
8 minute read
“ Bouwen is werken aan de samenleving”
GEDEPUTEERDE JAN DE REUS
Bouwen is meer dan stenen stapelen. Het is werken aan een samenleving met alles dat daarbij hoort. Het is werken aan de waarde van een provincie die wonen, werkgelegenheid en ontspanning biedt. In Flevoland wordt daarom hard aan de weg getimmerd.
Advertisement
Flevoland heeft ruimte voor twee dingen. ‘De provincie is enerzijds gemaakt voor landbouw, om te dienen als voedselschuur voor de wereld,’ legt gedeputeerde Jan de Reus uit. ‘Aan de andere kant is de provincie er om de overloop van Amsterdam en Utrecht op te vangen. In de praktijk blijkt dat die overloop van Utrecht wel mee valt en dat de focus vooral ligt op Amsterdam. Een stad die nog steeds mensen aan blijft trekken, mensen die daar willen wonen. En dat blijkt een uitdaging. Starters bijvoorbeeld vinden daar bijna geen betaalbare woonruimte. Dan is de polder de aangewezen locatie om naar uit te wijken.’
Schone leefomgeving
‘We hebben hier alleen maar onvervuilde, schone grond en kunnen dus snel bouwen. De meeste grond is Rijksvastgoed, niet van bijvoorbeeld particuliere bouwers of vastgoedontwikkelaars. Dat is ideaal voor ons, omdat je dan met een enkele partij om de tafel hoeft, en niet hoeft te onderhandelen met tig partijen om tot een overeenstemming te komen. Dat kost alleen maar tijd, terwijl we juist snel aan de slag willen.’
‘Bovendien hebben we het grote voordeel van slechts zes gemeenten en één waterschap in de hele provincie. Als vergelijking: Brabant heeft 56 gemeenten en zes waterschappen. Dat zijn heel veel neuzen die je allemaal in dezelfde richting moet krijgen. Wij zitten met slechts een aantal partijen om de tafel. Wij zijn een overzichtelijke provincie, die spreekt met één mond. Dat maakt dat het nemen van beslissingen en houden van onderhandelingen vlotter gaat en we slagvaardiger op kunnen treden.’
Alles bij elkaar uit zich dat in de mogelijkheid om in de komende dertig jaar 130.000 woningen te realiseren in de provincie. ‘En dat is dus meer dan stenen stapelen. Het is bouwen aan een samenleving. Aan woningen in combinatie met voorzieningen, werkgelegenheid, infrastructuur zoals de Lelylijn en IJmeerverbinding, ontsluiting en onderwijs.’ ‘We starten met 40.000 woningen. Alle provincies moesten een bod doen: hoeveel woningen ga je de komende tien jaar bouwen om het hoofd te bieden aan de woningnood in Nederland? In ons plan stond 40.000 woningen. Op 1 oktober hebben we bevestigd: we hebben een harde plancapaciteit en gaan die woningen ook werkelijk realiseren.’
Woondeal
‘Momenteel brengen we als provincie in kaart wat de stand van zaken is in de verschillende gemeenten wat betreft aantallen gebouwde woningen. Dit kun je zien als een vorm van een nulmeting. Vanaf dat punt maken we afspraken over bijsturen. Dit wordt gedaan door middel van een woondeal tussen de provincie en het Rijk.
Vanuit de provincie vinden we het belangrijk dat de woondeal die we sluiten met het Rijk wederkerigheid kent. Als provincie kunnen we alleen maar aan de slag als het Rijk een aantal problemen voor ons oplost, zoals een antwoord op mobiliteitsvraagstukken, onderwijsproblematiek en stikstofbeleid.’
Ruimtelijke impact
‘Het middenbestuur moet meer taken op zich nemen. Zij kennen de regio’s.’ Dat is wat er in de troonrede gezegd werd. Iedere opdracht met ruimtelijke impact moet bij de provincie neer gelegd worden. We weten nu al dat alle opdrachten bij elkaar voor iedere provincie gewoon te veel is. Flevoland bijvoorbeeld is simpelweg te klein. Dus moet je slim met grond omgaan. Meer winkels en meer woningen? Dan bouwen we winkels met woningen daar boven. Flexibiliteit en creativiteit zijn sleutelwoorden.’
Dat geldt voor meer aspecten. ‘De eisen van het kabinet zitten vol tegenstrijdigheden. Om een voorbeeld te noemen, we moeten van de landbouwgrond afblijven, maar er moet wel meer bos worden aangeplant. Maar niemand zegt waar we die bomen dan neer moeten zetten, want bouwgrond is ook hard nodig. Hoe ga je dat inpassen? Door een wijk te omzomen met een bosrand. Je voldoet aan de eis voor het aantal bomen, we blijven van de landbouwgrond af en bovendien hebben de bewoners van de wijk nu een mooi groen uitzicht.’

gedeputeerde Jan de Reus
Economische ontwikkeling
Bij voorzieningen hoort ook werkgelegenheid. ‘Daarvoor willen we graag meer bedrijvigheid naar de polder trekken. Je kunt wel mensen naar Flevoland halen door middel van woningbouw, als ze er geen werk kunnen vinden bereik je nog niet wat je wilt. Want waar gaan ze werk zoeken? Waarschijnlijk in Amsterdam. Op de pendel naar Amsterdam ligt nu al druk, als je er niet voor zorgt dat mensen die in Flevoland wonen ook in de polder werk vinden, wordt de druk op die pendel onbeheersbaar en loopt het verkeer helemaal vast. Dan heb je niets aan de ontwikkeling van je provincie.’
‘In Amsterdam willen veel bedrijven weg of worden gedwongen te verhuizen. Deze bedrijven zijn hier in de polder van harte welkom. Met overigens wel een paar ‘mitsen’. XXL logistiek bijvoorbeeld neemt wel veel oppervlakte in, maar voegt aan werkgelegenheid niet veel toe en is daarmee minder van waarde voor Flevoland. Ook zeggen we ‘nee’ tegen zware industrie. We zijn een schone provincie met schone grond en schone lucht. Dat willen we graag zo houden.’
Zorg
Zorg is ook een belangrijke voorziening. ‘Tijdens de zorgproblematiek een aantal jaren geleden is er een streep gezet door het ziekenhuis in Lelystad. Er bleef slechts een dependance over met een paar specialisaties. Voor overige zorg moeten mensen naar bijvoorbeeld het ziekenhuis in Almere. Maar als je van 40.000 naar 80.000 inwoners gaat hoort daar echt een ziekenhuis bij. We werken dus hard aan innovatieve zorg zodat we weer een volwaardig ziekenhuis hebben om het toenemende aantal inwoners van Lelystad te kunnen bedienen.’
Noordoostpolder
Flevoland is meer dan Lelystad en Almere. Het moet dus ook niet zo zijn dat de focus alleen op deze twee plaatsen ligt. In de Noordoostpolder en op Urk zijn we bijvoorbeeld bezig met een economische structuurversterking. Urk en de Noordoostpolder vergrijzen. Jongeren trekken weg, waardoor de vergrijzing alleen nog maar meer toeneemt. Met het Rijk hebben wij een regio deal gesloten voor noordelijk Flevoland. Met dat geld zijn we een project gestart voor het realiseren van een maritieme servicehaven op Urk. Die haven is nu nog gericht op vis, maar van vis alleen kan Urk niet meer leven. Er is verbreding nodig. Dat krijgt gestalte in de vorm van maritieme industrie.’
‘Daarnaast hebben we flink geïnvesteerd in het Regio College, dat MBO-opleidingen aanbiedt. De school liep op zijn eind, maar door onze investering groeit en bloeit deze weer. Daarbij zijn er leerlijnen maritieme industrie in het leven geroepen, zodat de school en haar studenten aansluiting vinden bij de haven en de werkgelegenheid in de Noordoostpolder. Onderwijs versterkt werkgelegenheid en andersom. Jongeren vinden hierdoor naast onderwijs ook werkgelegenheid, waardoor ze niet wegtrekken naar andere gebieden.’
MITC
‘In Marknesse staat het NLR, het Royal Netherlands Aerospace Centre, waar lucht- en ruimtevaart een belangrijke rol spelen. De Rijksdienst voor Wegverkeer (RDW) verhuist van Lelystad naar Marknesse. De Duits-Nederlandse windtunnels, de grootste windtunnel van Europa, staat ook in Marknesse. Samen gaan ze verder als MITC, waar binnen ze kunnen testen en certificering verzorgen op alle vormen van mobiliteit, ‘ter land, ter zee en in de lucht’. Daarbij moet je denken aan drones, auto’s, vliegtuigen, maar ook aan het onderzoeken en verbeteren van bijvoorbeeld emissie in het kader van duurzaamheidsdoelstellingen.’
In de Noordoostpolder zijn plannen voor het realiseren van Digicity. ‘Dit is een flexibele stad die voornamelijk bestaat uit containers, en waar zelfrijdende auto’s getest worden. Hoe reageert een zelfrijdende auto op bijvoorbeeld een combinatie van hoogbouw, overvliegende drones en stoplichten? Dat is geen vraag die je in de praktijk van een drukke stad gaat beantwoorden. Dus creëer je daar een speciale locatie voor, waar testen in alle veiligheid en verantwoordelijkheid uitgevoerd worden.’
‘Daarnaast wordt een campus ontwikkeld waar het bedrijfsleven, onderwijs en de overheid samen komen. We willen een gemeenschap creëren die elkaar helpt te ontwikkelen. Niet door op eigen eilandjes te zitten, maar bij elkaar binnenloopt om te kijken hoe de ander het doet, om een vraag voor te leggen of samen een project op te pakken. Daarnaast biedt dit een mooie vorm van werkgelegenheid op hbo niveau, zodat het ook voor jongeren interessant is om te blijven in plaats van werk in een ander gebied te zoeken.’