5 minute read

Kort & Bondig n

Tegemoetkoming Fraude Signalering Voorziening

Mensen die daadwerkelijk schade hebben geleden door een registratie in de Fraude Signalering Voorziening (FSV) maken aanspraak op een tegemoetkoming. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om mensen die door een registratie in FSV schuldhulpverlening zijn misgelopen of waarbij het risico bestaat dat er bij de aangifte niet op fiscale kenmerken is geselecteerd. Het enkele feit dat iemand in FSV stond, leidt niet tot een tegemoetkoming. Dat heeft het kabinet besloten op voorspraak van staatssecretaris Marnix van Rij, mede na een debat over de contouren van het beleid met de Tweede Kamer.

Advertisement

n Nieuwsbericht Ministerie van Financiën, 4 november 2022.

‘UBO-register’ tijdelijk of permanent op slot

Afgelopen 23 november heeft minister Kaag de Tweede Kamer laten weten dat het UBO-register voorlopig niet meer toegankelijk is voor het publiek. Hiermee reageerde zij op een uitspraak van het Europees Hof, dat oordeelde dat de openbaarheid van het UBO-register in strijd is met privacyregels. Het register mag blijven, maar de openbaarheid gaat eraf.

In het UBO-register staan eigenaren van organisaties geregistreerd. Het is bedoeld om witwassen, fraude en het financieren van terrorisme op te sporen. Voor 2,50 euro per aanvraag kon iedereen informatie opvragen bij de Kamer van Koophandel, die het UBOregister beheert. Het Hof oordeelde dat het niet noodzakelijk is voor witwasbestrijding dat de bedrijfsinformatie voor het grote publiek toegankelijk is. Kaag onderzoekt nog of het register tijdelijk of permanent dichtgaat.

Minder beschikbaar voor opsporing

De zaak waar het Europees Hof uitspraak over deed, ging over het Luxemburgse UBO-register. Maar omdat alle landen volgens Europese wetgeving een UBO-register hebben, is de kans groot dat de uitspraak gevolgen heeft voor Nederland. Het ministerie bestudeert nu het arrest en gaat in overleg met de Europese Commissie. Kaag stelt dat door het sluiten, de informatie in het register ook voor opsporing minder makkelijk beschikbaar is. Wel kan de officier van justitie door een vordering nog bij de gegevens komen.

n Ingezonden stukken Tweede Kamer, 23 november 2022.

Naar een km-afhankelijke autobelasting

Het kabinet wil de huidige motorrijtuigenbelasting hervormen naar een kilometerafhankelijke belasting voor personen- en bestelauto’s. Automobilisten betalen in het nieuwe systeem voor het daadwerkelijk weggebruik en niet langer een vast bedrag voor het bezit van een auto. Waar en wanneer deze kilometers gereden zijn, maakt niet uit.

Het idee is dat de lasten van automobiliteit zo evenwichtiger en rechtvaardiger worden verdeeld. Dit systeem van betalen naar gebruik levert bovendien een belangrijke bijdrage aan het op peil houden van de belastingkomsten in het autodomein en CO2-reductie in de mobiliteit.

Meerdere verkenningen

Het plan is om per 1 januari 2030 de omzetting van ‘bezit’ naar ‘gebruik’ te realiseren. Om dit vorm te geven, vinden op dit moment verschillende verkenningen plaats. Afgelopen november is de eerste verkenning opgeleverd, waarin het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) onderzocht welke opties er zijn voor de tariefstructuur. Er zijn drie hoofdvarianten uitgewerkt, elk met een aantal subvarianten. Denk aan opties waarbij elke auto hetzelfde tarief per kilometer betaalt en opties waarbij rekening wordt gehouden met het gewicht, de brandstofsoort of de CO2-uitstoot van de auto. Steeds is daarbij gekeken wat de effecten zijn voor onder andere de overheidsinkomsten en de CO2-uitstoot.

n Nieuwsbericht Ministerie van Financiën, 17 november 2022.

Betere toepassing transparantieregels duurzaamheid

Per 1 januari 2023 gelden specifiekere transparantieregels voor duurzaamheidsinformatie in de financiële sector. Vooruitlopend daarop heeft de AFM onderzoek gedaan naar de toepassing van de algemenere regels die nu al gelden. Er zijn stappen gezet om hieraan te voldoen. Tegelijkertijd ziet de AFM de nodige verbeterpunten waar de sector, mede in het licht van de regelgeving die eraan komt, snel mee aan de slag moet. De AFM blijft dit monitoren.

In het kort • Duurzaamheidsinformatie kan over de hele linie begrijpelijker en concreter. • 93% deelnemers zit bij een pensioenregeling die duurzame kenmerken promoot. • Beheerders van beleggingsfondsen zijn voorzichtiger geworden met duurzaamheidsclassificaties. • De financiële sector moet zich voorbereiden op specifiekere regelgeving over duurzaamheidsinformatie. • Transparantiewetgeving duurzame financiering moet ‘groenwassen’ voorkomen.

n Nieuwsbericht AFM, 10 november 2022.

Het belang van duurzaam adviseren

Tijdens de RB Dag heeft Fred de Jong, associate lector Sustainable Finance & Tax, de eerste resultaten van zijn onderzoek naar duurzaamheid in de financiële adviespraktijk toegelicht. Aan dit onderzoek namen ruim 500 adviseurs deel; waaronder 324 fiscaal adviseurs en 178 financieel adviseurs. Nu staan de resultaten van zijn onderzoek – dat mede mogelijk is gemaakt door Adfiz en RB – ook op papier.

In zijn whitepaper heeft De Jong overzichtelijk samengevat hoe adviseurs tegen duurzaamheid aankijken, welke definities worden gehanteerd en wat de verschillen in aanpak zijn tussen fiscaal en financieel adviseurs. Dit alles verduidelijkt met beeldende grafieken. Het thema duurzaamheid heeft directe verbanden met onderwerpen als circulaire economie, brede welvaart en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Met name de eerste twee begrippen zijn nog relatief onbekend bij adviseurs. Terwijl de overheid daarvoor wel concrete ambities heeft geformuleerd. Voor financieel en fiscaal adviseurs is het van belang om het thema duurzaamheid in perspectief te kunnen plaatsen met de maatschappelijke tendens naar een circulaire economie en het sturen op brede welvaart. Daarbij kunnen brancheorganisaties een centrale rol spelen door te infomeren, te stimuleren en door op te leiden. Deze rol ligt daarnaast ook bij overheid en onderwijs, betoogt lector Fred de Jong.

Zie: www.han.nl/onderzoek/lectoraten/ associate-lectoraat-sustainable-finance-en-tax

n Nieuwsbericht Lectoraat Sustainable Finance and Tax,

Hogeschool Arnhem Nijmegen, 14 oktober 2022

Iets meer leenruimte voor huishoudens

De meeste huishoudens kunnen in 2023 iets meer lenen voor de aanschaf van een woning, als rekening wordt gehouden met de verwachte loonstijgingen. Voor tweeverdieners telt het tweede inkomen vanaf 2023 volledig mee bij bepaling van de maximale hypotheek. Daarnaast wil het kabinet de normen in 2024 aanpassen voor het meewegen van studieschulden en de energiezuinigheid van de woning.

Indien rekening wordt gehouden met de door het CPB verwachte loonstijging van 3,7% en een gelijkblijvende rente, kunnen de meeste huishoudens volgend jaar iets meer lenen. Zonder loonstijging daalt de maximale leenruimte voor alle huishoudens.

Volledig meetellen tweede inkomen

Hypotheekverstrekkers kunnen vanaf 2023 bij tweeverdieners het tweede inkomen volledig meenemen bij de bepaling van de maximale hypotheek. Nu telt dit voor 90 procent mee. De impact hiervan op de leenruimte is beperkt. Tweeverdieners kunnen gemiddeld over alle inkomens zo’n € 3.200 meer lenen dan wanneer het tweede inkomen voor 90% wordt meegeteld.

Plannen voor 2024

Het kabinet is van plan om in 2024 over te stappen naar een nieuwe methode om de invloed van studieschulden op de leenruimte van oud-studenten te bepalen. Voor starters wordt de actuele stand van de studieschuld bepalend bij het aanvragen van een hypotheek. Dit moet oud-studenten die extra hebben afgelost meer ruimte bieden om te lenen. Tot slot is het plan om vanaf 2024 bij de vaststelling van de maximale hypotheek meer rekening te houden met het uiteenlopende energieverbruik van woningen.

n Nieuwsbericht Ministerie van Financiën, 3 november 2022.