
Iste Jaargang Iu 5. 1 Mei 1893.
TIJDSCHRIFT
VAN DEN
Iste Jaargang Iu 5. 1 Mei 1893.
VAN DEN
opgericht 23 Mei 1873.
Bestuur: 0. VAN OLST, Voorzitter; J. J. VERAART, Penningmeester-, Dr. A. J. A. PRANGK , Onder-Voorzitter; L. H. DEELMAN, Commmari* voor materieel; J. F. HEEMSKERK, 's-Grave»hage, Noordeinde 66, Secretaris.
Redactie: J. P. HEEMSKERK, H. J. DEN HEKÏOG en Dr. A. J. A. HRANGE.
Namens het Bestuur van den Nederlandschen Schaakbond maakt de ondergeteekende bekend:
Bepalingen voor den Schaakwedstrijd te Hilversum.
ARTIKEL 1.
Er zal op 24 Mei, en indien noodig op den 25sten d. a. v., een wedstrijd met voorgift, met af- en aanspel, gehouden worden te Hilversum in het „ Hof van Holland", alleen open voor leden van den Nederlandschen Schaakbond.
ART. 2.
Ten einde tot den wedstrijd toegelaten te worden, moet men zich vóór Maandag 22 Mei, des avonds te 9 uren, opgeven aan den ondergeteekende. Secretaris van den Bond, en bij hem de inleggelden. ad / 2.—, voldoen. De prijzen bedragen ƒ15, ƒ10, f 8 en ƒ 6 of kunstvoorwerpen van die waarde; het Bestuur behoudt zich voor nog meerdere prijzen uit te loven.
ART. 3.
Er wordt gespeeld in drie klassen, waarbij de spelers der eerste klasse aan die der tweede en de spelers der tweede aan die der derde, pion (f7) en zet voorgeven en de spelers der eerste aan die der derde pion (f7) en twee zetten voorgeven.
De mededinging in de eerste klasse is voor ieder open; die in
70
de tweede is open voor ieder, behalve voor hen, die in de wedstrijden van den Bond verplicht zijn in de eerste klasse mede te spelen; die in de derde is open voor ieder, behalve voor hen, die in eenen wedstrijd van den Bond, in de eerste klasse minstens l/3 van het hoogste getal behaalbare winstpunten hebben verkregen of in de tweede klasse een prijs hebben gewonnen of daarin gedeeld, dit alles behoudens de bepaling van art. 4, tweede zinsnede.
De wedstrijd vangt aan Woensdag 24 Mei, des morgens te 11 ure. Alsdan leest de leider van den wedstrijd de namen voor van ieder der deelnemers met de klasse waarvoor zij zich hebben opgegeven. Indien een deelnemer zich lieeft opgegeven voor eene klasse waarin hij is uitgesloten, wijst de leider hem de klasse aan waarin hij wel mag medespelen; indien een deelnemer zich heeft opgegeven voor eene klasse waarin hij wel mag medespelen, maar die de leider te laag voor hem gelooft, mag de leider hem eene hoogere klasse aanwijzen. Indien de deelnemer er zich tegen verzet dat de leider hem eene hoogere klasse aanwijst, dan waarin hij mag medespelen, heeft hij beroep op de dan aanwezige mededingers, die op gesloten briefjes stemmen en bij volstrekte meerderheid beslissen; staken de stemmen dan wordt geloot.
Na beslissing in deze zaken leest de leider de deelnemers nogmaals voor met de klassen waar zij nu ieder toe behooren. Hierna is geen verzet tegen indeeling in eenige klasse, door wien en op welke gronden ook, meer geoorloofd.
Vervolgens deelt de leider een cijferrooster mede hoe de wedstrijd zaf worden afgespeeld; daarna wordt geloot, waarbij de leiders trekken voor de afwezigen.
ART. 5.
Onmiddellijk na de loting vangt de eerste ronde aan. Die in eene ronde zijne partij wint, speelt in de volgende ronde mede, die verliest is afgespeeld. Wordt eene partij remise, dan beslist de leider onherroepelijk of tusschen die twee spelers eene nieuwe partij (ingeval van gelijke klasse met andere kleurverdeeling) wordt gespeeld of dat geloot zal worden wie der spelers in de volgende ronde medespeelt en wie als afgespeeld wordt gerekend.
Aldus blijven ten slotte twee deelnemers over die om eersten en tweeden prijs spelen, terwijl de laatste verliezers tegen hen met elkander om derden of vierden prijs spelen en, ingeval er meer prijzen zijn, de laatste verliezers tegen die vier prijswinners met elkander om die verdere prijzen spelen.
ART. 6.
Gespeeld wordt naar het reglement van het schaakspel van den Bond.
71
ART. 7.
In de eerste ronde worden slechts zoovele partijen bespeeld als te°t!ngT ^ ^ tot ««• v^an^ terug
Zoodra het aan twee deelnemers bekend is dat ze zamen moeten spelen, vangen zij aan, onverschillig of andere spelers noo- in eene e.7gkw,r* Z«" " ü" mi echt» LogsS een kwart uur verpoozing toestaan om niet door te veel opeenvolgende partijen de spelers af te matten. Die, als hij spelen moet afwezig is wordt onherroepelijk als verliezer fijner partij gekkend waardoor dus zijne tegenpartij, zonder spelen, winner isJ *erekend <
ART. 8.
Ieder speler teekent zijne partij zet voor zet, zoowel voor wit als voor zwart, aan, en levert die aanteekening, bij het eindigen der partij, bi] den leider in. ° J eiI""gen
ART. 9.
i E '™lsr ,d ™ï mn den af tot L°"'to TE ™" ha'f5 »ur, en daarna van half z ven tot de leider van den wedstrijd last geeft op te houden voortgezet "w!fv T ^ D°,nderdaS °P ^Iijke uren de wedstrijd oortgezet. ingeval eene partij moet afgebroken worden wa-i'raa^den zet is ziieD mi"Uten vooraf en schrÖft de speler die aan den zet is, zijn voorgenomen zet op een papiertje dat lui in nr^fsS
leid6r g6eft 6n biJ het herva«en der partij is lii] op strafte van verliezen der partij, verplicht dipn to doen Lene afgebroken partij mag niet worden hervat dan nadat ze zet voor zet volgens de aanteekeningen is overgespeeld.
ART. 10. , .,ï"dlen , twee spelers van gelijke klasse, tegen elkander spelende billijkerwijs dezelfde kleur zouden moeten hebben ,uLn in ^ oneven ïonden de hoogere nummers en in de even rónden de lagere naXTn W1 0ver^ens wordt de kleurverdeeling bij iedere partij tusschen spelers van gelijke klasse geregeld door den leider naarmate der kleurverdeeling van de bereids door ieder der spelers m hunne klasse gespeelde partijen. P
ART. 11.
leife'tetlS" " VerP'iCht 7'ich "8" d« —™> d,„
ART. 12.
Leider van den wedstrijd is de bondssecretaris of die hem vervangt.
De Secretaris, J. F. HEEMSKERK.
De jaarlijksche vergadering zal te Groningen den 209ten Augustus van dit jaar worden gehouden.
Bedankt:
(wegens vertrek naar N.-Indië): AfdeelingslidI)r. W.Kloos te'sGravenhage.
Verhuisd:
Afdeelingslid J. G. F. Thijssen te Amsterdam, naar Nassaukade 116; Rechtstreeksch lid H. W. Moerman te Amsterdam,naar 3d-=Helmersstraat17; Rechtstreeksch lid C. W. Siegmann van Amsterdam, naar Amersfoort, Westsingel E. 40;
Afdeelingslid W. F. M. Straeter van 's-Gravenhage naar N.-Indië; voorloopig adres: Mej. van Swieten,Laan van Meerdervoort78 te 'sGravenhage; Afdeelingslid U. P. Okken van Groningen naar Aduard. Nieuwe Afdeelingsleden:
L. Mesritz, Amsterdam, Keizersgr. 695; Dr H. C. Muller, Amsterdam, P. C. Hooftstraat 137;
J. Abas, Amsterdam, Nieuwe Achtergracht 48; J. C. Kruijt, Leiden, Nieuwe Rijn; H. de Nie Jr., Leiden, Rapenburg; C.T.Steffelaar, Leiden, Nieuwstraat 36; H. J. Veldhuijzen, Leiden, Hooigracht; G. C. J. Verkerk, Leiden, Telegraafkantoor; W. Beekhuis Jr., Groningen, Gelkingestraat, boven Oortman; H. Wiersema, Groningen, Carolieweg E. N° 1343;
P. J. A. J. Meulemeester, Utrecht, Vredenburg 24; F. J. E. de Veije, Utrecht, Zuilenstraat; A. P. W. van Meurs, Breda, Nieuwe Princenkade.
Nieuwe rechtstreeksche leden:
P. I. de Man te Hilversum;
Jhr. Mr. H. B. Smissaert te Hilversum ; G. Halbertsma, Beetsterzwaag.
Totaal 136 rechtstreeksche leden en 230 aideelmgsleden.
Zie nog onder errata.
Leden, die nog niet in het bezit zijn van de reglementen, in plaatsen waar afdeelingen gevestigd zijn, worden beleefd verzocht die aan den secretaris-penningmeester der afdeeling in die plaats te vragen.
Leden, die nog reglementen missen en niet in eene plaats, waar eene afdeeling gevestigd is, wonen en alle leden, die nog een of meer nummers van het tijdschrift missen worden beleefd verzocht het hun ontbrekende aan den bondssecretaris te vragen.
Gekozen tot voorzitter der afdeeling Leiden Dr. A. van Rhijn en tot secretaris-penningmeester derzelfde afdeeling W.P.Mulié, secretaris der schaakvereeniging Heemskerk aldaar.
Problemen.
(Verzoeke problemen, oplossingen en alle andere bijdragen tot deze rubriek te adresseeren aan den Redacteur H. J. DEN HERTOG ; Marnixkade 43, Amsterdam.)
N» 45.H. MendesdaCosta,Amsterdam. N°46'Valentin Ma™ - Bareelona. (Opgedragen aan A. <J. Vazquez.)
N°. 51. — L VETESNIK, Lazankach (Bob.) Wit: Kb 8, Dd3, 1' e 6, L d 5, L f 8, p.c2, e4, f2, g3: Zwart: Ke5,Th4, Pb5, Pg4, L b 3, p. b 4, c3, c 7, h 3, h5. — Mut in 3 zetten.
N". 52. — Mevr. W. J. BAIHD. (1c Prijs — „ Kenlish Mereury.")
Wit: K li 1, T a 4, Th 6, Pb4,Pf6 ; La5,Lh5,p.c6,d2, e2, g2, g4; Zivart: Kf4, p. b5, e 4. — Mat in 3 zetten.
N°. 53. — W. GLEAVE. (2u Prijs — „ Kentisli Mereury") W it: K c 8, Dc6, Tc2, Pd4, Pf5, Lel, p.eö, f'3; Zwart: K d 3, Td2, Pbl, Pg5, Ldl, p. a 6, b5, e2. — Mal. in 2 zetten.
N°. 54. — A. W. GALITZKY, Spassk-Kasan. Wit: Kg 5, Tc5, Pd2, L, a 5, Le4, p. c 4, f 2; Zwart: K d 4, p. d 3, d 6 , e 6. — Mat in 2 zetten.
Uit den wedstrijd van het „Chakhmatny Journal."
N°. 55. — Motto: Révérance aux coins (b). Wit: Kg8, Db2, L g 1 , L h 3; Zwart: Kc6, La8, p. c 7, d 6. — Mat in 2 zetten.
N°. 56. — Motto: Siniplicitas (b). Wit: Kg 5, Ua8, Te7, Le4, Lf4, p. b 3; Zwart: Kd4, p. g6, g 7. — Mat in 2 zetten.
NB. Oplossingen van in dit nummer voorkomende problemen worden ingewacht vóór 15 Juni 1893.
Oplossingen der Maart-problemen.
22. L 1)h 8 enz. — 23. 1 ü li 7 enz. — 24. 1 ' * 2 1) c 5 :f !enz. 1 c 5 K e 4:
2 D h 1 f enz. 1 ,, 2 I) e8 f enz. I - E 2 D g 6 enz. 1 2 i> g 8f enz.— K e6 b 5 ° anders
25. 1 p|' 2 T b 4 ! enz. 1 Lfq. 2 l) e 7 f enz. 1 —^, 2 D e 7 f enz. 1 p- 4 ,
2 P e 3enz. Dreiging : 2 b 4 f. — 26. 1 \' 2 T h 6:enz.1 K h i 2 T d1 enz.
— 27. 1 d 3 enz. — 28. 1 ï c 5 enz. — 29. D a 8 enz. — 30.1 Pf4 enz. — 31. 1 P f 3 enz. — 32. 1.f 4 enz.
Goede oplossingen ontvingen wij van de HH. P. D. VAN ZEEBÜRGH, Groningen (22, 23, 26, 27); W. DE BLOEME, 'sGravenhage (alle, behalve 24); C. T. VAN HAM, Gorredijk (alle); W. B. H. MEINERS, Amsterdam (alle); A. BLEYKMANS, Amsterdam (alle, behalve 25 en 26); G. J. V.D.STOUWE, Dordrech (alle); M. J.DE JONGH, Amsterdam (alle, behalve 25'); E. H. E. v. WOELDEREN, Rotterdam (22, 24, 25, 26, 27): Jos. REIJALT , Nijmegen (alle); C. C. W. MANN, Amsterdam (alle); Jon. G. MERKX, Dreumel (alle tweezetten); H. MENDES DA COSTA, Amsterdam (alle, behalve 22); JOH. N. M. V. D. ELFT, Nijmegen (alle); H. G. VAN ROIJEN , 'sGravenhage (alle, behalve 25); A. VAN EELDE, Zwolle (alle); E. J. WILLEMSE en J. FLES JR. ',2), Leiden (22, 23, 26, 27, 28, 29, 30, 32). S. te A. (alle); L. J. VAN RHIJN te Bergen op Zoom3) (22, 23, 26, 27).
75
De heer Jus. REIJALT te Nijmegen, verzoekt ons, te willen bekend maken, dat hij ten stelligste ontkent, den 29 Januari '88 in „De Amsterdammer" opgenomen driezet, ter publicatie te hebben aangeboden. — Hoe de toenmalige redacteur er toe gekomen is, het probleem onder den naam van den heer R. te publiceeren, blijft ons een raadsel.
T b 4
') In n° 25 faalt 1 Pg 4 op 1 _ 2 , — ' ° H Pc 2 L e/; behalve op cl 5.
2) lil n° 31 faalt 1 Pg6 op \ hg6:
:i) In n° '25 faalt 1 D d 3 op 1 L d 5
Oplossing van het eindspel van J. BEHTING.
(Maartnummer lïlz. 42 )
iuteursorslo"3ina • 1 ^ 0 La6!I „Le3f.Lf4fj.Lg3
Auteursoplossing. 1 gh3:e p (A) <= KiT7(a) d Kh2 4 K g l 5 h2
K b5 ICc 5 f Kc 4 ICd 4 f 1 Kd 3 , , K e 3f
b r r i ' r i 8 * , 9 ï 10 ï , 11 .• a 12 L i 2 mat. —
K f 1 Kg! K f1 K g1 K f 1 IC g1 L f 8! L c 5+ a) 2 4 K^-g' 5 Lgl : en Wit wint, want zijn Koning gesteund door den Koningslooper kan altijd den zwarten Koning naar den rand drijven, en de andere Looper geeft dan mat.
« i o Le3f q h 5 L g1:f k l3 *'• (\ K c 5 „ K.d 4 K e 5
K g1: Kli 2 g1 D (b) K g1: 1. e 4 ICf2 L h 7 Kg 3 q L d 1 K f 6 h 6 K g 7 , L b 3 L g 8. L h 7 L b 1
9 Khl 10 I,c 2 ! 11 LÏ4 1J K g5 13 Ld3 14 Lel 15 L d 5 lb l. g 8!
17 L g6 en Wit wint. - b) 3 „4 h® 5 ^g ':+ 6 h7 7 —° ; g 3 glD K g\: g 2 K f 2 Dd 4
8 Ke2 9 Dg 1 en wint. — De variant 1 ,{ is gemakkelijk op te lossen.
2 Oplossing: (Wij geven slechts de voornaamste variant.) 1 1 '
Lg4: Pli3f Kc5 , Pgl: „ 1.4 h5!
K f 2 K f 1 4 g 1 D 5 Kg 1: L e 4 7 K f 2 8 K d 4 en Wlt wint als boven in de variant A.— In de Deutsche Schztng publiceerde de auteur het eindspel in den volgenden vorm: Wit: Ka4, Tgl, L d 3, L h 6; Zwart: K f 2 L h 1, p. g 2 , h 3. — Hier is de auteursoplossing de eenig mogelijke. (le zet: L a 6 !)
Van dit zoo fijne eindspel ontvingen wij de auteursoplossing van den lieer W. B. H. MEINERS , te Amsterdam, en de 2e oplossing van de heeren F. v. D. BEP.G, te Amstelveen en G. J. VAN DE STOUWE te Dordrecht. De heer W. DE BI.OEME, te 's Gravenhage, zond eveneens de oplossing 1. Le3f (in enkele varianten echter incorrect), terwijl de heeren C. T. VAN HAM, Gorredijk, en J. FLES Ju., Leiden, ons als
sleutelzet 1. Le3f opgaven. In 't Café Panopticum te Amsterdam, in 't V. A. S. en in de A. S. O. gaf de oplossing van 't eindspel aanleiding tot bijzonder levendige discussiën. De heer J. W. VIJZELAAK, van Leiden vond beide oplossingen en de lieer H. DE BOERS, Amsterdam de 2e oplossing.
Do Regeling van onze Probleemwedstrijden.
(Ingezonden).
Toen ik de opmerkingen over dit onderwerp in liet Februarinummer van dit Tijdschrift las, kwam terstond de gedachte bij mij op: „Nu, daar zullen wij wel meer van hooren!" — Hoe teleurgesteld echter gevoelde ik mij, toen in het volgende nummer niets over deze zaak te vinden was, zelfs geen woord van afkeuring. Was er dan onder de betrokkenen, bestuursleden, juryleden, componisten. lïiet één die zijne meening over deze zaak eens wilde uiten V Moest nu alles wat de heeren PRANGE en DEN HERTOG hierover hadden geschreven, maar terstond in de doofpotV Dit mocht toch niet, en ziedaar dan ook de reden, waarom ik heb gemeend het volgende te moeten schrijven.
Dat er bij onzen eersten probleemwedstrijd te weinig was vastgesteld , behoeft zeker geen betoog. De oorzaak hiervan lag m. i. daarin, dat men eerst de jury koos en daarna ging spreken over hare bevoegdheid en wijze van handelen. Dat dit niet in goede aarde viel, dat men b 'gon te spreken van: beleedigen enz. was niet te verwonderen. Om dus nu niet in dezelfde fout te vervallen, zon het m. i. zeer wenschelijk zijn, als het hoofdbestuur de regeling der wedstrijden in concept bracht, voordat de Algemeene Vergadering bijeenkomt, en er dus sprake kan zijn van eene jury.
In de tweede plaats doet zich de vraag voor: hoe moet die probleemwedstrijd geregeld worden 'r1 Het antwoord hierop geef ik kortheidshalve in de volgende punten:
1° De problemen worden achtereenvolgens in dit tijdschrift geplubliceerd.
2" Elk lid der jury is verplicht zijne meening omtrent alle correcte problemen schriftelijk mede te deelen. Deze mededeeling wordt minstens 6 weken voor de Algemeene Vergadering gepubliceerd.
3' De leden der jury zijn verplicht voor de rubrieken: idee (waaronder valt: oorspronkelijkheid, eerste zet, matstelling, verdediging van zwart), constructie (waaronder valt: mogelijkheid der stelling, economie, varianten, duals) en moeielijkheid punten te geven volgens eenzelfde systeem, onderling vast te stellen. De som der punten, door een probleem bij de drie juryleden behaald, wijst zijne plaats aan bij de bekroning.
4" Een tijdvak van minstens 6 weken voor de Algeineene Vergadering is bestemd voor reclames.
L. N. DE JONG.
Berichten uit Nederland.
In liet Vereenigd Amsterdamsch Schaakgenootschap liep de tweekamp tusschen Jhr. A. E. VAN FOREEST en N. W. VAN LENNEP ten einde.
Daar de tweekamp ging om het grootste aantal partijen uit zeven te winnen, was de strijd beslist toen VAN LENNEP de eerste, tweede en vierde partijen gewonnen liad en de derde en vijfde partijen remise waren gebleven: de overige twee partijen werden nu niet' gespeeld.
Hulde moet gebracht worden aan den jongen speler die zijn zoo sterken tegenstander zoo beslist overwon.
Naar wij vernemen heeft LOMAN den overwinnaar tot een tweekamp uitgedaagd. 1
Tot ons leedwezen moeten wij wegens plaatsgebrek twee der zeer interessante partijen tot het Juni-nummer bewaren.
l)e verdediging van het Hampe-AUgaier-gambiet.
In het April-nummer 1893 van de Strutéyie wijdt de Fransche amateur LAQUIÉKE een artikel aan de behandeling van bovenstaand onderwerp. Het kan o. ï. niet ondienstig zijn, hier den inhoud te resumeeren, vooral daar het eene spelopening geldt, waarvoor velen onzer amateurs eene groote voorliefde koesteren ^2 eé^Pbl c 3 f 2 f 4 1' g I — f 3 _ h 2 — h 4 Pf8 — gö '*.ix» " x ' 4 »-»«
' K e8 x f7 S
De auteur beschouwt nu als beste verdediging 8 —
TSCHIGOKIN merkt naar aanleiding van 8 -- -- 0p, dat die zet Zwart in staat stelt tot hardnekkigen weerstand, echter zonder veel kans op een gunstig resultaat. — De meest gebruikelijke voortzetting 8 d7 d5 geeft naar LAQUIÈRE'S oordeel aanleiding tot een kansrijken aanval voor Wit en is daarom te verwerpen 8 (> J cl x f4 Lfl-cAf <1 " — (1 G! Lf8— g7 K f 7 — e8!
Met RUSENTHAL geeft de auteur aan dezen zet de voorkeur boven 10 kf7 — g6' ^er 'llustratie wijst hij op de volgende variant:
78 n hl-h5f l'c3 —b5! e 4 — e 5 Ddl —d3f ' K f 7 — g(i? K g 6 — h 7 Lg7 —f 6! Dd8 — e7! Kh7- s 7 lr I)d3—— O , 15 -—_ ® „ 16 en Wit wint. Kg 7 — f 8 .. e 4 —e 5
(1 <! x e 6!
De beste zet voor Zwart, die tot nu toe nog niet werd onderzocht. Pc3x<15 Pd5xc7f Le4xe6 (>1' 11 j,- j - o vol «j ;t 12 , ü 13 n , 0 „14 en 1 d 6 — d 5? a L e 8 — e 6 Dd8xc7 Wit heeft het beste spel. Positie na den llen zet van /wart.
Pc 3 — d5!
De voortzetting, die Zwart de meeste moeite verschaft! Hier volgt een beknopte beschouwing deiverschillende zetten, die op dit moment voor Wit in aanmerking komen.
, 10 Lc4 — b5? „ d 4 — d 5 , b 2 X c 3 „ , A. 12 _ 13 :— -x 14 -= 7 en Zwart wint.
e 5 X f 4 I,g7 x c3f a7 — aö
•i 1 o d 4 X e 5? 1Q Tal X dl r/ , , , ,, , , lt. 12 , lo - .en Zwart staat t best.
D d 8 X d1 f P c 6 X e 5
Ddl — e2 ? , 0 U e 2 - e 4 of — d 3 ( 12 ,, „ ,, 13 ,—s en Zwart wint.
P c6 x d 4 Lc8— f5 1). 12 13 0-0 (Op 13 De2 wint 13 —, I) d 4 :)
13
Pc6 X e5 vr
Dd8^d4f! U Pe5 —f3f Gn ZwiU " fc wint d 4^_d_5 Ddl e2f Pc_3_—b5 4 0-0
• e 5 X f 4 P c 6 — e 7 v 1 ö Klif 1c g3 Pe4 10 P g 3: r , , 15 — |(5 ° 17 s „ f en Zwart wint.)
Ld 4+ L e 3 P f 5 Pg3:t I) h 4: f ' ,, 0 — 0 — 0 1£ L c 4 x b5+ , _ d 5 — d 0 1Q d6Xe7
a 7 — a6 a6xb5 L c 8 — d 7 Ld7xb5 Lb5xe2 Zwart wint.
(Pc3—dó !) c 2 — c 3
P c 6 x d 4!
De beide volgende varianten sluiten met een ongunstig resultaat voor Wit:
0 — 0 1 Pd 5 — e3 1 - g 2 x f 3 T a 1 x dl 1 „ P e3 x g 4
a " c 7 — cö Pd 4 —f 3 f D d 8 X d ï e5x f4 Lc8xg4
18 fri ' 1 19 fX j! ,i gevolgd door 20 „ en Zwart
Pg8—e7 L g 7 — d 4 f' ° 6 L d 4 — e3 staat 't best.
79
• .gLf4—e3 . . L e3 x d 4 1. 0 — 0 Lel b_5f < 7 D dl ~e2f c 7 — c6 e 5 x d4 c6 X d5 Iv e H — e 7 ! K e 7 — il 61
18 D d 8 e 7 19 p 1;%7+ 20 f f 7 ~ n en Zwart wint.
D d 8 — e 7 P g 8 X e 7 Lg7 e 5 (c 2 —c 8) ^cj ^xdd Udl — C2f Pd5 X f4 0^0
e 5 x f 4 c 7 — c (> Pg8 — e7 ' i) d 8^d6 T h 8 — f 8
Wit is een Looper acliter, en moet dus, daar zijn positie liet gemis daarvan niet compenseert, verliezen. In eene door Laquièhe met Zwart gespeelde partij volgde nog:
Tal-el Kg1-hl 90 Pf4 gö ïelxfl 99 Tfl-el
L g 7 x d 4 f ly L c 8— d 7 TfSxflf Ld4-g7 1.-7-f6 23 K esl en Wit abandonneerde.
In ons volgend nummer des auteurs beschouwingen over de voortzetting van de variant 8 , d 7 — d 5.
li. J. DEN HERTOG.
Practisch spel.
I 'artijen gespeeld in de vierde ronde van den wedstrijd eerste klasse te Amsterdam den 3de" Augustus 1892. N 16.
Giuoco Piano.
F. VAN DUN Hu KG ,1 F. HEEMSKERK
Zwart
1. e 2 — e 4 1. e 7 — e 5
2. P g 1 — f 3 2. P b 8 — c 6
3. L f I — c4 3. L f 8 — c 5
4. I' b 1 —c 3 4. P g 8 — f 6
5. (12—-(13 5. tl 7—(16
6. L c 1 — e 3 6. L c 5 — b 6
7. Dd 1 — d 2
Beter is liet P c 3 over e 2 naar g 3 te spelen en dan de dame naar e 2 te spelen ; 1) d l — d 2 behoorde in ieder gevaldoor h 2—-h 3 voorbereid teworden.
7. L c 8 — e 6
Zwart verzuimt gebruik te maken van wit's font; L c 8 — g 4 was hier de zet.
8. L c 4 — b 3
Hier was Lc 4 X e 6 beter.
8. li 7 — h 6
Ook nu was L e6 —g4 de juiste zet. 9 h 2 —- h 3 9. P c 6 — e 7
10. d 3 — d 4 10. L e 6 X I) 3
11. a2Xb3 11. P e 7 — g 6
12. d 4 — d 5 12 0 — 0
13. D(1 2 — d 3 13. P f 6 — h 5
14. P c 3 — e 2 14. Dd 8 — d 7
15. g2 — g4 15. P h 5 — f4
16. L e 8 X f 4 16. P g 6 X f4
17. I) d 3 — d 2 17. 1' f4 X e 2
18. D d 2 X e 2 18. c 7 — c 6
19. 0 — 0 — 0 19. c 6 —c 5 !
Zwart heeft nu iets betere stelling dan wit.
20. P f 3 — h 4 20. L b 6 — d 8
21. P h 4 — f 5 21. L d 8 — g 5 f
22. Kc 1 — b 1 22. g 7 — g 6
23. P f 5 — e 3 23. b 7 — b 5
24. T d 1 — g 1 24. a 7 — a 5
25. c 2 — c 3 25. T f 8 — b 8
26. K b l — c 2 26. (i 5 — a 4
Beter wasb 5 — 1) 4 om na 27.e 3 — c4 voort te zetten met 27 a 5 — a 4 en
28 ïg ]-%\ 29 Kc2Xb:! of 28 a4 x b3f b3 x a4 ? Kc2—c3 Tgl -al b 4— b3f Ta8 X a 4 Dd 7 — a 7 enz..
27.Tg I — a I 27. a 4 X b 3 f
28. K c 2 X b 3 28. c 5 — e 4 f
Nu geraken de pionnen op dezen vleugel vast en houdt het witte spiil op hier eene zwakke stelling te hebben.
29. Kb 3 — c 2 29. |)d 7 — b 7
30. T h l — b 1 30. T a 8 - a 7
81. K c 2 — d 1 31. T b 8 — a 8
32. Tal X a 7 32. l)b 7 X a 7
33 IC d 1 — el 33. T a 8 — c 8 ?
Het keerpunt in de partij; zwart moest de a lijn vast blijven houden.
34. P e 3 — c 2 34. Da 7 — a 2
35. D e 2 — dl 35. L g 5 — h 4
36. 1' c 2 — b4 36. D a i — a ]
37. Dd 1 — e 2 37. Da 7 — c 5
38. Tb 1 —al 38. T o 8 — f 8
Zwart overziet het gevaar dat den zwakken d pion dreigt; Tc 8 — c7 was de zet.
39. I)e2 — f 3 39. Kg8 —g7
40. Pb 4 — c 6 40. Dc 5 — b fi
41. Ta l — a 7 U. Kg 7 — g8
42. Ke 1 —e 2 42. h 6 — h 5
43. T a 7 — d 7 43. li 5 X g 4
44 li 3 X g 4 44. D b 6 — a 6
45. Td 7 X d 6 45. Da 6 — a 2
46. P c 6 X e 5 46. Da 2 X b 2 f
47. Ke 2 — f 1 47. b 5 — b 4
48. T d 6 — d 7 48. b 4 X c 3
49. T d 7 X f 7 49. Db 2 X f 2f!
50. 1) f3 X f 2 50. Lh4 X f 2
5 1. T f 7 X f 8 51. Kg 8 X f 8
52. K f 1 — e 2 ! 52 K f 8 — e 7
53. P e 5 X c 4 53. Ke 7 — f 6 ?
Natuurlijk tijd verknoeien ; maar ook
na andere zetten (L d 4 of g 6 — g 5) is de partij verloren ; de e en d pionnen zijn te sterk.
54. e 4 — e 5 f 54. K f 6 — e 7
55. Ke 2 — d 3 55. L f 2 — d 4 56. e 5 — e 6 56. g 6 — g 5 ?
Tot slot nog een blunder; na L d 4 — f 6 was de partij nog eenigszius te houden.
57. P C 4 — a 3 57. IJ d 4 — f 6
58. Pa 3 — b 5 58. Ke 7 — d 8
59. P b 5 X c 3 Zwart geeft de partij op. Beide spelers waren ongeveer gedurende de geheele partij in tijdverlegenheid; wit gebruikte 2 uur en 50 minuten, zwart 2 uur en 54 minuten.
J. F. H.
N°. 17. ^
Tweepaardenspel in de nahand
B. MEIJER A.. G. OLLAND
Wit Zwart
1. e 2 -- e 4 1. e 7 — e 5
2. P g 1 — f 3 2. P b 8 — c 6
3. L f 1 — c 4 3. Pg8 —f6
4. d 2-d t eeiie niet minder sterke voortzetting dan P g 5.
4. I' f 6 X e 4
Natuurlijker is e 5 X d 4.
5. [14 X e 5 5. P e 4 — c 5
Zwart is nu een pion cl 4 armer
dan wanneer arospeeld was 4 4 5 e o x d 4
5 p f 0 x e 4' Wl*' is waar is daartegen een tempo gewonnen maar het is de vraag of dit tegen elkander opweegt.
6. 0 — 0 6. P c 5 — e 6
7- P b 1 — c 3 7. d 7 — d 6
8. Ddl — e 2 8. P c 6 X e 5
9. P f 3 X e 5 9. d6Xe5
10. L e 4 x e 6
Wit beoogde tocli niet met dezen zet een gemakkelijk te vermijden valstrikje? Dadelijk 1) X e 5 is natuurlijker en sterker.
10. Lc8 Xe 6
11. D e 2 x e 5 11. D d 8 — d 6 ?
Zwart loopt er in ; eerst a 6 is noodi«-; ,o Lel —f4 De5 X dG '
"a 12 D d 8 — d 6 13 ï"f83<T6 14
L f 4 X d6 . c 7 x d6 18 200 wein'n opgeschoven geïsoleerde pion d 6 niet zwak.
12. De 5 — e 2 ?
Onbegrijpelijk ; waarvoor diende dan toch wit's tienden zet? D e 5 — b 5 f en D X b 7 won veilig en wel een pion.
12. L f 8 — e 7 ?
13. L c 1 — e 3?
Nog altijd was D b 5 f mogelijk.
13. «j 7 — c 6
14. T a i — dl 14. Dd 6 — c 7
15. f2 — f4 15. 0 — 0 10. f4— f5 16. Le6—d7
Ij e 6 — c 8 moest gespeeld zijn.
17. T f 1 — f3
L e 3 — f4 was hier beslissend ; na D c 7 — b 6 f speelt wit Kg I — hl en zwart kan niet beide loopers redden; na 17 L e 7 — c 5 f volgt dan 18 K g1 — hl De2 — e 5 f5—f6 Dc 7 — c 8! ' a Lc5-bC ^ en wit's aanval is onweerstaanbaar, terwijl na 17 Dc7 —d8; 18Pc3 — e4, al naar omstandigheden gevolgd door f 5 — f6 of De2 — g4 of soortgelijke aanvalszetten , de partij voor wit deed winnen.
17. Le 7— dfi
18. g 2 — g 4 18. f7 — f6
19. T d 1 — f 1 19. T a 8 — e 8
20. T f 3 — h 3 20. T e 8 — e 7
21. T f 1 — f3? 21. Ld 7—e 8 !
22. De 2 — f 2 22. h 7 — h 6
23. L e 3 X a 7 ?
Hier ligttoch voorde hand D f2 — h 4 om al naar omstandigheden met Le 3 X h 6 te offeren of met g 4 0-5 door te breken.
23. Ld 6 — b 4
24. La 7 — b 6 24. Dc 7 —c 8
25. a 2 — a 3 ? Pc3 — e2 is hier toch aangewezen!
25. L b 4 X c 3
26 T f3 X c 3 26. Te 7—e 4
27. Th 3—g 3 27. L e 8 — f 7
28. h 2 — h 3 28. T f 8 — e 8
29. T g 3 — e 3 29. L f 7 — ,1 5
30 I) f 2 — d 2 30. Dc 8 — b8
31. Dd 1 — h 2 31. D b 8 X h 2 f
31. Kg 1 x h 2
Remise gegeven wegens de loopers van gelijke kleur. Hoe kan een zoo geestig speler als de leider der witte stukken zulke sterke aanvalsstellingen,
82
als hij van den 17den t0t en inet ilen 25sten zet had, zoo raat afzeuren?
J. F.
H.
NU 18.
Fransche partij.
R. J. LOMAN DR A. VAN RMJN
TFit Zwart
1. e 2 — e 4 1. e 7 — e 6
2. d 2 — d 4 2. d 7 — d 5
3. p b I — c.3 3. L f 8 — b 4
Eene weinig gewone voortzetting, die ook minder sterk is dan de andere twee hier speelbare zetten d 5 X e 4
1 c3 x_e4 ja ^ er tp vo]„ell joor p f 6)
v L f 8 — e 7 ° '
en P g 8 — f6.
4. e 4 X d 5 4. e 6 X d 5
5. Pg 1 — f 3 5. l>g 8 — f 6
6. L f 1 — d 3 6. P,f 6 — e 4
7. L c 1 — d 2 7. L b 4 X c 3
8 b 2 X o 3 8. L c 8 — f5
9. 0 — 0 9. L f 5 — g 6
10. P f3 — e 5 10. 0 — 0
11. Ld 2 — e l 11. P b 8 — d 7
12. f 2 — f 4 12. f 7 — f 5
13. Ta l —b 1 13. Ta 8 — b 8
14. c3 — o 4 14. c 7 — c6 15. c4xd5 15. c 6 X d 5
16. c 2 — c 4 16. P d 7 — f 6 17. c 4 X d 5 17. L g 6 — h5
Na 17 Pf6 X d 5 18 ^ h 7 x g6
ln Ld3 X e4 , 19 — r staan de zwarte pionnen f 5 x e 4 1
zoo ongunstig als mogelijk; maar dooiden tekstzet drijft zwart de witte dame juist waar ze wezen wil en plaatst den eigen looper op een ongunstigveld; beter
was Lg 6 —e 8 om na Pe 4 —d 6— f7 (indien noodig voorbereid door g 7 — g6)
Pf6 X d 5 en Le 8 — c6 te spelen. Waarschijnlijk zal wit welkunnen zorgen dat zwart niet de noodige tempi vindt voor de uitvoering van dit plan, maar in ieder geval geeft het iets beter verdediging dan de tekstzet.
18. Dd 1 — b 3 18. K g 8 —h 8
19. Ld 3 X e 4 19. P f 6 X e 4
20. Le 1 — b 4 20. T f 8 — f 6
21. T f 1 — cl 21. T f 6 — b6?
22. Db8 — o 4 22. h 7 — h 6 P?
23. L b 4 — a 5 23. I)d 8 — h 4
24. L a 5 X b 6 24. a 7 X b 6
25. T b 1 X b 6 25. Dh 4 — f 2 f
26. K g 1 — li 1 26. I) f 2 — e 3
27. Tb6 — b 2 want er dreigde het
stikmat 27 Pe4 — f 2f 28 —f^ P f'2—h3f f
29 30 X 4lT mat. De 3— gif Ph3 — f2f
27. K g 8 — h 7
Zwart kan de qualiteit niet winnen door P f 2 f (dreigend eeuwig schaak P f 2 eu h 3 of inval der dame op g 1 en g 2) omdat pion d 6 dan eenvoudig dame haalt.
28. d 5 — d 6 2S. P e 4 X d 6
29. De. 4 — c 3 29. De 3 X f4 (Op D e 4 volgt D c 7)
30. De 3 — d 2 30. D f 4 — li 4
31. D d 2 — f 2 31. D h 4 X d 4en zwart geeft op dezen zet de partij op.
J. F. H.
83 N° 19.
Consultatiepartij , gespeeld in de Amsterd. Schaakclub, den 17den April 1893.
Spaansche Partij.
H. J. DEN HERTOG Jhr. A. E. v. FOREEST en 0.0. VV. .WANN. en W.B. H. MEXNERS. Wit Zwart
1. e2 — e4 1. e 7 — e 5
2. Pg 1 — f 3 2. Pb 8 — c 6
3. L f 1 — b 5 3. f 7 — f B
Een Duitsch amateur, H. W. VON WALTHOFFEN, heeft indertijd {Deutsche Schachztng, Juni 1890) als voorbereiding tot de verdediging f7 — f5, 3 — , •i 7 — a 6 aanbevolen. Hij analyseert de meeste varianten tot overwegend spel voor Zwart In de practijk schijnt Zwart echter met deze nieuwigheid niet veel meer dan gelijk spel te kunnen bereiken.
4. d8 — d 3 4. Lf 8 — c 5
Gewoonlijk volst hier 4 ° Pg8 — f6
5 0 0 Pbi—c3 „Lc4-rg5 Lf 8 — c5 d 7 — d 6 7
enz. met goed spel voor Wit. De zet in den tekst doet het spel overgaan in de variant 3 benevens L I o — c 5
4 f 7~f5> welke verdediging door de theorie als zwak wordt beschouwd, hoewel ze toch nog al eens tot gunstige wendingen voor Zwart aanleiding kan geven. (Zie bv. Deutsche Schztng. 1891, Klz. 283).
5. P b 1 — c 3 5. d 7 —d 6
6. (13 — d4 6. e5 X d4
7. P f 3 x d 4 7. L c 8 — d 7
8. L b 5 X e 6 8. b7Xc6 9. L c l — e 3 9. L c 5 X d 4
10. D d 1 X d 4 10. Dd 8 — e 7 11. 0 — 0 11. c 6 —c5
12. Dd4 — d 5! Sterker dan de Dame direct terug te spelen. Zwart is tot den volgenden zet genoodzaakt, die den pion op d 6 verzwakt.
12. c 7 — c 6
13. Dd 5 — d 3 13. P g 8 — f fi
14. T f 1 — e 11
Met 14. f2 — f3 stond Wit volkomen veilig. De combinatie , door den zet in den tekst ingeleid, geeft, hoewel misschien wel wat te gewaagd, een levendig spel.
14. f 5 X e 4
15. P c 3 X e 4 15. P f 6 X e 4
16. L e 3 X c 5 ! Ifi. P e 4 X c 5 1
17. Te 1 X e 7 f 17. K e 8 x e 7
18. I) d 3 — e 3 f 18. Pc5-eli
De leiders der zwarte stukken gaven hier bij nader inzien de voorkeur aan
1s v—h—JO> gevolgd door 1 9 De K e7—d 8 ° Kd8— c71 liet is echter zeer de vraag, of de
84
dreigende aanval van Zwart op den koningsvleugel sterk genoeg is, om Wit van het nemen van den g-pion te doen
afzien (Vo-1 19— 20Dg3Xg7 I.v0i. 1» Kd8 c7 Ta8—g8
21 Dg7 —d4! en event, 22 b2 —1)4 enz.)
19. Tal — dl 19. g7 — g6
20. De 3 — a 3 ! 20. P e 6 — c 5
Gedwongen! Op 20 —, c 6 — c 5 ? zou natuurlijk volgen 21. 1) a 3 — d 3.
21. D a 3 — g 3 21. P c 6 — b 7
22. Dg 3 — h 4f 22. K e 7 — f 7
23. I) h 4 — f 4f 23. K f 7 — g 8
Zwart heeft niets beters.
24. ü f 4 — e 3 !
Hiermee dreigt Wit schaak op b 3, en houdt hij tevens den a-Toren vast.
25. De 3 — e 7 !
24. P b 7 — c 5
De winnende zet! Op 25.Td 1 X d 6? zou natuurlijk volgen 25 —,Ta8— e8!, en de Dame mag op c 1 gaan staan !
25. d 6 — d 5
26. I) e 7 X c 5 26. K g 8 — f 7
Een ijdele poging om den Toren in het spel te brengen.
27. c 2 — c 4 27. T h 8 — d 8
28. c 4 X d 5 28. e 6 X d 5
29. De 5 x d 5f 29. Kf 7 — g7
30. D d 5 — b 7 Zwart geeft de partij op. H. J. D H.
Correspondentie.
W. DE B. te 's Gravenhage; uw laatste tweezet is ook op te lossen door 1 D c 8. Wij houden ons aanbevolen voor toezending eener verbetering. — J. F. JR. te Leiden; Problemen in dank ontvangen. — E. H. E. v. W. te Rotterdam: zooals u in dit nummer ziet, hebt u van beide oplossingen het voornaamste deel aangegeven, doch in de andere varianten de winnende voortzetting over 't hoofd gezien.
H. J. D. H.
ERRATA.
Ledenlijst (bij Maartnummer.)
Groningen: n° 9 staat: DE GROOTE, lees: DE GROOT. // « 10 K. H. HAMMING woont Muurstraat. « ii 12 staat: F. T. VAN JULSINGUA, lees: S. T.VAN .lui,SINGHA. // ii 27 » SCHELTEMA, lees: SCHELTENS. // ;/ 34 „ G. DE WINTER, lees: G. J. WINTER. Rotterdam „ 35 „ J. J VAN DER SCHALK, Hoogstraat, lees:J. C. VAN DER SCHALK, Hoogstraat 348.
Aprilnummer.
Bladzijde 54, regel 5 van boven staat: data, lees: datum. ff 54, ,/ 8 „ onderen lees achter «Schipper": uit Oterleek.