3 minute read

NOC*NSF

‘ROTTERDAM MAAKT POSITIE EN AMBITIE WAAR’

MAURITS HENDRIKS (NOC*NSF)

Advertisement

“NET ALS DE ROTTERDAMMERS LOOP IK OP DE BENZINE VAN AMBITIE”

MAURITS HENDRIKS

Er gloort een mooie toekomst voor de topsport in Nederland. Ook in Rotterdam, voorspelt Maurits Hendriks. De stad maakt al decennia indruk op het gebied van topsportevenementen, vindt de technisch directeur van NOC*NSF.

Met het faciliteren van topsportprogramma’s maakt Rotterdam zijn positie en ambitie ook op dat vlak waar. “En dat is gunstig voor het hele Nederlandse topsportecosysteem. ”De topsport staat er goed voor. “We hebben alle ruwe materialen in handen om er iets heel moois van te smeden”, aldus Maurits Hendriks, die daar zelf een belangrijke rol in heeft gespeeld. Hij heeft aangekondigd na de Winterspelen van 2022 te stoppen als technisch directeur en laat dan iets moois na, waar Nederland nog lang plezier van kan hebben. “We hebben een prachtige sportinfrastructuur, een enorm goed verenigingsbestel, veel topcoaches en een heel behoorlijk topsportklimaat. Met veel partijen die erin meedenken en mee-investeren.”

Zoals Rotterdam Topsport. De aangescherpte ambities van de organisatie bevallen de technisch directeur van NOC*NSF. Ook niet onbelangrijk: ze worden – gezamenlijk – in daden omgezet. Dat bewijst het TeamNL topsportprogramma turnen heren. Dat start op 1 september 2021 in Topsportcentrum Rotterdam. Voor zo’n accreditatie door NOC*NSF moet je als stad heel wat doen, stelt Maurits Hendriks: “Je hebt ook een professionele trainingsomgeving nodig waar alles voorhanden is en sporters kunnen wonen, eten, studeren en trainen. Met een sporthal en trainers ben je er nog niet. Regionale talentenprogramma’s had Rotterdam al. Nu komen gelukkig ook de topsportprogramma’s.”

INVESTEREN

“Rotterdam brengt slagkracht aan tafel”, weet de voormalige hockeycoach. “Soms moet die Rotterdamse eigenwijsheid even in de kast blijven. Wij hebben er goed over nagedacht hoe de topsportprogramma’s eruit moeten zien, wat de criteria zijn. Ja, dat is een hele lijst en daar zal Rotterdam zich af en toe naar moeten voegen. En dus ook in investeren: in de aansluiting met onderwijs en in huisvesting, dat is in elke grote stad een mega-uitdaging.”

De gloednieuwe accommodatie voor turners op weg naar goud.

Die bereidheid is er overduidelijk in 010. Rotterdam Topsport wil meer topsportprogramma’s en meer voorzieningen voor sporters in de stad. Maurits Hendriks steunt die ambities: “Over de komst van een Nationaal Vechtsportcentrum denken we samen al langer na. Dat zou heel goed passen in Rotterdam. Je zoekt toch naar sporten die op natuurlijke wijze bij Rotterdam passen, die in het DNA zitten.” Dat vindt hij ook van breaking, een ander speerpunt van Rotterdam Topsport. “Die scene heeft een heel sterke connectie met Rotterdam. Al was het alleen al door wereldkampioen Menno van Gorp.

Een voordeel is dat je van Rotterdam weet: als ze iets doen, doen ze het ook goed. Samen met de bond willen ze de ontwikkeling van breaking in heel Nederland verder helpen. Je ziet het ook bij het TeamNL topsportprogramma turnen heren. Slim om het in te zetten voor versterking van de hele turnpiramide in de regio. Dat schetst een wenkend perspectief. Als NOC*NSF hebben wij geen inzicht in de grootstedelijke problematiek. De gemeente wél. Mooi hoe ze kansen zien om zo’n programma te laten renderen voor de stad. Door bijvoorbeeld de lokale turnverenigingen te laten profiteren van de enorme kennis en voorzieningen. Ik nodig Rotterdam en andere steden uit om ons te helpen inzien hoe zo’n TeamNL centrum lokaal nóg meer kan betekenen.”

BENZINE VAN AMBITIE

De focus op de topsportprogramma’s gaat niet ten koste van de evenementen. Integendeel, Rotterdam Topsport wil elke vijf tot tien jaar minimaal één mega-evenement naar de stad halen. Dat juicht Maurits Hendriks toe.

“Dat komt doordat ik op dezelfde benzine loop als Rotterdammers: de benzine van ambitie. Anders vind ik er niet veel aan. Dergelijke ambitie is ook brandstof voor de bevolking.

Een prachtige stad om te wonen, waar ze dingen durven. En dan niet de kleinste. Dergelijke evenementen zijn gewenste internationale uithangborden. Voor heel Nederland.” Hij noemt de Rotterdamse kansen op dergelijke megaevenementen realistisch. “Ik ben een rare snuiter. Mijn vak is te laten zien dat de maakbaarheid bestaat. Ik heb gezien dat het zo werkt. Je weet vooraf nooit of je op de hoogste trede komt te staan, maar als we er alles aan doen, hebben we een kans. Zeker Rotterdam.”

“Van Rotterdam weet je: als ze iets doen, doen ze het ook goed”