Tijdschrift 1897 - augustus

Page 1


5e Jaargang. N°. 8. Augustus 1897.

TIJDSCHRIFT

VAN DEN

NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.

BESTUUR VAN DEN N. S.: Dr. A. VAN RHIJN, Voorzitter; H. J. DEN HERTOG, Onilcr-Voorzitter; W. H. M.DB VEER, Haarlemmerstraat 99, Amsterdam, Penningmeester; H. D. B.MEIJER, Geldersche Kade 37, Amsterdam, Secretaris.

REDACTIE: H. J. DEN HERTOG-, Marnixkade 43, Amsterdam; Mr. J. D. TRKSLING; W. B. H. MEINEHS.

Van dit blad, dat omstreeks den 20sten van Iedere maand gratis aan de Bondsleden wordt loegezonden, zgn extra-nummers verkrijgbaar ii 20 cents en een geheele jaargang i f 2.—, eveneens slechts voor Bondsleden. Als lid van den Bond betaalt men f%50 contributie. Nadere inlichtingen verschaft deSecretaris

INHOUD: De Vijf en Twintigste Algemeene Vergadering van den N. S. B.; Uitslag van den Grooten Bondswedstrijd te Utrecht; Problemen; Binnenland; Buitenland; Oplossingen der eindspel-studies van A. Troïtzky; Eindspelen; Allerlei; Verschil ende Partijen; Het paringstelsel-Deelman; Kleine Bondswedstrijd te Amsterdam.

De Vijf en Twintigste Algemeene Vergadering van den Nederlandschen Schaakbond. Utrecht („Buitenlust", Maliebaan), 8 Augustus 1897.

Aanwezig de volgende stemuitbrengende leden (rechtstreeksche leden, gevolmachtigden van rechtstr. leden, afgevaardigden van Afdeelingen en Buitengewone Leden): Dr. A. van Rhijn—Leiden (1 stem); H. J. den Hertog—Amsterdam (6 st.); H. D. B. Meijer—Amsterdam (6 st.); W H. M. de Veer—Amsterdam (6 st.); L. H. Deelman Iz.—Groningen (4 st.); A. J. Kleeblad—Amsterdam (6 st.); £. L. G. d'Aumerie—den Haag (9 st.); C. Tinholt—Amsterdam (11 st.); E. Wieling—Groningen (10 st.); J. J. R. Moquette—Utrecht (1 st.); Dr. A. G. Olland— Utrecht (3 st.); W. G. A. van Spanje—Arnhem (3 st.); J.J. Kleinhoonte—Arnhem (4 st.); J. W. te Kolsté— Utrecht (1 st.);Jhr.Strick van Linschoten—Leiden (1 st.); E. L. Olland—Utrecht (3 st.); Th. Enderle—Leiden (16 st.); Dr. N. Westendorp Boerma—Groningen (1 st.); B. Leussen—Leiden (1 st.); A. B. Bauer—Rotterdam (J3 st-)> J- Hoes—Rotterdam (13 st.); J. J. Speet—Breda (5 st.);Jacob de GrootUtrecht (3 st.); Jhr. D. van Foreest—Oosthuizen (2 st.); J. F. S. Esser—Leiden (4 st.); H. B. van Rhijn—Groningen (1 st.); B. van Dantzig—Rotterdam (11 st.); M. Dolman (1 st.); W. C. van der Meulen—Leiden (2 st.); H. J. Daniels—Utrecht (1 st.); J. C. ten Tusschedé—Amsterdam (5 st.); M. Edersheim—den Haag(i st.). Bovendien nog aanwezig: het Leidsche afdeelingslid R. van Dam, die geen stem uitbrengt.

tS4

Te half één wordt de Vergadering door den Voorzitter (Dr. A. van Rhijn, van Leiden) geopend met eene korte rede, waarin hij, na alle aanwezigen welkom geheeten te hebben, herinnert aan de twee belangrijke Nationale wedstrijden, die op initiatief van „Staunton", te Groningen (Nov. 1896) en het „Vereenigd Amsterdamsch Schaakgenootschap" (April 1897) in het afgeloopen vereenigingsjaar hebben plaats gehad. Het Hoofdbestuur heeft gemeend, deze beide ondernemingen door eene financieele bijdrage te moeten steunen, als blijk van waardeering van het streven der vereenigingen, die de genoemde wedstrijden uitgeschreven hebben.

Spr. wijst nog op het moeilijke van overeenstemming te brengen tusschen de verschillende voorstellen tot wijziging van het reglement. Hij vertrouwt echter, dat ieder het zijne zal bijdragen, om deze moeilijkheid te overwinnen.

De Secretaris (de Heer H. D. B. Meijer, van Amsterdam) leest nu de door zijn voorganger, den Heer G. J. Gantvoort, gestelde notulen voor van de 24ste Algemeene Vergadering, in Juli 1896 te Leiden gehouden.

Deze worden goedgekeurd, en de Voorzitter brengt hulde aan den afgetreden secretaris voor de nauwkeurigheid, waarmede het verslag door hem is samengesteld.

Punt 3 van de Agenda. — Verkiezing van een Commissaris van Materieel, aan de beurt van aftreding. (Het stembureau wordt gevormd door de Heeren Dr. Westendorp Boerma—Groningen, A. B. Bauer—Rotterdam en Dr. A. G. Olland—Utrecht. Voor volgende Algem. Vergaderingen kan deze opmerking waarde hebben, dat ieder lid een biljet ontving, waarop door een der leden van het stembureau het aantal uit te brengen stemmen werd aangeteekend).

Uitslag der eerste stemming: C. Tinholt—Amsterdam: 20 stemmen; L. H. Deelman Iz.—Groningen: 59 st.; F. L. G. d'Aumerie—den Haag: 10 st.;J. P. RunsinkGroningen: 51 st.

De Heer Deelman beveelt de verkiezing van den Heer Runsink aan.

Gekozen: de Heer J. P. Runsink—Groningen, met 119 stemmen tegen 20 op den Heer d'Aumerie en 10 op den Heer Tinholt.

De Voorzitter dankt namens den Bond den afgetreden functionaris, den Heer Deelman, voor den ijver, waarmede hij gedurende vijf jaren de belangen van den Bond heeft behartigd.

Spr. doet verder mededeeling van een ingekomen schrijven van den secretaris der schaakclub „Utrecht". Deze vereeniging stelt voor den a.s. Grooten Wedstrijd drie kunstvoorwerpen (resp. ter waarde van f 12, f 8 en ƒ 5) beschikbaar, als speciaalprijzen voor die deelnemers, welke in de verschillende klassen het beste resultaat tegen de prijswinners hebben behaald.

Deze mededeeling wordt met applaus begroet, en de Voorzitter verzoekt den Bondssecretaris, aan de schaakclub „Utrecht" den dank van den Nederl. Schaakbond over te brengen.

Punt 4 van de Agenda. — Verkiezing van een Hoofdredacteur en twee Redacteuren van het Tijdschrift. (De Heer L. N. de Jong wenscht in geen geval voor eene herbenoeming in aanmerking te komen.) Op verzoek van den Heer Van Dantzig—Rotterdam noemt het Hoofdbestuur een candidaat voor de functie van probleemredacteur: den Heer W. B. H. Meiners—Amsterdam.

155

De Redacteuren Mr. Tresling en den Hertog worden bij acclamatie herkozen.

Tot opvolger van den Heer De Jong wordt benoemd de Heer W. B. H. Meiners— Amsterdam, met 90 stemmen, tegen 16 op den Heer J. W. te Kolsté—Utrecht en 33 op den Heer J. J. Colpa—Leiden.

De Heer H. J. den Hertog—Amsterdam verklaart, desgevraagd, het Hoofdredacteurschap wederom te aanvaarden. Hij noodigt de Secretarissen van Schaakclubs met aandrang uit, toch vooral geregeld bijdragen voor de rubriek „Binnenland" in te zenden. Spr. grijpt tevens deze gelegenheid aan, om hun, die door hunne medewerking de uitgave van het Tijdschrift steunden, zijn dank te betuigen, inzonderheid den Heer Jhr. D. van Foreest, ter vergadering aanwezig.

Punt 5 en 8 van de Agenda worden op verzoek van den Bondspenningmeester tegelijk aan de orde gesteld.

De Bondspenningmeester (de Heer W. H. M. de Veer—Amsterdam) doet voorlezing van de beide volgende stukken :

Staat van den Nederlandsehen Schaakbond, 26 Juli 1896—8 Augustus 1897.

Rechtstreeksche Leden :

Op 26 Juli 1896, 300

Afd.- en Clubleden :

Op 26 Juli 1896, 304 Bijgekomen in 1896, 24

Bijgekomen in 1896, 2 Afgevoerd in 1896, 25 Afgevoerd in 1896, 83 Bijgekomen in 1897, 63 Bijgekomen in 1897, 33 Afgevoerd in 1897, 7 Afgevoerd in 1897, 9

Op 8 Augustus 1897, 355

Op 8 Augustus 1897, 245 Het leden-aantal is, wat betreft Rechtstreeksche Leden, flink vooruitgegaan: 61 nieuwe Leden traden toe, en 26 Afd.- of Clubleden lieten zich overschrijven als Rechtstreeksch Lid, waaronder een groot aantal Clubleden v/h Rott. Schaakgenootschap.

Do vermindering van het aantal Afd.- en Clubleden is ontstaan, èn door bovengenoemde oorzaak, én door het uittreden v/h Studenten-Schaakgezelschap „Philidor" te Amsterdam, en de Amersfoortsche Schaakvereeniging.

Mededeelingen omtrent den finantiëelen toestand over 1897.

Ontvangsten:

Contributie van 346 Rechtstr. Leden f 865.— 146 Afdeelings Leden „ 183.—

98 Club Leden „ 104.85

36 Donateurs „ 128.35

79 Reglementen „ 19.75

Inleggeld wedstrijden;

Verkoop van gedrukte stukken enz. „ 137.395

Totaal f 1438.345

Uitgaven:

Eerste halfjaar 1897 „ 582.625

Kas-saldo op 8 Augustus 1897. „ 855.72

Aan Contributies en Donaties uit het Buitenland is nog te ontvangen minstens f 45.— wat met het Kas-saldo uitmaakt een bedrag van f900.-. Hiervan zal moeten worden bekostigd: ruim berekend f550.— gewone uitgaven 2e halfjr. „ 280.— onkost. en prijz. gr.wedstr. „ 48.— prijz. probl. comp.-wedstr. „ 20.— drukwerk.

Samen f898.— zoodat wij ook zonder versterking der Kas, door het toetreden van nieuwe Leden, in staat zullen zijn, aan de verplichtingen, ons door de Bcgrooting voor 1897 opgelegd, te voldoen.

Na eenige discussie, waaraan, behalve de Bondspenningmeester, de Heeren Bauer—Rotterdam, Deelman—Groningen, de Voorzitter, en Speet Breda deelnemen, wordt ook de Begrooting over 1898 goedgekeurd.

Punt 6 van de Agenda: Verkiezing van eene Commissie ter voldoening aan art. 20 van het Reglement.

Op verzoek van den Heer Tinholt—Amsterdam wijst de Voorzitter drie leden aan ; jhr. D. van Foreest—Oosthuizen, E. L.Olland—Utrecht en F.L.G.d'Aumerie—den Haag, die bij acclamatie tot leden der bedoelde Commissie worden benoemd.

Punt 7 van de Agenda (A en B): Voorstellen tot wijziging van het Reglement.

Algemeene Beschouwingen. — De Heer Tinholt—Amsterdam stelt voor, dat in de eerste plaats zij zullen spreken, die de Hoofdbestuursvoorstellen wenschen te bestrijden. Hij dringt er verder op aan, dat alle sprekers zich zooveel mogelijk zullen beperken.

De Heer Kleinhoonte—Arnhem verklaart, dat men in Arnhem tegen de door het Hoofdbestuur voorgestelde bepaling is, dat de Bondsleden, die verminderde contributie betalen, noodzakelijk lid eener schaakvereeniging moeten zijn. Men vreest, dat, al blijft de afdeeling ook nog bestaan, deze toch op den duur zal afsterven door gebrek aan toevoer van nieuwe leden. Spr. vraagt, of het niet mogelijk is, de contributie der afdeelingsleden uniform te brengen op ƒ 1,50, en op deze conditie in de toekomst ook nog afdeelingsleden aan te nemen.

De Heer Wieling—Groningen licht de voorstellen van „Staunton" nader toe. Het is wenschelijk, den Bond voornamelijk uit Afdeelingsleden te doen bestaan. Een analogen toestand treft men aan bij groote vereenigingen als de Maatschappij „Tot Nut van 't Algemeen", het „Nederlandsch Onderwijzersgenootschap", het „Werkliedenverbond" enz.

De Heer Bauer—Rotterdam wijst in tegenstelling met de door den vorigen spr. aangehaalde voorbeelden op den Algem. Nederl. Wielrijdersbond, die slechts ééne soort van leden kent. Hij meent uit de voorstellen van het Hoofdbestuur op te maken, dat het zich als ideaal stelt een Nederlandschen Schaakbond, die uitsluitend uit rechtstreeksche, ƒ 2,50 betalende leden bestaat.

De Heer Enderle—Leiden heeft van zijne afdeeling de opdracht ontvangen, zich tegen de Hoofdbestuursvoorstellen te verklaren.

De Onder-Voorzitter antwoordt den Heer Kleinhoonte, dat het Hoofdbestuur het langzamerhand afsterven der afdeelingen juist wil. Een voorstel tot verhooging der contributie zou naar de meening van spr. weinig kans van slagen hebben, het is pas twee jaren geleden, dat een zoodanig voorstel met groote meerderheid werd verworpen. — De Heer Bauer heeft juist gezien, waar hij meent, dat het Hoofdbestuur gaarne den Bond uitsluitend uit Rechtstreeksche Leden zag bestaan. Er moet een tijd komen, dat alle leden dezelfde contributie betalen en dezelfde rechten hebben. Men moet niet meenen, dat het Hoofdbestuur zoo zeer gesteld is op de vorming van groepen van clubleden. Van deze soort van leden is alleen gesproken, omdat het schaakleven in Nederland kan worden bevorderd door aan vereenigingen zekere voorrechten te verleenen, die alleenstaanden schakers niet worden gegund.

i S7

De Heer Wieling—Groningen zet nogmaals de voordeden van het idee-„Staunton" uiteen.

De Heer Edersheini den Haag wijst er op, dat in hoofdzaak alles hierop neerkomt, alle leden te brengen tot het betalen van eene contributie & ƒ 2.50.

De Heer Bauer—Rotterdam is het met den vorigen spr. volkomen eens, maar de practische moeilijkheid is, dat de afdeelingsleden geen rijksdaalder willen betalen. De Heer Van Spanje—Arnhem sluit zich hierbij aan.

Nadat nog door den Onder-Voorzitter een voorstel van den Heer Deelman— Groningen is bestreden, om voortaan eene verminderde contributie te doen betalen alleen door die leden, welke geen exemplaar van het Tijdschrift verlangen, sluit de Voorzitter de Algemeene Beschouwingen.

Daar het met de artikelsgewijze behandeling niet recht vlotten wil, stelt de Onder-Voorzitter voor, eerst nog deze principiëele vraag door de vergadering te doen beantwoorden: ,,Zulle?i er voortaan nog afdeelings-leden aangenomen worden, ja of neen t"

Deze vraag wordt door 89 stemmen met neen, door 65 met ja beantwoord.

Hierdoor is in de voorstellen van de afd. Leiden en het Buitengewoon Lid „Staunton" alles vervallen, wat met de verschillende categorieën van leden en de contributien in verband staat.

De Heer Van Dantzig—Rotterdam wenscht alleen dit even op te merken, dat de meerderheid, waarmede de gestelde vraag ontkennend is beantwoord, slechts eene kleine meerderheid is.

Alsnu komen, artikel na artikel, in behandeling: de voorstellen van het Hoofdbestuur. (Mei-aflevering, Blz. 94 en volgende.)

A. Zonder hoofdelijke stemming aangenomen.

B. Nadat het getal 5 veranderd is in 12, z. h. s. aangenomen.

C. Z. h. s. aangenomen.

D. Nadat in de 3e alinea, regel 1, achter //doen" is toegevoegd: „op den i$den December vóór het begin van elk nieuw vereenigingsjaar ', z. h. s. aangenomen.

E. Nadat in de 3e alinea het getal 5 veranderd is in 12, z. h. s. aangenomen. F., G. en H. Z. h. s. aangenomen.

I. Het voorstel E van „Staunton' (zie Juli-afl. blz. 137) wordt overgenomen. Achter „bedrag wordt dus gevoegd: ,,tot een minimum van één gulden^'. Verder wordt aan 't slot bijgevoegd: „Donateurs, die wenschen te bedanken, hebben dat te doen vóór of op den isden December vóór het begin van het nieuwe vereenigingsjaar". In dezen gewijzigden vorm wordt het art. z. h. s. aangenomen.

J. „Assessor" wordt veranderd in „vijfde bestuurslid", en daarna het artikel z. h. s. aangenomen.

K. en L. Z. h. s. aangenomen.

M. Op voorstel van den Heer Edersheim—Den Haag wordt „steeds" vervangen door: „bij voorkeurZ. h. s. aangenomen.

N., 0., P., Q., R., S. en T., z. h. s. aangenotnen.

U. In regel i worden de woorden ,,zooveel mogelijk" geschrapt, en daarna het artikel z. h. s. aangenomen.

V. Z. h. s. aangenomen.

W. In den laatsten regel wordt op voorstel van den Heer Tinholt—Amsterdam het woord „hem" door „dezen" vervangen, en daarna het art. z. h. s. aangenomen.

X In den 2den regel van art. 52 wordt 1 Augustus vervangen door 8 Augustus. In het cursief gedrukte wordt achter contributie toegevoegd: „en de wijze van toezending van het Tijdschrift". Daarna wordt het art. z. h. s. aangenomen.

De Hoofdbestuursvoorstellen tot wijziging van het Reglement, in hun geheel in stemming gebracht, worden aangenomen met 116 stemmen vóór en 35 blanco.

De Heer Deelman trekt zijne amendementen in, en bedankt als lid van den Bond.

De Vergadering besluit, in het oude reglement op te nemen de wijzigingen, door het Bestuur der Afdeeling Leiden voorgesteld (zie Juli-afl. Blz. 135) onder IV, V en VI.

Thans wordt aan de orde gesteld: Punt 7 C van de Agenda: Voorstellen van het Buitengewoon Lid „Staunton" (Zie de Juli-aflevering, Blz. 136 vv.)

De Heer H. B. van Rhijn—Groningen licht de voorstellen nader toe.

De Onder-Voorzitter maakt bezwaar tegen het spelen in groepen. Hierdoor wordt het resultaat van een schaakwedstrijd meestal zeer onzuiver. De Heeren Te Kolsté en Moquette—Utrecht opperen ook eenige bezwaren tegen de voorgestelde verdeeling in drie klassen.

De Heer Jhr. D. van Foreest—Oosthuizen vreest, dat zich in den regel voor de Hoofdklasse te weinig deelnemers zullen aanmelden. Hij raadt aan, vooralsnog met de voorgestelde regeling slechts een proef te nemen.

De Heer Edersheim—den Haag wenscht vastgesteld te zien, dat er alleen dan een wedstrijd in drie klassen gehouden zal worden, wanneer zich voor de Hoofdklasse niet minder dan vier spelers hebben aangegeven.

Dit amendement neemt de Heer H. B. van Rhijn—Groningen namens „Staunton over.

Een amendement van den Heer Dr. A. G. Olland—Utrecht om in de iste alinea van het tweede art. „1ste" te schrappen en den zin na de puntkomma te doen vervallen, wordt aangenomen met 122 tegen 15 stemmen.

Nadat nog door verschillende sprekers het een en ander is opgemerkt, wordt het voorstel — „Staunton" (Blz. 137) aangenomen, in dezen vorm:

Art. 37, te lezen:

in drie klassen, nl. Hoofdklasse, le klasse en 2e klasse, tenzij zich voor de Hoofdklasse minder dan vier deelnemers hebben aangemeld, als wanneer de wedstrijd in twee klassen wordt gehouden.

Art (nieuw).

I)e 2de klasse wordt door loting gesplitst in groepen van hoogstens 6 spelers.

Het bedrag van inleggelden en prijzen wordt door het Hoofdbestuur vastgesteld in overleg met de Algemeene Vergadering.

[Verder geheel gelijkluidend met het op blz. 137 van het Juli-nummer afgedrukte voorstel, behalve regel 2 en 3 v. 0. (le kolom), waar de woorden „van de klasse, waartoe tij behooren" zijn geschrapt.]

159

De Vergadering besluit voorts, de nieuwe regeling onmiddellijk in werking te doen treden.

Een voorstel van het Hoofdbestuur tot regeling van het bedrag van prijzen en inleggelden wordt aangenomen.

Punt 9 van de Agenda: Vaststelling der plaats, waar de Algemeene Vergadering in 1898 zal worden gehouden.

Als zoodanig stelt het Hoofdbestuur voor: Den Haag, daar in 1873 de Nederlandsche Schaakbond in genoemde stad is opgericht en het voor de hand ligt, in dezelfde plaats ook het 25-jarig bestaan te vieren. Aangenomen.

Punt 10 van de Agenda: Voorloopige bespreking van de feestviering bij gelegenheid van het 25-jarig bestaan van den Bond (1898.)

Na eene vrij langdurige discussie, waaraan door verschillende leden der vergadering wordt deelgenomen, besluit men: dat het Hoofdbestuur zal trachten, zooveel mogelijk %eld bijeen te brengen, ten eifide het feest op de waardigste manier te vieren, liefst door het houden van een Internationaal Meestertomooi, in vereeniging met andere wedstrijden.

Punt 11 van de Agenda aan de orde gesteld zijnde, wordt door den Heer H. B. van Rhijn—Groningen de wensch uitgesproken, dat er voortaan in het Tijdschrift meer goede partijen van de beste Nederlandsche spelers zullen worden opgenomen dan tot dusver het geval was.

De Hoofdredacteur van het Tijdschrift antwoordt hierop, dat hij al lang gedaan zou hebben, wat de Heer Van Rhijn verlangt, als men maar zoo vriendelijk was geweest, die vele partijen in te zenden.

De Heer Edersheim den Haag brengt den dank der vergadering aan het Hoofdbestuur voor zijne bemoeiingen, voornamelijk ten aanzien van de reglements-wijziging, en aan den Voorzitter voor zijne onpartijdige leiding der vergadering.

De Commissie tot nazien der Rekening en Verantwoording is intusschen met hare taak gereed gekomen, heeft alles accoord bevonden, en stelt bij monde van den Heer d Aumerie aan de Vergadering voor, den Bondspenningmeester te déchargeeren onder dankbetuiging voor zijn uitstekend beheer.

Niets meer aan de orde zijnde, sluit de Voorzitter om 10 minuten vóór 6 deze buitengewoon drukke Algemeene Vergadering.

DEN HAAG, 13 Augustus 1897. D

Naschrift.

Daar de Heer J. P. Runsink te Groningen zijne benoeming tot lid van het Hoofdbestuur nog niet definitief heeft aangenomen, is hij aan het hoofd dezer aflevering niet in genoemde kwaliteit vermeld.

i6o

Uitslag van den Grooten Bondswedstrijd te Utrecht. (9—13 Augustus 1897). Hoofdklasse.

N°. NAM E N. Te Kolsté. Bleykmans. „Mat". Loman. Meiners. Totaal. Prijzen.

1 J. W. te Kolsté (Utrecht).... ——• 1 .0 Vs.o V2-o 1.1 4

2 D. Bleykmans (Amsterdam) . . . 1.0 ','s.i V2.V2 o-1 4V2 II (ƒ 40)

3 „Mat" (Utrecht) Va.v V2.0 V2.° i-i 4V2

4 R. J. Loman (Londen) '/s.i V2.V2 1.V2 Vs-Vs 5 I (ƒ60)

5 W. B. H. Meiners (Amsterdam). 0.0 1.0 0.0 V2.V2 2

Speciaalprijs voor het beste resultaat tegen de prijswinners: W. B. H. Meiners

Eerste klasse.

No. NAMEN. Bleykmans. Esser. Meijer. v.d. Meulen. I Speet. Totaal. Prijzen.

x A. Bleykmans (Amsterdam) —-— o o o o o

2 J. F. S. Esser (Leiden) 1 1 | Vs o 21/3 H(/ 2 5)

3 H. D. B. Meijer (Amsterdam) 1 o x o 2

4 W. C. van der Meulen (Leiden). . | 1 1/2 o 's 2

5 J. J. Speet (Breda) 1 1 1 Vs 31/s I (/4°)

Speciaalprijs voor het beste resultaat tegen de prijswinners: W. C. van der Meulen.

Tweede klasse.

Groep A.

No. NAMEN. Wieling. Samson. Leussen. Kleeblad. Bleykmans. I Totaal.

1 E. Wieling (Groningen) 1 Vs 1 1 3V2

2 J. Samson (Leiderdorp) o o 0 0 o

3 | B. Leussen (Leiden) Vs 1 , 1 1 3Vs

4 A. J. Kleeblad (Amsterdam) ° 1 o ——I 1 2

5 K. J. Bleykmans (Amsterdam) 01 o o 1

No. NAMEN.

I6I

Boerma. Ypes. Van Dam. Tusschedé. Linschoten. Totaal.

1 Dr. N. W. Boerma (Groningen)

2 A. Ypes (Groningen)

3 | R. van Dam (Leiden)

4 J- C. ten Tusschedé (Amsterdam)

5 Jhr. Strick v. Linschoten (Leiden)

Winnersgroep.

No. NAMEN. Boerma. Wieling, -inschoten. Leussen. ! Totaal.

1 Dr. N. W. Boerma

2 E. Wieling i i V, 2i/s

3 Jhr. Strick v. Linschoten i/2 0 0 y„

4 B. Leussen 1/s j , 2l/g

Bij loting kreeg B. Leussen den isten, E. Wieling den 2den, Jhr. Strick van Linschoten den 3den en Dr. N. Westendorp Boerma den 4den prijs, resp. ten bedrage van ƒ 30, / 20, ƒ 10 en / 8.

I11 de Hoofdklasse werd de 2e prijs officieel aan den Heer D. Bleykmans toegekend, daar zijn score, volgens Sonneborn-Berger berekend, hooger is dan die van „Mat".

In de Tweede Klasse kon de door de schaakclub „Utrecht"aangeboden speciaalpnjs met worden toegewezen, daar alle niet-prijswinners tegen de prijswinners verloren.

Wij hopen in de volgende aflevering te kunnen mededeelen, welke andere bestemming de schaakclub „Utrecht' aan den niet uitgereikten prijs gegeven heeft. 3'/2 11/3 ii/s

Problemen.

Redacteur: W. B. H. MEINERS, Nassaukade 76, Amsterdam.

N.B. Verzoeke beleefd problemen, oplossingen en andere bydragen, tot deze rubriek behoorende, aan den redacteur te adresseeren.

*No. 477. J. J. Colpa,

*J$To. 478. J. van Beek, te Leiden. 'te Naaldwijk.

Mat in 2 zetten.

*No. 479. J. van Beek, te Naaldwijk. I tïWi.

Mat in 2 zetten.

*No. 480. J. J. Colpa, te Leiden.

r Mat in 2 zetten.

*No. 481. J. J. Colpa, te Leiden. i * mm wm *. wm

Mat in 2 zetten.

*No. 482. J. J. Colpa, te Leiden.

Mat in 2 zetten.

Mat in 2 zetten.

XÓ2

*No. 483. J. van Dijk Az., te De Lier.

r-vw I

Mat in 2 zetten.

*No. 485. L. Benima, te Winschoten.

S-"aëms-"Si

Mat in 3 zetten.

*No. 487. A. van Eelde, te Deventer.

Mat in 3 zetten.

No. 484. A. van Eelde, te Deventer.

Mat in 2 zetten.

*No 486. J. J. Colpa, te Leiden.

Mat in 4 zetten, /yf/S/S' ' '//////, 'ssssss.'""'

Mat in 3 zetten.

*No. 488. L. Benima, te Winschoten.

Oplossingen der Juni-problemen.

453. i. Dg2 enz. 454') i. Peg6 enz. 455.2) i. Pg3 enz. 456. i. Kf2. enz. 457. 1. Dh6 enz. 458. i. Td5 enz. 459. Twee oplossingen: i. Pg4 (auteurs) en i.Df7f 460. t . De4 enz. 461. i. Td3 enz. 462. i. Tbi, Ke4:; 2. Tfi enz.; i.—, K.C4:; 2. Ke6 of e5 enz. 463. Met het paard op g4! 1. Te3, Kds ; 2. Ph6, d6; 3. C4t enz.; 1.—; 2.—, K dó; 3. Pfsf enz. 464.3) 1. Kf4, I15; 2. Lh5:f, Khs:;3. Ta6 enz.; 1.—,—; 2—. Kf6; 3. e5f enz.; 1—•,—; 2—, Kh6; 3. KI15 enz.; 1.—, anders; 2. Lg4, onveisch.; 3. Lf5 (f) enz.

Goede oplossingen ontvingen wij van H. H. van der Goot te Harich (alle), A. Korst te Bergen op Zoom (alle), //. Mendes da Costa te Amsterdam (alle, behalve 455) J. /. Colpa te Leiden (alle), A. van Eelde te Deventer (alle), P. Moonen te Venlo (alle), J. van Beek te Naaldwijk (462, 463 en 464), ,,Ouchelion" te Veenhuizen (alle, behalve 454 en 464), J. van der Hulst te OudAde (alle, behalve 454, 455 en 464), M.J. de Jongh te Amsterdam (alle), A. Okkinga te Dronrijp (alle), IV. van Kooy te Voorburg (alle, behalve 454 en 464).

Correspondentie.

„Ouchelion" te Veenhuizen. Zoudt U zoo vriendelijk willen wezen, aan de Redactie Uw naam bekend te maken? P. M. te V. 475 is correct. Uwe opmerking omtrent de oplossingen deelen wij volkomen. Er is reeds veel beproefd in den geest van het door U gewenschte o. a. een oplossingswedstrijd, doch het heeft niet mogen baten. Intusschen verheugen wij ons in de trouwe medewerking dier enkele weinigen, en hopen dat door hun voorbeeld ook anderen zich aangespoord zullen gevoelen, werkende leden te worden. J. J. C. te L. Onder „oorspronkelijk" wordt verstaan: door den inzender zelf vervaardigd. Het medegedongen hebben in een wedstrijd doet aan de oorspronkelijkheid niets af, evenmin als het vroeger gepubliceerd zijn. Uit de mij gezonden problemen heb ik 477 gekozen, om in de plaats van Uw incorrecten 465 te treden. Dit zal zeker wel naar Uw genoegen zijn. ^

Eerste Rapport der Jury in zake de rubriek tweezetten van den wedstrijd in Probleemcompositie.

Het was voor ons geen gemakkelijke taak, de 25 correcte tweezetten te rangschikken, vooral omdat zeer vele slechts uiterst weinig in waarde van elkander verschilden. Een gevolg hiervan is, dat de orde, waarin de problemen voorkomen, hoewel in hoofdzaak vaststaande, toch in onderdeelen niet zoo nauwkeurig is vast te houden, zoodat plaatsverschil hier nog niet altijd werkelijk verschil in kwaliteit beduidt. Een groot deel der ingezonden problemen was te gemakkelijk van constructie, om voor een prijs in aanmerking te kunnen komen. Ernstige studie van prijsproblemen in andere tornooien kan niet genoeg worden aanbevolen!

De orde, waarin wij het 25tal meenden te moeten rangschikken, is als volgt:

1) 1. Pc6 gaat niet na Lb7, i. Pe6 niet na Pg6 ! 2) 1. Pf6 gaat niet na ef:! 3) 1. Lg4 gaat niet na Kgs; 2. Lf5, Kh4 ; 3 Kf4, h5 !

I. 454 Colpa.

II. 457 v. Eelde.

III. 446 Okkinga.

IV. 444 Markx.

V. 441 v. Beek.

VI. 423 Kouwenhoven.

VII. 458 Mendes da Costa.

VIII. 477 Colpa.

IX. 443 v. Eelde.

X. 442 Colpa.

XI. 453 Colpa.

XII. 460 Markx.

XIII. 461 Papöt.

XIV. 455 v. Dijk.

XV. 456 v. Dijk.

XVI. 469 v. Eelde.

XVII. 467 v. Dijk.

XVIII. 421 v. d. Goot.

XIX. 434 Papöt.

XX. 447 Papöt.

XXI. 445 Okkinga.

XXII. 446 v. Dijk.

XXIII. 468 v. Dijk-v. Beek.

XXIV. 433 v. Beek.

XXV. 422 v. d. Goot.

Dejurydraagtdus454, 457 en 446 resp. voor den i=". 2en en 3=" prijs ter bekroning voor.

J. J. Colpa, te Leiden. 1 A. van Eelde, te Deventer le Prijs 111 den Wedstrijd van den Ned.Schaakbond. 2e Priis in den Weilatrii.l

Mat in 2 zetten.

Mat in 2 zetten.

A. Okkinga, te Dronrijp.

3e Prijs in den Wedstrijd van den Ned. Schaakbond.

Mat in 2 zetten

i66

Beoordeeling: 454 plaatst de jury bovenaan, vooral wegens den goeden eersten zet. Niet alleen toch opent die den Koning twee vluchtvelden, maar ook is het Paard zóó geplaatst, dat het den schijn heeft, alsof een andere oplossing door den componist is bedoeld. Verder heeft het probleem minstens een 5-tal goede matstellingen. De oeconomie laat intusschen wat te wenschen over (Lfi). 457 en 446 wedijveren met elkander om den voorrang. Echter werd ten slotte 457 tweede geplaatst, ofschoon slechts een 4-tal tweede zetten aanwezig is (de enkele duals na zetten met een der Paarden tellen als onvermijdelijk in het gegeven thema niet mede), omdat het zeer zeker meer oorspronkelijk is, vooral wat het losmaken van Pg4 aangaat, wat den componist zeer goed is gelukt. Het dame-offer verhoogt hiervan nog de waarde. 446 is een van die problemen, die, hoewel niet door iets bijzonders uitblinkende, toch niet nalaten den beoordeelaar te bevredigen door den rijkdom der varianten. Hier is echter die variantenvorming voor een groot deel meer gezien, teil minste die van den zwarten Toren ten opzichte van pion d2 en Dame ci. Lh3 stempelt dit probleem tot meer dan namaak. De eerste zet is niet bijzonder.

Ten aanzien van de overige problemen onthouden wij ons van een nadere beoordeeling wegens gebrek aan plaatsruimte, ofschoon het ons een genot zou wezen, de verschillende goede en slechte hoedanigheden voor de belangstellende componisten bloot te leggen. Over het algemeen is niet genoeg rekening gehouden met de eischen van mat-reinheid en oeconomie, terwijl vooral in 422 de meeste varianten ontsierd worden door het nemen van zwarte stukken, en de gansche opzet meer een machtvertoon is van Wit, dan een fijne verdediging voor Zwart.

Binnenland.

AMSTERDAM. — Over de match Van Lennep—D. Bleykmans werd ons tot dusver niets naders gemeld.

*

De in de „Amsterdamsche Schaakclub" gespeelde match Meiners—den Hertog eindigde bij den stand: M. 3, d. H. 2, Remise 2, en werd als remise beschouwd, daar vooraf de bepaling gemaakt was, dat bij den stand 4—3 de match onbeslist verklaard zou worden.

DEN HELDER. — De Heer A. van Voornveld is wegens vertrek uit deze gemeente afgetreden als voorzitter der „Heldersche Schaakclub"; in zijn plaats werd gekozen de Heer K. H. A. Heeroma.

*

De secretaris der „Heldersche Schaakclub" schrijft ons:

„De Heer J. van der Laan, eere-lid onzer club, bezoekt wederom getrouw onze bijeenkomsten. Hij is in zijn 89ste jaar, en dus zeker de Nestor der Heldersche, wellicht ook die der Nederlandsche schakers. Onder de iste klasse-spelers geldt hij als een gevaarlijk tegenstander. Vrij van de physieke gebreken, aan zijn hoogen leeftijd gewoonlijk eigen, speelt hij met de meeste opgewektheid."

Mochten vele jongeren aan de ambitie van dezen veteraan een voorbeeld nemen!

167

Buitenland.

ALTONA. Den i8en en igen Juli 1.1. had in de zalen van het concertgebouw „Flora", alhier, een tornooi plaats, uitgeschreven door den „Niederelbischen Schachbund". In de Meesterklasse speelden de Heeren Bier (Altona), Metger (Kiel), H. Stichting (Brackrade bij Eutin) en Dimer (Altona).

J. Metger behaalde den prijs van 50 Mark. Hier volgt eene der bij deze gelegenheid gespeelde partijen.

No425 -

Altona, 19 Juli 1897. Wit: J. Metger.

Spaaiische Partij.

Zwart: H. Stichting

*• e4 e5 9. Dd5:f L e6 17. g3 d h3

2. Pf3 Pc6 10. De4: L f5 18. Ld2 T he8

3. Lbs Pf6 11. Lc4| Kg7 i9 D f3 P d4

4. o—o P e4: 12. De3 Dd4: 20. D d5 P c2: 5- d4 <15 13. L b3 h6 21. D f7-]- Kh8

6. Pes: Ld7? 14. p c3 Les 22. P ds! Les?»)

7. P f7:! Kf7: 15. Dg3 L d6 23. P f6 gS

^ ^St 16. D e3 DI14 24. Pe8: Opgegeven.

*) Hier moest beslist Le4 geschieden, om Wit tot 23. Pf4 te dwingen.

CANADA. — Den 3osten Juni 11. en volgende dagen werd te Orillia (Ontario) een wedstrijd gehouden om het Kampioenschap van Canada, waaraan niet minder dan 24 spelers deelnamen. De eerste prijs met den daaraan verbonden titel van „Champion of Canada" werd behaald door J. E. Narraway, van Ottawa, in de laatste jaren welbekend als een der sterkste Amerikaansche correspondentiespelers. r

Hier volgt eene zijner partijen uit dit tornooi.

No - Orillia, Juli 1897.

Wit: J. E. Narraway. (ie prijs.) Zwart: E. Saunders. (2e prijs.) Eiigelsch Paarrtspel.

I- e4 e5 9- o P f6 17. L gs Kf7

2' P f3 P c6 10. T eif Le7 18. D e6| Kf8

3- c3 fs ii- 0 e2 a6 19. Le7:f De7:

4- ^4 ed4: 12. I, a4 bs 20. Dc6: D d8

5- e5 dc3: 13. Lb3 Pas 21. P gs D c8

^ c3 • ^6 14- P CI5 P ds: 22. Dcsf Opgegeven.

7- Lb5 L d7 15. Ld5: L c6

8. ed6: Ld6: 16. Lc6:f Pc6:

LONDEN. Den i2den Juli 11. begon in „Simpson's Divan", alhier, een match tusschen F. J. Lee en den veteraan Bird. Winner was Lee, met 7 tegen 4, bij 2 remise. * * *

Aan het op blz. 152 der vorige aflevering gegeven overzicht van den uitslag

van het Internationale Schaaktornooi voor Dames moet nog het volgende worden toegevoegd :

Consolatie-prijs, aangeboden door Mevr. De la Vigne : Mej. Hooke.

Photographieen van de deelneemsters aan het tornooi, aangeboden door den photograaf Bradshaw: Mej. Fox, die het beste resultaat tegen de prijswinsters behaalde.

Speciaalprijs voor de tnooiste matstelling, aangeboden door den Heer J. Leith : Mej. Forbes—Sharp.

„Beminnelijkheids-prijs" (!!), aangeboden door Mej. Fox: de dames Hertzsch en Muller—Hartung.

(Aanvankelijk waren wij voornemens, in deze aflevering eenige in den Londenschen Dames-wedstrijd gespeelde partijen op te nemen. Wij doen dit echter niet, daar wij, na verschillende partijen uit het bedoelde concours gezien te hebben, de overtuiging hebben gekregen, dat het spel der deelneemsters veel te zwak is, om nu reeds het houden van een groot internationaal tornooi te wettigen. Tal van grove blunders zijn begaan, de onzinnigste offers gewaagd.

Het komt ons voor, dat sommige bladen zeer verkeerd hebben gedaan met deze onderneming in 't algemeen, en het spel der deelneemsters in 't bijzonder op te hemelen. Waar een meester als Jacob Mieses, sprekende over eene partij, waarin een der dames in een remise-stelling een stuk gaat offeren voor twee pionnen -f- kwaliteit, zonder dat ze zelfs maar een heel klein aanvalletje kan krijgen, zoo iets beweert als: „Die Spielführung geht auf beiden Seiten im Allgemeinen weit tlbers Dilettantenhafte hinaus", dan vraagt men zich onwillekeurig af: „is dat nu overdreven galanterie of misschien spot?"

Scherp tegenover deze hyper-welwillende manier van critiseeren staat die, welke zich zeker Duitsch blad —- wie durft zeggen: ten onrechte?— veroorlooft. Waar een der deelneemsters zich geheel onnoodig een gemeenen dubbel-pion bezorgt, merkt het op: „Dieses Tauschmanöver ergiebt einen garstigen Doppelbauer, der im Endspiel zum Krebsschaden werden kann. Aber wer denkt da jetzt schon dran!"

En later bij een glad foutieve combinatie i) klinkt het zoet-naïei: „Ein Kombinatiönchen (o, dat het eerste Internationale Dames-tornooi dit heerlijke verkleinwoord moest doen uitvinden ....!), ein Kombinatiönchen, ganz hübsch ausgedacht, aber grundfalsch. So geht es, wenn man seine Augen nur auf einem Teil des Brettes ruhen Idsst, statt auf dem ganzen Brett."

En eindelijk, wanneer het bedoelde „combinatietje" door een plompen matzet is weerlegd: „Ein heillos jaher Sturz aus freudiger Siegeshoffnung, ein Blitz aus heiterstem Himmel!"

Waarlijk, het comité had veel beter gedaan met de partijen in portefeuille te houden, want het is een feit, dat door de publicatie verrewee de meeste deelneemsters prijsgegeven zijn aan den internationalen schakers-spotlust.

Kinderachtig was verder het streven, om in alles de groote internationale Meestertornooien na te doen. Te Hastings (1895) werden de deelnemende mees-

1) In de stelling Wit: Kgi, Dbi, Tfe, Pc3, Ph4, p. b4, d4, e3, ga, I13; Zwart: Kh8, Dd8, Ta8, Pg5, Lc8, p. a6, c6> d5, g7, h6 werd gespeeld : 27 , Ph3 :f ? ? 28. gh3 DI14 :? ? 29. TfB ±

i6<)

ters beschouwd als vertegenwoordigers der verschillende natiën; dat moest hier ook gebeuren!

Zoo speelde Mrs. Fagan voor Italië. En waarom zou ze niet ? Ze werd immers te Napels geboren uit het huwelijk van Dr. Ballard, een zoon van Albion, en een Italiaansche! Wel verliet ze sedert een kwart-eeuw haar vaderland, en woonde ze gedurende het meerendeel van die vijf en twintig jaren in Engeland, maar wat zou dat nu? — als je een schaakwedstrijd een internationaal tintje wilt geven, moet je zoo nauw niet kijken.

Mrs. Bonnefin is ook wel reeds sinds jaren te Londen gevestigd, maar toch : „she comes of a pure Belgium stock", zegt „The British Chess Magazine."

Eigenaardig is het ook, dat Mad. De la Vigne heel ridderlijk opgekomen is voor de eer der Fransche schaakgemeente — ze behaalde 4 punten op een maximum van 19! —, terwijl haar naam al op echt- Engelsche manier in de bladen verknoeid is tot De la Vingne!

En dan: welk een dwaze hoeveelheid consolatieprijzen zijn er uitgedeeld! Ons dunkt, vooral de beide Duitsche dames moeten in haar schik geweest zijn met den door Miss Fox gracieuzelijk aangeboden „beminnelijkheidsprijs", bestaande in een zak; wat voor een zak, daar zijn we niet achter kunnen komen. Maar daar zijn wij heeren-schakers ook waarschijnlijk te dom voor!

Neen, eene opgeschroefde onderneming als dit Internationale Dames-Schaaktornooi doet de zaak van de beoefening van ons edel spel door dames meer kwaad dan goed.

De Londensche Ladies zouden wel doen met eens een voorbeeld te nemen aan het ernstig streven o. a. van het Zutphensche Dames-Schaakgezelschap „Door Oefening Vooruit," welks leden — onze correspondentie met de presidente heeft ons ervan overtuigd — zich voor de naaste toekomst als eenig doel hebben gesteld, zich in de schoone, doch tevens moeilijke Schaakkunst zooveel mogelijk te bekwamen, en dus streng zich wenschen te houden aan de zinspreuk, die hare vereeniging in haar vaan voert. — Red.)

BERLIJN. - Van het Internationale Schaakcongres der „Berliner Schachgesellschaft, dat reeds op Blz. 144 van onze vorige aflevering werd aangekondigd, is het officieele programma verschenen. Wij nemen hier het voornaamste er uit over.

Het congres wordt gehouden van 12 September tot 3 October 1897, in de zalen van het „Architektenhaus," Berlin IV., Wilhelm-Strasse 92/93.

Schakers, die er aan wenschen deel te nemen, hebben zich zoo spoedig mogelijk schriftelijk aan te melden bij den Heer Albcrt Heyde, Berlin W., Postamt 9.

In de morgenvergadering van den i2den September zal o. a. worden besproken: de oprichting van een nieuwen Duitschen Schaakbond.

De wedstrijden beginnen op Maandag 13 September, 's morgens te 9 uur.

Entree-prijzen: voor den geheelen duur van het tornooi 12 Mark; dagkaarten 1 Mark 20 Pf.; voor één bezoek 60 Pf.

Mecstertornooi.

Termijn van aanmelding: 26 Augustus 1897. (Adres: Albert Heyde, Berlin W., Postamt 9.)

Inleggeld: 40 Mark.

De paring der deelnemers wordt niet voor alle ronden tegelijk, maar eiken morgen om half negen bekend gemaakt. Op alle werkdagen wordt gespeeld van 9 tot 1 uur en van 4 uur tot de partij uit is. Des avonds pauze van 8 tot 9 uur. Elke deelnemer heeft eiken dag slechts 1 partij te spelen.

Bedenktijd: voor de eerste 30 zetten 2 uur, voor elke 15 volgende zetten 1 uur. (Bespaarde lijd komt natuurlijk volgende zetten ten goede.)

Er zijn voorloopig acht prijzen uitgeloofd:

I. 2000 Mark.

II. I500 !>

III. 1000 „

IV. 600 Mark.

V. 400 „

VI. 200 „

Speciaalprijs voor het beste resultaat tegen de prijswinners: 100 Mark.

Speciaalprijs voor de mooiste partij: 300 Mark (aangeboden door Baron Albert von Rothschild.)

„Hauptturnier".

Termijn van aanmelding: 4 September 1897. ("Adres: Albert Heyde, Berlin W., Postamt 9.)

Inleggeld 10 Mark.

Bij een groot aantal deelnemers zal er in twee groepen gespeeld worden, daar het tornooi in deze afdeeling in geen geval langer dan veertien dagen zal duren.

Elke deelnemer heeft elke twee dagen 3 partijen te spelen.

Bedenktijd: voor de eerste 40 zetten 2 uur, voor elke volgende 20 zetten 1 uur.

Er zijn voorloopig zes prijzen uitgeloofd:

I. 400 Mark. III. 120 Mark. II- 250 „ IV. 60

V. 30 Mark.

Speciaalprijs voor het beste resultaat tegen de prijswinners: 20 Mark.

Laat ons ten slotte den wensch uitspreken, dat Van Lennep, de eenige „anerkannte Meister", dien Nederland tot dusver heeft, in het meestertornooi te Berlijn zijn krachten zal gaan beproeven.

Oplossingen der eindspel-studies van A. Troïtzky.

(Zie BIz. 129, Juni-aflevering 1897.)

1 — i- Tf5t, Kg7 (A) 2. Tf3 (KI13 faalt op 2..., gi T! Eene Dame zou Zwart niet mogen nemen wegens 3. Tgsf, D. of L. X T., en Wit is pat!) Leif (°f — gSt) 3- Kh3, gi I). of T. 4. Tf7Kg6 5. Tfóf enz. Wit geeft perpetueel schaak. De Toren mag niet genomen worden wegens pat. A. 1...., Ke7 2. Pe5t, K. 3. Teil, Lei:f 4. Kh3, gi Pd.-j-(gedwongen!) 5. Kg2, Pe2 6. Ivfr, en Wit wint een der beide officieren. Opmerking. — 1. Tg5 faalt op 1 Lg5:t 2. Kh3, gi Pd. f enz.

II. — 1. c6, Lg4 (A.) 2. 07, Pb7 3. c8 Pd.! (Kiest Wit een ander stuk, dan volgt natuurlijk 3..., Pd6|), Lc8: 4. Kb6, Pd8 (of — d6) 5. Kc7, en Wit wint een stuk.

1 2. Kb6, Lg4 3. 07, Pd4 4. Kb7, Pb5 5. c8 Pd. remise.

Eindspelen.

In eene partij: Jhr, D. van Foreest — M. Klemantaski, gespeeld te Amsterdam, den 2isten October 1887, ontstond na de zetten: 1. e4, es 2. Pf3, Pc6 3 LC4, Pf6 4- d4, ed4: 5. 0—0, d5? (Pe4: was de zet) 6. edsPds: 7. Pg5!, I.e6 8. Tei, Le7 de diagramstelling.

M. Klemantaski (Zwart)

' 1

Jhr. D. van Foreest (Wit) Wit besliste nu de partij in eenige weinige, krachtige zetten te zijnen gunste: 9. Te6: !, fe6: 10. Pe6:, IM7 n. Lds :, Tc8? 12. Pg7 :f, en Zwart gaf op. (Mat

of Dame-verlies is niet te voorkomen.)

In eene onlangs te Berlijn gespeelde partij, waarbij Wit (Harmonist) den Koninginne-Toren voorgaf, ontstond na den gden zet van Zwart de volgende positie:

N. N. (Zwart)

M. Harmonist (Wit)

Er volgde een elegant slotspel: 10. P§5 !!, fgS: ii- Lh7:f!,Kh7: i2.hg5:t, Kg8 13- DhS, TfS 14. g4!, Tg5:(Tf3? 15. Dh8f, Kf7 16. góf en 17. +) 15.

Lg5Lg4: 16. Dg4:! (dreigt mat in 2 zetten: De6t en Th8 +), Dd7 (iets sterker was Df8, doch ook na dezen zet wint Wit gemakkelijk) 17. e6, Dd6 18. Dh3, en Zwart abandonneerde.

Eindstelling eener partij, gespeeld te Winschoten, in 1892. Zie diagram.

Er volgde: 1. o—o, Le6 2. Taci, Tg6 3. Pd5! (hierdoor verliest Wit schijnbaar een stuk) Ld5: (beter Db7) 4. Dh8f, Kd7 5. Dh3:t, Le6 6. Tf7 :f, Ke8 7. Dh8f, Kf7 8. Dh7f, Tg7 9. Dli5f, Tg6 10. Tc6:, en Wit won door zijn materieel overwicht.

Allerlei.

Mr. J. D. Ti-esling (Zwart)

Weinige dagen vóórdat Lasker naar Moskou vertrok, om zijn tweede match met Steinitz te spelen, werd hij in een schaakcafé te Londen aangesproken door een ouden heer uit de provincie, die hem vroeg, een partij met hem te spelen, met voorgift van de Koningin. Het zou gaan om een kistje „fijne" sigaren. Lasker deed het en won.

Toen de meester nu in het gelukkig bezit van den uitgeloofden prijs geraakt was, en zeker gezicht trok, waarbij de neus een hoofdrol pleegt te spelen, als meende hij eenigen twijfel te moeten koesteren omtrent het verdiende van den roe)) van fijnheid, die de sigaren was voorgegaan, haastte zich de milde gever nogmaals met nadruk te verzekeren, dat ze toch werkelijk heel goed waren.

Na afloop der return-match begaf Lasker zich weer naar Londen, en toen hij op zekeren dag, voor 't eerst na zijne overwinning, zich weer in het schaak-café vertoonde, kwam hem de amateur tegemoet, en zeide:

„Wel, hoe zijn U die sigaren van laatst bevallen?"

„O, uitstekend," hernam Lasker, „ik kan ze waarlijk niet genoeg roemen. Ik heb inderdaad mijne overwinning voor een goed deel aan uwe sigaren te danken."

„En hoe dat zoo ?"

„Wel, ik heb ze allemaal door Steinitz laten oprooken."

In den Schotschen Nationalen Schaakwedstrijd van dit jaar werd een der partijen geopend met 1. e4, d5 2. ed5 :, Dds : Wit nam nu natuurlijk zijn Koninginne-paard bij den kop, om met 3. PC3 te vervolgen. De zet werd wat haastig gedaan, en zoo kwam het Paard in plaats van op c3 bij ongeluk op b3 terecht.

Deze „onmogelijke" zet moest nu natuurlijk ongedaan gemaakt worden, en de arme witte Koning moest voor straf naar e2, waar hij door 3 . . . ., De4 werd matgezet.

J73

Dit leuke voorval brengt het volgende in herinnering. Verscheidene jaren geleden speelde Blackburne dagen achtereen met een zwakken speler steeds dezelfde partij : i. e4, es 2. Pf3, f6. Op zekeren dag besloot de meester, zijn partner eens beet te nemen. Hij speelt 1. e4, Zwart natuurlijk dadelijk es; daarop Blackburne 2. Dh5, en de tegenpartij, onder den invloed van de macht der gewoonte, heeft al den f-pion vooruitgebracht, vóórdat hij eigenlijk goed heeft gezien, dat ér ditmaal iets anders gebeurd is dan het gebruikelijke 2. Pfj. „U moogt uw Koning niet in schaak brengen", zegt Blackburne, „de pion moet terug, en U moet een strafzet met Uw Koning doen."

En of hij wil of niet, de zwarte majesteit moet naar e7, waar Blackburne's antwoord 3. Des:+ hem uit zijn kortstondig lijden verlost.

Verschillende Partijen.

N°' 427' Correspondentiepartij, gespeeld van Januari tot October 1896.

Wit: „Rotterdamseh Schaakgenootschap". Zwart: Palamedes". (Rotterdam). /T • , ' (Leiden).

D4-opening. („Blackiuar-u'anibiet.")

1. d2 —d4 d7 — d5

2. e2 — e4

Een weinig gespeelde en m. i. ook weinig aanbevelenswaardige zet. Wit verliest een pion zonder eenig equivalent.

2 d5 X e4

3. f2 — f3 e7 — e6

Ook ef3: kan zonder nadeel gespeeld worden, maar de tekstzet is beter.

4. L fl — c4

Op fe4: volgt natuurlijk Dh4f en De4:. De tekstzet is niet sterk, 1111e6 is gespeeld: de Looper behoort clan op e2, eventueel 1)5. — Beter ware 4. Pc3 of Lf4!

^ P b8 — c6

Dit heeft den tijd. Zwart overziet (?) liier en volgende zetten het m. i. zeer krachtige Ld6 met de dreiging Dh4f. Op 5. Le3 kan dan I)h4f; 6. LB (?), Dg5ü volgen.

5. c2 — c3

Beter is Lb5. Of heeft Wit misschien met c3 Zwart's antwoord willen uitlokken ?

5

P c6 — a5 ??

Ben slechte zet, waardoor Zwart zijn voordeel in eens wegwerpt. Veel sterker is liier uog Ld6 met de dreiging l)li4f enz. (vergelijk de opmerking bij den 4den zet van Zwart.) De tekstzet kan slechts ten doel hebben, den witten Looper van c4 te verdrijven, die, zooals we straks opmerkten, daar reeds niet gunstig staat en 1111 met tempow inst een hetere plaats kan innemen.

6. L c4 — bof! c7 — c6

Ld7? 7. Ld7 :f, Dd7 : 8. fe4:

7. L bö — e2 b7 — b6

Gedwongen, wegens het dreigende b4. Wit heeft nu, ondanks het verlies van een pion, het betere spel.

8. L cl — e3

Lf4! is hier de zet, met de dreiging fe4: Op Pf6 volgt dan 9. Pd2. 't Is eigenaardig, dat ook Wit een zekere eerbiedige vrees voor de diagonaal h2-b8 schijnt te hebben. De bezetting van die lijn in deze stelling schijnt mij van weerskanten van veel gewicht te zijn.

8

P g8 — f6

En hier nog steeds Ld6 !

9. L e3 — g5

Op Pd2 zou nu weer Ld6 kunnen volgen (10. fe4:? Pe4:! 11. Pe4: Dh4f enz.)

9 L f8 — e7

Nu moest toch ef3: gespeeld wordeu, om den gewonnen pion te behouden.

10. L g5 X f'6 Le7Xf6

11. f3 X e4 e6 — e5!

12. P gl —f3 L c8 — e6

Stand der partij na den 12den zet van Zwart. Il -77^7^ .. I

14. L e2 X c4

Foutief ware hier Del (dreigend b3). Lr zou dan hebben kunnen volgen: 14

ed4: 15. Tdl, d3ü 16. Ld3: Pe5; 17. Pe5: Le5: en Zwart staat goed. Wit speelt van dezen zet af' tot het einde uitstekend.

14. , L e6 X c4

15. T fl — f2 0 — 0?

Beter Dc7. Zwart verliest nu den e-pion

16. P bl — d2 L c4 — e6

17. d4 X e5 L f6 — e7

18. P f3 — d4 L e6 — d7

19. K gl — hl

Ter voorbereiding van Db3, gevolgd door e6, waarmee Wit zich van den dubbelpion wil ontdoen. Dadelijk l)b3 zou echter op Leö afstuiten.

19 Dd8 — c7!

20. P d2 — f3 T a8 — d8

21. D dl — c2 c6 — c5

Niet goed, zooals uit het vervolg blijkt, want nu krijgt Wit gelegenheid, een zijner paarden op do te brengen, waar het uitstekend geposteerd staat. — Beter ware gü; 22. fafl, Lc8 of nu misschien c5.

22. Pd4 —f5 Ld7 — c6

23. c3 — c4 ! Tf8 —e8

24. P f5 — e3 L e7 — f8

25. P e3 — d5 ! D c7 — b7

13. 0 — 0

In aanmerking kwam hier èn de5: èn

Pa3. Op 13. de5: zou Zwart na Ddl:f 14. Ldl: Le7 wel een pion minder hebben, maar toch met zijne beide Loopers en vrije Torenlijn zeker niet het mindere spel. —

Op 13. Pa3 ware misschien Dc7, eventueel gevolgd door Td8, het beste.

13 P a5 — c4!

26. T al — fl L f8 — e7 ?

Zwart verhaast door dezen en de beide volgende zetten zijn ondergang. Het eenige ware hier b5; 27. b3, h6! 28. Del, Td7; 29. Df4, DbS; 30. Dg4, Kh8 enz. De Looper moest noodzakelijk op f8 blijven, ter verdediging van den Koningsvleugel.

27. Dc2—cl Td8 —d7

28. D cl — f4 L e7 — d8

29. Df4 g4 h7 — h6

Op KhS zou gevolgd zijn 30. e6 ! gevolgd door Pe5 en Wit wint.

30. Pd5 — f6f! Ld8Xf6

31. e5 X f6 g7 — g6

32. D g4 — h4 h6 — h5

33. 1)1.4 —f4 Kg8 —h7

34. h2 — h3

Ken fijne zet. Direct beslissend lijkt hier 34. PgS-j-, Kg8; 35. eö! (dreigend e6 en wint). Op Dc7 volgt dan 36. Pe6 en wint. Op DbS 36. e6! I)f4: 37. er7 :t, lf7 : 38. Tf4: en wint. Maar na 35. e5 kan ook volgen Td4! 36. De3, Tg4ü en nu stuit 37. e6 afopLg2:f.—

Waarschijnlijk dient dus de tekstzet tot verijdeling van Tg4 in deze variant.

34

D b7 — c7

liet, is duidelijk, dat Zwart op Le4: een officier verliest door 35. PgBf, Kg8; 36. Pe4: (T of De4:? 37. Dh6 en mat)

35. Df4 — e3.

Dreigt 36. PgSf, Kg8; 37. Pe6! en wint.

35 D c7 — d6?

1 1S

Beter Db8, de eenige zet, die Zwart nog kans op verdediging geeft. Zooals duidelijk is, dreigt Wit door e4 — e5 — e6 de partij te winnen en Zwart kan dit slechts verhinderen door de Dame op de diagonaal b8 — h2 en de looper op c6 te houden. Speelt Wit dan e5, dan kan Zwart direct het Paard slaan en den aanval daardoor breken. Speelt Wit eerst PgSf, dan kan hij evenmin met e5 vervolgen, omdat het Paard dien pion dan niet meer dekt. — De tekstzet nu heeft ten gevolge (zet 37) afruil op d7 en verplaatsing van den Looper, waardoor dus direct e5 kan volgen (zet 38).

36. T f2 — d2 D d6 — b8

37. T d2 X d7! L c6 X d7

38. e4 — eö! T e8 — h8

Noodzakelijk om Pg5-]-, gevolgd door e6, te beletten. Maar Zwart is toch verloren, nu hij eö niet heeft verhinderd.

39. Pf3— g5f Kh7 — g8

40. T fl — dl !!

Uitmuntend en nog sterker dan e6. Wit beslist de partij nu in eenige krachtige zetten.

40 D b8 — e8

Andere zetten zijn niet beter.

41. De3 —e4! K g8 — f8

Wit dreigde Td7 : Ook op andere zetten gaat de partij spoedig voor Zwart verloren.

Bijv. LcS; 42. De4, Le6; 43. Dd8, Kf8 ; 44. I>d6f, lvg8; 45. De7 en wint.

42. D e4 — dö L d7 — e6

43. D d5 — d6j* Opgegeven.

Want er kan volgen: Kg8; 44. De7, De7 : 45. fe7: Kg7 ; 46. Pe6:f fe6 : 47. Ïd8 en wint.

D. v. F.

Het paringstelsel Deelman.

De Heer L. H. Deelman Iz., te Groningen, schrijft ons:

„Het stelsel-Schürig en het mijne komen ongeveer op hetzelfde neer, dat is waar, doch met de gegevens, die ik aan de hand heb gedaan, kan ieder zonder behulp van mijne tabellen, zelf met elk getal spelers klaar komen, en heeft een vaste basis, waarvan hij nooit behoett af te wijken, hetgeen bij toepassing van Schtlrig's stelsel wel het geval is. Zoodra men een even aantal spelers heeft, zal men, vasthoudende aan het systeem-Schtirig, diens tabellen steeds moeten raadplegen, omdat daar de regel, waarnaar bij gelijksoortige nummers het hoogste, bij ongelijksoortige het laagste nummer met Wit speelt (welke regel bij een oneven getal is gevolgd) geheel uit het oog is verloren.

Dat men nu nog niet inziet, dat het stelsel-Schilrig alleen daarom minder verkieslijk is, begrijp ik niet, en is misschien toe te schrijven aan het willen eeren van Schürig's nagedachtenis.

Laat degenen, die er belang in stellen, toch uit eigen oogen zien; dan zal de keus niet moeilijk zijn."

Het debat over deze kwestie voor goed sluitende, willen wij nog een paar opmerkingen maken.

De tabellen, die in Berger's „Schach-Jahrbuch" voorkomen, zijn niet door Schtlrig, maar door Berger vervaardigd naar de regels, die Schürig, nu een jaar of tien geleden, in een Schachzeitung-artikel heeft gegeven.

De Heer Deelman vindt het een bezwaar, dat men bij toepassing van het Duitsche systeem de tabellen in het „Jahrbuch" moet raadplegen; Berger heeft ze juist daarin gezet om den leiders van wedstrijden heel wat ?noeite te besparen.

Bij de uitwerking van het systeem moge de Heer Deelman met eenige meerdere consequentie te werk zijn gegaan, het verschil tusschen zijn stelsel en dat van Schürig blijft te gering, om het overboord werpen van het laatstgenoemde systeem te motiveeren. RED.

Kleine Bondswedstrijd te Amsterdam.

Het plan bestaat, om op Zondag 10 October a. s. een Wedstrijd met af-en aanspel te houden te Amsterdam. Nadere mededeelingen daaromtrent zullen in de September-aflevering worden opgenomen.

DE BONDSSECRETARIS.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.