5e Jaargang. N°. 2. Februari 1897.
TIJDSCHBIFT
VAN DEN NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.
BESTUUR VAN DEN N. S.: Dr. A. VAN RHIJN, Voorzitter; H. ,J. DEN HERTOG, Onder-Voorzitter; W. H. M. DE VEER, Haarlemmerstraat 99, Amsterdam, Penningmeester; L. H.DEELMAN; Commissaris van Materieel; H. D. B. MEIJER, G-eldersche Kade 37, Amsterdam, Secretaris. REDACTIE: H. J. DEN HERTOG, Marnixkade 43, Amsterdam; Mr. J. D. TRESLING; L. N. DE JONG.
Van dit blad, dat omstreeks den loden van iedere maand gratis aan de Bondsleden wordt toegezonden, z(jn extra-nummers verkrijgbaar ii 20 cents en een geheele jaargang ii f 2.—, eveneens slechts voor Bondsleden. Als lid van den Bond betaalt men f 2.50 contributie. Nadere inlichtingen verschaft de Secretaris!
INHOUD: Bondszaken; Begrooting 1897; Problemen; Binnenland; Buitenland; Naar aanleiding van de return-match Lasker—Steinitz; Partijen van de return-match te Moskou; Verschillende partijen; Weer een Nationale schaakwedstrijd!
Bondszaken. Nieuwe Leden
J. H. van den Burg, Rotterdam.
A. Sonnenberg, 's-Gravenhage.
Mej. A. Koekebakker, Groningen.
A. Grave, Amsterdam.
G. C. A. Oskam, 's-Gravenhage.
P. C. J. Ammerlaan, Lierhand.

N. Visser, Leiden.
A. Hendriks, Didam.
Mej. Willemsen, Zutfen. Pierre Moonen, Venlo.
Ed. C. Houbolt, Zevenhoven.
F. A. van Seters, Vucht. „Vereenigd Amsterdamsch Schaakgenootschap", Amsterdam. Mevr. Wed. Barends, Groningen.
De bandjes zijn den 28sten Januari 1.1. aan allen, die een of meer stuks bestelden, verzonden. Nabestellingen kunnen niet uitgevoerd worden, daar er geen een meer voorhanden is.
Den nieuwen leden, die in Januari het Reglement van den Bond ontvingen, wordt verzocht, in Art. 8 door te halen de woorden „Reglement op het Schaakspel", ingevolge besluit van de Algemeene Vergadering van 12 Aug. 1894 vervallen. — De laatst verschenen ledenlijst is twee jaar oud en te onbetrouwbaar, om met eenige zekerheid geraadpleegd te worden. — Een nieuwe ledenlijst ware zeer gewenscht, maar de kas kan de uitgave van 't drukken niet dragen. —
Leden, die van woonplaats veranderd zijn, wordt dringend verzocht, daarvan ten spoedigste kennis te geven aan den Secretaris H. D. B. Meijer, Geldersche Kade 37, Amsterdam.

20
Kleine Wedstrijd te Delft.
Het blijkt, dat het houden van kleine wedstrijden op één dag zeer in den smaak van de Leden valt. Mochten er te Arnhem op i November 1896 30 deelnemers zijn, thans te Delft waren er 42. Gelukkig begreep men, dat er nu iets vlugger geschaakt moest worden, en liepen alle ronden dan ook op tijd af; alleen in de laatste ronde moest geloot worden om de prijzen, waartegen door niemand bezwaar werd gemaakt. •— De uitslag was:
ic Klasse.
ic Prijs: H. C. van der Meulen, 2" Prijs: J. J. Speel, 3" Prijs: H. Gouwentak, 4' Prijs: J. F. Malta.
2e Klasse.
ie Prijs: Jhr. H. Strick van Linschoten, 2° Prijs: J. J. A. de Koning, 3e Prijs: A. C. Splinter, 4° Prijs: A. Ie Comte.
3e Klasse.
1® Prijs: A. Kramer, 2" Prijs: F. B. Dijkman, 3" Prijs: P. C. Aalhuizen, 4" Prijs: G. C. A. Oskam ; terwijl de Heeren:
J. F. S. Esser, K. Süsholz, A. A. J. Ridderhof, W. Ridderhof, B. Leussen, R. van Dam, R. V. Bakker, A. J. Koevoets, H. F. J. Gtlppertz, A. B. Bauer, W. Verbeek, en Boomsma eveneens nog in het bezit van prijzen kwamen. —
Het was een goede gedachte van de Delftsche Schaakclub, gelijktijdig met den Kleinen Wedstrijd, een tombola-wedstrijd te houden, waardoor menigeen, die afgespeeld was, nog een kansje kon wagen. Nagenoeg alle loten werden dan ook verkocht. — Nog was door dezelfde schaakclub een bord met stel stukken als prijs beschikbaar gesteld voor het aankondigen van een mat in minstens drie zetten. Voor dezen prijs kwamen vijf personen in aanmerking, en wat het eigenaardigste was, allen behoorden tot de 3" klasse. Bij loting viel deze prijs ten deel aan den Heer J. F. Boekholt, Secretaris der Delftsche Schaakclub.
Mag deze wedstrijd weder als geslaagd beschouwd worden, zeer zeker is zulks te danken aan de welwillende medewerking der deelnemers, maar ook en vooral aan de goede zorgen van den ijverigen Secretaris der Delftsche Schaakclub. DE BONDSSECRETARIS.
Aan de Leden in het Buitenland.
Uwe contributie wordt gaarne ten spoedigste ingewacht, waarop onmiddellijk toezending der lidmaatschapsbewijzen en donateurs-kwitantiën zal volgen. — Voor hen, die nog geen contributie over 1890 zonden, zal met de toezending van het Tijdschrift worden gewacht, totdat het verschuldigde over 1896 en 1897 is ingekomen. (Zie Art. xi van het Reglement.) — Het blijkt noodig te releveeren, dat alleen bij verzending per postwissel of aangeteekenden brief reclame mogelijk is. DE BONDSPENNINGMEESTER.
Begrooting 1897.
O.. ONTVANGSTEN. - UI rcA«N.
Contributie1"3 19 ^ — Tijdschrift drukken (rVs vel per maand)
B _ AfHhTeekSCl,VIr1wi'/*'5°' " 850 ~ Tijdschrift verzënden(met schrijfloon adressen) ^
B. - 250 Afdeel,nSs. en Clubleden

lïei r*W H Ï - M» «— Wedstrijden ! ! | ' ' idem kleine Wedstrijden nc r» ui
Opbrengst Reglementen " I
B - » » Secretaris (met reis- en verblijfkosten)
__
| C. Van den Penningmeester t 5^ D - Inningskosten van de Afdeelingen ..." 25 — E. Van de Wedstrijden 5° —
Enveloppes voor het Tijdschrift, Drukwerk enz. " 45 — \ Saldo op nieuwe Rekening
Mededeeling van het Hoofdbestuur.
besio,end™ weds"iid in het jaar „ doen plaats hebben. Ook ,al vermoedelijk nu en dan het
Problemen.
Redacteur: L. N. DE JONG, te Oude-Wetering.
N.B. Verzoeke beleefd problemen, oplossingen en andere bijdragen, tot deze rubriek behoorende, aan den redacteur te adresseeren
No. 413. P. r. Blake, (2e Prijs „Brighton Society"')
No. 414. F. R. G-uest, te Birmingham(le Pr. „To-Day's Woman"tornooi.)

Mat in 2 zetten.
No. 415. B. G. Laws, te Londen.
Mat in 2 zetten.
No 416 Dr A. W. G-alitzky, („La Strategie".)
Mat in 2 zetten.
No. 417. Z. Mach, te Boleslay („Zlata Praha".)
Mat in 3 zetten.
No 418. St Zimmerman, te Boleslav („Zlata Praha".)
Mat in 3 zetten.
Mat in 3 zetten.
No. 419. L. N. de Jong, te Oude-Wetering (,Bahn Frei".)

Mat in 3 zetten
2 9
No. 420 Dr. J. Dobrusky („Ceské Listy Sachové".)
Mat in 4 zetten.
Oplossingen der December-problemen.
389. i. Pe6 enz.; 390. i. Kb2 enz.;391. i. c6 enz.;392. Twee oplossingen : x. Te5 (auteurs) en Tdsf. 393. (met witte pion opg2)i Peóenz.; 394. i. Dh8, onversch.; 2. Dh5:(f) enz.; 395. Drie oplossingen : i. Pc8(auteurs), Tbs: en Te4f. 396. i-Td4 Kfs; 2. Lg4t enz.; i.—, Pes of es; 2. Pli3f enz.; 1.—•, anders; 2. Pf3"f enz.; 397. Twee oplossingen: 1. U4 (auteurs) en Pfj. 398. 1. Lfs, gfs :; 2. góf, Kh8; 3. Les enz.; 1.—, Kh8; 2. Lg6: of Les enz-J I-~> pf5--; 2 - efs gfs :; 3. g6| enz.; 1.—•,—; 2.—, Kh8; 3. Lesf enz.; 1.—, P anders; 2. Lg6 Kh8; 3. Lesf enz. 399. 1. Dh2, 34; 2. Pf2, Kb2:; 3. Pd3ff enz.; 1.—; 2.—, Lf2:; 3. Df2 : enz.; 1.—,—; 2.—, anders; 3. Pdi-j- enz.; 1.—, Pg2; 2. Dg2:, Lf2 ; 3. Df2 : enz. of eerder mat. 400. 1. Pe6, Kds:; 2. Pfd4f, Kd6; 3. Dgs enz.; 1.—,—2.—, Ke4; 3. Dbs enz.; 1.—, Kf6; 2. Dh7, Kes; 3. Pe3 enz.; 1.—•, Ke4; 2. Pfd4, Kd3; 3. De2| enz. of eerder mat.
Probleem-oplossingswedstrijd
Voigre score.
Joh. N. M. v. d. Elft .36
Okkinga
De heer J. Reyalt heeft dus den prijs.
Nieuw uitgeschreven Probleemwedstrijden. Ter aanvulling van ons bericht omtrent den wedstrijd der „Tdgluhe Rundschau" kan nog dienen, dat Prof. A. Bayersdorfer te Münc.hen de vierzettige en F. Dubbe te Rostock de twee- en driezettige problemen zal beoordeelen. Beiden zijn erkende componisten, die reeds lang hun sporen verdiend hebben.

3°
Het „Ncue Illustrirte Blatt schrijft een tornooi uit voor driezetten rnet drie prijzen en dan nog een bijzonderen prijs voor de beste bewerking van het volgende thema: „Een driezet te componeeren, waarin in twee der varianten telkens een frontmat met de dame voorkomt, terwijl de zwarte koning den eersten keer op wit, de tweede maal op zwart wordt matgezet. Twee witte paarden moeten telkens den zwarten koning 4 velden afsnijden."— Ter verduidelijking worde hierbij gevoegd, dat onder een frontmat wordt verstaan een stelling, waarbij de dame mat geeft als toren. Gevraagd wordt een latijnsch motto (!) He problemen moeten op diagrammen worden geschreven met volledige oplossingen en een verzegeld couvert met den naam en de woonplaats van den afzender. Inzendingen tot 31 Mei a.s. aan: „die Redaktion des Neuen Illustrirten Blattes in Britnn.'' De jury wordt gevormd door de heeren Prof. J. Berger te Graz en Dr. J. Dobrusky te Praag. Uitspraak in den loop der maand Augustus.
Correspondentie.
A. P. te W. Het spijt mij, niet aan Uw verzoek te kunnen voldoen, maar de plaatsruimte laat zulks niet toe. Bovendien is Uwe bewerking al te eenvoudig. Eerstdaags hoop ik U te schrijven. P. te L. De met * geteekende problemen behooren tot den wedstrijd in compositie. De vierzet is voor plaatsing niet geschikt. De gedwongen looperzetten van zwart, om de oplossing tot vier zetten te rekken, terwijl verdere varianten alle in 3 zetten afloopen, toonen duidelijk, dat U niet een vierzet maar een driezet moest construeeren. K.. te IV. De stand van den tweezet met witten koning op f7 is mij niet duidelijk. Gelieve dezen nog eens op te geven. A. v. E. te D. Gevallen van „Original und Nachbilding" zijn alleen dan der vermelding waardig, als beide problemen als compositie waarde bezitten. Aan alle componisten en oplossers. Het is ons gebleken, dat Art. IV der bepalingen voor den wedstrijd in Probleemcompositie (bladz. 3 van dezen jaargang) eenige toelichting behoeft. De bedoeling toch is niet, dat eerst door den redacteur de correctheid van oplossing wordt vastgesteld, alvorens tot publicatie wordt overgegaan. Bedoeld wordt alleen, dat hij beoordeelt, welke problemen naar hunne constructie in ons tijdschrift kunnen opgenomen worden zonder de waarde van onze rubriek te verminderen. Zooveel mogelijk zal hij natuurlijk incorrecte problemen weren. Alle oplossingen worden vermeld, die binnen een ?naand na ontvangst van het tijdschriftnummer mij zijn toegezonden.
binnenland
ROTTERDAM. — De Secretaris der „Nieuwe Rotterdamsche Schaakvereeniging" schrijft ons:
Op 29 December 1896 gaf de Heer J. J. R. Moquette op uitnoodiging onzer vereeniging een simultaanséance. Hij speelde 14 partijen, waarvan hij er 12 won en 2 verloor.

31
De uitslag van onzen notatiewedstrijd in 2 klassen is als volgt: ie prijs, ie klasse: de Heer B. Boomsma. 2e „ ie „ „ J. A. Hoezoo. ie ,, 2e „ „ „ J. C. Wagner. 2e „ 2e „ „ „ M. Noordhoff.
Den 3den Februari 11. is de onderlinge wedstrijd van het „Rotterdamsch Schaakgenootschap" aangevangen. Er zijn 20 deelnemers, verdeeld als volgt: ie klasse zes en 2e klasse veertien deelnemers, die gesplitst zijn in afdeelingen A en B, elk van 7 spelers.
WINSCHOTEN. — De match Tresling-Benima werd door Mr. Tresling gewonnen met 9 tegen 2, bij 2 remise. Een der partijen vinden onze lezers in dit nummer. De volgende maand zal er nog een worden gepubliceerd.
HILVERSUM. —• Na sluiting der redactie van de Januari-aflevering ontvingen wij een schrijven van den Heer de Man, waarin deze ons mededeelt, dat de Heer Felix in den huishoudelijken wedstrijd tegen den Heer van Gelder niet won, maar verloor. (Zie de tabel op blz. 12 van dezen jaargang.) De „Stichkampf": Felix-Franse werd door laatstgenoemde gewonnen. De volgende korte partij werd in den wedstrijd—- ie klasse van het „Hilversumsch Schaakgenootschap" gespeeld:
No. 384. Wit: J. H. Peet, Hilversum.
Zwart: C. Oudejans, Bussum. Muzio-gambiet.
1e4 e5 6. Df3: D f6 11. Teif Kf8
2f4 ef4: 7. es Des: 12. D e4 Kg8
3- Pf3 g5 8. Khi Lg7 13. D e8f L f8
4- LC4 g4 9. d3 Ph6 14. Lh6:
5- 0 0 gf3: IO - Lf4: D f6 Zwart geeft de partij op.
AMSTERDAM. In den driekamp Jhr. A. E. v. Foreest — D. Bleykmans
W. B. H. Meiners is de gouden medaille, uitgeloofd door „Vreemdelingenverkeer" te Groningen, door van Foreest gewonnen. — Uitflag van den wedstrijd 2e klasse der „Amsterdamsche Schaakclub":
I. Reyne (6 — 224.) V. Schotel (3 — 60)
II. Haje... (6 — 208.) VI. Tersteeg (2 — 49)
III. de Rapper (4V2 —121.) VII. Lohmann . (2 — 30)
IV. de Veer (3 — 67) VIII. Hermann (1V2 — 25)
N.B. "Van de achter de namen geplaatste getallen duidt het eerste het aantal punten volgens het gewone systeem aan, en het tweede de score volgens het stelsel Sonneborn—Berger.
ARNHEM. — Tusschen deSchaakclub „Van Lennep", alhier, en de Rotterdamsche Schaakclub „Prudentia" is eene correspondentiepartij loopende, waarin tot dusver de volgende zetten zijn geschied: „Prudentia". „Van Lennep".
1. d4 ds
2. e4 e6
3- e5 g6
4- c3 c5
ZUTFEN. — Mevr. de Wed. Dr. L. T. A. Muller-Thijm is erin geslaagd, te dezer stede een dames-schaakgezelschap op te richten onder de zinspreuk „Door oefening vooruit". Wij vernemen, dat de club uit io leden bestaat, welke wekelijks bij genoemde dame aan huis vergaderen, en zich met ijver op de studie van het schaakspel toeleggen. Onze beste wenschen voor den bloei dezer jeugdige vereeniging en eene welgemeende felicitatie aan Mevr. Muller-Thijm met dit eerste succes!

Buitenland.
SOERABAIA. — Van den Heer M. F. Onnen ontvingen wij de volgende uitvoerige mededeelingen, die wij onder dankbetuiging voor de welwillende toezending publiceeren:
„Op Zaterdag 17 October 11. heeft de Heer F. C. E. Bousquet, de nestor der Nederlandsch-Indische schaakspelers, in de groote zaal van de Societeit Concordia alhier, eene simultaanséance gegeven, die, al namen daaraan slechts 9 liefhebbers deel, geslaagd mag heeten. Binnen 2V2 uur won hij 6 spellen en verloor de 3 overige. Dit was, voor zoover menschenheugenis reikt, de eerste séance van dien aard te Soerabaia, ja, misschien in heel Indie, en wellicht was het hieraan toe te schrijven, dat zich uit het talrijk opgekomen publiek, waaronder verscheidene liefhebbers, niet meer deelnemers aanmeldden en zelfs eene door den simultaanspeler met dat doel tot de omstanders gerichte uitdaging zonder gevolg bleef. Vermoedelijk was het hun te vreemd, althans sommigen was het op hun gezicht te lezen, dat zij de kat eerst uit den boom wilden kijken. Mogelijk ook werd menigeen weerhouden door de drukkende atmosfeer, die zich beter leende tot een ambulant zitje in den tuin, waar dien avond muziekuitvoering was. Hoe dit zij, de simultaan speler kan met voldoening op dezen avond terugzien; de uitslag is niet slecht te noemen, vooral omdat het hem in geenen deele gemakkelijk werd gemaakt. Immers, dien avond was het nog niet bekend, dat onder de aanzittende heeren drie schaakspelers waren, die in het concours, dat den volgenden dag — Zondag 18 October — aanving, prijzen zouden winnen. Dit concours was door bovengenoemde societeit uitgeschreven in vereeniging met de jaarliiksche biljart-, ombre-, en kegelconcoursen, en wel als gevolg van den aandrang, uitgeoefend door een aantal schaakliefhebbers.

33
Toen het bestuur er eenmaal van overtuigd was, dat een schaakconcours kans van slagen zou hebben, aarzelde het niet, de koe bij de horens te vatten en door op onbekrompen wijze prijzen uit te loven, het zijne bij te dragen tot opwekking der deelname. En ziet, het resultaat was niet twijfelachtig Gedurende 5 avonden (18, 22, 25, 27 en 29 October) hebben de deelnemers, 9 in getal, met ijver en ambitie gespeeld, elkander de prijzen vinnig betwist en daardoor aangetoond, dat ook in deze plaats genoeg animo bestaat voor een concours als dit. Ziehier den uitslag van den wedstrijd, alsmede de namen der deelnemers.
x. Assé 4
2. Gonsalves 5
3. von Faber 4
4. Guyt 1
5. v. Ledden Hulsebos V2
6. Gallas 2V2
7. Overduijn 6
g. Tritsch 6
9. Winter 7
I. Winter; II. Tritsch, na „Stichkampf " met: III. Overduijn; IV. Gonsalves. De Heer Guyt was door omstandigheden verhinderd, het concours te beëindigen; vijf zijner partijen zijn niet gespeeld.
Deze wedstrijd, voor zoover mij bekend, de eerste van dien aard te Soerabaia, en de simultaanséance van den Heer Bousquet hebben de liefhebberij in korten tijd dermate opgewekt, dat op 18 November de Soerabaiasche Schaakclub kon worden opgericht met 14 Leden, waarvan er helaas spoedig een — de Heer Tritsch — overleed. De oprichters kozen de Heeren Bousquet tot President en Z. Winter tot Secretaris-Penningmeester. Gaarne laat ik het aan den laatste over, U nadere berichten te zenden omtrent de verrichtingen dezer vereeniging; slechts moet ik U nog meedeelen, dat er onder de Leden eene neiging is te bespeuren om toe te treden tot den N. Schaakbond, hetzij als afdeeling, hetzij als buitengegewoon Lid, en dat de bijeenkomsten worden gehouden in de Societeit Concordia, eiken Woensdagavond ten 9 ure.
Wij meenen bij onze verdere pogingen tot opwekking der liefhebberij voor het edele spel te mogen rekenen op de welbekende voortvarendheid Uwer Redactie, waar het geldt, de beoefening van het Schaakspel te bevorderen en te ondersteunen, en zullen van onzen kant niet nalaten, U van belangrijke gebeurtenissen op" de hoogte te houden."
In een onzer volgende nummers verschijnt eene partij Onnen-Bousquet.
MOSKOU. — In de groote return-match werd op 11 en 13 Januari 1.1. de i7de en laatste partij gespeeld, een Geweigerd Damegambiet, dat op den 6osten zet door Steinitz (Wit) werd geabandonneerd. Lasker won dus de match met 10 tegen 2, bij 5 remise-partijen. Zie verder de beschouwingen van onzen redacteur Tresling in deze aflevering. *
34
WEENEN. —• De match Janowski-Schlechter is als onbeslist afgebroken, bij den stand: J. 2, S. 2, Rem. 3. Van een match Janowski-Englisch is niets gekomen. Van 14 November tot 31 December 1896 had in de Nieuwe Weener Schaakclub een meestertornooi plaats, waaraan 8 Weener spelers deelnamen. Den isten prijs (25° Kronen) behaalde G. Marco, met 9V2 van de 14 te verkrijgen punten, den tweeden (200 Kronen) Dr. A. Kaufmann, met 8 punten, den derden (150 Kronen) Hugo Fahndrich, met 71/9 punt. Verder behaalden Adolf Albin en Adolf Zinkl ieder 7, Max Judd en Adolf Schwarz ieder 61/2 en Albert Mandelbaum 4 punten. In dit tornooi werd o. a. de volgende partij gespeeld:
No. 385.

Weenen, 5 December 1896. Wit: A. Zinkl.
Zwart: G. Marco.
Ilerlijnsche party.
!• e4 es 8. h3b) L f3: 15. cd3 : P es
2. L C4 P f6 9. D f3 : P db4 16. D e2 P bd3:!
3- ^3 ds 10. D g4°) o—o 17. L d3 : Pd3:!
4. eds: Pds: 11. f5 D d4d) 18. D d3: T ad8
5. D e2 P c6 12. Pa3 64! 19. D e2 Dd4
6. f4 L C5 13. L d2 D f2f 20. P C2 D b2:
7. P f311) L g4 14. Kdi ed3 : 21. D C4 ") L e3
Wit abandonneert.
a) Indien Wit fe5: speelt, rocheert Zwart eenvoudig en wint na eenige zetten bij superieure stelling den pion terug.
b) Beter: 8. L d5: en 9. P C3.
c) 10. P a3, dan 10—, P d4 11. Db7:, o—o en Zwart zal wel winnen.
d) Veel sterker dan 11—, P C2 : f.
") Ook 21. T ei vermag de partij niet te redden.
RIGA. — Hier ter stede overleed den i2den December 1896 op 53jarigen leeftijd de bekende Baltische schaakmeester Andreas Ascharin, die niet alleen op de 64 velden, maar ook als schaakschrijver — wij herinneren aan zijn humoristische schetsen — zich naam heeft gemaakt. Hij was laatstelijk werkzaam als leeraar in Hoogduitsche taal en letterkunde aan het Alexander- en Lomonossoff-gymnasium alhier. De bloei van Riga's schaakleven is hoofdzakelijk aan hem te danken. Hij ruste in vrede !
Hier volgt een proeve van Ascharin's talent als voorgift-speler. No. 386. Jaren geleden te St. Petersburg gespeeld. Wit: A. Ascharin (zonder Pbi). Zwart: Amateur.
Fransche Partij.
i- e4 e6
2. d4 P e7
5. C3 Des: 9. L d2 e5
6. L e3 Dc7 10. f5 P f4
3. Ld3 C5 7- f4 P g6 11. Lf4: ef4:
4. des : Dast
8. P h3 Les 12. Dg4 Des
i3- Pf4: Le3

.35
17. T f5 ! De6") 21. Pe7f Kh8
14. Pd5 Lhó 18. Dh4 L g7 b) 22 fg7: ±
*5- 0 0 0—0
19. T h5 ! ghs: l6 - f6 g6 20. Dg5 Dg4
a) Beter is 17—, d6, maar ook dan krijgt Wit een heel goed spel: 17—, dó 18. Dh4, Le3t! 19. Pe3:, Lf5 : 20. Pf5 Pd7 21. Pe7t, gevolgd door Tfi.
b) Zwart heeft geen beteren zet!
BERLIJN. — De schaakclub „Centrum" hier ter stede heeft een meestertornooi georganiseerd, waaraan 7 spelers deelnemen. Op 24 Januari 11. was de stand:
Deelnemers: Gespeeld: Gewonne?i C. von Bardeleben
C. A. Walbrodt
Hier volgt een partij uit dezen wedstrijd.
No387 - Berlijn, 20 Januari 1897. Wit: Heinrichsen Zwart: Walbrodt Evansgainbiet.
*• e4 e5 10. P g5 h6b) 19. Lhó: dó
2 - P f 3 Pcó II. Pf 7 : T f 7 : 20. T f 3 ! f 4 •)
3. LC4 Les 12. Lf7:f Kf7_- 21. Pd2f) ds
4- b4 Lb4: 13. Ddsf P eó 22. Tafi Ld7
5. C3 Las i 4 . f 4 Lbóf 23. Dg 4 f K f7')
6. o—o Pf6a) 15. Khi Pe7 24. T f4:| P f4 • l 'l4 °-° l6" Df3') g6
25. Dg7t, en mat op e5 •• P e4 • 17. f5! ') gf5 : den volgenden zet.
9. Lds Pes 18. Dh?+ K 28 Stand der partij na den 16deirzet van Zwart.
36
a) l)e meeste autoriteiten stellen meer vertrouwen in 6—, dó.
b) Beter: 10—, De7-
c) De onderhavige variant wordt hier in het Leerboek van v. Bardeleben en Mieses afgebroken met de opmerking : „De aanval van Wit moet tot winst leiden . De waarheid van deze bewering wordt door Heinrichsen in het vervolg der partij onomstootelijk bewezen.
d) De sterkste voortzetting van den aanval. Zie diagram.
e) De eenige zet!
f) Thans dreigt 22. Pe4.
K) 23—, KI17, dan 24. TI13 en wint.
ENGELAND. — In het „Counties and Craigside Tournament" te Llandudno, dat den 4dcn Januari 1.1. een aanvang nam, werd de iste prijs gewonnen door G. E. H. Bellingham, een 22 jarig amateur uit Dudley (Worcestershire), wiens succes de gansche schaakwereld van Midden-Engeland met rechtmatigen trots heeft vervuld. Zijne overwinning is vooral hierom merkwaardig, dat zich onder de deelnemers ook Amos Burn van Liverpool bevond, een meester van internationale beroemdheid.
Dit is de volledige uitslag van den wedstrijd: (Ieder had 8 partijen te spelen.)
G. E. H. Bellingham—Dudley: 7 punten, (ie prijs: £ 10 en „Challenge Cup".)
Amos Burn—Liverpool: 6V2 i> (2e » £ 7)
C. H. Sherrard—Stourbridge: 5 „ (3e „ £5)
W. H. Gunston—Cambridge: 4 „ j (4e prijs :£ 3, gedeeld.)
E. Macdonald—Hereford 4 „ '
E. Jones—Bateman—Londen: 3 „
E. O. Jones—Londen : 2 1 '•> „
Ds. J. Owen—Liverpool: 2 „
Ds. A.B.Skipworth—Horncastle 1 „
A. Rutherford trok zich tijdens het tornooi terug.
In dezen wedstrijd kwam het volgende mooie eindspel voor: Rutherford (Zwart.)
22. I) e3 fe4:
23- P g5 h5
24. e6 L e8
25- P f7t K S7
26. Ths:! T f7:
27. D hóf K f6
28. Tfsf! K f5:
29. D f4ih

Bellingham (Wit)
En het volgende leuke partijtje: No. 388. Wit: Burn. Zwart Sherrard. SlMitnsche Partij.
1. e4 e5
7. Dd4: D e7
13. De3*. P e3:
2. P f3 P c6 8. L g5 c6 14. fg7: T g8
3. L b5 P f6 9. o—o—o! a6 15. L f6 d5
4. P C3 L C5

10. f4 P eg4 16. Thei, en Zwart
5. Pe5: P e5 : 11. e5 h6 geeft de partij op.
6. d4 Ld4: t2. ef6: D e3f Een match Bellingham—Burn is eerstdaags te verwachten.
In het wintertornooi der „City of London Chess Club" zijn als winners der 4 hoofdgroepen uitgekomen :
Groep I E. O. Jones (7 Va van de 9 partijen.)
Groep II G. A. Hooke (6V2 van de 8 partijen.)
Groep III N. W. van Lennep (9 "2 van de 10 partijen.)
Groep IV Lawrence en Serraillier (7 van de 9 partijen.)
De beide laatste spelers hebben nog te kampen en dan spelen de vier winners om het kampioenschap der club.
In de „British Chess Club" werd een wedstrijd gehouden, om te beslissen, wie in de kabelmatch met Amerika in de Engelsche „team" zullen meespelen. De uitslag was: Cole 4V2, Jacobs 4"9, Ward—Higgs4, Trenchard 4, Blake 3V2, Mitchell 3, Physick 21/5, Heppell t. De beide laatstgenoemden hebben niet al hun partijen gespeeld.
Deze kabelmatch had op 12 en 13 Februari 1!. plaats en werd met 5V2 tegen 4V2 door Engeland gewonnen. Een uitvoerig verslag van de hand van ons Eerelid Van Lennep moet, jammer genoeg, tot de volgende maand blijven liggen.
Naar aanleiding van de return-match Lasker—Steinitz.
Het was in 1887, dat Blackburne in een match Zukertort met 5—1—8 beslissend overwon. Hier en daar keek de schaakwereld van dit feit verbluft op, en men vroeg zich af, of Zukertort zooveel minder was geworden sinds 1881, toen hij Blackburne met 7—2—5 klopte, of Blackburne zooveel sterker. Eigenlijk kon op die vragen niet meer geantwoord worden, want Zukertort, de groote schaakgeweldige Zukertort bedoel ik, was in 1887 reeds geruimen tijd dood, en toen het zou aangaan op een matchen met Blackburne, bestond nog alleen de schaduw van zijn schaakgenie en deze was niet voldoende om den Brit met succes te kunt nen weerstaan.

3»
Een dergelijken hopeloozen strijd hebben we nu Steinitz zien uitvechten tegen Lasker: een streven naar het onbereikbare.
Waar we nu den Zukertort van 1887 vergeefs zien opwerken tegen Blackburne, den Steinitz van 1896 tegen Lasker, hebben we wel het recht te vragen: waarom deze stervende leeuwen in ongelijken strijd de restanten te doen toonen van krachten, die eens de meest algemeene bewondering afdwongen; waarom vooral Steinitz nog eens tegenover Lasker te plaatsen, waar het voor elkeen duidelijk moest zijn, niet alleen, hoe een dergelijke strijd zou uitvallen, maar ook dat Steinitz zijn vroegere reuzenkracht had verloren en onmogelijk meer kon presteeren, wat hij in zijn beste jaren vermocht?
Slechts om twee redenen m. i. zal de schaakwereld met gerechtvaardigde belangstelling kunnen zien naar de resultaten van een schaakmatch. Ten eerste : men is in spanning omtrent den uitslag van den strijd ; de vraag, wie wereldkampioen of kampioen van een land is, houdt de schakers — ik bedoel de tot oordeel bevoegden — verdeeld en de overtuiging, dat alleen het allerbeste van den eenen strijder het allerbeste van den ander zal kunnen overwinnen, veroorzaakt een volkomen gerechtvaardigde belangstelling. Ten tweede kan het verlangen om groot gespeelde partijen te zien het arrangeeren van een match motiveeren.
Nu, om de eerste reden verdiende de match te Moskou de belangstelling van de schaakwereld stellig niet. Om de match te winnen, behoefde Lasker zijn uiterste best niet te doen. Zoowel de uitslag, dat hij wint met een voorsprong van acht partijen, als de in de match gespeelde partijen zelf bewijzen dit ten volle. En wat nu de tweede reden aangaat: ongetwijfeld zullen steeds partijen van beide coryphaeën interessant zijn, ook die van Steinitz. Maar zouden de partijen van een Pillsbury, een Tschigorin, of een Tarrasch tegen Lasker niet minstens even interessant zijn ? Deze spelers bezitten nog volledig de kracht, waardoor zij beroemd zijn geworden. En Steinitz ? Waar wij voor ons hebben de meesterstukken van dezen laatstgenoemde uit de jaren 1873 en 1876 en wij met de grootste bewondering vervuld worden voor de diepte, de enorme stijlbreedte van dat spel, in verband met de zekerheid, waarmee in die partijen de helderste gedachten worden ten uitvoer gelegd, daar zal bij vergelijking met zijn tegenwoordig spel het voor elkeen duidelijk zijn, dat Steinitz' partijen van nu niet zijn de partijen van toen; dat ten deele de genoemde hoedanigheden van zijn spel zijn afgestompt; dat hij in het behandelen der openingen de verzenen slaat tegen de prikkels en dat wij daarom zijn tegenwoordig spel niet meer kunnen bewonderen als het vroegere. Zeker, de oorspronkelijkheid, de geestigheid van zijn spel zijn nog buitengewoon, maar er bestaat bij den tegenwoordigen Steinitz een wanverhouding tusschen wil en macht, die bij den vroegeren niet bestond. Hij wil nog steeds de diepste schaakgedachten ten uitvoer brengen, dieper en genialer dan zelfs die van Lasker, maar hem ontbreekt de macht, het gedurende de gansche partij heerschend vermogen om die gedachten te realiseeren.
Lasker daarentegen staat in den bloei van zijn jaren. Vergeleken met de historische voorbeelden Zukertort, Tschigorin, Steinitz, Paulsen, e. a., die allen eerst omstreeks hun 40° jaar in het bezit van hun grootste schaakkracht waren,
39
is ook van hem te verwachten, dat hij zich zal bewegen in vooruitgaande richting, dat zijn spel nog steeds meer zal toenemen in correctheid en in gezondheid van ontwerpen. Zijn spel is resultaat van bizonder gezond denken en voelen. Diep gevoeld ziet hij door de gansche partij heen den draad, waarlangs voortwerkende hij zich altijd het minstens gelijke spel verschaft en hij verstaat het, de meest onschijnbare afwijking van het beste spel door zijn tegenspeler, op te merken en er gebruik van te maken.
^ as bij dit verschil van individualiteit der spelers en der hiermee saamgaande individualiteit van hun spel de uitslag van een match reeds te voren vaststaande; was het te verwachten, dat de belangrijkheid der matchpartijen in 't geheel niet zou overeenstemmen met de naamgrootte der spelers, dan mag men wel vragen, of de duizenden roebels, voor deze match bestemd, niet beter besteed hadden kunnen worden aan een match tusschen Lasker en een der andere coryphaeen, die, niet behept met Steinitz zucht om incorrect te openen, en met jeugdiger kracht en vuur toegerust, Lasker heel wat meer te doen zouden hebben gegeven.
Was het evenwel de edele bedoeling der Russen, Steinitz financieel te bevoordeelen, waarom dan niet een paar duizend roebels bijgedragen tot het Steinitzfonds, in plaats van hem naar een doel te doen jagen, 't welk hij niet meer kan bereiken!
De Moskouers hebben zich teleurgesteld gevoeld over het verloop van de match. Nu, geen wonder! Nu eens was het Steinitz, dan Lasker, die wegens ziekte niet kon spelen. En dan nog werkten zeer vele der partijen ontgoochelend, voornamelijk door Steinitz hardnekkig vasthouden aan theoretisch veroordeelde openingen.
Laat ons hopen, in het vervolg Steinitz dikwijls nog te ontmoeten in zijn analvseerende kracht, of ook als simultaanspeler (dit strookt niet met aller wensch !), desnoods nog een enkelen keer als tornooispeler, maar moge het overigens voor t laatst zijn geweest, dat wij hem hebben werkzaam gezien op 't veld der onbereikbaarheden.
Voor het ideale, het groote in de namen van schaakheroön als Zukertort en Steinitz ware het zeker beter, dat hun schakersloopbaan was afgesneden op het oogenblik van hun grootste schaakkracht, zooals het met Morphy gebeurde : „O stlsses Verderben ! o blühendes Sterben !
Berauschter Triumphtod zu Babyion !" Het is schooner te Babyion te sterven, dan op St. Helena.

J. D. T.
Thans een paar weken nadat bovenstaand artikel geschreven werd — moeten wij 'hier de diep treurige mededeeling laten volgen, dat de arme Steinitz, lijdende aan vlagen van waanzin, naar de Morosoff-kliniek te Moskou is vervoerd. T>P(I
4°
Partijen van de return-match te Moskou.
No. 389. 11de Matchpartij, gespeeld 17 December 1896. Wit: Steinitz. Zwart: Lasker.
Geweigerd Damegambiet.

1. d4 d5
2. 04 e6
3. P 03 Pf6
4. L g5 L e7
23. Tc8: Tc8: 45. KCI3: P 05!
24. T ci D b6
46. Ke2 fg3:
25. Tc8:f I, c8: 47. hg3: P a4:
26. D d2 I, I37
5. e3 o o 27. Kfi P f8
48. P e5: P C3+
49. Kf3 Pb5:
6. D b3 dc4: 28. D b4 Db4: 50. Kg4 Ke6
7. LC4: 05
29. P b4: Kf7d) 51. Pc6 Kf6
8. dc5 : P bd7 ") 30. Pfd3 P e6
9. c6 bc6:b) 31. Ke2 Ke7
52. Kh5 a6
53. g4h) P d6
10. P f3 P ds 32. Kd2 Kd6 54. P b8 a5
ri. L e7: D e7: 33- Kc3 85'') 55- p d7t Ke7
12. o—o T b8 34. P C2 L a6
13. Dc2 D b4
14. P di L b7
35. b4 L b5
36. P a3 L e8
56. P 05 P f7
57. P a4 Ke6
58. P C5f Kd5
15. Pei Tfd8 37. Pc2 Lhs!0 59- P M Kes
16. Pd3 Dd6 38. 34 f5
17. f3 P7b6!c) 39. b5 f4
60. P C3 P d6!
61. Pa4') P e4
18. Ld5: cd5: 40. e4s) de4: 62. P b6 Kf4
19. b3 es 41. fe4: L g6
63. P dst Kg3
20. P if2 Tbc8 42. Pa3! Le4: 04 P b6 Kf3
21. Db2 f6
22. Tfci P d7
43. Pc4f Ke7 Wit geeft de partij op.j)
44. g3 L d3:
a) Lasker ziet thans af van de totdusver aangewende voortzetting: Dd8—35X05. Zwart krijgt nu het best ontwikkelde spel; de pionnenstelling echter wordt wat minder gunstig.
b) Op 9—PC5 zou 10. cb7: volgen.
c) Met de dreiging: Pe3:, gevolgd door PC4: en Dd3: Wit is tot den afruil gedwongen, en helpt Zwart "s pionnenstelling daardoor verbeteren.
a) Er volgt nu een ongemeen interessant eindspel, waarin Lasker zich van zijn beste zijde toont.
e) Zwart heeft nu op den Damevleugel niets meer te vreezen, en kan dus onverwijld met den aanval op den Koningsvleugel beginnen.
f) Op geniale wijze heeft Zwart nu de verdedigingscombinatie g3, gevolgcf door f4, verhinderd.
s) De eenige zet! 40. ef4:, gf4: kan voor Wit niets opleveren en 40. Kd2,fe3:f gaat evenmin.
h) 53. Kh6, dan Pd6 54. KI17:, Pe4 55. g4, Pf2 enz. ') 61. Kgs:, dan Pe4f en pion a5 is op den duur niet meer tegen te houden.
>) 65. Pa4, dan Kf4 66. Pb6, Pf6t 67. Kh6, Kg4: enz.
4 T
No. 390. 12de Matchpartij, gespeeld 23 December 189G. Wit: Lasker. Zwart: Steinitz.
Spaansche Partij.
1. e4 es n. 03°) Pf6
2. P f3 P c6

12. P bd2 L 05
3. L bs a6 13. b4 L 37
4. L a.4a) d6
14. 34J) l>5
21. T fi P 04
22. L ci P ei
23. L g5h) P ds !!')
24. Ld8: P f4f
5. d4 L d7 15. Ke2e) L b6 25. Kdi Td7f
6. L b3 L e7
16. ab5: ab5: 26. Kc2 P e3f
7. des :b) de5 : 17. Pei Tf8! 27. Kb2 Pfr:
8. Dd5 L e6
18. f3 Tf7
28. L g5 P e3
9. Dd8:f T d8: 19. Pb3?f) Pe4: 29. I, f4: ef4:
to. Le6: fe6: 20. L b2g) P d6
30. T ci e5 Wit geeft de partij op. J)
Stand der partij na den 23sten zet van Wit.
a) Er is moeilijk een verklaring voor te vinden, waarom Lasker hier niet weer 4. Lc6:, dc6: 5. P C3 speelt. In de iode partij moet deze voortzetting hem toch nog al bevallen zijn.
b) Dit blijkt niet goed te zijn. Zwart krijgt wel een geïsoleerden dubbel-pion, doch vindt een ruime vergoeding in open lijnen voor de Torens en een in't algemeen goed ontwikkeld spel. °) P c6 — b4 of —• d4 moet verhinderd worden.
d) Dreigt: b4 —• bs. Wit maakt de a-lijn nu open, doch zijn onvoldoende ontwikkeling belet hem, van dit voordeel partij te trekken.
e) Incorrect zou hier zijn: 15. ab5 :, abs :, 16. P es :, wegens 16 —, Lf2:f-i7. K f2 :, P es: De koningszet verraadt Wit's plan, om deze combinatie op den volgenden zet te beproeven, doch Zwart verhindert het.
') Zulk een fout overkomt Lasker niet dikwijls. De zet kost een pion en de partij. In aanmerking kwam 19. P C2, benevens 20. P fi, of ook 19. P d3, gevolgd door 20. P 05.
*) Waarom het Paard niet genomen kan worden, behoeft geen verklaring.

h) Iets beter ware 23. L d2, doch ook dan komt Zwart met P ds in 't voordeel; P d2: wint in elk geval op zijn minst een tweeden pion.
') Mooi en beslissend! Zie diagram.
') De partij is voor Wit wel niet direct verloren, doch op den duur staat hij toch onmachtig tegenover Zwart's uitmuntend geposteerde stukken en zijn sterkere positie op den Koningsvleugel. Op het eerste gezicht echter gelooft men toch niet, dat Wit reeds op dit moment opgaf. Mason („British Chess Magazine") laat zich niets wijs maken: „Play was doubtless carried further". (Wordt vervolgd)
Verschillende partijen.
No. 391. 1ste Matchpartij, gespeeld te Winschoten, den 19den September 1896. Wit: L. Benima.
Giuoco Piano.
Zwart: J. D. Tresling.
1. e2 — e4 e7 — e5 13. Kgl —hl f7 — f5
2. Pgl—f3 Pb8 —c6 14. Lh6 g5 D e7 — e8
3. L fl — c4 L f8 — c5 15. a2 — a4 !
4. d2 — d3 P g8 — f6 Wit, die een aanvf] op zijn Koningsg Xj cl e3 L c5 b6 vleugel ziet aankomen, begint nu op Zwart's „ „ 0 ,- Damevleugel in te werken.
D. cz — có d7 — db
7. Pbl-d2 0-0 ifi'V'k o rufi _a 7 16. Lg5 —e3 Lb6 —a7
Het beste, want er dreigde 17. Lb6 : Beter is 0—0; de tekstzet moet op den c|jg . jg pc^ duur het witte centrum verzwakken. , 8 Dd8 -e7 17.P®-gl f5 f4
7 -1 1, * ïi A 18. L e3 X a7 T a8 X a7
Zoo dikwijls het witte Damepaard naar d2 is ontwikkeld, staat de zwarte Dame 19- b2 — b4 h7 — h5 op e7 in den regel sterk. 20. D dl — el L c8 — d7
9. d4 — d5 21. Le2 —dl g6 — g5
Dit kan niet goed zijn. Op Dc2 zou 22 f2 f3 D e8 e7 gevolgd zijn Te8. Het beste ware 9. Ld3. „ „ 9 ë p c6 _ dg 23. D el — f2 T a7 — a8
lo" 0 — 0 C 24. Ldl— b3! Pd8—f7
TT , T _ , , , De partijen richten den aanval op ver- Hier had eerst Le2 moeten geschieden, r r , t\i ^ k j i schillende vleugels, om ingeval van rh5 met reo: te kunnen vervolgen.
25. T fl — cl P f7 — h6
10 P f6 — h5 ! 26. c3 — c4 T f8 — f6
11. Lc4 — e2 g7 —g6 27. c4 — c5 T f6 — g6
12. L e3 — h6 P h5 — g7 28. D f2 — e2
Deze zet geschiedt, om na het dreigende
28 g4 en 29 g3, te kunnen antwoorden met h3, zooals in de partij wordt gespeeld. Beter was echter 28. Dfl geweest, want juist de tekstzet geeft Zwart straks gelegenheid tot het brengen van een voor Wit zeer gevaarlijk otter. — Met 28. c6 bc6 : 29. dc6 :f Le6 zouden Wit's kansen op den Damevleugel verminderen.
28 g5 — g4
29. Pd2 —c4
Wit kan den g-pion niet nemen, daar de vijandelijke aanval dan zeker zou beslis* sen. Eigenaardig is, hoe beide partijen aan eigen aanvalsplannen schijnen te denken en die van den vijand te negeeren.
29 g4 — g3 !
Met dezen zet, die Wit tot 30. h3
Stand der partij na den 29sten zet van Wit.

dwingt en schijnbaar Zwart saanvalslijnen afsluit, had Zwart het volgend otter reeds op 't oog; anders ware de zet ook een grove fout geweest. Zie diagram.
30. h2 — h3 P h6 — g4 !
Een dergelijkotter isaltijd gerechtvaardigd.
31. f3 X g4
Wit moet nemen wegens het dreigende Pf2f. Op 31. hg3: zou volgen Dh4-|- 32. Ph3 hg4: 33. fg4: Lg4: 34.Del Lh3:35.
43
gh3: (Kgl Lg4) Dh3:f 36. Kgl Dh2|
37. Kfl f3 en wint.
31 h5 X g4
32. cö X d6
Dit schijnt, hoe mooi het er ook uitziet, tot zeker verlies te leiden. Wit had moeten spelen c6, waarop had kunnenvolgen: bc6 : 33. dc6: Le6 34. Pd2 (op hg4: volgt
Üh4f 35. Ph3 Kh8 36. Pd2 Lg4: 37. Pf3
Dh5 38. Dfl Th6, enz.; op 34. Ddl kon volgen I)h4 35. Pd6: f3 36. Pf5 fg2 :f 37. Kg2: gh3:f 38. Ph3: De4:f 39. Df3 I)f5enz.
32
c7 X (16
33. Pc4 —b6 Ta8 —f8!
34. T cl —c7
Wit moet wel op deze wijze vervolgen; hg4: is doodelijk wegens Dh4f enz.
34 f4 — f3!
35. T c7 X d7
Op gf3: zou volgen gh3: 36. Td7: (Pd7: is niet beter; op 36. Ph3: volgt
Dh4 37. Td7' Dh3:f 38. Kgl g2 enz. Zie hoofdvariant) g2f 37. Kh2 Dh4 38. Ph3: (Del Df4+ 39. Kh3: Ph5 40. Pe2 glD 41. Dgl: (!) Df3:+ 42. Kh4 Tf4f en mat in drie zetten) Tg8 39. Kgl (Dg2 : Ttt'3 :) Dh3: 40. Kf2 Ttt'3:+ enz.
Op 35. Del volgt fg2:f 36. Kg2 :gh3: 37. Khl (Ph3: Lh3:f) Tf2 38. Ta2 Dh4 39. Pf3 g2t en wint. Op 35. Pf3: volgt gf3: 36. gf3: Dh4 en wint.
35
f3 X e2
36. T d7 X e7 T f8 — fl .
37. L b3 — c4
Wit heeft niet beter.
37 T fl X al
38. Lc4 X e2
Schijnbaar is Wit nu den dans ontspron;en met winst van kwaliteit. In werke-
lijkheid is tle partij echter in een paar zetten uit. Zie diagram.
Stand der partij na den 38sten zet van Wit.

Tegen de vele bedreigingen, die in dezen zet liggen, is geen kruid meer gewassen.
39. T e7 — c7
De g-pion kan niet genomen worden.
Nu volgt nog een aardig slot
39..... T f6 — f2
40. T c7 — c2 g4 X h3
41. L e2 —f3
Om het op g2 dreigend mat af te wenden, evenwel:
41 Tal X gif
42. K hl X gl h3 — h2f
43. K gl — hl T f2 — fl ±
.1. D. T.
38 Tg6 —f6
Erratum.
In het diagram op blz. 8 van het Januari-nummer moet Tgi zwart zijn. De oplossing wordt de volgende maand gepubliceerd.
Weer een Nationale Schaakwedstrijd!
Het „Vereenigd Amsterdamsch Schaakgenootschap" stelt zich voor, van 16—21 April a.s. in de bovenzaal van „Concordia", N. Z. Voorburgwal hk. St. Luciensteeg te Amsterdam, een Nationalen Wedstrijd in twee klassen te houden. Een ruim bedrag is reeds voor prijzen beschikbaar gesteld, en bij groote deelneming zal het nog worden vermeerderd. De belangrijkheid van dit tornooi wordt stellig nog verhoogd door de bepaling, dat er zooveel mogelijk slechts in één groep zal worden gespeeld. Men kan dus met reden verwachten, dat het resultaat van den kamp zoo zuiver zal zijn als in een schaakwedstrijd maar eenigszins mogelijk is.
Nadere inlichtingen geeft bijgaande circulaire.
De samenstelling der regelingscommissie is ons een waarborg, dat de geheele inrichting van het concours voor die van den laatsten wedstrijd te Groningen niet zal behoeven onder te doen. Om te beginnen is het comité — alle Amsterdammers zullen dit met ons eens zijn — in de keuze van het wedstrijdlokaal zeer gelukkig geweest.
Wij hopen, dat recht veel amateurs zonder dralen zich bij den Heer Meijer als deelnemers zullen opgeven.