1 minute read

Activiteit 6 - De watertafel en drankjes maken

De kinderen maken gekleurd water, vullen potjes en flesjes en vergelijken de inhoud

Doel

Advertisement

De kinderen ontdekken dat ze gekleurd water kunnen maken van crêpepapier en doen ervaring op met begrippen zoals vol en leeg.

Benodigde materialen

• Sam met een flesje gekleurd water en een klein potje (dit potje is duidelijk veel te klein voor de inhoud van het flesje gekleurd water)

• Een watertafel of een grote bak met water

• Stukjes crêpepapier in de kleuren rood, blauw en geel

• Flesjes en potjes in verschillende maten

• Een trechter

• Een lepel

• Een handdoek om de kinderen droog te maken

• Eventueel verfschorten zodat de kinderen droog blijven

Introductie

Ga met Sam en de kinderen aan tafel zitten. Sam laat het flesje met gekleurd water zien en hij vertelt dat hij dat wil overgieten in het (veel te kleine) kleine potje. Laat de kinderen reageren. Nu begint Sam met overgieten en kijken we allemaal of dit lukt. Laat het potje overstromen en laat de kinderen weer reageren. Jullie zoeken naar een oplossing; een groter potje. Dit zoeken jullie samen uit tussen de potjes en Sam gaat opnieuw gieten. Dan lukt het wel om de inhoud over te gieten.

Vervolgens geef je aan dat je de kleur mooi vindt en je vraagt aan Sam hoe hij dat heeft gedaan.

Kern

Sam geeft aan dat hij graag vertelt hoe hij het water heeft gekleurd. Hij heeft hier water en gekleurd papier voor nodig. Je pakt de bak met water en een stukje crêpepapier. Samen met Sam pak je wat water en je legt er het stukje papier in. Kijk wat er gebeurt! Beschrijf wat je ziet of laat het een kind vertellen. Peil de reacties. Het gekleurd water giet je in een potje. Kijk naar het resultaat. Eventueel herhaal je dit met andere kleuren. Laat de kinderen meehelpen.

Dan pak je de potjes en flesjes erbij. Stel voor aan de kinderen om het water in een ander flesje of potje te doen. Laat een kind er één uitkiezen. Vraag aan de kinderen of zij denken dat het gaat passen. Probeer het uit. Laat steeds de kinderen reageren en ga daar op in. Benoem wat je ziet en gebruik hiervoor termen als: te groot, te klein, teveel te weinig, past wel of niet. Laat de kinderen ook steeds meedoen.

Wanneer je merkt dat de aandacht verslapt zeg je dat je de bak ergens neer zet waar de kinderen er ook mee kunnen spelen. Bij mooi weer kan het ook buiten. Houd de handdoek in de buurt. Laat de watertafel minimaal een week staan zodat de kinderen er meerdere keren in kunnen spelen en mee kunnen experimenteren.

Tip

Geef slechts enkele stukjes crêpepapier en houd de rest apart.

This article is from: