
6e Jaargang. N°. 8 en 9. Augustus—September 1898
6e Jaargang. N°. 8 en 9. Augustus—September 1898
BESTUUR VAN DEN N. S.: Dr. A. VAN RHIJN, Voorzitter; H. J. DEN HERTOG, Onder-Voorzitter; W. II. M. DE VEER, Haarlemmerstraat 99, Amsterdam, Penningmeester; H. D. B. MEIJER, Geldersche Kade 37, Amsterdam, Secretaris; J. P. RUNSINK.
REDACTIE: J. F. HEEMSKERK, Sas yan Gent, J. F. S. ESSER, J. W. TE KOLSTÉ, W. B. H. MEINERS, Dr. A. G. OLLAND
Van dit blad, dat omstreeks den 20slen van iedere maand gralis aan de Bondsleden wordt toegezonden, z(jn extra-nummers verkrijgbaar ii 13 cents en een geheele jaargang ii f 1.S0, eveneens slechts voor Bondsleden. Als lid van den Bond betaalt men /"2.30 contributie. Nadere inlichtingen verschaft de Secretaris.
INHOUD: Telegram van hulde aan de Koningin en antwoord; Voorwoord van den Hoofd-Redacteur; Bondszaken; Verslag van de 26ste Alg. Vergadering; Verslagen van Jubileums- en Dames Wedstrijden ; Problemen; Verslag Probleemoplossingswedstrijd; Kort Bericht; Partijen van het Weener Meestertornooi; Verschillende Partijen
Op de telegram van hulde en gelukwensch, 31 Augustus namens den Bond aan Hare Majesteit de Koningin verzonden, ontving de Secretaris het navolgende antwoord: 's GRAVENHAGE, 2 September 1898. Hare Majesteit draagt mij op den Bond dank te betuigen voor aangeboden hulde.
Adjudant VAN TETS.
Aan de leden van den Nederlandschen Schaakbond, die mij opnieuw in het volle leven van den Bond hebben teruggehaald door mij tot Hoofd-Redacteur te benoemen, betuig ik mijn besten dank, zoowel voor het vertrouwen als ook voor het aangename soort werk dat mij daarmede is opgedragen. Zeer veel leed doet het mij dan ook dat ik begin met een dubbel nummer uit te zenden dat te laat verschijnt.
Wanneer de leden van den Bond echter vernemen dat ik in deze dagen op steeds verlengd wordend verlof tijdelijk van huis ben en daarbij in mijn werkkracht was verlamd door de, Goddank nu genezende, piekte van mijn kindje, dan meen ik te mogen vertrouwen dat mij dit ongelukkig begin vergeven wordt en dat men zal willen afwachten hoe ik mijn verdere werk in dienst van den Bond zal verrichten. Ik hoop dat dit op den duur niet zal tegenvallen, en begin alvast de bestuursleden en mijne mede-redacteuren te danken voor de ontvangen hulp waar ik zelf het moeielijk maakte mij in deze dagen te helpen.
DE HOOFD-REDACTEUR.
Gelijk met deze Aflevering ontvangen de leden, de nieuwe ledenlijst.
'54
Bondszaken. Nieuwe Leden.
Mej. M. J. E. de Pecker, Gorinchem. W. N. Claasen, Appingedam. Mevr. van Haeren—Becker, Hilversum. A. Speyer, Amsterdam.
„ Coomans—de Ruyter, 's Graven-
P. H. C. Willer, Kampen. hage. Dr. W. Druif, 's Gravenhage.
Mevr. S. Heemskerk—Beelaerts van Blok- G. Snel, Groningen. land, Sas van Gent.
Jhr. J. C. Strick v. Linschoten, Maarssen.
Tot rechtstreeksch lid overgeschreven:
E. L. Elias, 's Gravenhage, thans te Leiden.
Kort verslag van de op 24 Juli te s Gravenhage gehouden 26e Algemeene Vergadering.
Te ongeveer half één opende de Voorzitter de Vergadering met de volgende toespraak:
Mijne Heeren, leden van den Nederlandschen Schaakbond.
Ik heb de eer u allen hartelijk welkom te heeten op onze Algemeene Vergadering.
Deze Vergadering heeft een bijzonder karakter, omdat wij heden het feit herdenken, dat voor ruim 25 jaren, op 23 Mei 1873, de Nederlandsche Schaakbond in deze zelfde stad, waar wij nu vergaderen onder de auspitien van het Schaakgezelschap „Discendo Discimus" werd opgericht. Vergun mij de boeken open te slaan, waarin de geschiedenis van die 25 jaren is beschreven, en op enkele bladzijden daarvan uwe aandacht te vestigen.
Evenals bij iedere vereeniging, die zooveel jaren bestaan heeft, vinden ook wij verliezen en winsten aangeteekend.
Om met de eersten te beginnen vinden wij in 1879 eene bladzijde, waarop wij vermeld vinden, dat Z. K. H. Prins Willem van Oranje, die het op de constitueerende vergadering aangeboden beschermheerschap had aangenomen, ons door den dood was ontvallen.
Aan de nagedachtenis van Z. K. H. brengen wij heden eene eerbiedige hulde. Zoolang de Ned. Schaakbond bestaat, zal hij .er zich op verheffen, dat Z. K. H. eens onze beschermheer was.
Op andere bladzijden vinden wij namen van hen, die zich als Hoofdbestuurders, als deelnemers aan onze wedstrijden, of op andere wijze jegens onzen Bond verdienstelijk hebben gemaakt, en nu niet meer zijn.
De namen van die allen zal ik niet noemen, zij staan ons op dit oogenblik voor den geest, en wij gedenken, met erkentelijkheid al wat zij voor onzen Bond gedaan hebben. Wij zijn er van overtuigd, dat de beste hulde aan hunne nagedachtenis deze is, dat wij onze krachten, voor zoover die niet door gewichtiger ambts- en beroeps-bezigheden worden in beslag genomen, wijden aan de bevordering van den bloei van onzen Bond.
'55
Maar toch eenen naam moet ik noemen, dien van onzer aller hooggewaardeerden en beminden schaakvriend Norman Willem van Lennep.
Droevig trof ons in het vorige jaar het onverwachte bericht van zijnen dood. Hij was enkele jaren onze secretaris en hoofdredacteur en eigenlijk alles tegelijk. Hij was een bijzonder man voor ons, omdat zijn ijver evenredig was aan zijne talenten.
Overeenkomstig de woorden, die door den schrijver in het Octobernummer van het vorige jaar aan onzen van Lennep zijn gewijd, denken wij er heden aan, hoe onnoemelijk veel hij gedaan heeft voor onzen Bond, en zullen wij hem nooit vergeten, onzen diep betreurden vriend van Lennep.
Wij komen nu aan andere bladzijden. Op een daarvan vinden wij het heugelijke bericht, dat het H. M. onze geëerbiedigde Koningin en H. M. onze geëerbiedigde Koningin-Regentes behaagd heeft van belangstelling in onzen Bond te doen blijken door drie medailles voor onze wedstrijden beschikbaar te stellen. Het hoofdbestuur heeft daarvoor H.H. M.M. den dank van de leden des Nederlandschen Schaakbonds betuigd.
Maar ik gevoel er behoefte aan, en ik ben overtuigd, dat uit uw aller naam te mogen doen, hier nog eens openlijk te verklaren, dat de leden van den Nederlandschen Schaakbond dat bewijs van belangstelling op den hoogsten prijs stellen. (Langdurig applaus).
Ongetwijfeld zullen alle deelnemers aan de jubileum-wedstrijden hunne beste krachten inspannen om die koninklijke onderscheidingsteekenen te verkrijgen.
En nu, Mijne Heeren ! is het mij eene aangename taak om den dank van den Ned. Schaakbond te betuigen aan de vele vereenigingen en particuliere personen, die bijdragen voor onze feestviering hebben gegeven. Hen allen te noemen zou een reuzentaak zijn. Maar één naam kan ik niet verzwijgen, één gezelschap moet ik, en kan ik zonder aan de anderen iets te kort te doen, een bijzonder woord van dank brengen. De naam van dat gezelschap? Het is het gezelschap, van wier bestuur in 1873 de stoot is uitgegaan tot oprichting van den Bond, het gezelschap dat zoo dikwijls hier onze jaarlijksche wedstrijd werd gehouden, en ook nu weder ons zoo onbekrompen steunde, het gezelschap dat ook onlangsdoor de simultaan-séances van Lasker en Albin, door het arrangeeren van een match tusschen Albin en een onzer sterkste amateurs van hare warme belangstelling in ons edel spel heeft doen blijken.
Een warm woord van dank breng ik aan het bestuur en de leden van „O. D". en in het bijzonder aan de heeren d'Aumerie en Edersheim die het Hoofdbestuur zoo krachtig hebben gesteund door als mede-leden van de Feestcommissie op te treden.
Onder de hier aanwezige Heeren, zijn er enkele die vroeger als Hoofdbestuurders de belangen van onzen Bond hebben behartigd. Wij denken heden met erkentelijkheid aan wat zij voor ons gedaan hebben.
Vergun mij van eenen onzer vroegere hoofdbestuurders te gewagen met de kernachtige woorden door onzen van Lennep op een der bladzijden geschreven:
„In de jaarboekjes kan men lezen hoe van '73 af tot '92 de Bond niet in het:
„minst van gedaante of uitzicht veranderde, maar gemoedelijk als een oude zelfvoldane heer, die „binnen" is, het eene jaar in leefde en het andere jaar uit, „zonder ook maar een enkele maal uit de slof te schieten. Maar tevens als een „pretensieuse oude heer, want alle menschen! er werd zoo gedebatteerd op de „vergaderingen en soms vinnig ook. Er waren van tijd tot tijd enkele leden, die „eens iets doen wilden, die de werkkring van den Bond wilden uitbreiden, kortom „die wat leven in de brouwerij wilden brengen, maar o wee! dan was Holland „in last. „De voorstellen worden aangehouden tot de volgende Vergadering", „opnieuw bruiste dan de stroom der debatten, opnieuw gaapte dan de afgrond „der onverschilligheid en alles bleef bij het oude. Totdat eindelijk de man „kwam aan wiens energiek optreden wij de tegenwoordige organisatie van den „Bond danken, eene organisatie, die wel een beetje wrak is op het gebied der „fïnantien, maar die in vergelijking van den vroegeren toestand op een reusachtige vooruitgang en uitbreiding kan bogen"
: En dan volgen deze woorden, waarmede wij ons zeker allen kunnen vereenigen : „Zeer grooten dank zijn wij aan den Heer Heemskerk verschuldigd, die in 1892, „nadat hij zich van den steun der Noordelijke schakers had verzekerd, als groote „Bondshervormer optrad".
Vergun mij ten slotte nog de woorden voor te lezen, die op de vorige volgen.
„De Bond is nu op den goeden weg, maar laten wij vooral zorgen niet voor „de tweede maal in te dutten. Er moet gestadige vooruitgang zijn, de werkkring „en het ledental van den Bond moeten steeds worden uitgebreid, en vooral de „finantien moeten het onderwerp uitmaken van de voortdurende zorg der leden. „Wilt gij tot dit alles medewerken, waarde lezer?
„Met deze woorden eindigt van Lennep's staat van den Nederlandschen Schaakbond op 15 Maart 1895".
Vragen wij ons af of de Bond sedert dien tijd vooruitgegaan is op den goeden weg, dan mogen wij die bevestigend beantwoorden. Door de met uwe medewerking in het vorige jaar tot stand gebrachte reglementswijziging, is de finantiëele toestand van den Bond verbeterd. Het iniatief tot die herziening werd genomen door onzen ondervoorzitter, den Heer den Hertog. Zijn wij daarvoor den Heer den Hertog dank verschuldigd, nog veel meer zijn wij dat voor de uitstekende wijze, waarop ons Tijdschrift door hem gedurende geruimen tijd werd geredigeerd, waardoor hij er zooveel toe heeft bijgedragen om den bloei van onzen Bond te bevorderen. Met leedwezen vernam het Hoofdbestuur, vernaamt ongetwijfeld gij allen, dat de Heer den Hertog verhinderd is verder hoofdredacteur te blijven. Mijnheer den Hertog ik breng u bij dezen, namens de leden van den Ned. Schaakbond dar.k en hulde voor de groote diensten door u als Hoofdredacteur aan onzen Bond bewezen. Evenzeer breng ik dank aan den Heer Tresling, die tot ons aller leedwezen ook als redacteur heeft bedankt, voor het vele ook door hem voor ons tijdschrift gedaan. Wij vragen u beiden ook voor het vervolgt zij het niet meer als redacteurs, toch aan het tijdschrift den steun van uwe talenten te blijven geven.
Om op de woorden van Van Lennep terug te kom;n. Nog in een an^er opzicht
157
is er vooruitgang en wel wat betreft de verdeeling der deelnemers aan onze wedstrijden in hoofdklasse, iste klasse en 2de klasse. Ik herinner mij dat ik door Van Lennep wel eens het wenschelijke van eene dergelijke verdeeling heb hooren betoogen. In de algemeene vergadering in Utrecht was aan het hoofdbestuur opgedragen zoo mogelijk bij gelegenheid van het 25 jarig jubileum een internationaal tournooi uit te schrijven. Hoe veel steun wij ook hebben gevonden, zoo zijn de eischen van internationale tournooien, vooral sedert dat te Hastings, zoo hoog opgevoerd, dat wij aan die opdracht niet kunnen voldoen, ook niet op de bescheiden wijze als wij op ons oorspronkëlijke programma hadden ontworpen. Onze secretaris heeft berekend, dat daarvoor nog f 1500 zou zijn vereischt. Ongetwijfeld is het te verwachten dat, wanneer de leden van onzen Bond een dergelijk tournooi wenschen, over eenige jaren door hem, die dan de algemeene vergadering zal openen, zal kunnen worden aangekondigd, dat een dergelijk tournooi weldra zal aanvangen. Nu echter kunnen wij tevreden zijn, dat onze beste Hollandsche amateurs, met eene enkele uitzondering, aan onze jubileum-wedstrijden deelnemen.
Een woord van dank breng ik u, die u als deelnemers aan onze wedstrijden hebt opgegeven, en in het bijzonder aan die voor de hoofdklasse. Aan uwe deelname hebben wij het te danken dat onze feestviering beteekenis heeft voor het schaakleven in Nederland.
En nu, wat zal op de nu nog onbeschreven bladzijden van de geschiedenis van onzen Bond gebracht worden ? Wij weten het niet, maar wanneer wij nagaan hoevelen nu bij dit jubileum blijken hebben gegeven van warme belangstelling in onzen Bond; hoe groot het aantal en de ambitie is van onze jongere leden, dan kunnen wij vol vertrouwen op de toenemende bloei van onzen Bond, de toekomst te gemoet gaan.
Ik eindig met de wensch, dat onze jubileum-wedstrijden tot aller genoegen mogen afloopen, en dat onze feestviering door geen enkele wanklank moge wor. den verstoord. —
Volgens de presentielijst blijken aanwezig te zijn 50 leden uitbrengende 1861/5 stem.
Als Penningmeester wordt bij acclamatie herkozen de Heer W. H. de Veer.
De door Leiden, Staunton en 't Bestuur voorgestelde wijzigingen in het Reglement worden na vele besprekingen als volgt vastgesteld :
Art. 28 te lezen: bestaande uit vijf personen; en er aan toe te voegen : Het Hoofdbestuur is bevoegd, m overleg met den Hoofdredacteur meerdere redacteurs te beiioemen.
een nieuw Art. 36a:
Om aan den jciarlijkschen g?'oote?i Bondswedstrijd deel te nemen, moet men zijn Nederlander of als vreemdeling minstens één jaar lid van den Bond en in Nederland gevestigd zijn.
lot Hoofdredacteur wordt benoemd de Heer J. F. Heemskerk en tot redacteuren de Heeren W. B. H. Meiners, Dr. A. G. Olland, J. W. te Kolsté en J. F.S. Esser.
Als plaats voor de aanstaande jaarlijksche Vergadering en wedstrijd wordt Amsterdam aangewezen.
15»
De penningmeester geeft de volgende
Mededeelingen omtrent den finaneieelen toestand over 1898
Ontvangsten: Nog te ontvangen:
Saldo 1897 f 175.70 Aan Contributies Buitenland minstens f30.—, Contributie : wat met het kas-saldo uitmaakt een bedrag van 440 Eechtstreeksche Leden 1100.06 f 1300.—. 123 Afdeelings Leden „ 151.95 Hiervan zal moeten worden bekostigd: CO Club Leden „ 60.20 De gewone uitgaven 2e halfjaar. f 650.— 32 Donateurs . „ 126.75 Bijdrage aan den Wedstrijd . . . „ 300. 84 Reglementen „ 21.— Buitengewone bijdrage voor de Diversen „ 42.77 feestviering „ 350.— f 1684.43 f 1300.—
Uitgaven:
Totaal 1ste haltjaar f 412.41]
Kas-saldo op 24 Juli 1898 f 1272.01J
Staat van den Nederlandschen Schaakbond 8 Augustus 1897—24 Juli 1898.
Reehtstreeksche Leden:
Op 8 Augustus 1897, 355
Afd.- en Clubleden:
Op 8 Augustus 1897, 245 Bijgekomen in 1897, 25
Bijgekomen in 1897, Afgevoerd in 1897, 4
Afgevoerd in 1897, 1 Bijgekomen in . 1898, 109
Bijgekomen in . 1898, 10 Afgevoerd in 1898, 28
Op 24 Juli 1898, 457
Afgevoerd in 1898, 73
Op 24 Juli 1898, 181 Samen 638 Leden.
I)e Heer H. J. den Hertog geeft verslag van de bekroonde problemen, ingekomen op den uitgeschreven jubileum wedstrijd.
ie Prijs toegekend aan den Heer J. van Beek te Naaldwijk.
2e ,, „ „ „ „ O. Okkinga, Dronrijp.
3e „ „ „ „ A. C. J. van Eelde, Deventer.
4e „ „ „ „ „ J- J- Colpa, Leiden.
5e „ „ „ „ „ J. van Beek, Naaldwijk.
6e ,, „ „ „ „ A. H. M. Dieperink, Amsterdam, ie Eervolle vermelding „ „ ,, J. van Dijk Azn. te de Leer.
2e „ „ „ „ ,, J- W. van Looyen, Utrecht.
3e „ „ „ „ „ J. J. Colpa, Leiden.
Nog ontvangen bijdragen voor de feestviering van het 25 jarig bestaan van den Nederlandschen Schaakbond. (Zie Januari-nummer 1898).
(Vervolg.)
J. S. te L. f 2.—, A O te D. i 2.—, J. F. P. te A. f 2.—, A. S. C. te A f 1 —, M. G. te R f 1.50.
Te zamen f 1026.35 24 Juli 1898. DF. BONDSPENNINGMEESTER.
Uitslag van den Jubileums.Wedstrijd. (Juli1898).
Hoofdklasse.
TweedeKlasse.
Groep A.
Groep B.
i6o
Groep C. Groep D.
Deelnemers. j| i 2 3 4 5 | 6 j Tot.
Colpa. • 1 — 1 i/j 1 '/» 1 4
Samsoni ..20 —• o o o 1 1
v. Kooy. 3 Vs 1 — 000 1 i/s Coenen ..401 1 — 1/2 1 3V2
Claudicans . 51/21 1 1/2 — 0 3
Elzinga. 5 1 o | o 1 —| 2 Wieling trekt zich terug; bij loting komt Elzinga in groep 2 en Brandon in groep 3.
Groepwinners Tweede Klasse. Groep 1. Om ie—4e prijs.
Deelnemers. 1 ' 2 3 4 Tot. pr;jzen
Muntjewerff ..lil— o o ,1 1 | 1 || UI Leussen wint Colpa ....21 — Vs 1 21/3 II eene kamppartij Leussen . . . 3 ' 1
~ 1 ! 2Vs 1 en daarmede Kloosterboer. .1 4 ° o | o - | o IV den eersten pnjs.
Groep 2. Om de 5e—8e prijs.
Behaalde
Deelnemers. 1 2 3 4 Tot. p r y zen
Oskam . 1 ! — Vs 1 1 2 Va V loting Strick v. Linsch. 2 Vs —
Qskam Vde, Elzinga.
Groep 3. Om ge—12e prijs.
Behaalde
Deelnemers. 1 2 3 4 Tot. p r ^ zen _
Strick Vide.
Claudicans . x — o o 0 0 XII Brandon 2 1 — 1 1 0(2 XI j Ypes 3 1 ° - 1,2 ! IX | bij '° t,ngBleijkmans . . 4 1 ' 0 2 X
T6 r
Eerste nationale Dames Schaakwedstrijd.
Uitgeschreven door de Afdeeling „Sport" van de Tentoonstelling van Vrouwenarbeid te 's Gravenhage.
Deze wedstrijd had plaats 25, 26 en 27 Juli in het lokaal van het Sportterrein te 's Gravenhage, waar door de heeren van den Nederl. Schaakbond, die daar hun Jubileums-wedstrijd hielden, welwillend een plaatsje aan de dames was afgestaan. Het initiatief tot dezen wedstrijd werd genomen door Mevr. de Wed. dr. Muller— Thijm, Presidente van de Zutphensche Dames-Schaakclub; die de vele moeite, welke zij er zich voor heeft gegeven, met een zeer goeden uitslag zag bekroond.
Veertien dames hadden aan de oproeping gevolg gegeven en op Maandag 25 Juli, des morgens te 9 ure werd de bijeenkomst geopend door Mevr. Brummer, lid van het Sport-comite van de Tentoonstelling, met een hartelijke welkomstgroet aan de Dames, en een woord van lof voor het edele Schaakspel, die heilzame gymnastiek voor de hersenen, zoo nuttig en noodig ook voor de vrouw. Nog een welgemeend: „Goed succès, dames!" en de strijd werd aangevangen en bijna drie dagen met veel vuur en volharding voortgezet. Woensdag-middag was de uitslag beslist en werden de 8 prijzen, door het Sportcomité aangeboden, uitgereikt.
De iste prijs werd behaald door Mevr. de Wed. dr. Muller—Thijm, van Zutphen;
» 2de „ „ door Mej. Jansen, van Utrecht;
» 3^6 D „ „ Mej. C. Koekebakker, van Groningen; .. 4de „ „ „ Mevr. Ten Tusschedé—Borst, van Amsterdam; » 5de » » Mevr. Coomans—De Ruijter, van 's Gravenhage; „ 6de „ „ „ Mej. A. Koekebakker, van Groningen; n 7^e „ „ „ Mevr. Witteveen, van Utrecht.
„ 8ste „ „ „ Mej. Van Kempen, van den Helder.
Gelijk hieronder staat aangeduid, viel bij loting Mej. Splinter van Leiden zeer ongelukkig uit, bij het spelen om prijzen. Er werd toen nog een bronzen medaille als negende prijs gegeven, die Mej. Splinter won, na kamp met Mevr. Snoer van Leipzig.
Met een opwekkend woord van lof en dank aan al de dames voor den betoonden ijver en de warme belangstelling in het Schaakspel, en met een hartelijken gelukwensch aan Mevr. Muller met haar schitterende overwinning, sloot Mevr. Brummer deze samenkomst, den wensch uitsprekende dat het Schaakspel onder de vrouwen van Nederland meer en meer moge worden beoefend, en dat aan den volgenden wedstrijd, die een ander jaar in Amsterdam zal worden gehouden, met evenveel genoegen en door nog veel meer dames zal worden deelgenomen. Dan zal echter het spelen met klokjes en het noteeren misschien verplichtend worden gesteld.
Aan de heeren leden van den Nederl. Schaakbond wordt vriendelijk dankgezegd voor de verleende gastvrijheid en welwillende medewerking die zij zich zeker niet zullen beklagen, daar deze wedstrijd bij de dames de aangenaamste herinnering heeft achtergelaten.
Uitslag van den Dames Schaakwedstrijd
uitgeschreven door de Afdeeling „Sport" van de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid te 's Gravenhage.
Groep A.
C. Koekebakker ...ij — i
()n,e_
Ruijter .6|0
Haeren—Bekker
Naar het stelsel Sonneborn Berger waren de 3 dames op 3 gelijk (13); bij loting kwam toen Mevr. Coomans de Ruijter III; Mej. van Kempen kwam IV en Mej. Splinter viel af.
Groep B.
^ A. Koekebakker
v. Kuijk Prilleviz ....
Tusschedé—Borst
Mevrouw Brester—Verweij uit Ueltt, die ook ingeschreven was, was atwezig. Naar het stelsel Sonneborn Berger had Mevr. ten Tusschedé Vs punt meer dan Mej. Koekebakker en ging dus Mevrouw ten Tusschedé voor.
Om de ie en 2e prijzen.
Om de 3e en 4e prijzen.
1. Mevr. Muller—Thijm. I. 1. Mej. C. Koekebakker. III.
2. Mej. Jansen. U. 2. Mevr. ten Tusschedé. IV.
Om de 5e en 6e prijzen.
Om de 7e en 8e prijzen.
1. Mevr. Coomans de Ruijter. V. 1. Mej. van Kempen. VIII.
2. Mej. A. Koekebakker. VI. 2. Mevr. Witteveen. VII.
Aan Mej. Splinter werd een troostprijs toegekend (zie boven).
163
Uit dezen wedstrijd is slechts éene partij volledig juist opgeteekend, waarom wij die laten volgen, hoewel zij niet een juist denkbeeld van het talent der prijswinsters geeft.
)i No. 504. Gespeeld 25 Juli 1898.
Wit: Mevr. Muller—Thijm. Zwart: Mej. C. F J. Koekebakker.
Fransclie Partij.
i. e4 eö 2i. Des : Des: 41. as'. cs
2- d4 fis
22. des: de4:>!) 42. Tbi b4k)
3- e5 *) 23. L c8: T c8: 43. cb4: C4
4- P f3b) L b4f
24. o—o Pd7 44. Ter C3
5- c3 Las 25. Pd2 Tg4h) 45. Teer') K f 7
6. 34 Pe7?c) 26. PC4 T 1h : 46. T C2 T b7
7- b4 c6 27. Pd6 T C7 47. T bi g5
8. ba5: 0—0 28. e6 Pf8? 48. T C3: Kg6
9. L a3 T f7 29. Pf5') T f4 49. f3 h5
10. Lb4 Pd7 30. e7 Tc8 50. T C5 h4
11. Ld6d) Das: 31. Pd6 T b8 51. Kh2 K hs
12. Lb4 Dc7
32. e8D T e8: 52. bs T e7
13. I, e2 fes:? 33. P e8: P e6 53. T b2 Tei
14. PgS T f6 34. Tadi Kf8 54. a6 Kg6
15. Le7: Tg6 3s. P d6 b6') 55. 37 Tai
16. L g4 P f8 36. Pc8 T f7 56. b6 Kf6
17. Df3? De7: 37. Td6 T C7 57. T e2 T a4 h4 e4
19. Df4e) h6
38. Pa7:! T a7 : 58. T c8 Zwart geeft de
39. T e6: T C7 partij op.
20. P e4:? e5 f) 40. T e4 : bs
J nuvg, *-*-• OL iuuv,i^u V-.II X gcapcciu WU1UC1I.
b) Beter is f4 en na C5, C3 en Pc6 Pf3.
c) a6 was noodig en ook goed.
d) Beter was a6.
e) Niet goed; zie nooten f en g. ') Fijn-
s) Beter was Tg4: en na Pg3 Pg6 en anders Tg2:
h) Beter was Pes: en na Pe4: Pf3f en PI14: ') Deze zet en deze geheele combinatie is mooi gespeeld en fijn uitgerekend.
j) Beter was Pcs.
k) Tl>7 helpt evenmin om a6, Tb6 of b8, a7, Ta6 of 8, Tbs : Ta7:,Tcs: enz. ') Deze zet en het vervolg leert dat de dames nog te groote overmacht noodig hebben om eene gewonnen partij tot beslissing te brengen. Ook hierin is oefening noodig, voornamelijk te vinden in de eindspelen van ons Tijdschrift en in boeken als Mason's Art of Chess.
Problemen.
Redacteur: W. B. H. MEINERS, Enkstraat L 39, Zwolle.
N.B. Verzoeke beleefd problemen, oplossingen en andere bijdragen, tot deze rubriek behoorende, aan den redacteur te adresseeren.
*No. 597. J. van Beek, *Tfo. 598. J. van Beek, te Naaldwijk. te Naaldwijk.
Mat in 2 zetten.
*No. 599. B J. M. Markx, te Leiden.
Mat in 2 zetten.
*No. 600. B. J M. Markx, te Leiden.
Mat in 2 zetten.
*No. 601. B J M. Markx, tc Leiden.
1 mm tm». 1
Mat in 2 zetten.
*No. 602. B. J M. Markx, te Leiden.
Mat in 2 zetten.
Mat in 2 zetten.
*No. 603. W. Albregts, te Amsterdam.
Mat in 2 zetten.
*No. 605. J. van Dijk Azn , te de Lier.
*No. 604. S. Kanistra, te Leeuwarden.
Mat in 2 zetten.
*No. 606. H. Mendes da Costa, te Amsterdam.
Mat in 2 zetten.
*No. 607. J. J. Colpa, te Leiden.
JYLat in 2 zetten.
*No. 608. H. Mendes da Costa, te Amsterdam.
Mat in 2 zetten.
Mat in 3 zetten.
i66
Oplossingen der Juni-problemen. 585. i. Pe3 enz. 586. i. Dg2 enz. 587. i. Lb5 enz. 588. i. e7 enz. 589. 1. Pf5 enz. 590. 1. Dg6 enz. 591. 1. Ta3 enz. 592. 1. De2 enz. 593. 1. Tdi enz. 594. 1. Lgi enz. 595. 1. Dhi enz. 596. 1. Lds, Lg3 of Kf6; 2. Pe8(|) enz. 1.—, L anders; 2. Pe8f enz. of eerder mat.
Goede oplossingen ontvingen wij van: A. Korst te Bergen op Zoom (alle), H. Mendes da Costa te Amsterdam (alle), A. Okkinga te Dronrijp (alle), J. van Beveren te Leiden (alle), K. A. /. H. Modderman te Naarden (alle), W. Albregts te Amsterdam (alle), Jhr. H. Strick van Linschoten te Delft (alle), Jhr. C. J. Strick van Linschoten te Leiden (alle), A. H. M. Dieperink te Amsterdam (alle), J. T. Westra te Kimswerd (alle), J. Belt te Amsterdam (alle). H. van Royen te 's Gravenhage (alle), Joh. M. Kenning te Beetsterzwaai; (alle), A. van Roon te Rotterdam (alle).
Verder ontvingen wij nog goede oplossingen van de April-Mei-problemen van: A. H. M. Dieperink te Amsterdam (alle), /. T. Westra te Kimswerd (alle, behalve 564, 572 en 583), J. Belt te Amsterdam (alle, behalve 569, 577 en 583), H. van Royen te 's Gravenhage (alle, behalve 571 en 583). Joh. M. Keuning te Beetsterzwaag (alle, behalve 564, 568 en 581), A. van Roon te Rotterdam (alle, behalve 571 en 581), Joh. IV. P. Dewald te 's Gravenhage (573 tot 579).
Onze probleem-wedstrijden.")
Voor de tweede maal zal de Jury binnenkort haar oordeel uitspreken over een vijftiental driezetten (506-584), die voor onzen wedstrijd zijn ingekomen; en reeds voor de vierde keer, is dit noodig, wat betreft de rubriek tweezetten (566—598), terwijl we, tot onzen spijt, nog steeds niet in de gelegenheid geweest zijn, aan een der ingezonden vierzetten een prijs toe te kennen, daar er voor deze rubriek nog slechts 6, zegge zes correcte problemen zijn ingekomen.
Hieruit blijkt dus duidelijk, dat het probleemwezen in ons land, nog op verre na, niet die hoogte bereikt heeft, waarop het reeds lang in het buitenland staat.
Wij sporen onze probleemcomponisten dan ook aan, zich meer toe te leggen op het vervaardigen van drie- en vierzettige problemen.
Dit valt ongetwijfeld zwaarder, maar het is dan ook des te meer loonend.
Op het gebied van tweezetten is niet veel nieuws meer te scheppen. Het telkens in herhaling treden, waartoe een componist noodzakelijk komen moet, is aan de orde van den dag. Oorspronkelijke tweezetten zien we maar hoogst zelden meer. Het zijn steeds samenvoegingen of omwerkingen van reeds bestaande ideeën.
Aanhoudend komen er bij ons opmerkingen in over problemen, wier overeenkomst met andere, reeds bestaande, treffend is.
De Heer Colpa deelt ons nu weder mede, dat 561, bijna op dezelfde wijze bewerkt, voorkomt in „Das ABC des Schachspiels" van Minckwitz. De Heer L. N. de Jong, vestigt onze aandacht op de overeenkomst van 544 met 26 van zijn hand, voorkomende in „Het Schaakprobleem" van den Hertog, terwijl de ') De Jury blijft bestaan uit de H.H. H. J. den Hertog en W. B. H. Meiners.
167
Heer van Eelde, zooals wij reeds in het Juni-nummer mededeelden, deze overeenkomst ook had ontdekt met een bekroond probleem.
We behoeven echter niet eens zoo ver te zoeken; in onze rubrieken komen herhaaldelijk problemen voor, die hetzelfde idee ten grondslag hebben.
Zoo vinden wij bijv. in 579, het met den derden prijs bekroonde probleem 480 van den Heer Colpa terug; 580 is, wat het idee betreft, weder geheel gelijk aan 527, en er zijn nog wel meer dubbelgangers aan te wijzen, die, hoewel misschien minder frappant, toch nog genoeg opvallende overeenkomst bezitten, zooals de serie Colpa problemen 549—553, met de saillante dame—offers. De opmerkzame oplossers zullen zelf wel meermalen dergelijke onbewuste „Nachbildung' aangetroffen hebben.
Het verdient dus ten zeerste aanbeveling, dat onze componisten, willen zij aan die „Nachbildung" ontkomen, meer hunne krachten gaan wijden aan het ruimere ideeënveld der drie- en vierzetten. Menige nieuwe gedachte kan daar nog door hen gevonden en uitgewerkt worden; dat veld is nog lang niet uitgeput.
Probleemauteurs, zoekt dus daar, verrijkt de probleemwereld met uwe scheppingen, laat er nieuw leven komen in de Nederlandsche probleemkunst. Laat den buitenlandschen probleembroeders zien, dat we hen op zijde kunnen streven, ja, dat we hen desnoods kunnen overvleugelen.
Uitslag van den Probleemoplossingwedstrijd, uitgeschreven bij gelegenheid van het 25 jarig bestaan van den N. S. B. (Zie Juli-afl. 1898, blz. 132 en volgende.) Oplossingen.
Probleem No. 1. 2. D ds :f, enz-
Probleem No. 8. 1. P d4, Kes 2. Th5t P d4, enz. 1 T of P X T, Vier oplossingen: g$ 3. T g5 :f, enz.
Probleem No. 2. 2. De3f, enz. 1. D b2 (bedoeld), 1. . . ., g6 2. Tg4:f, Acht oplossingen: Probleem No. 5. 1. Dei, 1. D C3 Kg4: 3. D g3f enz. L bi,enz. (bedoeld). Onoplosbaar. en 1. D a5 : 2..., Ke5 3. P f3-fL C4, „ De bedoeling: 1. Pfg
Probleem No. 9. Lds, „ faalt op 1 , K e6. Twee oplossingen: 1. Pfgs, Lc8 2. Ddóf, •> » Probleem No. 6. 1 • K I15 (bedoeld), Kf5 3. P g3 enz. F f2ti „ Drie oplossingen: en K g6. 1..., fó 2. Tg4:f, K e5
Lat:, „ 1. Pe8, 1. P b4f Probleem No. 10. 3. p 05 enz. pd4t, „ en It pc8; Vijf oplossingen : Dreiging: 2. Tg4:f, Lg7=, - Probleem No. 7. Auteursoplossing. enz.
Probleem No. 3. Negen oplossingen: lTh5' '>CI '• • •> g6 Bovendien 1. Pgi en Dg i,enz. , Pf6: (bedoeld), 2' ^ K f5: 2. Peg5, t Per, met meest
Probleem No. 4. 1. I) h6, 1. D c6, 3-p i?3tt> enz. K g3. overeenkomstige vaL di, K e 4 , 1. Dc'3, 1. DL12, 3" D ez , rianten. 1'e3f, enz. 1. Dai, 1. Dd2, enz' K c5, t. Ddreni.-PF4. Met velevarianten.
Probleem No. n.
Probleem No. 12. 1. I>h3 enz. j, Thi. Ls 2. Ddóf, L dg 3. Tgi, e2 4. D hóf, e3f mat.
der Deelnemers:
1. A. H. M. Dieperink, Amsterdam
2. Jhr. C. J. Strick v. Linschoten, Leiden. ...2
3. A. Korst, Bergen op Zoom
4. C. C. W. Mann, den Haag 212
5. S. Kamstra, Leeuwarden
6. F. B. Dijkman, Rotterdam.
7. H. van Roijen, den Haag. 2
8. F. I. Schotel, Amsterdam .2
9. P. C. Aalhuizen, Rotterdam 2 14
10. J. van Beveren, Leiden. .2 14
11. A. Okkinga, Dronrijp ..2 14 2 3
12. J. van Beek, Naaldwijk. .2
13. A. J. Lutterbach, Rotterdam 24
14. J. van Dijk Azn., de Lier. 2 12 23
15. C. van Dorp, Rotterdam .2
16. J. W. Looijen, Utrecht . . 2 14 1 2 3 1 1
17. W. Ridderhof, Leiden ..2 12 2 3
18. J. Bruin Wz., Wormerveer. 2 12
19. Mr. G. A. Visscher, Kampen 2 14
20. M. Geverding, Rotterdam . 2
21. B. Deutz Hartong, Rotterdam 2 14
22. W. Albregts, Amsterdam 2
23. E. A.J. H. Modderman, Delft 22 23
24 123448 79
9344 8 1 77
24. Johs. F..Malta, Rotterdam. 212 2 3 53 9 63448 61
25. H. Beets, den Haag ... 2 8 2 3 5 3-— 1 21 33 —1 48 60
26. M. Gorter Dz., Wormerveer 212 23 1 3 3 96848 59
27. Joh. W. P. Dewald Jr.,den Haag
28. A. van Roon, Rotterdam .210
29. Baetens, Groningen ... 2 8 2 3—1 53 3 63448 50
30. H. Mendes da Costa, Amdam 2 4 2 o
63 1 1 o 29 Amsterdam, 13 September 1898. H. J. DEN HERTOG.
169
LEEDS. • I)e bekende probleem-componist, tevens Redacteur van de probleemrubriek van het „British Chess Magazine", James Rayner, is in den ouderdom van 38 jaar plotseling overleden.
De Heer B. C. Laws heeft nu de leiding van deze rubriek op zich genomen.
B. J. M. M. te L. In 278 ontbrak I'l7.
L. N. de J. te O. Uw vierzet is nevenoplosbaar door: 1. Kc2, Ka4; 2. I)a5:f enz. 1.—, d6'. 2. Kc3!, d4f; 3. Kb3 enz. 1.—, anders; 2. Pc4f eventueel gevolgd door 3. Ke3 enz.
A. v. R. te R. Het eenige bestaande Nederlandsche werkje over probleemcompositie is: „Het Schaakprobleem", Theorie en Practijk, door H. J. den Hertog, uitgave van de firma Gr. B. van Goor Zonen, Gouda, bij alle boekhandelaren te verkrijgen en naar wij meenen ook rechtstreeks te ontbieden.
De gewone winterwedstrijd van het Schaakgezelschap Staunton te Groningen, die van 10 October 1897 tot 22 Augustus 1898 duurde en waarin ieder tegen ieder twee partijen speelde, zoodat bij 14 deelnemers 26 punten konden behaald worden, had tot uitslag dat de vijf prijzen toevielen aan de heeren H. B. van Rhijn met 221/9 punt, E. Wieling met 201/2, Dr. Escher met 191/2, L. H. Deelman met 19 en Dr. N. Westendorp Boerma met 16.
Reeds is een nieuwe wedstrijd begonnen. Eerst spelen de mededingers naar afen aanspel hoogstens 2 en minstens 3 partijen. De winners spelen dan verder onderling en de verliezers onderling. Daarbij is eene verdeeling naar 3 klassen met voorgift van pion f7 en van paard bi.
In Juni zijn onderhandelingen aangevangen over een match per telegraaf tusschen de Bataviasche Schaakclub en eenige schaakspelers te Singapore.
De Soerabajesche Schaakclub heeft nu ook in de bovenstad een lokaal gehuurd, zoodat het getal leden tot 24 is aangegroeid.
Een nieuwe onderlinge wedstrijd wordt weer aangevangen. Evenzoo is eene correspondentie partij met de Bataviasche Schaakclub begonnen. Er is dus hier wel toenemende belangstelling.
Sedert April is secretaris de heer G. Buijs Cz.
Kort Bericht.
Door het ten slotte haastig gereed maken van dit nummer moeten de berichten uit Weenen en Keulen blijven liggen tot het October-nummer.
Evenzoo een ingezonden stuk.
DE HOOFD REDACTEUR.
t7o
Partijen van de meesterwedstrijd te Weenen 1898. No. 505. Wit: Pillsbury Zwart: Schwarz. Fransclie Partij.
1. e4 e6
8. L ds: L d6 15. O 04 T d7
2. d4 ds 9. P f3 h6?b) 16. DIh L f8
3. p 03 de 10. o—o o—o 17. I. f4 D b6
4. P e4: P f6 11. L e3 D 07 18. P es f6
5. Ld3 P e4: 12. Dd2 Kh7c) 19. Lh6: Geeft op. ')
6. L e4: 05 13. T adi T d8d)
7. ds ed") 14- Dd3t!e) g6
a) Veel beter was 7.. f5, 8. Lf3 es enz.
b) Ren zeer slechte zet die onnoodig den Koningsvleugel verzwakt en de oorzaak wordt van Zwarts ondergang; o—o moest geschieden.
c) Zwart schijnt f5 te willen voorbereiden. Lfs om de rochadestelling te versterken lijkt me beter toe. Er kon dan volgen 13. Lb7: Lh2:+. 14. PI12: Db7
[5. Les: Tc8 enz.-
d) Thans zou f5 ten gevolge hebben 14. Lb7: Lh2:f 15, PI12: Lb7
16. Dd6 Dd617. Td6: Tc8. (17 Pa6?, dan [8. Lh6:!) 18. Tfdt enz.
e) Hierna is de Zwarte partij onherroepelijk verloren. Gaat de Koning naar g8 dan beslist Lh6: gevolgd door D g6, op Kh8 zet Wit als in de partij met [>4 voort en f5 kan niet wegens de gevolgen van 15. g4! en 16. Ph4. Zie diagram. ^ Want na Lh6: kan nog volgen 20. Pg4. Tds: 21. Dh6:f Kg8, 22. Dg6:| Kf8, 23. Tds: enz. Wit heeft de partij zoo energiek mogelijk gespeeld, t. K.
No. 506. Wit: Steinitz. Zwart: Showalter. Fransclie Partij.
1. e4 e6 4. dc Pc6 7. o—o P g6
2. d4 d5 5. Pf3 Lc5: 8. Tei L d7
3. es cs 6. Ld3 P ge7 9. C3 as
10. a4 Db8")
11. De2 Lb6
12. Pa3 o—ob)
13. Pbs Pa7
14. Le3 L e3:
15. De3: Pbs:
16. ab b6
17. Pd4 f5
18. f4 Pe7
19. Df2 Dd8
tl l
20. T e3 g6
21. Th3 Tf7
22. Khi! Kg7
23. Pf3 h6
24. Tgi!c) hs
25. D g3 D h8
26. Pg5 Tff8
27. D114 P gS11)
28. 04!") dc
29. LC 4 : Tfe8
30. Td3 T a7
31. T d6 T b7
32. Tdi L c8
33. Pe6:t L eó:
34. Le6: O h7
35-Td7f Te7
36. T e7: P e7:
37. Df6| Kh6
38. Td8 T 07
39. h3 geeft op. ") Het met dezen zet ingeleide ageeren tegen den witten e-pion wordt do de voortzetting van Steinitz weerlegd. In deze en soortgelijke stellingen der Fransclie partij, waarin die pion niet door anderen wordt gesteund moet zwart trachten hem door f7 — f6 af te ruilen.
b) Op L c7 zou volgen 13. Pbs Les:? 14. Lg6: enz.
c) De kracht van Wit's 22Sten zet is nu voelbaar, de toren gi dreigt door 25. g4! den aanval overweldigend te doen worden.
d) Er dreigde Pe6: Sterker was evenwel Tae8.
e) Nu, nadat wit een groot deel der vijandelijke strijdkrachten op den Koningsvleugel heeft opgeborgen, volgt de beslissende doorbraak. Steinitz speelt deze partij in zijn oude, uitmuntende stijl. Zie diagram. t. K
Stand der partij na den 27en zet van Zwart.
Zwart: Marco
Spaansche Partij.
'• e4 e5 6. d4 bs 11. C3 Les
2P f3 Pc6 7• L b3 ds 12. Pbd2 o—c
3- Lb5 a6 8. a4! ") T b8 13. Lc2 f5
4. L a4 P f6 9. ab ab 14. p b3 L b6
5. o—o Pe4 10. de Le6 15. Pfd4 P d4:
16. cd {4
1 )i
29. Df3= T f3: 42- TI18 g4'")
17- f3 Pg3 b ) 30. L e4 Tfa") 43- T hs : g3
18. Tei I)h4 31, Lds K{^ 44- T h6 T h6:
19. Pcs Les: 32. Le3l') Tfs 45. Lh6: g2
20. dc g5?c) 33, T gi T es: 46.1,63 K ds
21. Ta7d) T f7 34. Le6:t K e6: 47. Ld4 c6
22. Ta6 Te8 35. T g3 : h6 «O 48 Lf2 K es
23. Te6:! T e6: 36. K e2 K ds 49- L e3 K fS
24. hg fg 37- Kd3 Tfs 50. K d4 K g4
25. Od5: Dh2:| 38. T h3 Tf6 5i-Ke5 K 83
26. Kfi Dhit 39- b4 Tg6 52. Lgi K g4
27. Ke2 D g2 :f 40. Tf3 Ke6 53. K d6 geeft op.
28. Kdi O f 3:f 41 - Tf8 hs a) Een weinig gespeelde, doch m. i. zeer goede voortzetting, die door Pillsbury in 't Weener tornooi meermalen met succes werd aangewend, 't Is moeilijk voor Zwart een bevredigend antwoord te vinden. Tb8 geeft wit de heerschappij voor de a-lijn en na b4, hetwelk Tarrasch speelde, krijgt wit door 9. as, ed, 10. Pd4 : Pd4 : 11. Dd4: c6, 12. La4, Ld7, 13. Tei voor een pion minder een uitstekend spel.
Ook 8 Pas, 9. ab; Pb3: 10. cb ed, 11. Dd4: verschaft wit, trots zijnen triple-pion, de betere positie.
8. . . . Pd4 : zou in vele varianten tot verlies voeren bijv. 8. Pd4 : 9. Pd4 : ed, 10. Dd4 : Lb7, 11 ab: ab : 12. Ta8 :La8:13. Tei!C5, 14. Te4: de 15. Lf7 :f enz.
Of: 13 Le7, 14. Dg7 : Lf6, 15. Te4 :f de, 16. 1X7: ± [Zie diagram.)
b) Een volkomen correct offer dat het eerst door Mackenzie tegen Fleisig in 't Weener tornooi van 1882 werd gebracht. Neemt wit, dan krijgt Zwart door fg, gevolgd door D—114—h2—111 enz. 3 pionnen en eenen prachtigen aanval voor zijn stuk. (Zie diagratn.)
c) c6 of Pfs moest geschieden.
d) Onmiddelijk Ta6 was nog sterker.
l 73
°) O? S4 zou niet L f3 : gevolgd zijn, omdat de zwarte pionnen dan winnen, maar Tgi.
*) Na I.g5 : zou zwart door g2 nog een kansje krijgen.
s) 35 Kds? 36. Tgs : Tg5 : 37. Lgs: Kcs : 38. Le7fü benevens 39. b4 en wit wint zonder moeite.
h) Ook h4 voert tot verlies, bijv. 42 114, 43. Ke4 Kf6, 44. Tc8 (13, 45- Tc7 : g4i 46- Tcóf Kf7, 47. Tg6 : Kg6 : 48. IJ4 enz.
Of: 42 I14, 43. Ke4 c6, 44. Ths Kf6, 45. Ld4f Ke6, 46. Les Të8> 47Th6| Kd7, 48. Td6f Ke7, 49. Tc6: g4, 50. Ke6, 51. Tg7 Tg7:, 52. Lg7: 83. 53 Kf3 enz. t. K.
Verschillende partijen. No. 508. Partij gespeeld den 12 Deo. 1897 in den kleinen bondswedstrijd te 's Gravenhage.
Wit: Hans Hartung Zwart: J. W. te Kolsté (zoncler f7.)
1. e2 — e4 d7 — d6
Men kan hier natuurlijk zeer verschillend spelen; mij lijkt het beste e6, gevolgd door g6 en zoo mogelijk c5. iMaar hoe
Zwart ook opent, steeds zal blijken, dat zijn nadeel in meer dan den voorgegeven pion bestaat; want het is steeds zeer moeilijk de officieren redelijke plaatsen te geven en geen gedrukt spel te krijgen, terwijl het punt f7 een groote zwakte voor Zwart blijft.
2. d2 — d4 P g8 — f6
3. L fl — d3?
Beter is Pc3, daar Zwarts volgende zet dan tot dameruil zou leiden en dus niet goed zou zijn.
3. e7 — e5 !
4. d4 X e5
c3 lijkt mij sterker, om later met f4 te vervolgen.
4. . . . d6 X e5
5. L cl — g5 L f8 — e7
Waarom een speler als te Kolsté hier niet den krachtigen zet Lcö speelt?
6. L g5 X f6 L e7 X f6
7. Ddl — höf
Deze speelwijze van Wit kan alleen strekken tot de bevordering van Zwarts ontwikkeling. Wit had eenvoudig zijn paarden moeten ontwikkelen.
7. . . . g7 — g6
8. Dh5 — h6 Dd8 —e7
9. h2 — h4 L f6 — g7
Hit was niet noodig. De witte dame staat op h6 verre van mooi; beter ware daarom Le6 gevolgd door Pd7 of l'c6 en 0—0—0.
10. Dh6 — d2 0 — 0
Nu eerst krijgt Wits speelwijze beteekenis; Zwart had zich daarom op de zooeven aangeduide wijze moeten trachten te ontwikkelen.
11. h4 — h5 g6 X h5
Boven het nemen van den pion was zeker g5 te verkiezen.
12. ThlXhö De7—f7
13. Th5 — bl Df7 —g6
14. f2 —f3 L c8 — e6
15. P bl — a3 a7 — a6
16 L d3 — c4 P b8 — c6
17.0—0—0 Ta8 — d8
18. Lel — <15 P c6 — e7?
Uit is niet goed. Beter ware Tf6 of Pd4.
19. L c4 X e6f Dg6 X e6
20. Dd2 X d8!
Zeer goed gespeeld; de zwakte vau Zwarts Koningsvleugel komt nu uit. Zie diagram.
Stand der partij na den 20sten zet van Wit.
20. . . . T f8 X d8
21. TdlXdSf Lg7 —f8
22. Pgl — h3 De6 X a2
Daarvoor is geen tijd: Dh6f 23. Kbl
'74
Pc6, gevolgd door I'd4 en Kf7 was een goede voortzetting.
23. P h3 — g5 b7 — b5
24. Pg5 X h7 Pe7 — g6
25. Thl—h5! Da2 —e6?
Door Kg7 26. Pf8 : Pf8 : 27. Teö: kon Zwart zich wat langer houden.
26. P h7 X f8 P g6 X f8
27. Th5 —f5 b5 — b4
28. T f5 X f8f?
Veel sneller beslist Ïdf8:f Kg7 29. T5f71 Df7 : 3u. Tf7 : Kf7: en zwart geeft op. 28. ... K g8 — g7
29. T f8 — g8f K g7 — h6
30. T g8 — h8f?
En hier was weer beter Tg3 dreigende o. a. Tdg8—g5—g6f.
30. . . . ' K h6 — g5
31. P a3 — bl De6 — b6 32. b2 — b3 Kg5 —f4
33. Pbl— d2 Db6 — gif
34. Kcl —b2 Dgl X g2
Zwart heeft geen zet meer. Op I)e3 bijv. volgt 35. Td3 D -> 56. Tg8 gevolgd door g3f.
35. T h8 — f8f Geeft op, want Zwart verliest steeds de dame. .1. 1). T.
5e Match-Partij, gespeeld 15 April 1898. No. 500. Wit: J. W. te Kolstö. Zwart: Ad Albin. fïansclie Partij.
] e2 e4 e7 e6 ' Zwart wordt deze zet sterk, 3. c4 ware
2. d2-d4 b7 — b6 ^ beter. 3 e6 — eO?
Deze afwijking van de normale speel- ffier moegt 3 ed-. geschieden. wijze 2. (15 is niet gunstig voor Zwart. ^ p D d8 f6?
3. d4 do Wederom zonderling en zwak gespeeld, Eerst door het zwakke antwoord van 4... d6 moest geschieden.
5. c2 — c4 L f 8 — c5
6. P bl — c3 h7 — h6
7. a2 — a3 a7 — a5
8. P c3 — b5
Terwijl Zwart de opening zeer onbeholpen behandelt, maakt Wit zijn positie met iederen zet meer overwegend. Na den gekozen zet, schijnt het Zwarte spel reeds moeilijk te redden.
8 Pb8 —a6
9. L f 1 — e2 c7 — c6?
Hierdoor wordt zoowel de Damevleugel als het centrum van Zwart verzwakt. (I. . . d6 was beter, hoewel dan Lc5 iui>*esloten is.
10. P b5 — c3 L c5 — d4
11. 0—0 Ld4 Xc3?
Ook deze zet is van twijfelachtige waarde, daar hij V\ it's centrum versterkt en de b-lijn voor den toren opent. 11... c5 kwam in aanmerking.
12. b2 X c3 c6 — c5
13. T al — bl D f'6 — d6
Tot. zulk een allerongelukkigsten zet moet Zwart reeds zijn toevlucht nemen. Na 13. '11)8 zou 14. d6 volgen en het Zwarte spel staat nog hopeloozer.
14. Pf.3 — h4! L.c8 — b7
Beter was in elk geval nog 14. Pe7, om 15. Pf5 te verhinderen.
15. f2 —f4?
Jammer, door 15. Pfö, l)f6 1 16. f4, Pe7! 17. fe5 : Deo: 18. Lf4 zou Zwart spoedig tot abondonneeren gedwongen zijn.
15 p g8 — e7
16. Dril — b3?
Op b3 staat de Dame niet gunstig. Dc2 was veel sterker.
16. .... e5 X f4 :
17. Lel X f4 Dd6 — f6
t?s
18. L f 4 — g3 D f 6 —- g5
19. T bl — el
Stond de witte Dame op c2 dan zou thans Tb6 : hebben kunnen volgen. Ook nu nog was 19. Dc2 zeer sterk.
19 p e 7 —c8
20. T f1 — f5
Hit behandelt dit gedeelte der partij niet zeer gelukkig. Thans moest hij liever 20. Pfö spelen en in geval zwart rokkeert 21. Lt4 gevolgd door Lh5.
20 D g5 — e3f
21. Lg3 — f2 De3 — d2
22. P h4 — f3 a5 — a4 !
23. Db3 X a4 D d2 X c3
24. P f 3 — e5 p a6 —b8
25. D a4 — dl P c8 — d6
26. P e5 X f7 !
Het is moeilijk te beslissen of dit offer correkt is. W it vertrouwt op de slechte stelling der zwarte stukken. Voorzichtiger ware zeker 26. Lh5 geweest, waarbij slechts de kwaliteit wordt geofferd en de aanval vooral niet minder hevig is.
Op 26. Lh5, Pfö : volgt 27. Lf7f Kd8 28. ef5 : en wint.
Op 26. ... g6 wint '27. Pg6 • fg6 : 28. Lg6 :f Kd8 : 29. Lh4+ gevolgd door Lf6 en op 26. 0—0 is 27. Dg4 zeker voldoende om te winnen. (Zie diagram).
26 P d6 X f7
27. T f5 X f7 Ke8Xf7
28. Tel—fl Kf7 — g8
Misschien was 28. Ke8 beter, doch ook dan krijgt wit een zeer mooien aanval, bijv. 2ö. Ke8 29. Lhaf, Kd8, 30. Dg4, Pa6 ! 31. Lg3 Dd4f: 32. Khl,g5?
33. Dt5 en Wit dreigt op verschillende wijzen de partij te beslissen.
29. L e2 — h5
Wit speelt het vervolg der partij voortreffelijk, terwijl ook Zwart zich zoo goed mogelijk verdedigt.
29 T h8 — h7
30. D dl — g4 g7 — g5
31. L f 2 — g3 Ph8 —a6
32. D g4 — f5 D c3 — d4f
33. Kgl — hl Dd4 — g7
34. L h5 — g6 D g7 — e7
35. L g3 — e5 T h7 — g7
36. L e5 — f6 Ta8 — f8
37. e4 — e5 d7 — d6 !
Noodzakelijk, .want 38. d6 dreigde
38. L f6 X e7 T f8 X f5
39. Lg6 X f5 T g7 X e7
40. e5 X d6 T e7 — e8
41. L f5 — e6f K g8 — h8
42. T fl — f7 L b7 X d5
Het verlies van een stuk is niet te vermijden.
43. d6 — d7 T e8 — d8
44. L e6 X d5 P a6 — b8
45. Ld5 — e6 P b8 — c6
46. Khl — gl P 06 — d4
i?6
47. L e6 — d5 K h8 — g8
48. T f7 — e7f K g8 — f8
49. T e7 — f7f K f8 •*— g8
De herhaling dezer zetten geschiedt slechts om tijd te winnen.
50. T f7 — e7f K g8 — f8
51. Te7 —fVf K f8 — g8
52. Kgl—f2 b6 — b5 ?
53. c4 X b5 P d4 X b5
54. a3 — a4
Zooals de heer te Kolsté later aantoonde kon Wit onmiddelijk winnen door 54.
Ïe7f Kf8, 55. Te8f, Te8: 56. de8: Df, Ke8: 57. Lc6f en wint. (Zie diagram).
Stand der partij na den 53sten zet van Zwart.
54. ... P b5 — c3
55. T f7 — f5t P c3 X d5
56. T f5 X d5 K g8 — f7
57. Kf2 — e2 K f7 — e6
58. Td5 — d2 h6 — h5
59. a4 — a5 T d8 X d7
60. T d2 X d7 K e6 X d7
61. Ke2 — d3 en wint.
A. Gr. O.
177
No510 - Schaakwedstrijd 1898 te 's Gravenhage.
dé-Opening-.
Wit: Mr J. D. Tresling. Zwart: R. J. Loman.
1. d2— d4 d7 — d5 10. d4 X cö?
2. e2 — e3 e7 — e6
Hierdoor geeft Wit aan Zwart de gele-
3. IJ fl — d3 c7 — c5 genheid vroeg of laat met den e-pion naar zj. c2 cg voren te komen. Beter was 10. b3 en daarna Lb2, Tel enz.
Ook 4. b3 kan geschieden, hetgeen ik JQ
TrlAY^ voor sterker houdt.
1 , ' J C' t 1 11. Pd2 —b3
• • P b8 — c6 iT , , Het eenige om het dreigende e5 zoo f4 buig mogelijk te vertragen.
De zet van Stonewall. 11.... L c5 d6
5. . . . L f8 d6 No" iets sterker schijnt mij 11. . . . Lb6 Q [) toe, daar dan op 12. Ped4 terstond ea kan volgen.
Trenchard speelde in het laatste Con- 12. P e2 d4 a7 'i6 cours te Weenen tegen Steinitz 6. Ph3 i o p j i v c t> n, ss waarop Zwart 6 Dh4f liet volgen. Pe/ X c6
Tarrasch, die in denzelfden wedstrijd tegen 14. L cl — d2 b7 — b5 Burn, Stonewall in de nahand speelde, Om wit te beletten door c4 zijn spel bracht de Dame even eens naar f6 (f3). een weinig te bevrijden. Het komt mij voor dat de herinnering aan 15. P b3 d4 0 0 deze partij een minder gunstigen invloed 1 fi TT „1 11 TT o lo heeft uitgeoefend op het spel van den M *gl ~ " K g8 ~7 h8 heer Treslino- JNoodig om ea te kunnen spelen.
6. P g8 — e7 | 17. E fó — e2
7. Pgl —e2 L c8 -d7 Tf °'" t ™ »"• * '«• Pe5: »• ~ : te kunnen spelen.
8. Pbl— d2 D d8 — c7 17.... t f8 g8
^ ^ Beter is terstond g6.
1e vroeg; de koning staat op el inin- 18. T fl — f3 al u-6 stens zoo goed als op gl, en de toren op jg ^2 h4 ? hl veel beter dan op fl voor een eventu- ,rl eelen aanval op den zwarten koningsvleu- . m06St 19" Pc6 : geschieden, doch gel. 9. Dg3 om Zwart tot de rochade uit ° daQ behouclt zwart het beste spel. te noodigen en zoo mogelijk Pf3 en PeS ' e6 — e5 ! was een zeer goede voortzetting. 20. f4 X e5
9. f7 f5| Nu deugt 20. Pc6: niet meer wegens
Deze zet belet e4, waardoor Wit tot 20 e4 ! doorbraak in het centrum zou kunnen 20. P c6 X e5 geraken. | 21. T f3 — fl P e5 X d3
22. D e2 X d3 T g8 — e8
23. p d4 — e2 T e8 — e4
24. P e2 — f4 L d7 — c6
25. T fl — f3 D c7 — e7 !
Zwart leidt tot den aanval zoo krachtig mogelijk.
26. T f3 — h3 L d6 X f4
27. e3 X f4 T a8 — e8
28. T al — fl T e4 — e2
29. T fl — f3
Langer tegenstand bood wel 29. Dd4f.
29. ... d5 — d4 !
30. Dd3Xd4f Kh8 —g8
31. T f3 — g3
Op 81. Tf2 wint Zwart aldus: 31.
Tf2 : 32. Df2 : l)e2, 33. I)e2 : Te2 : 34.
Td3 Tg2: enz.
Stand der partij na den 32sten zet van Wit.
i7«
31. . . . T e8 — d8 !
32. D d4 — b6
Wit heeft geen anderen zet.
32. . . . De7 — d7?
Nu zwart de vruchten kon plukken van zijn voortreffelijk spel, mist hij de juiste voortzetting. Op twee manieren kon hij de partij uitmaken. 1°. door 32. Td8 X d2, 33. Dc6 : Telf 34. Kh2 Tdl,.35. Tgö
Thlf 36. Kg3 Delf en 2°. door 32. Lg2 :f 33. Tg2 : Tg2 : 34. Kg2 :(34. Te3 l)h4 :+ 35. Kg2 : Td2 :f en wint) Td2:f
35. Kg3, Delf en wint. {Zie diagram).
33. Ld2 —e3 Dd7 — dlf
34. Klil — h2 Te2—el
35. L e3 — gl L c6 — e4??
l)e heer Loman verkeerde in groote tijdveilegenheid en overzag het volgende toren-offer van Wit. Na 35 id6 stond zwart altijd nog iets sterker dan wit.
36. Tg3 X g6f! h7 X g6
37. D c6 X g6f K g8 — h8
38. Dg6 h6f KhS — g8
39. Th3—g3f Ddl— g4 Een wanhoopszet
40. T g3 X g4f f5 x g4
41. Dh6— g5+ Kg8 -f7
42. Dg5 X d8 T el — e2
43. Dd8 — d7f K f7 — f8
44. L gl —-c5f Opgegeven. A. ft. O.