
7 minute read
Reggaezangeres Leah Rosier
from High Life NL 14-08
by SoftSecrets
Tekst: Arjan van Sorge | Foto’s: the*Glint / www.theglintpix.com




Het is druk bij Leah (Amsterdam, 1984). Een weekend staat voor de deur met een optreden op een strandfeest, werken in de coffeeshop, spelen in een café en dan weer door naar de coffeeshop. En de week ervoor trad ze op tijdens het Fête de la Musique, als in Frankrijk het bestaan van muziek gevierd wordt. “Elk moment dat het kan ga ik slapen. Maar ik ben blij hoor! Ik ben blij.”
Dit wil ik
Leah is altijd al reggaefan geweest en heeft altijd al reggaemuziek gemaakt, maar was wat verlegen. “Er zijn toen wat dingen in mijn leven gebeurd waardoor ik dacht, doe gewoon wat je wilt, wat je echt leuk vindt, en toen ben ik gaan proberen wat reggaemuziek op te nemen. En ineens kwam het allemaal op me af en wilde iedereen met me samenwerken, en me advies geven. Het ging heel snel, via internet, via via. Bij mijn eerste optreden kwamen er wat mensen van Black Star Foundation kijken, en die wilden graag met me samenwerken.”
Bijna echt een professional
Black Star Foundation is een non-profit organisatie die zich inzet voor de promotie van reggaemuziek in Nederland. ”Ze hoeven er niet perse geld aan te verdienen, dus het komt uit hun hart. Dankzij hen heb ik zelfvertrouwen gekregen. Ik ga naar voren, ik ga een professionele set hebben, en nou voel ik me bijna echt een professional. Ik wil dit, ik wil op een podium staan en reggaemuziek zingen. Omdat ik daar gelukkig van word, en dat vind ik het belangrijkste.”
Een fijne cirkel
En dat alles binnen twee jaar, met een band in Nederland (TwoRoots) en een in Frankrijk (Rise & Shine uit Besançon). Van cafés en poppodia naar festivals, klein zowel als groot. “Mij maakt het niet uit, ik geef altijd evenveel. Soms is het zelfs leuker om een kleine vibe te hebben, het is wat intiemer. Ik wil energie geven aan de crowd. Als die dat dan weer teruggeeft dan blijft het zo’n fijne cirkel.” Leah is een van de weinige vrouwen in de Nederlandse reggae, maar dat vindt ze ook wel fijn eigenlijk. “Want dan heb ik geen concurrentie, haha! Ik heb heel lang modellenwerk gedaan, vanaf mijn achttiende tot achtentwintigste. Daar was heel veel concurrentie. Dus in de reggae valt het me wel mee, daar zijn veel mannen.”
Van vrouwen- naar mannenwereld
“Aan die tien jaar modellentijd heb ik trouwens geen vrienden overgehouden, misschien een halve vriendin, en in twee jaar reggae heb ik zeker al drie goede vriendinnen gemaakt, en veel goede vrienden. Leuk hoor, van de vrouwenwereld naar de macho reggaewereld. Dat heeft wel wat.” Rond haar zeventiende werd Leah vaak aangesproken op straat, of ze wat als model wilde doen. “Ik had altijd zoiets van nee, geen zin in. Maar op een gegeven moment: waarom niet? Mijn moeder zei, probeer het gewoon, zo’n fotoshoot, waarom niet? Ik heb dat toen gedaan en het ging gelijk heel goed. Dus ik naar Parijs, en daar modellenwerk doen.”
Jamaica
“Ik heb eigenlijk wel geluk, dat als ik iets doe dat het dan altijd wel goed gaat. Ik verdiende als model veel geld, dat is nu wat minder. Daarom heb ik een paar weken geleden besloten om weer wat modellenwerk doen, omdat ik samen met mijn Franse band mijn tweede album ga maken. Ik wil goed kunnen investeren in dat album.” Als model belandde Leah ook een keer op Jamaica: “Ze stonden op mijn voice- mail met een boeking op Jamaica, ik heb wel duizend keer geluisterd, wat!? Ik was al reggaefan, maar door die reis heb ik nog meer passie gekregen voor reggae.”
Helemaal weg
Het zal niet verbazen, maar Leah houdt van wiet. “Blowen doe ik sinds mijn achttiende, best wel netjes eigelijk. Ik had een keer geblowd op mijn veertiende, maar toen was ik helemaal out gegaan. Ik was toen nog dunner, ik had een hele joint gerookt, ik wist niet dat je er ziek van kon worden. Ik was helemaal weg. Daarna ben ik anti-wiet geworden. Mijn broer blowde heel veel - ja door hem komt het allemaal haha! - dus ik elke keer moeilijk doen tegen mijn broer. Maar rond mijn achttiende nam ik wel eens een hijsje van iemand, en dacht ik van, ha best wel lekker.”
Een soort walhalla
“Ik ging naar Parijs, als model, en daar blowde iedereen zoveel! In Frankrijk blowen mensen sowieso veel meer dan in Nederland. Het is ook wat normaler bijna, heel raar. Ik ging daar veel blowen, en terug in Amsterdam dacht ik wauw, ik woon hier eigenlijk in een soort walhalla! En tot dan had ik dat helemaal voor granted genomen... In dat modellenwereldje blowden trouwens meestal de mannelijke modellen, ook wel wat mei-




Muziek met een blowtje
De coffeeshop en blowen combineren wat Leah betreft goed met de reggae. “Muziek maken gaat altijd wel met een blowtje. Meestal rook ik trouwens niet te sterk. Ik heb een tijdlang heel veel Haze gerookt, maar daarvan ga ik teveel nadenken. Dan kan ik dingen niet loslaten, dat vind ik niet prettig. Dus de laatste tijd rook ik White Widow. Anders wordt het te emotioneel, als je moeilijke dingen mee hebt gemaakt wordt het door wiet gewoon versterkt. Als ik teveel rook, meer dan 0,3 gram, heb ik dat ook met White Widow trouwens. Ik moet gewoon heel weinig in mijn joint doen.” En blowt ze dan de hele dag door? “Niet elke dag, maar soms wel, als ik in die vibe ben. Maar soms moet je weer even helder worden.”
Balans is van belang
Zo rookt Leah ook niet van te voren bij een optreden, want ze heeft nogal veel teksten om uit het hoofd te zingen. “En ik wil alert blijven. Soms, als ik teveel rook, heb ik geen zin meer om tegen mensen te praten, en op het podium moet ik echt wel communicatief zijn en tegen mensen willen praten. Ik heb daarin een balans moeten vinden, want het is zo makkelijk om veel te veel te blowen voor een show. Iedereen rookt, het is er, en je hebt vaak veel tijd over tussen de soundcheck en de show. Ik probeer dat niet teveel te doen. Balans, balans, balans! Maar na de show mag ik wel.”
www.leahrosier.com
den, maar niet zoveel. Ik ken sowieso niet zoveel vrouwen die blowen.”
Werken in een coffeeshop
Drie jaar werkt Leah nu in Siberië, een bekende coffeeshop in Amsterdam die grappig genoeg net zo lang bestaat als Leah. “Ik wou bij een coffeeshop werken, omdat ik dacht dat het me inspiratie zou brengen, en me nog wat meer assertief zou maken. Dat moet lukken als je bij een coffeeshop werkt. Er komen af en toe zulke rare mensen, je ontmoet soms wat agressie of mensen die in de war zijn, dat is heel leerzaam. Af en toe is het best wel heftig, het maakt je best wel wat harder. Maar er zijn altijd nog meer leuke mensen in de coffeeshop natuurlijk!”
Toekomst van wiet

“Hoe wij het in Siberië doen, met die infokaarten, dat is volgens mij de toekomst voor de regulering van wiet. We hebben een lab waar alle wiet getest is, maar het staat nog in de kinderschoenen. We zijn er een jaartje mee bezig, dus het is best nog wel nieuw... Er wordt met smiley’s een indicatie gegeven, en we hebben certificaten waarbij je van elke wiet precies kan zien hoeveel THC en dergelijke er inzit, en wat de verhoudingen zijn. Dat wordt elke keer gedetailleerder, omdat ze steeds meer uit kunnen zoeken. Dan weet je wat het doet bij hoge of lage dosering. Ik heb er echt veel aan! Daardoor heb ik het gevoel dat wiet toch meer normaal en gereguleerd zou kunnen worden, en dan hopelijk ooit legaal wordt. Hoewel ik soms denk: misschien is het helemaal niet goed als het legaal wordt, want dan gaat de overheid het beïnvloeden. Misschien kan het beter in handen van coffeeshops blijven.”

