontvangst inzagen, door onwillekeurig uitstel tot afstel kwamen, of wellicht nog in 't geheel niet inzagen.
Dit vermoeden gaf mij aanleiding, op de buitenzijde van de envelop uwe bijzondere attentie op deze regelen te vestigen.
De vele voorbereidende werkzaamheden toch, verbonden aan het organiseeren van een Internationalen Wedstrijd maken het voor mij noodzakelijk, dat ik spoedig wete waaraan ik mij heb te houden; het is daarom, dat ik de leden, die nog geen toezegging van bijdrage inzonden, beleefd doch dringend moet verzoeken, bij ontvangst van deze Aflevering, de briefkaart (zijnde reeds portvrij) te willen doen ter post bezorgen, hetzij ingevuld met eene bijdrage hetzij dan niet ingevuld.
63
Wenscht men mijne poging, den Bond in staat te stellen een Internationalen Hoofdklasse wedstrijd uit te schrijven, niet te steunen, (ofschoon het belangrijke en interessante van zulk een wedstrijd, door u wel niet ontkend zal worden) het zij zoo; het zou mij zeer teleurstellen, maar beleefd verzoek ik u, mij in ieder geval de briefkaart terug te zenden, opdat ik tot een resultaat kom. Amsterdam, Maart 1899.
H. D. B. MEI (ER. P. S. Eerst, nadat de Bond de wedstrijd zal hebben uitgeschreven, wordt over de toegezegde bijdrage beschikt.
De regeling van kleine wedstrijden.
De schets van eene regeling van kleine wedstrijden, die ik in het Januarinummer gaf, berust op eene consequente doorvoering van het beginsel om de paring van de spelers in de volgende ronden te doen plaats hebben naar hun succes in de vorige. Ook na lezing van de bezwaren van den Heer Meijer daartegen blijf ik die regeling voor goed houden.
Ik zal daar echter niet verder op ingaan, omdat het meer eene theoretische questie is, dewijl zij, hoewel overeenkomstig de geest van art. 38 van ons reglement, toch in strijd is met de letter daarvan.
Ik heb daarom nu eene andere regeling ontworpen. Deze zal bij de aanstaande kleine wedstrijd in Leiden in toepassing komen, en laat ik hier volgen.
Aan een kleinen wedstrijd neemt een even aantal spelers deel. Het getal deelnemers wordt zoo noodig door den leider tot een even getal gemaakt. Bij groot aantal deelnemers verdeeling in twee klassen.
Voor iedere ronde worden de spelers eventueel van iedere klasse afzonderlijk bij loting gepaard.
In de eerste ronde hebben de oneven nommers wit.
In de volgende ronde krijgen de spelers een andere kleur dan in de vorige, zoo noodig trekken zij om de kleur.
Voor de tweede ronde worden de spelers in twee groepen A en B verdeeld.
Tot groep A behooren zij, die in de eerste ronde de partij gewonnen of remise gemaakt hebben; tot groep B de overigen. Bij oneven aantal gaat bij loting een speler van B tot A over.
De spelers van groep B, die in de tweede ronde de partij verliezen, vallen af; met dezelfde uitzondering.
Voor de derde ronde gaan de spelers van groep A, die in de twee eerste ronden niet meer dan één punt gemaakt hebben, bij die van groep B over.
Bij oneven aantal blijft een door loting aan te wijzen speler, die in beide eerste ronden remise gemaakt heeft, of anders een der overigen bij groep A.
De helft der spelers krijgt een prijs. De rangorde waarin zij een prijs mogen uitzoeken, hangt af van het aantal door hen gemaakte punten. Zij die drie punten gemaakt hebben zoeken het eerste uit, en krijgen bovendien het inleggeld terug. Bij gelijk aantal punten gaan de spelers van groep A voor, overigens beslist het lot.
Leiden, Maart 1899. DR. A. VAN RHIJN.
64 Binnenland.
GRONINGEN. Den 2Ósten Februari 1.]. was er eer. schaakwedstrijd te Ulrum, uitgeschreven door de schaakclub aldaar, ten huize van kastelein K. Venhuizen. De heer G. Bruins heeft de welwillendheid mij daarover eenige bijzonderheden te melden.
De wedstrijd werd gehouden met af- en aanspel, terwijl de verliezers der eerste ronde eene 2de afd. vormden.
Van den inleg è, ƒ 1,— per deelnemer werden prijzen van ƒ8,— en ƒ4,— voor de iste afd en ƒ 4,— en ƒ 2,— voor de 2de afd. gesteld.
Vele partijen werden remise, waarbij het lot moest beslissen, in hoofdzaak te wijten aan den beperkten tijd. De wedstrijd begon toch eerst te ii'2 uur nam. en was in de iste afd. des avonds te 9VS uur beslist. Toch was de wedstrijd zeer geanimeerd.
't Verloop was als volgt:
No. T. H. Tebbens, Niekerk 1 remise,
2. Mansholt, Ulrum 1 Tebbens wint bij loting.
3. L. R. Dijkhuis, Ulrum ( remise,
4. J. Bos, Zuurdijk I Dijkhuis wint bij loting.
5. Br. Bruins Kzn., Baflo j Bruins wint.
6. N. D. Stol, Ulrum )
7. J. Wibbens, Eenrum |
8. Adema, Wehe t Adema wint.
9. J. van Julsingha, Ulrum j v. Julsingha wint.
10. H. Zijlma, „
11. J. D. Stol, „ | Dijkhuis wint.
12. L. H. Dijkhuis, „ )
13. van Calker, „ )
14. K. D. Stol, Eenrum S Stol wint.
15. L. Bruins, Raskwerd ( Bruins wint.
16. Kooi, Niekerk \
17. G. Bruins, Baflo ) remise,
18. G. van Kampen, Schouwerzijl l Bruins wint bij loting.
iste afdeeling.
1 17 t4 5 5
3 1 17 14
5 5 5 89 ie prijs B. Bruins Kzn., Baflo.
9 14 2e „ K. D. Stol, Eenrum. 12 14 15 17
65 2de afdeeling.
2 18 16 io
4 4 4
6 6 io
7 io
10 16
11
No. ro wordt xste of 2de prijswinner. De partij tusschen 13 4 en 16, Kooi en Bos, was niet afgeloopen 16 Ken van beiden speelt om prijs en premie met No. 10. 18
No. 6 en 10 remise, 10 wint bij loting.
Uitgezonderd door den heer B. Bruins Kzn. werd door niemand partijen genoteerd; men oordeelde zulks zeker onnoodig, wijl er niet op tijd werd gespeeld. Dit is wel jammer; juist door de notatien leert men de krachten der spelers kennen en het is zeer nuttig na te kunnen gaan of men al dan niet correct heeft gespeeld. Het is zeer aan te bevelen om elke partij die men speelt te noteeren; men ziet er dan op een wedstrijd ook geen bezwaar in.
Wij hopen dat het Ulrummer schaakgezelschap er den stoot aan zal geven om in hare environs steeds de notatie voor te schrijven, het zoude toch jammer zijn om de vele goede spelers aldaar niet te leeren kennen. J. p. R.
ROTTERDAM. Zondag 12 Maart had in het Zuid-Hollandsch koffiehuis te 's Gravenhage een club-match plaats tusschen het Rotterdamsch Schaakgenootschap en de Haagsche Vereeniging „Discendo Discimus". Er waren van beide vereenigingen 13 strijders. Eén partij werd gespeeld.
Overzicht van den Wedstrijd.
„Discendo Discimus Rott. Schaakgenootschap.
Mr. S. van Houten j o Hans Hartung.
Mr. A. R. Arntzenius o 1 L. Benima.
G. C. A. Oskam 1 o J. F. Malta.
F. L. G. d'Aumerie . . . . o 1 J. J. A. de Koning. E. Edersheim y2 i/s D j. Lowis_
Dr. T. M. Gumplowicz o 1 P. C. Aaihuizen.
Jhr. Mr. W. Th. C. v. Doorn 1 o B. Deutz Hartong.
Mr. R. J. H. Patijn 1 o F. B. Dijkman.
Dr. V. Kobler 1 o m. Sijmons.
Mr. M. A. Eekhout . i/2 i/s jj. N. Frangois.
Chr. Wesseling i/s y% G. J. Brakkee Jr.
G. H. C. Zier o 1 A. B. Bauer.
A. J. W. Coenen 1 o J. Huinck.
Totaal winstpunten 7Vs 51/2
AMSTERDAM. De jaarvergadering van de Amst. Schaakclub had den 6en Februari plaats in het gewone lokaal, Karseboom, Kalverstraat. Uit het verslag van den secretaris bleek, dat, hoewel het ledental in t afgeloopen jaar slechts met 2 vermeerderde, de toestand der club over 't algemeen gunstig is.
Een voorstel van een der leden om, door het houden van consultatie-partijen de individueele schaakkracht der leden te vergrooten, vond algemeenen bijval.
De uitslag van den onderlingen wedstrijd in 1898 was als volgt:
In de ie kl. won de heer den Hertog met uit 8 punten den ien prijs, de heer Dieperink met 5 punten den 2en, de heer Albregts met 44 den 3en prijs. In de 2e kl. won de heer de Rapper met 6 uit 7 punten den ien, de heer Tersteeg met 5^ den 2en, de heer Belt ook met 52 c'en 3en PrÜs -
Het spelen met klokjes was voor beide klassen verplicht gesteld.
In 't laatst van Maart wordt een tombola-wedstrijd gehouden.
No. 554. Consultatie-partij, gespeeld op ile Amst. Schaakclub.
Wit: Dieperink en de Rapper. Zwart: De Jongh en Schotel. (ïeweifferd Dame-ffambiet.
1. d4 ds 14. Lh4 a6 27. Pg5'. T d7 :
2. C4 e6 IS' DC2 E e7 28. Td7. T g7
3. Pc3 Le7 16. Lf6: gf 29. T g7: Dg7:
4. Pf 3 P f6 17. Pg4 ^5 30. Le6: Dg6
5. L f4 de 18. Pes Ed6 31. D C2 Df6
6. e3 o—o 19. f4 K. g7 32 - Df5= D f5 :
7. E C4: P bd7 20. Df2 T g8 33- Lfs: h6
8. T ci b6 21. P f3 Df6 34- P e6 L
9. a3 E b7 22. Tdi Tad8 35Pd8 L a8
10. o—o Ld6 23. ds c6
11. Pes Pds 24. de fe
36. E e4 Les
37. Kf 2 Zwart geeft de 12. Lg3 Pc3: 25. Tcd3 Lcj') partij op.
T 3- T C3: Pf6
26. T d7+ Kh8!
a) Beter Le7 en na 26. Td7, Ec8.
Uit Rotterdam ontvingen wij onderstaande korte partijen, met verzoek ze te analyseeren.
No. 555. Wit: E. H E. van Woelderen. Zwart: N. N.
Allgaier Gambiet.
1. e4 e5 7- Lc4ta) ^5 13- E f4 =t
2. f4 ef 8. Ld5:t Kg6") 14. Dd2f Ke4:
2. p f3 g5 9. d4 P f6 15. Dd3fd) Kf4
h4 g4 TO. h5f PhS:?c) 16. g3t Kg5
s. pgs h6
11. Ths: K hs : 17. Dg6f mat.
6. P f7 : Kf7 : 12. Lf7t Kg5
a) De zet van Thorold d4 geeft langduriger aanval.
b) Beter is Kg7. verzoek ze te
67
c) Hiermee is de partij verloren.. Zwart moest nu Kh7 spelen, en zoo spoedig doenlijk Lg7 en Tf8. Wit kan dien laatsten zet Tf8 wel voorloopig verijdelen aldus: 10 Kh7; 11. Dd3, Pd5 :! 12. edf Kg8; 13. Dg6| Lg7 ; maar Zwart raakt dan uit alle gedrang, bijv. door 14. Lf4: Df6; 15. De8tKh7; 16. De4-j-],f5
J) Ook 15. Pc3f Kfs; 16. Df2 f Kg5; i7 Pe4f mat leverde een probleemachtig mat op.
No556' Tweekamppartjj, gespeeld 12 Maart in het Lees-Kabinet. Wit: E H E. van Woelderen. Zwart: Van Koosendael
Koningrsganibiet teg-en Ponziani,
*• e4 e5
8. Da4') L d3 I5 P fS: D f5 :
2Pf3 pc6 9. Pe6 L dó 16. Kf2 ef
3- c3 fSa) 10. Pd4 Pe7
I7. g3 Tae8
4- ef Df6b) 11. P a3 0—0 18. Tfi T e2 f
5. Lbsc) e4
12. Pc4 Pf5: 19. Kgi T g21
6. Lc6:i bc i3 Pd6: cd 20. Khi L f1:
7" P d4 1 La6 14. f3 d5 2I d3 f2
Wit geeft de partij op.
a) Deze zet wordt door den Heer Van Roosendael (en ook sinds lang door ons) met voorliefde gespeeld tegen de Ponziani opening. Indien Zwart ooit gambiet 111 de nahand kan spelen, dan in het bijzonder wanneer Wit door c3 te spelen het eigen Koninginnepaard op non-activiteit gesteld heeft.
b) Eene origineele voortzetting, die de aandacht verdient; ook e4 en Pf6 kunnen gespeeld worden.
) Het eenige voordeel van c3 is dat paard c6 zeer in zijne bewegingen is beperkt en dat d4 eventueel gesteund is. Het is dus overtollig den kostbaren looper te bezigen om dat paard có weer aan te vallen. Beter was LC4 om ds te doen uitstellen en De2 en d4 voor te bereiden.
J) De2 en d4 waren beter.
') d3 was gebiedend noodzakelijk maar ook dan moet Zwart ten slotte winnen.
Theorie Spaansche partij.
Onder ƒe minder gebruikelijke varianten der Spaansche partij na 1. e4, es; 2. Pf3, Pcó, 3 Lb5, Pf6; 4. o o, Pe4; 5. d4, Pd6; mag zeker wel de door Rud. 1'Hermet aangegeven voortzetting 6. de, Pb5:; 7 a4 genoemd worden. De oorzaak van deze tegeningenomenheid is wel hoofdzakelijk gelegen in het feit dat de standen die na 7 34, dó! 8. ab, Pe5: 9. Ter, Le7; 10. Pe5: de: 11. Dd8: enz. ontstaan voor Wit hoogstens gelijk spel opleveren. In de 10de matchpartij tusschen Janowski en Showalter beproefde eerstgenoemde ten koste van een pion op aanval te spelen en wel met 8. e6. Het schijnt evenwel dat Zwart door 8 ' Y ' ^e' 9- at>, Pe7; 10. Lg5, h6; 11. Lh^, Dd7 en eventueel Pf5 zijn materieel voordeel zonder noemenswaardig positieverschil kan behouden. Beter komt het mij daarom voor den bekenden weg met 8. ab, Pes: vooralsnog te blijven be-
wandelen om daarna niet, zooals steeds gedaan werd, met 9. Tei de pion terug te winnen, doch deze nü op te geven en wel 'door 9. Fd4ü
Stand der partij na dezen zet.
De beste zetten voor Zwart zijn in deze stelling: Le7, f5 en 05, waarvan wij de mogelijke gevolgen achtereenvolgens zullen nagaan. A.
9.... f 7- f5
10. f2—f4
Pe5 —g4
10.... Pf7; xi. Teif Le7 ; 12. Üe2 en Zwart kan voorloopig niet rocheeren, terwijl Wit met Tai—a3 — e3 enz. den aanval beslissend versterkt.
10.... Pg6; n.Ta3, Le7; 12. TI13 enz. waarna de rochade wegens het dreigende Dhs weder onmogelijk is.
11. T fi — eif
12. Ddi— e2
Lf8 — e7
Pg4 —f6
Is er beter? Op ds volgt 13. PC3, Pf6; 14. Des enz.
13. P bi—C3 enz. met overwegend spel. Zwart kan zich nauwelijks bewegen. B.
g
10. f2 —f4
L f8 — e7
P e5 g4
Na Pd7 of Pg6 kan Wit eveneens met 11. f5 voortzetten.
11. f4— f5
Pg5 fó
Zie aangaande Pe5 de consultatiepartij hierna.
12. T ai •— a3 o — o
13. T a3— h3 d6 — d5
14. L ci—e3 en de aanval die Wit heeft weegt wel tegen de pion minder op.
C.
9. — cE>
Nu kan Wit door 10. bc, Pc6: 11. Teif Ls7; 12. Pc6:bc; 13. Dd4, o — o; 14. Ta7: de partij ongeveer gelijk maken. Zie aangaande 12. Lg5 de consultatiepartij hierna.
Na 10. Tei, cd; 11. f4, Le7; ontstaat ook gelijk spel.
Meer kans echter geeft:
to. Pd4 —e2 Lf8 —e7
Of d5; zie de variant hierna.
11. f2 — f4 Pes —g4
11 Pg6 ; dan 12. f5, Pes; 13. Pbc3, o —o; 14. PdS>b6; I5-Pg3enz.
12. P bi — C3 f7 — ^5
12.... Pf6 ; dan 13. Pds, o — o; 14. f5 enz.
13. P C3 — d5
L c8 — e6
69
13.... o — o; dan 14. b6, aó; 15. Of: Pc7, enz. 10.... d6 — d5 14. Pe2— C3 P g4 — f6 11. Pe2 —f4 15• 1 6! i~> e6 X d5
Ook met f4 kan de aanval zeer 15.... Dd7; dan 16. Te6:, De6:; goed worden voortgezet. 17. Pc7f en wint. 11.... L c8 — e6 15 Pd5:; 16. Pds: KJ7 ; 17. Op 11 d4 wint 12. Tei, Ld6; k6 enz - 13. Pd3 gevolgd door 14 f4. 16. P 03 x ds P f6 X d5 12. Tfi—ei p e5 — g6 17. DdiXds D d8 — d7 12.... Df6; 13. Pd5, Ld5: 14. 18. Tai a3 IW5 : en wint. Misschien is Ld2 eventueel gevolgd 12.... Ld6 ; 13. Pe6:fe; 14. Te5: door Te7 :nog sterker. Na den tekstzet Le5 : 15. Dhs-J- en wint. gaat Tf8 niet wegens 19. Tae3, Tf7; 13. Wit kan de pion door Pe6:ofPd5: 20. 1e7 :f 1e7 : 21. Dg8+. terug winnen en behoudt ook hier l8 -• • • Ke8—d8 een goed aanvalspel. DI15, Phs en 19. Fa3 — e3 T h8 — e8 misschien Te6: zijn eveneens goede 19.. Lf6 dan 20. Te6 enz. voortzettingen. 20. D d5 — f7 en wint.
Het is mogelijk dat deze varianten niet de allersterkste zetten bevatten en dat zoowel het spel van Wit als van Zwart ergens kan worden verbeterd. Zeker echter is het m. i. dat Wit ten allen tijde een positievoordeel verkrijgt dat met een pion niet te duur betaald is. Hier volgen twee consultatiepartijen welke mede iets tot de theorie van den voorgestelden zet kunnen bijdragen. No. 557. Gespeeld den 14den Februari 1899 in de schaakvereniging „Discendo Discimus" te 's Gravenliage.
Wit: J. W. te Kolsté. Zwart: C. C. W. Mann. G. Oskam. F. L. G- d'Aumerie. E. Edersheim.
Spaansche partij.
l ' e2 e 4 e 7 e 5
2 - P ël f3
3. Lfi t>5
4' 0 0
5. d2 d4
6d4 X e5
Lh6: gh; 15. Dh6: Lg 5; 16. Tg 3 , f6;
P b8 — c6 17. h4 en wint. Of 13.... Pd7 ; 14. Th3,
P g8 — f6 Pf6; 15. Dh4 en tegen het dreigende
P f6 X e4
Lg5 is geen voldoende verdediging.
P e4 — d6 De Zwarte partij is reeds onhoudbaar.
P d6 X b5 I4. D hs — h6
P es — g4
7- a2 a4 d7 — d6 15. D h6 — f4 p g4 _ f 6
8. a4 x bs
P c6 X es 16. Ta3 — h? T f8 e8
9. Pf3 — d 4 ü L f8 — e 7 17. g2 g 4
10. f2 —f 4
n. f4 —f5
P e 5 — g 4 18. Df4 —h6
Pg4 —es 19. Dh6 —114
Dd8 —d7
Le7— f8
L f 8 — g7 i-. I)di hs Ook 19 Te4; 20. Tf4 leidt
Dreigt P e6 t0( verlies.
12 o —o 20. Lei —gs
13. Tai— 33 g7 — g6 21. f5 X g6
Dd7 —e7
De7 — e4
Er is niet beter, 13 h6; 14. 22. g6xf7f Opgegeven.
7°
No. 558. Gespeeld den 21en Februari 1839 in de sehaakvereeniging „Diseendo Discimus" te 's Gravenhage.
Wit: C. C. W. Mann. Zwart: J. W. te Kolsté. F L. G. d'Aumerie. Gr. Oskam.
Spaansclie Partij.
De acht eerste zetten als in de 16 P c6—e5 voorgaande partij.
g. P f 3 — d4 !! c7 CS
17. P e6 — d4 Kd7—d8 !
18. P d4 — f5 10. bs X cóep. Op De2 volgt Dg4 enz.
Sterker is Pe2 18. L c8 X f5 10 P es X c6 19. DhsXfs D g8 — g6 xi. Tfi—eif
Lf8 — e^ De partij is natuurlijk voor Zwart 12. Lei —g5 f7—f6 gewonnen.
13. LgsXfó?
20. Dfs —113 Dg6 —g4
In aanmerking kwam 13. Ta3, fg; 21. DI13 X g4 P es X g4
14. Pc6: bc; 15. Tae3 enz.
22. P 03 — d5 T h8 — e8
Of 13. Ta3, o—o! 14. Pc6: bc; 23. P d5 — b6 T a8 — b8
15. Tae3, Tf7 enz.
24. Tai X a) L e7 — f8
13 g7 X f6 i 25. Ter y e8 Kd8 X e8
14. Ddi — hst Ke8 — d7 26. T a7 —a4 P g4 — e5 Minder goed is Kf8 ; bijv. 15. Dh6f 27. T a4•—e4 Ke8—f7 Kg8; 16. Ta3 enz. en Zwart won.
15. P d4 — eó Dd8 — g8
jg p C3 's Gravenhage, Februari 1899.
Op DI13 of Dfs kan evenals in de j yy rpp- kqLSTÉ partij Pes volgen.
No. 559.
Zesde Partij, gespeeld 2 December 1898. Wit: Janowski. Zwart: Showalter.
Weener Partij.
1. e4 es 17. f6') Kh7 33. gh L e3f
2. P c3 P f6 18. Pg7:J) Tg8 34 R bi T b2:f
3 Lc4 Pc6 19. Tfi Df6: 35- KaI T2b6!
4. d3 Les 20. P hs D g6 36. h7f m ) Kh8
5. f4 dó 21. Pg3 Le6 37. T d6: L d4f
6. P f3") o—ob) 22. Dd3 bs! 38. Td4: ed
7. fs") P as 23. cb eb 39. Thdi Ta6
8. L gs P C4: 24. D bs : L a2 : 40. Da6: La6 :
9. de c6d) 25. P f5 D e6 41. Td4: Kh7:
10. Dd2e) a6f) 26. Da4 L C4 42. es T e8
11. o—o—o De7 27. Thi T ab81J 43 Tf4 Kg7
12. P e2 as 28. h4 T b4 11 44. Te4 Kg6
13. Pg3 Te8
14. T heis) h6
29. Das: T gb8 45- 83 L c8
30. PgS+!k) hg 46. TC4 L e6
15. Lf6:h) Df6: 31. hgf Kg8 47-Tc5 T c8
16. P hs Dd8
32. Ph6t D h6:') Wit geeft de partij op. n)
7i
Stand der partij na den 32sten zet van Wit. a) Aldus is de nartii een sreheel uewnnn , O n~ geweigerd Koningsgambiet.
b) Ongewoon; de gebruikelijke voortzetting is hier Lg4.
c) Dit geeft gelegenheid tot Pa5 en afruil van den witten Koningslooper; maar Wit krijgt voldoende schadeloosstelling door zijn sterken aanval op de zwarte koningsstelling.
d) Ook kwam in aanmerking Lb4 om na 10. o—o door LC3: aan Wit een tripelpion te verschaffen. Echter kon Wit dan ook 10. Dd3 spelen waarop kon volgen 10.
Lc3:f 11.DC3: Pe4: 12. Ld8: PC3: 13.LC7: pe4J 14- g4> g6; 15. Tgi, Kh8; 16. f6, Pf6: 17. Ldó: Te8; 18. Les: Kg8; 19. o—o—o, Pg4: 20. LC3, Lf^; 21. h3, Phó; 22. Pes, Tad8 (niet Lh3: om Thi); 23. h4, Tdi:f 24. Kdi: Td8f 25. Kei, Id6; 26. h5, en de partij staat tamelijk wel gelijk, maar vooral niet in Wit's nadeel; bijv. nog: 26.... a6; 27. hg, hg; 28. Thi en Zwart moet zeer voorzichtig spelen.
") Dd3 lijkt om vele redenen wenschelijker.
') Nu kwam nog meer dan den vorigen zet Lb4 in aanmerking, want de c-pion staat nu in veiligheid (zie noot d, wit's i3den zet). Het gevolg van een soortgelijke variant kon nu zijn: io.... Lb4; 11. o—o (wat anders?) LC3: 12. DC3: Pe4: 13. Ld8: PC3: 14. Le7, Te8; 15. Ldó: Pe4; 16. Les: Lf<5: met gelijk spel; misschien nog eerder eenig (zeei; gering) voordeel aan zwart's zijde.
Bovendien lijkt ons a5 beter dan a6.
g) Phs zou door Zwart beantwoord worden door Pe4.\ Echter is Tei een jammerlijk verloren tempo. Mason geeft hier aan 14. Lf6: Dfó: 15. Phs, Dd8 of e7; 16. f6 of 14.... gf; 15. Ph5 dreigende Dh6 met een beslissenden aanval. Het is verwonderlijk dat Janowski dit liet voorbijgaan.
'") Weer een zwakke zet. Wit kon den aanval vasthouden door LI14; Zwart kon dan niet g5 spelen om 16. Pg5 : hg; 17. Dgs en wint.
') Deze zet wint een pion maar laat zwart's Damelooper vrij; weldra verkrijgt Zwart nu een sterken tegenaanval. Wit had de drukking op het zwarte spel moeten trachten vast te houden door g4, dreigende g5 en na hg, Pgs: (17. g4, gó? deugt niet om 18. Dhó: en 19. Pg5). Na 17. g4, fó volgt 18. h4 opnieuw gS dreigende.
') fg lacht ons meer toe. Van hier af speelt Showalter meesterlijk; maar ook Janowski herstelt zijn zwakke bui van de 14de tot de 18de zetten door fijn spel.
k) Zeer fraai; Zwart dreigt door Dc8 en Ta8 de Dame te winnen; Wit offert nu een paard en behaalt daarmee minstens remise, mits met correcte voortzetting.
) Zie diagram. Indien Zwart hier speelt Kf8 en Wit dan Pfc, kan de zwarte Koning niet naar e8 uitwijken om Dc7, en Wit wint. De stelling levert hier dus remise op door oneindige herhaling der zetten 32. Phóf, Kf8 of g7 ; 33. Pf5 al
of niet t, Kg8! 34. Ph6t enz. Showalter geeft hier echter de voorkeur aan een zeer schoon Dameofïer, dat echter niet volkomen correct is; zie noot m; desondanks getuigt dit offer van groot combinatie-vermogen. m) Jammer; nu kon Wit aldus winnen, naar Mason terecht aangeeft: 36. Td6: Td6:? 37. h7+ Kg7 of h8; 38. Des :t en wit wint; of 36 Ld4t 37- Td4: ed; 38. Dg5f Kf8; 39. Dcsf Ke8? 40. Db6: en de h-pion haalt Dame; of 39.... Kg8; 40. h7f Kh8; 41. Dd4:f en 42. DC4: waarna Zwart wel de Dame tegen Toren terug wint maar de witte pionnen winnen moeten. Al het verschil schuilt in eene omzetting van éen paar zetten. ") Eene partij die verre van correct is; maar hoogst interessant en leerzaam; en die een goed getuigenis geeft van beider geestigheid. No. 560. Zevende Partij, gespeeld 4 December 1898. Wit: Showalter. Zwart: Janowski.
Geweigerd Dame-gambiet.
1. d4 ds 15. ed Db4 29. Dei: Tci
2. C4 e6 16. Dd2 T ac8 30. De4! Tdi :•{•
3. P C3 P f6 17. a3 Das 31. Kf2 Tf8f
4. Pf3 C5 18. Tfei T c6 32. Kg3') Tfs
5. cd ed 19. Dd3 T dc8 33. Db7 : TeS:")
6. L g5 Le6 20. T e^) g5 34- Dh7| j Kf8
7. e3 P c6a) 21. L g3 L a3 : 35. Dh8f | Ke7
8. dc L C5 : 22. T cei L b2:?e) 36. de I» T fi
9. Ld 3 h6 b ) 23. PdiF) Db4 s ) 37. L gó ' L f7
10. L h4 o—o 24. L e5!h) P e4 • 38. Lf7: T f7 :
11. o—o Le7c) 25. f3 f5') 39. D b8 Zwart geeft de 12. Tci Das 2Ófe partij op. n)
13. Lbi Tfd8 27. Te4:f) fe
14. P d4 P d4: 28. De4: Dei :f !k)
a) In de vijfde partij speelde Janowski hier Pbd7. De gekozen zet geeft veel vrijer stelling aan Zwart.
b) Het alternatief d4 geeft na 10. ed, Ld4: 11. Pd4: Dd4: een remiseachtig spel met de betere kansen voor Wit met zijne twee loopers.
c) Nu zou d4 niet goed zijn om 12. Pa4.
d) Beter was hier wel 20. Lf6: en na 20.... Lfó: 21. Dh7f Kf8; 22. La2! en Zwart heeft geen beter voortzetting dan 22.... gó; 23. Dhó :f Lg7 ; 24. Df4! Kg8 en Wit is een pion voor. Bij andere zetten voor Zwart bij den 22Sten zet gaat pion ds verloren met gevaar van mat op I18 (22.... Tdó? 23. Dh8f en 24. Dc8:).
e) Eene fout die de partij kost. Zwart had het dreigend qualiteitsoffer op eó moeten beletten door Lf8, waarna Dgó-J- onschadelijk is om I.g7f) Van hier af spelen beide spelers meesterlijk. Showalter haalt de in de stelling opgesloten winst er prachtig uit en Janowski verdedigt zich zoo goed als het nog mogelijk is.
73
) Er is niets beters; op Lei volgt 24. Te6: Te6: 25. Te6: Pe4; 26. Te4: de; 27. De4: en f5 kan niet om 28. De6f Kg7; 29. Lest Kf8; 30. Dc8 enz.
) Nu zou 24. Ie6: le6: 25. Ie6: Pe4; 26. Te4: de; 27. De4: niet deugen om Dd4
') Hoffer geeft hier voor Zwart deze interessante speelwijze aan: 25.... TC3; 26. PC3. ic3: 27. Ddi, Te3: 28. Te3: I)d2 met Paard en twee pionnen tegen loren. Bij voorzichtig spel houden wij echter ook dan het witte spel voor overwegend.
j ) Prachtig en zuiver correct.
k ) Er zit niet anders op.
J ) Na 32. Ke2 zou Zwart dit aardige remise hebben: 32.... Lc4f 33. Kdi:! Tfif 34- Kd2 of C2, Tf 2 f 35. Kdi! Tfif enz. '") Een wanhoopsoffer dat mooi weerlegd wordt.
) De looper is op al zijne 5 vrije velden verloren. Een schitterende partij die Showalter alle eer aandoet.
No561 - Achtste Partij, gespeeld 6 en 7 December 1898, Wit: Janowski. Zwart: Showalter
re4 es 25- P f5 gó- 1 ) 49. Pd8 K f5')
2. P f3 P c6
3-Lbs P f6
4 " d 3 Ec S
5 ' c 3 Ue 7
26. P d4 E f6
f3 T bi t
27. T abi D g7 e ) 51. Ke2 Tb2f
P b S L e 7 f )
PC7 Tab8
Kd 3 T g 2 :
Tf7f Kg5
6. o—o o—o 30. bs f 5 54 p e 6f K h 4
7- d4 Lb6 31 b6 ab
8 " L 85 dó
ab fe
9 ' ds P bS 33- P e 4: E f 5
10. Ed3 h6
1 1. Lh 4 P bd7
P f 4: Tgi
P e2 Tdif
Ke 4 L h 2 :
Kf 3 Tdi 12. a4 a ) c6 b )
T fó! Khs? k ) !3- a 5 LC7
Td6: g S 14. c 4 P 05
T ci D g 5
g4 f
23. Tfci Pf 4
24. L f4: e f
a) Ook kwam hier in aanmerking Khi, ten einde na Pei of gi te spelen f2-f4. De gekozen zet a.4 geeft echter ook aan Zwart een moeielijk spel.
b) Na dezen zet wordt pion d6 blijvend zwak; na 12.... a6 zou pion cj een zwak punt vormen; maar ook 12.... a5 kwam in aanmerking.
c) Indien Zwart speelt 20 dan speelt Wit 21. Pfs!
d) Showalter schijnt hier voordeel te hebben vermoed in de twee loopers tegen twee paarden; anders toch had hij kolossale remisekansen gehad met 25 Lfs: 26. ef, Lf6; 27. Tabi, Tci :f 28. Tci: Tc8; 29. Tc8:! Dc8:. Na den gekozen zet g6 staan de Zwarte pionnen te zeer verrafeld, waarvan Janowski een aantal zetten meesterlijk gebruik maakt om later zijn voordeel te verknoeien. Intusschen is het nu volgend spel hoogst leerzaam als voorbeeld van strijd tusschen twee paarden en twee loopers.
") Indien Zwart speelt 27 a6 kan er volgen 28. Pc4, Ld8; ?<). es of 28 Dg7 ; 29. Pe2, LeS; 30. Pb6, Tci :f 31Tcl: Td8; 32Tc7 en Wit vvint -
') Na Lbs: wint Wit door Dbs: dreigend Db7: en IM7.
s) Pe6 was beter; want na 35.... Le6: wint Wit dan door 36. Pf6:f Df6: 37. Te6: en anders wint Wit pion f4.
h) Eerst moest 113 en dan Pf3 en Pes: om pion ds vrij te maken.
') Winstkans school hier alleen nog in Tb4; zie noot k. Na 43. Tb4 had Zwart echter ook groote kans op remise.
') Op torenschaaks kon volgen 49.... Tbif 50. Ke2, Tb2f 51. Kf3, Tb3t 52. Kg4 en Zwart kan mat op f7 alleen ontgaan door 52 g5; 53. Khs en pion h6 gaat verloren en weldra ook pion g5 en f4, of 52.... Ld4; 53. Kf4: en pionnen b7 en dó gaan verloren terwijl pion ds goed verdedigd blijft.
Het nu volgend eindspel is zeer interessant en fijn gespeeld, maar niet correct.
k) Zwart had hier remise door 60.... Td5:. Dat Showalter dezen zet niet koos, is intusschen niet zoo heel vreemd. Langs den volgenden weg toch stak er verlieskans voor Zwart in: 61. Tg6: Khs! 62. 1g2, rd3t 63. Ke4, H13, 64. fS, Les? 65. f6! Lf6: 66. Pf4f Kh4; 67. Kfs! en mat in twee zetten; of 65 Th4f 66. Kfs en pion f6 haalt Koningin (want na 66.... Lf6:? 67. Pg3f mat).
Remise kon Zwart in deze variant alleen houden door: 64. Tlnf! 65. Kds, Les ; 66. Ke6, Te4! 67. f6, Lf6:f 68. Kf6: (Kfs dan Te2: 69. Te2: Les) Tg4! (en bijv. 69. Th2f Th4; 70. Pf4"f- Kg4; 71. Tf2, Kg3; 72. Pd3, Td4; 73. Id2). Zulke ingewikkelde varianten zijn voor het bord zoo goed als niet door te rekenen. >) Jammer; Wit had hier de partij nog kunnen winnen door Kfs. Zwart kan dan niet Ld8 spelen om 71. Th2t mat. Na 70. Kfs, Kh3 is 71. Tg7 beslissend. Uo. 562. Negende Partij, gespeeld 11 December 1898. Wit: Showalter. Zwart: Janowski.
Geweigerd Dame-gambiet.
1. d4 d5 5- e3 a6b) 9- De2 °—0
2. C4 e6 6. LC4: bs 10. T di C5 !
3. PC3 P f6 7. Lb3?c) Lb7 u. dc Dc7
4. P f3 dc") 8. o—o Le7 12. L d2 P bd7
75
13. Taci L 05 : 17. P ei1) De7c) 21. Pf3 DI15
14. 113 T ac8 T8. Pbi P e4
15. a3 T fd8
16. L a2 P e5
22. P d4 Dg6
19. L a5 T di : 23. Kh2?f) P C3
20. Tdi : Dh4 Wit geeft de partij op.
a) Janowski heeft nu genoeg van 05.
b) Een goede zet, om Wit te dwingen pion C4 te nemen of 34 te spelen. In het eerste geval wordt Looper c8 zonder tempoverlies naar b7 ontwikkeld, in het andere geval kan Zwart met Lb4 tot goede ontwikkeling komen.
c) Ld3 is de natuurlijke en goede voorzetting.
d) Wit mag aan Zwart niet gelegenheid laten Pd3 te spelen. Ook na 17. Pe5 : staat Zwart beter.
e) Er dreigde P b5: en b4.
*) Een grove fout; na 23. f4 kon Wit zich nog lang verdedigd hebben; 23^3 deugde niet om Pg5 en later paard offer op f3,
LONDEN. — In the City of London Chess Club werd dit jaar de wedstrijd om het kampioenschap gespeeld in twee groepen waarvan de eerste drie winners te zamen om de zes prijzen kampten. Onze landgenoot Loman, zelf oud-Citychampion, dong ook mede, en won van zijne 17 partijen 10, verloor 5 en maakte 2 remise.
In de winnersgroep won Loman 2 en verloor hij 3 partijen, waardoor hij slechts den 5dc" prijs won. Kampioen werd Herbert Jacobs met 3V2 winstpunten. Een volgend nummer hopen wij eenige van Loman's partijen te geven.
LLANDUDNO. •— In den Craigside-wedstrijd van dit jaar won Burn weder den eersten prijs met 7 gewonnen partijen en 3 remises, zonder verlies.
LONDEN. De jaarlijksc'ne wedstrijd per telegraaf tusschen Engeland en Amerika werd dit jaar door Amerika gewonnen, Pillsbury verloor tegen Blackburne; Showalter, Hodges en Barry wonnen tegen Atkins, Jackson en Lawrense, en de verdere zes partijen werden remise.
NEW-YORK. Janowski speelde een kleinen wedstrijd met F. D. Marshall, de kampioen van de Brooklijn Chess Club. Janowski verloor de eerste partij en won de overige drie. In de Manhattan Chess Club speelde Janowski 15 ernstige partijen, iederen dag een, tegen de sterkste spelers der club, waaronder Lipschntz, Hodges, Delmar, Hanhem, Kohier, Simonson, de Visser, Teed,enz.; alleen de Visser kon remise maken. Janowski won tegen al de andere veertien!
LONDEN. De groote internationale wedstrijd zal 30 Mei aanvangen.
Stelling uit de partij v. d. Berg— Benima wedstrijd te 's Gravenhage1898.
Stand der partij na den 16den zet van Zwart. Zwart: Benima.
Wit: v. d. Berg.
De partij verliep aldus:
17. C4 Dg2:? 20. Dd3: Ld3:
18. Pf 7:! De4 21. P h8: LC4: 19. Ld3 Dd3: 22. P gó en Wit won.
Eindstelling uit een partij, gespeeld in schaakclub„Utrecht",den 3ienJan. 1899.
Stand der partij na den 25sten zet van Wit. Zwart: A. Gr. Olland.
Eindstelling uit een partij met voorgift van Ta8 en Pg8, gespeeld op het huish.concoursderschaakclub„Utrecht." Zwart: A. G- Olland.
Wit: N. N.
De partij verliep als volgt: 1. g4 L c8 5-Kfx Lf5: 2. gh5: gS 6. Df 2 Lh3:f 3. f5 I,h2:f 7TI13: Dhj:f 4. Th2: Dg3f 8. Kgi T g4f Opgegeven.
Eindspel door Dr. A. G. Olland.
Wit: G H. B. Hogewind
Zwart won aldus: 27-Tg3! L g3:
25. . . . P ei ! 28. fg3: f2
26. Tei: f3 Opgegeven.
Wit begint en wint.
Redacteur: W. B. H. MEINERS, Nassau kade 76, Amsterdam.
N.B. "Verzoeke beleefd problemen, oplossingen en andere bedragen, tot deze rubriek behoorende, aan den redacteur te adresseeren.
*No. 661. B. J. M. Markx,
*No. 662. B. J M. Markx, te Leiden. te Leiden.
Mat in 2 zetten.
*No. 663. Joh W. P. Dewald Jr., te 's Gravenkage.
Mat in 2 zetten.
*No. 664 G. C. A. Oskam, te 's Gravenhage.
Mat in 2 zetten.
*No. 665. H. Mendes da Costa, te Amsterdam.
Mat m 2 zetten.
*No. 668. S. Kamstra, te Leeuwarden. ^
Mat in 2 zetten.
Mat in 2 zetten.
Probleem-oplossingswedstrijd.
Leider: A. H. M. DIEPERINK. Haarlemmerweg '27, Amsterdam.
N.B. De oplossingen voor dezen wedstrijd zijn aan den leider te adresseeren. No. 13. No. 14.
Mat in 2 zetten. No. 15.
Mat in 2 zetten. No. 16.
Mat in 3 zetten. No 17.
Mat in 3 zetten. No. 18.
Mat in 4 zetten.
Mat in 4 zetten.
79
Oplossingen der Januari-problemen. 645. i. Pd8 enz. 646. x. g7 enz. 647. i. Dg2 enz. 648. i. Tf3 enz. 649. i. có enz. 650. j. DI14 enz.
Goede oplossingen ontvingen wij van: A. Korst te Bergen op Zoom (alle), //. Mendes da Costa te Amsterdam (alle), W. Albregts te Amsterdam (alle), W. Houtsma te Heiloo (alle), P. C. J. Ammerlaan Jzn. te Hof van Delft (alle), G. F. Duller te Amsterdam (alle).
Verder ontvingen wij nog goede oplossingen van de December-problemen van: H. G. C. Bolte7i te 's Gravenhage (alle).
Probleem-oplossingswedstrijd.
Oplossingen der problemen i—6. No. i. x. Tg4, fg4:; 2. P e6+ enz:
No. 2. i. LC4, Lc4:-j-; 2. Pc4:-f-; x.—, gli42. Lf4+ enz: No. 3. 1. Kb5, feó :; 2. Tf5f, KfS :; 394+; 1.—, Th8:; 2. Pg7, onv. 3. Tfs+; enz: *•—. KgS; 2- Pg6, Le4:; 3. Le3+; No. 4. 1. Les, fes:; 2. Le3i-, Ke4:; Dbx±; 1.—, Ke5:; 2. De8f, Kf4; Le3+; I -— kS5; 2. Pg6, Le4: 3. Le3+; 2.—, Ld2:; 3. I14+ enz: No. 5. 2 oplossingen. 1. Da6 (auteurs) en 1. h4. No. 6. 2 oplossingen. 1. 05 (auteurs) en 1. Db4.
Oplossingen werden ingezonden door de Hh: H. v. Beek te Naaldwijk; J. Belt te Amsterdam; W. Houtsma te Heiloo; S. Kamstra te Leeuwarden; D. Keestra te id:; A. Korst te Bergen op Zoom; H. Mendes da Costa te Amsterdam; A. Okkinga te Dronrijp; F. J. Schotel te Amsterdam; W. J. L. Verhoeven te Kampen, en G. A. Visser te id: Dus in 't geheel 11 deelnemers. Om sommige oplossers niet te ontmoedigen en tot aansporing van hen die ditmaal niet inzonden, zij hier medegedeeld dat van de Nos. 5 en 6 beide oplossingen door geen der deelnemers werden gevonden, ofschoon enkelen het vermoeden uitspraken dat No. 6 een nevensoplossing zou hebben.
Correspondentie.
S. K.. te L. Uw driezet (W. Kf8, Z. Kf4), faalt op 1. Lg7 enz. B. J". M. M., te L. 337 blijft nevenoplosbaar door 1. Le3.
Joh. W. P. D., te s G. tlw driezet (W. Kh4, /. Ke3), is reeds in twee zetten oplosbaar door I. I)d3:f; Uw tweezet (W. Khl, Z. K.14), faalt op 1. Dg8.
Baar beide problemen na 31 December zijn ingezonden, komen zij niet voor den wedstrijd in aanmerking.
Ie Prijs.
Uit de probleemwereld.
2c Prijs.
L. Vetesnik, te Praag. M. Feigl, te Weenen.
Mat in 3 zetten, 3e Prijs. J. Salminger, te München
Mat in a zetten.
4e Prijs. Erlin en Nemo, te Weenen.
Ma,t in 3 zetten.
JMat in o zetten.
Deze vier prijsproblemen uit het driezet-tornooi van „Aftonbladet te Stockholm, hebben hunne onderscheidingen wel verdiend.
De eerste prijs vooral is een meesterstuk der Boheemsche School; behalve de goed aangebrachte dreiging, bezit dit probleem een verrassend aantal economisch reine matstellingen, die daarenboven, door hunne verscheidenheid, op den oplosser een prettigen indruk maken.
Munt de eerste prijs uit in veelheid van matvarianten, de tweede bekoort, door de geestigheid der oplossing. Het hoofdidee, met de twee op elkander volgende stille zetten en sluitende met een economisch reine matstelling is, hoewel niet nieuw, toch oorspronkelijk uitgewerkt.
Men lette vooral op de manier, waarop de auteur bijna alle duals vermeden heeft.
8i
, * Zwart I— ' Pf2: ' die de dreiging 2. Pc 7 t pareert, laat alléén het hoofdidee, den stillen tweeden zet, toe. In alle andere gevallen echter belet juist deze Toren het toepassen van het hoofdidee, door het nemen van een wit stuk maar nu kan de dreiging doorgaan. Alleen i._, Pei of e 3 veroorzaakt een dual 2. Pbzpf of Dhi :f.
Van den derden prijs willen wij liever niets zeggen, om onze probleemliefhebbers in de gelegenheid te laten, zonder eenige aanwijzing onzerzijds, naar de oplossing te zoeken.
Uit den aard der stelling niet veel varianten bezittende, heeft het nog genoeg bekoorlijkheid om de oplossing loonend te doen zijn.
De vierde prijs zou een uitstekend probleem zijn voor een oplossingswedstrijd.
Heeft men lang genoeg vergeefsche pogingen aangewend om 1. I)b7 te beproeven, welke zet alleen faalt op 1.—, P gs , dan ziet men eindelijk dat van een geheel andere zijde moet begonnen worden.
Verrassend is dan echter de oplossing door hare dubbele wending, het hoofdidee van het probleem.
Wij gelooven met dat de auteur deze schijnbare nevenoplossing opzettelijk heeft aangebracht, maar juist hierdoor krijgt de werkelijke oplossing groote aantrekkelijkheid.
Wij zullen er verder niets meer van zeggen en laten het zoeken naar de oplossing aan onze lezers over.
Aan den Internationalen probleemwedstrijd voor driezetten, uitgeschreven door c. e Boheemsche Schaakclub, hebben 32 componisten met 49 opgaven deelgenomen.
De prijsrechters, Dr. J. Dobrusky, G. Chocholous en Dr. A. Kvicala, hebben de volgende prijzen toegekend:
I (100 kronen) A. F. Mackenzie te Kingston, II (60 kr.) V. Cisar te Pilsen III (40 Kr.) Fr. Dittrich te Kromeritz, IV (20 kr.) J. Smutny te Strakonitz,' V (Boekwerk) Nemo en Feigl te Weenen, VI (Boekwerk) K. Erlin te Weenen
Eervol vermeld werden: Feigl te Weenen, Traxler te Veseli en Erlin te Weenen.
Wij publiceeren eenige der prijsproblemen in een der volgende nummers.
Nieuw uitgeschreven probleem-wedstrijden.
De „Sydney Mormng Herald" schrijft een tweezet probleem tornooi uit.
Inzendingen (het aantal problemen is onbeperkt) zijn te richten aan „The Editor Sydney Morning Herald, Sydney, New South Wales". Zij moeten vóór 1 December 1899 ontvangen zijn.
Op het beste probleem is een premie gesteld van 5 £ 5 shilling. Twee speciaalprijzen worden er aan toegevoegd.
De prijsrechter is Mr. Glynn.
82
Verschillende partijen. Jubileum-Wedstrijd te 's Gravenhage.
Wit : Mr. J. D. Tresliüg.
Tresling.
Vier-Paa
1. e2 — e4 e7 — e5
2. P bl — c3 P g8 — f6
3. P gl — f3 P b8 — c6
4. L fl — bö Lf8 — cö?
Niet goed: de juiste zet is 4.. . . Lb4. 5. 0 — 0 d7 — d6
6. d2 — d4 e5 X d4
7. P f3 X d4 L c8 — d7
8. p d4 — f5 ! Ld7 X f5
l)e dubbelpion, die Wit hierdoor krijgt, is niet nadeelig, daar f5 een sterke druk op het zwarte spel uitoefent en tevens Pc3 gelegenheid krijgt naar e4 te gaan en Pf6 aan te vallen. Beter was 8. 0—0, doch Zwart heeft ook dan een lastig te verdedigen spel, alles ten gevolge van zijn zwakken vierden zet.
9. e4 X f5 0 — 0
10. L cl — g5 P c6 — e5
11. P c3 — e4 c7 — c6
12. L b5 — d3?
Hier moest 12. Le2 geschieden. Zwart krijgt thans gelegenheid om door 12. . . . Ped7 zijn spel aanmerkelijk te verbeteren, bijv. 12 Ped7; 13. Pc5 : Pc5: en Wit heeft wel is waar twee loopers tegen twee paarden, doch de aanval is voorloopig gebroken. Ook na 13. Lf6 : Pf6 : 14. Pc5: dc5: staan de partijen ongeveer gelijk. 12.... L c5 — b6 ?
13. Kgl — hl
Ook thans nog was 13. Le2 de voortzetting, die den aanval vasthield, bijv. 13.... Lc7: 14. Pf6:gf6: 15. Lh6, Te8; 16. f4, Pd7 ; 17. Lh5 en wint; of 13
Zwart: J. J. R. Moquette, rdspel.
Stand der partij na den 12den zet van Zwart. rdspel.
d5 ; 14. Pf6: gf6 : 15. Lh6 Te8; 16. Khl, Kh8; 17. f4, P(17 ; 18. Lh5 met prachtigen aanval. {Zie diagram).
13
Lb6 —c7?
Zwart schijnt geen gevaar te zien, 13... KhS zou hij anders gespeeld hebben. Speelt
Wit dan 14. f4 zoo volgt 14.... Pd3: 15. Dd3 : d5; 16. I'f6 : gf6: enz. met ongeveer gelijk spel. Ook 13.. Peg4 zou het zwarte spel gered hebben.
14. Pe4 X f6 g7 X f6
15. L g5 — h6 K g8 — h8
Een gedwongen kwaliteitsolfer, want na 15.. Te8 zou 16. f4 volgen met winst van een stuk of mat door Dg4f en Dg7f mat.
16. Lh6 X f8 Dd8 X f8
17. f2—f4 P e5 X d3?
Beter was in elk geval nog het paard naar d7 terug te trekken, te meer daar de witte looper voorshands onschadelijk is.
18. Ddl X d3 d6 — d5
19. Dd3 —d4 D f8 — d6
20. T al — el b7 — b6 ?
Wederom zwak. Door 20. Lb6 gevolgd door Ïg8, en zoo noodig Ld8, had Zwart zich niet eere nog eenigen tijd kunnen verdedigen.
21. T el — e6!
l">e sierlijkste en de beste zet.
«3
. D d6 — d8
Op 21.... fe6: zou volgen 22. Df6f Kg8; 23. Tf:i, Df4: 24. Tf4: enz.
22. T e6 X c6 opgegeven.
Zwart heeft deze partij recht zwak, Wit daarentegen krachtig gespeeld.
A. G. O.
Gespeeld op den Wedstrijd te 's Gravenhage. Wit: R. J. Loman. Zwart: L. Benima.
1• e2 — e4 e7 — e5
2. f2 — f4 e5 X f4
3. L fl — c4 D d8 — h4f
3. . . . I'fü; 4. Pc3, Lb4 (Zukertort speelde 1'cG; 5. Pf3, Lb4) 5. e5, (15; 6. LbSf is volgens de antoren minder goed.
4. K el — fl d7 — dö !
Dit is de meest bekende venlediging. Foutief is de z.g. //klassieke verdediging" door 4! go ; 5. Pc6, Lg7; 6. d4, Pge7 ; (d6 is minder goed wegens 7. Pf3, Dh5; 8. h4, h6; 9. e5, de5: 10. Pd5, Kd8; 11. de5 : Ld7 ; 12. Kgl, l)g6 ! 13. hg5 :lig5 : 14. Th8: Lh8 : la. Pg5 :! l)gö : 16. Lf4 : Dg6 ; 17. e6, fe6 : 18. Pc7 : e5 ; 19. Pe6f Ke7; 20. Lg5f Lf6; 21. Dd5, Lg5: 22. Üc5f Kf6; 23. ïflj L f4; 24. Pf4: en wint) 7. g3, fg3: 8. Kg2, g4; 9. hg3 : DfÖ ; 10. Dg4, d5 ; 11. e5, Lg4 ; 12. ef6 : Lf6: 13. Pd5: Pd5: 14. Ld5: c6; 15. Lf3, Lf5; 16. c3 en Wit staat beter).
5. L c4 X d5 P g8 — f6
Meer gebruikelijk is 5.... g5; 6. Pc3, Lg7 ; 7. d4, Pe7 enz.
6. P gl — f3 D h4 — h5
7. P bl — c3 c7 — c6 ?
Foutief daar deze zet wit's looper op een beter veld brengt en het B-paard eene moeielijke ontwikkeling bezorgt 7. g5 was de zet.
8. L d5 — b3 L c8 — g4
9. d2 — d4 g7 — g5
10. e4 — e5 L g4 X f3
l)it is voor Zwart zoo wat gedwongen om nog niet meer in de ontwikkeling achter te blijven.
U. D dl X f3!
W it vertrouwt geheel op zijne betere positie.
11 . . . Dh5 X f3
12. g2 X f3 P f6 — h5
Om gö zoo lang mogelijk te behouden en indirekt Th8 te beschermen. Op 12 Pfd7 of g8 zou 13. h4 volgen, waardoor de f- en g-pion beide verloren gaan.
13. Pc3—e4 b7 — h6 ?
13. . . . Le7 lijkt sterker maar geeft ook weinig b.v. 14. h4, gh4:(Pg3f? 15. Pg3 : fg3: 16. hg5 : en wint) 15. Pd6f! Ld6: (Kd7 is nog slechter wegens Pf7: enz.)
16. Ih4: Le5:! (Pg7; 17. ed6: enz.) 17. de5: Pg7; 18. Tf4 : Pe6 (0—0? 19. Tg4 dreigend Lh6 en wint) 19. Le6: fe6 :20. Tf6.
14. h2 — h4 ! L f8 — e7
15. h4 X g5! h6 X g5
16. L cl — d2 P b8 — a6
17. K fl —f2
Wit speelt uitstekend, f7 of g5 is onhoudbaar.
18. Lb3 X f7 Stand der partij na den 18den zet van Wit.
18 P h5 — g7
Misschien gaf 18. Pg3 nog iets meer kans, b.v. 19. Th8: Pe4:f 20. fe4: Th8: en Zwart heeft 2 vrijpionnen maar Wit zou waarschijnlijk 19. Pg3: gespeeld hebben.
19. T hl X h8 Td8 X h8
20. T al — gl
Dreigend g-5 te winnen.
20. Th8 —f8
21. Lf7 —c4!
Dreigt Psi6 te nemen en verhindert Ïf5.
21. b7 —b5
Een laatste poging.
22. Lc4 —fl c6 — c5?
23. d4 — d5 c5 — c4
24. L d2 — a5
Verhindert Zwart om weg te loopen Wit kan niet Pg5: spelen wegens Lc5f.
24. Kb8 — b7
25. d5 — d6 L e7 — d8
26. La5Xd8 T f8 X d8
27. a2 -—• a4 P a6 — b4 ?
Zwart, kan hier opgeven, de e- en d-pion nen zijn veel te sterk.
28. a4 X b5 P b4 X c,2
29. L fl X c4 P c2 — e3
30. T gl X g5 P e3 X c4
31. Tg5Xg7f Kb7 —b6
32. e5 — eö
Er volgt nu een aardig slot.
32. . . . P c4 X d6
33. P e4 X d6 T d8 X d6
34. e6 — e7 T d6 — e6
35. T g7 •—• g6 ! Zwart geeft op. J. J. K. MOQUETTE.
Aangezien ik tot heden slechts drie meerdere inschrijvingen ontving voor een herinneringsboek aan den Jubileum-wedstrijd is dit plan opgegeven.
DE HOOFD-RKDACTEUR.
Verkrijgbaar bij den Secretaris.
Jaargangen 1893, '96,'97,'98 Èl f 1,50 per jaargang.
„ 1895 (inhoud zeer interessant) tot opruiming van den te grooten voorraad è, ƒ 1,13.
Schaakstempels, & ƒ 1,—.
Diagrammen, per 100 stuks a f 0,50. Het Schaakprobleem, Theorie en Praktijk door H. J. den Hertog rt f 0,90.
Tegen inzending van het verschuldigde bedrag geschiedt de toezending franco.