4 minute read

Klimzaal: Petite Ile

Petite Ile

Zelfs in 2020 blijft Brussel voor veel Vlamingen een soort 'Terra Incognita'. Van Liefde op het eerste zicht is er slechts zelden sprake. Het is een stad die je moet léren kennen, liefst samen met iemand die er al woont of die de stad al wat onder de knie heeft. Pareltjes vallen er immers genoeg te ontdekken, waaronder ook enkele klimzalen...

Advertisement

Zo is Brussel één van de groenste hoofdsteden van Europa. Uiteraard is dit vooral aan het Zoniënwoud te danken, dat voor een groot deel op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ligt. Maar er is ook de Groene Wandeling, een traject van 70 kilometer dat alle groene parken, bossen en stukjes mini-wildernis met elkaar verbindt. Binnen de ring liggen zelfs drie stukken Europees erkend Natura 2000 gebied. Als je eens zin hebt om onze hoofdstad op een andere manier te leren kennen, is dit zeker een goed begin.

Aan architectuur is er uiteraard ook geen gebrek. Victor Horta heeft genoeg Art Nouveau nagelaten om je enkele dagen mee bezig te houden. Het Atomium mag dan misschien wat kitscherig aandoen, na Manneken Pis is het wel ons meest bekende symbool in het buitenland. De Basiliek van Koekelberg is de zesde grootste kerk ter wereld. En als je vanuit de volkse Marollen naar het Justitiepaleis kijkt, dan voel je letterlijk het gewicht van de Wet op je drukken, exact wat architect Poelaert in gedachten had. De Brusselse Grote Markt is wereldberoemd en onder het Koningsplein ligt zowaar een ondergronds kasteel verborgen (het Coudenbergpaleis). De triomfboog in het Jubelpark is zeer indrukwekkend. Als je in de tunnels onder de stad rijdt, is er zelfs een punt waar je heel even bovengronds komt en een fantastische blik op dit monument kunt werpen. En op de muren links en rechts ervan kan stevig geboulderd worden.

Brussel is ook de plaats met de eerste klimzaal van het land, geopend in 1987. Meer zelfs, Terres Neuves was de allereerste privéklimzaal ter wereld! Nadien zijn er alleen maar Brusselse klimzalen bijgekomen. New Rock in 1988, Top Roc Sippelberg in 1993 (het huidige Brussels Monkey Climbing) en Stone Age in het jaar 2000. Sinds vorig jaar mag Brussel zich ook de trotse eigenaar noemen van haar eerste boulderzaal. In 2019 zag klimzaal Petite Île het levenslicht in Anderlecht. Haar naam dankt ze aan haar locatie op de 'Rue de la Petite Île' of 'Klein-Eiland'.

Alles aan deze klimzaal ademt Brussel uit. En eerlijk is eerlijk, je eerste indruk zal niet wauw zijn. Zeker niet als je hier voor het eerst komt, en al helemaal niet als het al donker is. De klimzaal ligt in een stadsontwikkelingsgebied. Dit wil zeggen dat het er de komende jaren alleen maar hipper op zal worden, maar momenteel ziet het er uit als een oude vervallen loods, naast een braakliggend terrein en een verbindingsweg van de ene kant van Anderlecht naar de andere. Je parkeert er langs de kant van de weg en als je uitstapt twijfel je toch even of je wel juist zit. Dat gevoel blijft je achtervolgen als je de deur opentrekt vanwaar je denkt dat die je naar de klimzaal zal leiden. Plots sta je in een traphal met hier en daar lege bierflesjes. Voor je bevindt zich wel een plattegrond met daarbij een lijst met alle 'organisaties' die hier ergens in dit gebouw een locatie hebben. Tip van ondergetekende: het is op het derde verdiep. Ga niet op zoek naar een lift en begin al met de trappen te beklimmen. Klimmen draait uiteindelijk toch om avontuur en dat is de reden waarom je naar hier bent gekomen. Maar als je dan de deur(en) opendoet en effectief binnenstapt in de klimzaal, stap je letterlijk en figuurlijk een andere wereld binnen: WAUW! Door de grote ramen links valt zeer veel natuurlijk licht binnen en omdat je je reeds op het derde verdiep bevindt, heb je ineens ook een uitzicht over dit deel van de stad. De bar oogt modern en er is een ruim aanbod aan eten en drinken, zo lokaal en biologisch mogelijk. Direct rechts is er een redelijk ruime kinderruimte voorzien die heel duidelijk afgescheiden is van de rest van de klimzaal. Misschien wat jammer dat er geen enkele hellende muur is en alle routes dus op zijn minst verticaal zijn, maar dat wordt dan weer ruimschoots gecompenseerd door de glijbaan waarmee de kleine klimmers naar beneden kunnen schuiven. Daarna volgt nog een opwarm- en trainingshoek voor de volwassenen en dan is er uiteraard de klimzaal zelf.

Ook al bestaat de zaal reeds een jaar, in vergelijking met andere boulderzalen zijn er voor de beschikbare oppervlakte (400 m²) relatief weinig routes gebouwd. Maar de routes die er gebouwd zijn, zijn écht écht leuk. Het is duidelijk dat dit een 'moderne' zaal is. De boulders zijn niet opgebouwd in de 'Fontainebleau'-stijl, maar zijn veel speelser en dynamischer. Heel vaak moet je bewegingen doen die je nog nooit gedaan hebt. Soms snap je zelfs helemaal niet wat de routebouwer in hemelsnaam in gedachten had toen hij de grepen in deze volgorde neerzette. Als je denkt dat je de klimstijlen in de Belgische klimzalen ondertussen zo wel wat kent, is deze zaal dus een absolute aanrader. Kom met een groepje vrienden en laat je verrassen. Net zoals de andere Brusselse klimgelegenheden is ook hier de sfeer heel relaxed. Frans, Nederlands, Engels... maakt niet uit welke taal je hier spreekt. De sfeer is heel open en heel internationaal. Het belangrijkste is dat je je amuseert.

Meer info is te vinden op https://petite-ile.be/nl/

This article is from: