Euregio Scheldemond: Twintig jaar grenzen verleggen

EUREGIO SCHELDEMOND

Twintig jaar grenzen verleggen Zeeland, Oost- en West-Vlaanderen

Twenty years crossing borders Zealand, East- and West-Flanders

VVingt ans de collaboration sans frontières ZÊlande, Frandre Oriental et Occidental

Voorwoord Beste lezer,

Het valt nauwelijks te bevatten dat enkele decennia geleden grensoverschrijdende contacten tussen regionale overheden in feite niet bestonden - wereldwijd. Een aan de grens gelegen provinciebestuur werkte bij de gratie van de nationale overheid; als er afspraken moesten worden gemaakt over de grens was dat een nationale competentie, voorbehouden aan het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Paul Breyne Gouverneur provincie West-Vlaanderen

Vanaf de jaren ‘60 forceerden regionale overheden stapsgewijs de eerste eigen grensoverschrijdende contacten op ‘onschuldige’ terreinen als cultuur. In de jaren ‘80 nam het aantal concrete grensoverschrijdende projecten zienderogen toe, in geheel Europa. Vanaf de jaren ‘90 werd grensoverschrijdende interregionale samenwerking actief ondersteund door de Europese Unie, via Interreg.

De provincies Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen en Zeeland hebben al snel actief ingespeeld op deze tendens. Na een voorzichtige start werd ons samenwerkingsverband, Euregio Scheldemond,

Preface Dear reader,

It is hard to understand that a few decades ago, cross-border contact between regional authorities nearly did not exist - worldwide. A provincial council adjacent to the border worked by the grace of the national authority; it was a national competence and a reserved privilege of the Ministry of Foreign Affairs if policy across the border had to be made.

Karla Peijs Commissaris der Koningin provincie Zeeland

From the 60‘s onwards, regional authorities gradually forced their first cross-border contact in ‘innocent’ fields like culture. In the 80‘s, the number of actual cross-border projects increased rapidly, all over Europe. From the 90‘s onwards, cross-border interregional cooperation was actively supported by the European Union, through Interreg.

The Provinces of East-Flanders, West-Flanders and Zealand anticipated this tendency in an active and swift manner. After a careful start, our cooperation, Euregio Scheldemond (Scheldt Estuary Euroregion) became a precursor. Since 1991 three Interreg programmes were successfully implemented in which about 250 cooperation projects have been realised.

2

Preface Cher lecteur,

La chose semble impensable aujourd’hui, mais il y a quelques décennies, les contacts transfrontaliers entre autorités régionales étaient inexistants et ce, à l’échelle mondiale. Une administration provinciale proche de la frontière dépendait des autorités nationales; si un rendez-vous devait être pris de l’autre côté de la frontière, il s’agissait là d’une compétence nationale, réservée au Ministère des Affaires étrangères.

André Denys Gouverneur provincie Oost-Vlaanderen

À partir des années 60, les autorités régionales ont peu à peu établi elles-mêmes leurs premiers contacts transfrontaliers dans des domaines ‘innocents’ comme la culture. Dans les années 80, le nombre de projets transfrontaliers concrets a augmenté à vue d’œil, dans toute l’Europe. À partir des années 90, la collaboration transfrontalière interrégionale a reçu le soutien actif de l’Union européenne, par le biais d’Interreg.

Les Provinces de Flandre orientale, de Flandre occidentale et de Zélande n’ont pas tardé à embrayer activement sur cette tendance. Après un début circonspect, notre partenariat, Euregio Scheldemond (l’Eurorégion Bouches de l’Escaut), est rapidement devenu un modèle précurseur.

een voorloper. Vanaf 1991 werden drie Interreg-programma’s met succes uitgevoerd waarbinnen zo’n 250 samenwerkingsprojecten tot stand kwamen. Daarnaast werd via de Scheldemondraad ook buiten het projectmatige intensief samengewerkt.

Marleen TitecaDecraene Gedeputeerde provincie West-Vlaanderen

Onder de vele grensoverschrijdende projecten die in Euregio Scheldemond zijn uitgevoerd, vindt u van alles wat: onderwijsprojecten, culturele uitwisseling, veiligheid, stimulansen voor economische samenwerking, toerisme, .... Toch zijn er duidelijke ‘rode lijnen’ waar te nemen in de vele projecten. Aan de hand van enkele terugkerende centrale grensoverschrijdende thema’s binnen onze Euregio schreven wij deze bloemlezing, in de hoop dat het kan dienen als inspiratie voor úw grensoverschrijdend werk. Hoewel er al heel wat is gebeurd, is er immers nog veel werk om de Europese grenzen te doen vervagen.

Wij wensen u veel succes in uw grensoverschrijdende inspanningen, de Scheldemondraad

Beside this, the Scheldemond Council (Scheldt Estuary Council) also accomplished intensive cooperation beyond projects.

Marten Wiersma Gedeputeerde provincie Zeeland

There are all kinds of fields to be found among the numerous cross-border projects implemented in Scheldt Estuary Euroregion: educative projects, cultural exchange, safety, inducements for economic cooperation, tourism,.... However, there are clear ‘red lines’ to be observed in many projects. We have written this anthology based on some of the continuously recurring central cross-border themes within our euroregion, hoping this might be an inspiration for your cross-border activities.

Although a lot has been achieved so far, there is still more work to be done in order to improve cross-border activities and fade out the European borders.

We wish you a lot of success at your cross-border exertions, the Scheldemond council

3

À partir de 1991 ont été mis en œuvre avec succès trois programmes Interreg dans le cadre desquels quelque 250 projets de collaboration ont vu le jour. Une collaboration intensive s’est également développée en dehors des projets, grâce au travail du Conseil des Bouches de l’Escaut.

Marc De Buck Gedeputeerde provincie Oost-Vlaanderen

Les nombreux projets transfrontaliers mis en œuvre dans l’Eurorégion des Bouches de l’Escaut relèvent des domaines les plus variés: éducation, échanges culturels, sécurité, incitations à la collaboration économique, tourisme, etc. A noter toutefois qu’il existe une série de fils conducteurs évidents dans les nombreux projets. Nous nous sommes basés sur quelques thèmes transfrontaliers centraux récurrents dans notre Eurorégion pour rédiger ce recueil, dans l’espoir de vous fournir une source d’inspiration pour votre propre travail transfrontalier. Quantité de choses ont déjà été faites, mais il reste du pain sur la planche pour gommer les frontières européennes.

Nous souhaitons d’ores et déjà que vos efforts transfrontaliers soient fructueux, Le Conseil des Bouches de l’Escaut

4

Inleiding In de periode 1991-2013 liepen in de provincies Zeeland, Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen vier opeenvolgende Interreg-programma’s voor grensoverschrijdende samenwerking. Deze drie provincies vormen de Euregio Scheldemond.

In totaal beliep de betoelaging vanuit de Europese Commissie voor deze vier programma’s ongeveer € 188 miljoen. Interreg I en II (resp. 3 en 11 miljoen) werden uitgevoerd binnen het kader van Euregio Scheldemond; Interreg III (80 miljoen) werd en Interreg IV (94 miljoen) wordt uitgevoerd binnen het verband van Grensregio Vlaanderen-Nederland, met de overige 5 provincies langs de Vlaams-Nederlandse grens. Naar raming is tot nu toe een som van € 50 miljoen van deze gelden terechtgekomen in deelprojecten binnen Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen en Zeeland: Euregio Scheldemond.

Binnen deze verschillende programma’s participeerden partners uit de drie provincies in zo’n 250 projecten, variërend van kleinschalige ‘people to people’ acties (van 10 tot 50.000 euro) tot projecten als Bio Base Europe, met een begroting van ruim € 21 miljoen.

Introduction In the period 1991-2013, four consecutive Interreg-programmes contributed to the cooperation between the provinces of Zealand, East-Flanders and West-Flanders. These provinces form the Euregio Scheldemond.

In all, the subsidy from the European Commission for these four programmes amounted to an estimated € 188 million. Interreg I and II (respectively 3 and 11 million) were executed within the framework of Euregio Scheldemond; Interreg III (80 million) was and Interreg IV (94 million) is executed within the interconnection of Border region Flanders - the Netherlands, with the remaining 5 provinces along the Flemish-Dutch border. Estimation shows that up to now, a sum of € 50 million of these funds has landed in subprojects within East-Flanders, West-Flanders and Zealand, or Euregio Scheldemond.

Within these various programmes, partners from these provinces participated in about 250 projects, ranging from small-scale ‘people to people’ actions (from 10 to 50.000 Euros) to projects like Bio Base Europe, with a budget of over € 21 million.

5

Introduction Au cours de la période 1991-2013, quatre programmes Interreg consécutifs ont été mis en œuvre en matière de collaboration transfrontalière dans les provinces de Zélande, Flandre orientale et Flandre occidentale. Ces trois provinces constituent l’Eurorégion des Bouches de l’Escaut.

Au total, les subventions accordées par la Commission européenne pour ces quatre programmes se sont élevées à près de 188 millions d’euros. Interreg I et II (respectivement 3 et 11 millions) ont été mis en œuvre au sein de l’Eurorégion des Bouches de l’Escaut; Interreg III (80 millions) a été et Interreg IV (94 millions) est mis en œuvre dans le cadre de la collaboration entre la région frontalière Flandre-Pays-Bas et les 5 autres provinces situées le long de la frontière Flandre-Pays-Bas. Selon les estimations, 50 millions d’euros de ces fonds ont jusqu’à présent été utilisés dans le cadre de sous-projets mis en œuvre dans les provinces de Flandre orientale, Flandre occidentale et Zélande, c’est-à-dire l’Eurorégion des Bouches de l’Escaut.

Dans le cadre de ces différents programmes, des partenaires des trois provinces ont participé à quelque 250 projets, allant d’actions ‘people to people’ de petite envergure (de 10 à 50.000 euros) à des projets comme Bio Base Europe, doté de 21 millions d’euros.

Er is een aantal ‘rode lijnen’ waar te nemen binnen de uitvoering van deze programma’s; groepen projecten die binnen hetzelfde thema en vaak vanuit hetzelfde grensoverschrijdende beleidsplan werden geïnitieerd. De drie partners hebben altijd getracht om zo voldoende ‘lijn’ te houden in de uitvoering, en hebben altijd vermeden om ad hoc losse projecten goed te keuren zonder enige relatie met het eigen beleid of gezamenlijke strategische ambities. Voor een aanzienlijk deel is de Scheldemondraad, het autonoom platform van de drie provinciebesturen en de gemeenten binnen de euregio, verantwoordelijk voor deze aanpak en daarmee voor de coherentie binnen de uitvoering van de Interreg-programma’s.

In deze korte samenvatting worden enkele van deze ‘rode lijnen’ nader toegelicht. Het betreft de volgende clusters projecten: • Grensoverschrijdend Krekenbeleidsplan, waaronder Staats-Spaanse Linies • Havensamenwerking en samenwerking rond havengerelateerde thema’s • Maritiem Erfgoed

A number of ‘red lines’ can be observed within the execution of these programmes; groups of projects within the same theme and often from the same cross-border policy plan. The provinces continuously endeavoured to preserve sufficient coherence in the execution and always avoided to approve ad hoc separate projects unrelated to own policy or joint strategic ambitions. The Scheldemond council, the autonomous platform of the three provincial councils and the local authorities within the euroregion, is for a substantial part responsible for this approach and consequently for the coherence within the execution of the Interreg-programmes.

In this short summary, some of these ‘red lines’ are explained in more detail. It concerns the following cluster projects: • The Cross-border Creek policy plan, among which ‘Dutch-Spanish Defensive Lines’ • Cooperation between harbours and cooperation concerning harbour related themes • Maritime Heritage

6

Il existe une série de fils conducteurs dans la mise en œuvre de ces programmes; des groupes de projets initiés sur le même thème et souvent au départ du même plan politique transfrontalier.

Les trois partenaires ont toujours veillé à procéder à une mise en œuvre cohérente et ont toujours évité d’approuver des projets ad hoc sans la moindre relation avec les politiques provinciales ou avec les ambitions stratégiques communes. Le Conseil des Bouches de l’Escaut - la plateforme autonome des trois administrations provinciales et des communes de l’Eurorégion - est pour une grande part responsable de cette approche et en conséquence, de la cohérence dans la mise en œuvre des programmes Interreg.

Quelques-uns de ces fils conducteurs sont commentés dans cette brève synthèse. Il s’agit des groupes de projets suivants: • le plan pour les étangs, et les ‘Lignes fortifiées néerlandaises et espagnoles’; • la collaboration portuaire et la collaboration sur des thèmes liés aux ports; • le patrimoine maritime.

7

8

Kreken en Linies Begin jaren 90 werd op initiatief van de Scheldemondraad een Grensoverschrijdend Krekenbeleidsplan opgesteld, wat tot op heden geldt als de grensoverschrijdende totaalvisie op landschap, natuur, milieu en cultuurhistorie in de grensstreek. In het door de Scheldemondraad en de participerende provincies vastgestelde Krekenbeleidsplan werden projecten genoemd tot herstel van kreken, herstel van krekenlandschappen, sanering en investeringen in het historische cultuurlandschap in de grensstreek, dat vooral wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van restanten van forten, linies en vestigingen uit de Tachtigjarige Oorlog en de periode daarna, tot aan de Spaanse Successieoorlog en de tijd van Napoleon. Dit cultuurlandschap wordt veelal kortweg aangeduid als ‘de Staats-Spaanse Linies’.

Om de kreken in het grensgebied te saneren, de linies (en vestigingen en forten) te restaureren en om deze beiden toeristisch te ontsluiten, werden vervolgens verschillende uitvoeringsprojecten ondernomen.

Creeks and Defensive Lines Starting the 90‘s the Scheldemond council initiated a Cross-border Creek Policy Plan which is unto now still applicable as the cross-border overall vision on landscape, nature, environment and history of culture in the border region. In the Cross-border Creek Policy Plan, enacted by the Scheldemond council and participating provinces, projects were stated in order to restore creeks and creek landscapes, reconstruction and investments in the historic cultural landscape in the border region, mainly characterized by the presence of fortress ruins, lines and settlements of the Eighty Years’ War (between the spanish and the dutch) and the period following up to the War of the Spanish Succession and the Napoleonic period. This cultural landscape is often named, in short, ‘de Staats-Spaanse Linies’ (dutch-spanish lines).

In order to restore the creeks in the border region and to open it to tourists, to renovate the lines (and settlements and fortresses) and open these for tourists, subsequently several implementation projects were started.

9

Les étangs et les Lignes fortifiées Au début des années 90 a été élaboré, à l’initiative du Conseil des Bouches de l’Escaut, un plan politique transfrontalier pour les étangs. Ce plan est considéré jusqu’à ce jour comme la vision globale transfrontalière sur le paysage, la nature, l’environnement et l’histoire culturelle dans la région frontalière. Dans le cadre de ce plan défini par le Conseil des Bouches de l’Escaut et les provinces participantes ont été mentionnés des projets visant la remise en état des étangs et des abords des étangs, la restauration du paysage culturel historique de la zone frontière et des investissements dans ce paysage, qui se caractérise surtout par la présence de vestiges de forts, de lignes fortifiées et de fortifications de la Guerre de Quatre-vingts Ans (entre les Pays-Bas et l’Espagne) et de la période qui a suivi, jusqu’à la Guerre de Succession d’Espagne et l’époque de Napoléon. Ce paysage culturel est communément appelé en abrégé les ‘Staats-Spaanse Linies’ (Lignes fortifiées néerlandaises et espagnoles).

Afin d’assainir les étangs de la zone frontalière et de permettre leur valorisation touristique, et afin de restaurer les lignes fortifiées (fortifications et forts) et de permettre aux touristes d’y accéder, divers projets de mise en œuvre ont ensuite été entrepris.

Uitvoeringsprojecten: • Schone Kreken I, II en III • Sanering Drinkwatergebied Isabellapolder • Duurzaam Herstel Krekensysteem • Stadswallen-Steenen Beer • Braakman-Leopoldskanaal • Duurzame Watersystemen • Staats-Spaanse Linies I en II • Van Maurits tot Napoleon • Forten en Linies in Grensbreed Perspectief 1

4.844.363 EUR 1.429.785 EUR 1.828.204 EUR 190.572 EUR 2.994.180 EUR 1.836.339 EUR 949.803 EUR 1.269.729 EUR 6.805.622 EUR 1

totale kosten, naar raming 4,5 tot 5 miljoen uitgaven in en met betrekking op Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen, Zeeland

Ook in andere projecten, zoals “Tijdsporen” (www.tijdsporen.eu), werd hier en daar ingehaakt op en promotie gemaakt voor het concept van de Staats-Spaanse Linies.

In de projecten Schone Kreken I, II en III, Sanering Drinkwatergebied Isabellapolder, Duurzaam Herstel Krekensysteem en Braakman-Leopoldskanaal (Interreg II en III) werden saneringen uitgevoerd van kreken die kriskras over de grens lopen; zonder gezamenlijke aanpak konden deze milieuwerken niet worden uitgevoerd. Ook werden vernieuwende methodieken uitgetest en toegepast

Implementation projects: • Clean Creeks I, II and III • Clean-up operation Drinking-water area Isabellapolder • Sustainable Restoration Creek system • Ramparts-Steenen Beer Creek • Braakman Creek - Leopold Channel • Sustainable Water Systems • Dutch-Spanish Defensive Lines I and II • From Maurits to Napoleon • Fortresses and Lines in Border-broad Perspective 2

total costs, estimation 4,5 to 5 million expenditure in and in relation with East-Flanders, West-Flanders, Zeeland

4.844.363 EUR 1.429.785 EUR 1.828.204 EUR 190.572 EUR 2.994.180 EUR 1.836.339 EUR 949.803 EUR 1.269.729 EUR 6.805.622 EUR 2

Also, in other projects, such as “Tijdsporen” (Marks of Time) (www.tijdsporen.eu), some investments were done in relation with the concept of the Dutch-Spanish Defensive Lines.

In the projects ‘Clean Creeks’ I, II and III, ‘Clean-up operation Drinking-water area Isabellapolder’, ‘Sustainable Restoration Creek system’ and ‘Braakman Creek - Leopold Channel’ (Interreg II and III) clean-up projects of creeks spread across the border were executed; these environmental works could not have been executed without this joint approach. Next to this, innovative methods were tested and implemented for ecologic management, for drinking-water supply and for management of 10

Projets de mise en œuvre: • Etangs propres I, II et III • Assainissement Zone d’eau potable Isabellapolder • Restauration durable du Système d’étangs • Remparts - site du Steenen Beer • Braakman- canal Léopold • Systèmes hydrauliques durables • Lignes fortifiées néerlandaises et espagnoles I et II • De Maurice à Napoléon • Forts et lignes fortifiées dans une perspective frontalière globale 3

4.844.363 EUR 1.429.785 EUR 1.828.204 EUR 190.572 EUR 2.994.180 EUR 1.836.339 EUR 949.803 EUR 1.269.729 EUR 6.805.622 EUR 3

c oût total selon estimation: 4,5 à 5 millions de dépenses effectuées dans les provinces de Flandre orientale, Flandre occidentale et Zélande, et ayant trait à ces provinces

Dans d’autres projets également, comme ‘Tijdsporen’ (traces du temps) (www.tijdsporen.eu) un lien a ici et là été établi avec le concept des lignes fortifiées néerlandaises et espagnoles et la promotion de ce projet a été assurée.

Dans le cadre des projets ‘Etangs propres I, II et III’, ‘Assainissement Zone d’eau potable Isabellapolder’, ‘Restauration durable du Système d’étangs’ et ‘Braakman- canal Léopold’ (Interreg II et III), des étangs qui se trouvent à cheval sur la frontière ont été assainis; sans une approche commune, ces travaux environnementaux n’auraient pu être réalisés. Des méthodes novatrices ont par ailleurs été testées et appliquées en matière de gestion écologique, d’approvisionnement en eau

voor ecologisch beheer, drinkwatervoorziening en waterpeilbeheer (o.a. via een grensoverschrijdende watersysteembenadering), en werd het gehele gebied toeristisch ontsloten.

In Stadswallen-Steenen Beer werden de stadswallen van Damme en de Steenen Beer (Hulst) heringericht. In Staat-Spaanse Linies (I) werd verder gewerkt aan de stadswallen van Damme, werd een deel van het Fort van Beieren in Koolkerke ontwikkeld, de Olieschans in Aardenburg ingericht en tot slot werden ook de Forten Sint-Joseph, Sint-Livinus en Sint-Jacob te Axel verder ontwikkeld.

In Staats-Spaanse Linies II werden de verschillende forten en verdedigingswerken meer onder de aandacht gebracht, zowel bij inwoners van de streek, recreanten als besturen. Op deze manier werd de culturele identiteit van de streek en haar bewoners verrijkt en ‘beleefbaar’ gemaakt voor de bezoekers. Bovendien werden ook nog een aantal concrete plannen opgemaakt voor de herinrichting van een aantal overgebleven verdedigingswerken. Er is, in dit derde project, bovendien een website ontworpen als toegangspoort tot de linies en de streek (www.staatsspaanselinies.nl).

Gerelateerd aan Staats-Spaanse Linies waren de werkzaamheden in het project Van Maurits tot Napoleon. Van Maurits Tot Napoleon wilde de toeristische-educatieve infrastructuur versterken en op een natuurlijke manier verbinden. In het Fort Liefkenshoek werd aan een breed publiek een overzicht

water level (among others through a cross-border water system approach), consequently the entire area was opened up for tourists.

In ‘Ramparts - Steenen Beer Creek’, the ramparts of Damme and the Steenen Beer creek (Hulst) were restorated. In ‘Dutch-Spanish Defensive Lines I’ the ramparts of Damme were further adjusted, a part of the Fortress of Beieren in Koolkerke was developed, the Olieschans in Aardenburg was arranged and finally, the Fortresses Sint-Joseph, Sint-Livinus and Sint-Jacob in Axel were further developed.

In ‘Dutch-Spanish Defensive Lines II’ several fortresses and defensive works were more actively brought to the notice of inhabitants of the region as well as to the tourists and council executives.

Consequently, the cultural identity of the region and her inhabitants was enriched and made ‘liveable’ for the visitors.

Moreover, a number of actual plans were made for reorganization of a few remaining defensive works.

And, in this third project a website has been designed as portal to the lines and the region (www.staatsspaanselinies.nl).

11

potable et de gestion des niveaux d’eau (notamment par le biais d’une approche transfrontalière des systèmes hydrauliques), et l’ensemble de la zone concernée a été rendu accessible aux touristes.

Dans le cadre du projet ‘Remparts - site du Steenen Beer’, les remparts de Damme et le site du Steenen Beer (Hulst) ont été restaurés. Dans le cadre du projet ‘Lignes fortifiées néerlandaises et espagnoles I’, les travaux de remise en état des remparts de Damme ont été poursuivis, une partie du Fort de Beieren à Koolkerke a été développée, l’Olieschans (fortification sur les Lignes fortifiées néerlandaises et espagnoles) à Aardenburg a été aménagée et enfin, les Forts Sint-Joseph, SintLivinus et Sint-Jacob à Axel ont également été développés.

Dans le cadre du projet ‘Lignes fortifiées néerlandaises et espagnoles II’, les divers forts et ouvrages de fortification ont été davantage portés à l’attention tant des habitants de la région, que des touristes et des administrations. Ainsi, l’identité culturelle de la région et de ses habitants a été enrichie et ouverte aux visiteurs. De plus, une série de projets concrets ont été élaborés pour la restauration d’une série d’autres ouvrages de défense. De surcroît, dans le cadre de ce troisième projet, un site web a été conçu pour servir de porte d’accès aux lignes fortifiées et à la région (www.staatsspaanselinies.nl).

En lien avec les Lignes fortifiées néerlandaises et espagnoles, le projet ‘de Maurice à Napoléon’ avait pour objectif de renforcer les infrastructures touristiques et éducatives, et de les relier entre elles.

geboden van alle aspecten van de geschiedenis van het Fort en van de culturele biografie van zijn omgeving. De verbondenheid over de landsgrenzen heen werd daarbij sterk benadrukt. Het museum te IJzendijke werd dan weer een bezoekerscentrum annex informatie- en documentatiecentrum voor het geheel van de Staats-Spaanse Linies.

In Interreg IV wordt op dit moment gestart met een nog grootser project rondom de linies. In Forten en Linies worden ook Antwerpen en Noord-Brabant bij het geheel betrokken. Forten en Linies kent vijf doelstellingen: versterken van de samenhang, cultuurhistorisch herstel, natuurontwikkeling en natuurverbinding, ontsluiting, educatie en vermarkten, en kennisuitwisseling en versterking van de samenwerking.

In totaal heeft het Grensoverschrijdend Krekenbeleidsplan, destijds een uniek ambitieus grensoverschrijdend beleidsplan dat zelfs zoveel interesse wekte dat Koningin Beatrix een kijkje kwam nemen, tot investeringen geleid van ruim € 20 miljoen. Heden nadert de volledige voltooiing van de uitvoering van het plan.

The project ‘From Maurits to Napoleon’ was related to this. ‘From Maurits to Napoleon’ wanted to reinforce the touristic-educative infrastructure and render connection in a natural way. In the Fortress Liefkenshoek an overview of all aspects of the fortress’ history and the cultural biography of its surroundings was shown to a broad public. As a consequence, cross-border connection was strongly underlined. The museum in IJzendijke was turned into a visitors’ centre/ information and documentation centre for the Dutch-Spanish Lines.

Momentarily, in Interreg IV, an even larger project is being started concerning the Lines.

In ‘Fortresses and Lines’, the provinces of Antwerp and Noord-Brabant are involved within the whole.

‘Fortresses and Lines’ has five objectives: reinforce coherence between the different sites on both sides of the border, renovate common cultural historic heritage, development and interconnection of nature, opening up the heritage and nature to tourists, education, exchange of knowledge and reinforcement of cooperation.

In total, the Cross-border Creek policy plan, back then a unique ambitious cross-border policy plan which had drawn so much attention that Queen Beatrix of the Netherlands paid a visit, has lead to investments of over € 20 million. Momentarily, full completion of the plan’s execution is nearing.

12

Dans le Fort Liefkenshoek, le public peut désormais découvrir tous les aspects de l’histoire de cet ouvrage de défense et la biographie culturelle de son environnement. L’accent a en outre été fortement mis sur la solidarité existant par-delà les frontières nationales. Le musée situé à IJzendijke est, quant à lui, devenu un centre pour visiteurs, doté d’un centre d’information et de documentation pour l’ensemble des Lignes fortifiées néerlandaises et espagnoles.

Dans le cadre d’Interreg IV, un projet encore plus important est actuellement entrepris concernant les lignes fortifiées. Les provinces d’Anvers et du Brabant-Septentrional sont également impliquées dans le projet ‘Forts et lignes fortifiées’ qui poursuit cinq objectifs: renforcement de la cohérence, restauration historico-culturelle, développement de la nature et corridors verts, ouverture aux tourisme, éducation et commercialisation, et échange des connaissances et renforcement de la collaboration.

Au total, le plan politique transfrontalier pour les étangs, un plan politique transfrontalier unique et ambitieux à l’époque, qui a même suscité un intérêt tel que la reine Beatrix s’est rendue sur place, a nécessité plus de 20 millions d’euros d’investissements. La mise en œuvre du plan est actuellement quasi entièrement terminée.

13

16

Havensamenwerking In tegenstelling tot het beleid rond de kreken en de Staats-Spaanse Linies is er nooit een allesomvattend grensoverschrijdend beleid tot stand gekomen ten aanzien van de havens. Euregio Scheldemond en bij uitbreiding Grensregio Vlaanderen-Nederland worden gekenmerkt door de aanwezigheid van heel wat grote en middelgrote zeehavens, waaronder Gent, Zeeland Seaports, Zeebrugge en Antwerpen.

In Interreg I werd in het project Maritieme Samenwerking gezocht naar mogelijkheden om al deze havens (uitgezonderd Antwerpen, destijds binnen een ander programma) stapsgewijs te laten integreren en intensief te laten samenwerken. Al snel kon de conclusie worden getrokken dat concurrentie tussen deze havens een dergelijke stap onmogelijk maakte. In de eerste periode vanaf 1994 werd er richting de havens dan ook niet veel ondernomen en kwamen de havenbesturen ook niet ongevraagd met aanvragen.

Later werd toch weer een en ander ondernomen, maar nu werd de aanpak realistischer en werd vooral getracht om de havens van Gent en Terneuzen (met uitbreiding naar Vlissingen) nader tot elkaar te laten komen. Tussen Gent en Terneuzen bevindt zich immers een min of meer ongedeelde zone waarin havengerelateerde bedrijvigheid de boventoon voert: de Kanaalzone Gent-Terneuzen.

Cooperation between harbours Contrary to the policy concerning the border landscape, a comprehensive cross-border policy concerning harbours was never developed. Euregio Scheldemond and by expansion Border region Flanders - the Netherlands are characterized by the presence of numerous large and medium-sized seaports, among which Ghent, Zeeland Seaports (Terneuzen and Flushing), Zeebruges and Antwerp.

In Interreg I, a study into the possibilities to integrate all harbours gradually (with the exception of Antwerp, at that time within a different programme) and to develop intensive cooperation, was part of the project ‘Maritime Cooperation’. Within due time, the conclusion was drawn that competition between these harbours made it impossible to undertake such a project. In the first period from 1994 onwards, not much activities were taken up concerning the harbours and harbour managements did not hand in any applications either.

Later on, some activities were initiated, but now with a more realistic approach: attempts were mainly made to unite the harbours of Ghent and Terneuzen (with expansion to Flushing). A more or less undivided zone is situated between Ghent and Terneuzen (across the border) in which harbour related activities flourish: the Canal zone Ghent-Terneuzen.

17

Collaboration portuaire Contrairement à ce qui a été fait au niveau des étangs et des Lignes fortifiées néerlandaises et espagnoles, une politique transfrontalière globale n’a jamais vu le jour en ce qui concerne les ports.

L’Eurorégion des Bouches de l’Escaut et par extension la région frontalière Flandre-Pays-Bas se caractérisent par la présence de nombreux ports maritimes de moyenne et grande taille, parmi lesquels Gand, Zeeland Seaports, Zeebrugge et Anvers.

Sous Interreg I, des possibilités ont été recherchées dans le cadre du projet ‘Collaboration maritime’ afin d’intégrer et de faire collaborer progressivement tous ces ports (à l’exception d’Anvers, couvert à l’époque par un autre programme). Il est rapidement apparu que la concurrence entre ces ports rendait une telle démarche impossible. Au cours de la première période (à partir de 1994), peu de choses ont été entreprises concernant les ports et leurs autorités portuaires n’ont pas non plus adressé spontanément de demandes.

Par la suite, certains projets ont malgré tout été entrepris, mais dans le cadre d’une approche plus réaliste et surtout dans le but de rapprocher les ports de Gand et Terneuzen (avec extension vers Vlissingen). Il existe en effet entre Gand et Terneuzen une zone plus ou moins indivise, où se déroulent principalement des activités liées aux ports: la zone du canal Gand-Terneuzen.

De volgende projecten werden ondernomen: • ROME Gentse Kanaalzone • Onderzoeksproject Integratie Havens Gent en Zeeland Seaports • Koppeling Veiligheidsplannen Gent en Zeeland Seaports • Westerschelde Planner (WESP) • Strategische Visie Bedrijventerreinen • Werkgevers Actieplan Kanaalzone • Scheldemond Havenbezoeken • Startconferentie Grenzeloze Kanaalzone • Bio Base Europe • Grenzeloze Kanaalzone (project in ontwikkeling)

410.520 EUR 185.850 EUR 363.340 EUR 2.380.916 EUR 383.686 EUR 84.309 EUR 26.014 EUR 37.032 EUR 21.835.000 EUR ±1.000.000 EUR

In het project ROME Gentse Kanaalzone werd toegewerkt naar een gebiedsgerichte aanpak voor het gehele grensoverschrijdende gebied. De gebiedsgerichte ROME (Ruimtelijke Ordening, Milieu en Economie) aanpak was bedacht in Nederland en werd voor het eerst in België toegepast via dit Interreg-project. Later was men juist in België verder in deze beleidsmethodiek en kon Nederland hier weer van leren.

The following projects were started: • Spatial Planning, Environment and Economy Ghent Canal Zone • Research Integration Harbours Ghent and Zeeland Seaports • Linking Safety Plans Ghent and Zeeland Seaports • Westerscheldt Planner (WESP) • Strategic Vision Industrial zones • Employers Action plan Canal zone • Scheldt Estuary Harbour Visits • Start-conference Boundless Canal zone • Bio Base Europe • Boundless Canal zone (project being developed)

410.520 EUR 185.850 EUR 363.340 EUR 2.380.916 EUR 383.686 EUR 84.309 EUR 26.014 EUR 37.032 EUR 21.835.000 EUR ±1.000.000 EUR

The first project was focussed on an area-specific approach for the entire cross-border harbour region. The area-specific approach ‘ROME’ (a dutch acronym for Spatial Planning, Environment and Economy) was invented in the Netherlands and was implemented in Belgium for the first time through this Interreg project. Later on, Belgium had a further developed policy method which was an educative benefit for the Netherlands.

The research project ‘Integration Harbour’ regions offered a number of actual possibilities for cooperation between both harbour managements. Still, comprehensive integration would not be easy, 18

Les projets suivants ont été entrepris: • Aménagement du territoire, environnement, économie Zone du canal de Gand • Projet d’étude Intégration Ports de Gand et Zeeland Seaports • Couplage Plans de sécurité Gand et Zeeland Seaports • Westerschelde Planner (WESP) • Vision stratégique Zones d’activités • Employeurs Plan d’action Zone du canal • Bouches de l’Escaut Visites de ports • Conférence de lancement Zone du canal sans frontières • Bio Base Europe • Zone du canal sans frontières (projet en développement)

410.520 EUR 185.850 EUR 363.340 EUR 2.380.916 EUR 383.686 EUR 84.309 EUR 26.014 EUR 37.032 EUR 21.835.000 EUR ±1.000.000 EUR

Dans le cadre du projet ‘Aménagement du territoire, environnement, économie Zone du canal de Gand’, on tente d’élaborer une approche territoriale pour l’ensemble de la zone transfrontalière.

L’approche territoriale ROME (Aménagement du territoire, environnement, économie) a été conçue aux Pays-Bas et appliquée pour la première fois en Belgique par le biais de ce projet Interreg. Par la suite, c’est précisément la Belgique qui a le plus progressé dans la mise en oeuvre de cette approche et les Pays-Bas ont pu en tirer un enseignement.

Le projet d’étude ‘Intégration Zones portuaires’ met en lumière une série de possibilités concrètes pour la collaboration entre les administrations portuaires elles-mêmes. Il s’est une fois encore avéré difficile de réaliser une intégration poussée, en partie en raison des liens existant entre Zeeland

Het Onderzoeksproject Integratie Havengebieden bracht een aantal concrete mogelijkheden aan het licht voor de samenwerking tussen de havenbesturen zelf. Nog altijd bleek verregaande integratie niet eenvoudig, deels wegens de banden van Zeeland Seaports met Rotterdam, binnen Nederland.

Wel bleek verregaande integratie mogelijk op vlak van veiligheid. Binnen het project Koppeling Veiligheidsplannen werd deze integratie gerealiseerd.

De toenadering tussen Gent en Zeeland Seaports was tot nu toe vooral door overheden gestuurd geweest. Met Strategische Visie Bedrijventerreinen en Werkgevers Actieplan Kanaalzone sprongen echter ook de werkgevers op de kar. Vanuit de visie, ontwikkeld in het eerste project, werd in het tweede project een actieplan ontwikkeld voor concrete initiatieven (bijvoorbeeld op vlak van milieuclustering, innovatie, informatie) tussen bedrijven in de kanaalzone. Het kleinschalige business-to-business project Scheldemond Havenbezoeken droeg ook bij aan de toenadering tussen ondernemers.

Rond 2007 werd de integratie op een hoger niveau getild, op basis van suggesties welke voortkwamen uit het eerdere onderzoeksproject. Dit leidde tot Grenzeloze Kanaalzone, een project dat momenteel in ontwikkeling is en waarbij bijvoorbeeld op vlak van aquisitie de beide havenbesturen steeds meer als één zullen gaan opereren, waarbij vanuit een gezamenlijke ruimtelijke visie de betrokken overheden hun ruimtelijke ordening op elkaar zullen afstemmen, et cetera. Dit alles in een periode waarin ook de maritieme toegang van de kanaalzone wordt verbeterd (initiatief buiten Interreg) en partly because of Zeeland Seaports’ connection with Rotterdam, within the Netherlands.

Actually, comprehensive integration was possible concerning safety. Within the project ‘Linking Safety Plans’ this integration was realized.

Up to now, the approach between Ghent and Zeeland Seaports was mainly a public thing.

With ‘Strategic Vision Industrial zones’ and ‘Employers Action plan Canal zone’ the employers came into action. Starting from the vision developed in the first project, in the second project an actual action plan was developed for specific initiatives (for example concerning environmental clustering, innovation, information) between companies in the canal zone. The small-sized business to business project ‘Harbour Visits’ also contributed to the integration between entrepreneurs.

Around 2007, the integration was raised to a higher level, based on suggestions from the former research project. This resulted in ‘Boundless Canal zone’, a project which is momentarily being developed and in which both harbour managements will start to operate jointly at a number of core activities, for example in the field of acquisition. The authorities involved will adjust their environmental planning starting from a joint spatial vision (created together with companies, inhabitants, etc.).

This will take place in a period in which the maritime entrance of the canal zone will be improved (initiative outside Interreg) and in which the North-South connection will be reinforced (infrastructural works on the Tractaat road, Sluiskil tunnel connection to the Westerscheldt tunnel, etc.). Already the canal zone is considered an interesting area for investments among entrepeneurs, again.

19

Seaports et le port de Rotterdam, au sein des Pays-Bas. Il est cependant apparu possible de réaliser une intégration poussée en matière de sécurité. Cela s’est fait dans le cadre du projet ‘Couplage Plans de sécurité’.

Le rapprochement entre Gand et Zeeland Seaports était jusqu’à présent surtout axé sur les autorités publics. Grâce aux projets ‘Vision stratégique Zones d’activités’ et ‘Employeurs Plan d’action Zone du canal’, les employeurs ont également été impliqués dans cette démarche. Sur la base de la vision développée dans le premier projet, un plan d’action concret a été développé dans le cadre du deuxième projet en vue de mettre en place des initiatives concrètes entre les entreprises situées dans la zone du canal (par exemple en matière de collaboration environnementale interentreprises, d’innovation, d’information). Le projet business-to-business de petite envergure ‘Bouches de l’Escaut Visites de ports’ a également contribué au rapprochement entre les entrepreneurs.

Vers 2007, l’intégration a été portée à un niveau supérieur sur la base de suggestions issues du projet d’étude mené antérieurement. C’est ainsi que le projet ‘Zone du canal sans frontières’ a vu le jour, un projet qui est actuellement en cours de développement et dans le cadre duquel les deux administrations portuaires vont, par exemple, de plus en plus opérer comme une seule entité en matière d’acquisitions, harmoniser leur aménagement du territoire sur la base d’une vision commune en la matière, etc. Cette évolution va s’opérer au cours d’une période durant laquelle seront améliorés l’accès maritime à la zone du canal (initiative en dehors d’Interreg) et la liaison

waarin de Noord-Zuid verbinding sterk verbeterd wordt (verdubbeling Tractaatweg, tunnel bij Sluiskil in aansluiting op Westerscheldetunnel).

In het kielzog van de bestuurlijke toenadering en de contacten tussen bedrijven kwam ook de academische wereld nader tot elkaar. Zowel in Terneuzen (Biopark) als Gent (Ghent Bio Energy Valley) waren clusters ontstaan rond biogebaseerde economie, niet geheel toevallig in de nabijheid van beide havens. Op initiatief van Universiteit Gent, de havenbesturen, lokale en regionale overheden èn beide clusters ontstond Bio Base Europe. Zoals te zien aan de hierboven weergegeven begrotingen van de diverse projecten, kwam nu de kanaalzone-samenwerking pas echt op gang.

Bio Base Europe zet het grensoverschrijdend bio-cluster rondom de kanaalzone Gent-Terneuzen op de kaart als een Europees topcluster van biogebaseerde bedrijvigheid met een wereldwijde uitstraling en aantrekkingskracht. Van groot belang voor het initiatief is dat men wil toewerken naar biogebaseerde productie van de “tweede en derde generatie”. Dit houdt in dat wordt overgeschakeld naar organische restproducten (zoals resthout en geplukte maïskolven), zodat geen voedsel hoeft te worden gebruikt en de wereldwijde voedselprijzenstijging een halt wordt toegeroepen. Concreet gaat het allereerst om de bouw van een polyvalente pilootinstallatie bij Gent. Hierin kunnen bedrijven en kennisinstellingen biogebaseerde processen testen tot op semi-industriële schaal. Daarnaast wordt er gewerkt aan een opleidingsfaciliteit in Terneuzen. Procesoperators en onderhoudstechnici

In the wake of administrative rapprochement and the contacts between companies, the academic world also made the connection. In Terneuzen (Biopark) as well as in Ghent (Ghent Bio Energy Valley) clusters were made concerning bio based economy, not entirely coincidentally situated near both harbours. On the initiative of Ghent University, the harbour managements, local and regional authorities ánd both clusters, Bio Base Europe came into existence as a fusion of both former clusters, crossing the border. The above noted budgets of several projects show that the canal zone-cooperation was actually getting into its stride now.

Bio Base Europe puts the cross-border bio cluster around the canal zone Ghent-Terneuzen on the map, as a European top cluster of bio based activity with a worldwide charisma and appeal. It is focussing on bio based production of the ‘second and third generation’. This entails a transition to organic residue (for example residue material of wood and corncobs), and subsequently there is no need to use any food and the worldwide increase in prices of food will be helped to stop. Primarily, it concerns the development of a polyvalent pilot installation near Ghent. Here, companies and knowledge centres are able to test bio based processes unto semi-industrial scale. Additionally, an educative facility will be situated in Terneuzen. Process operators and maintenance technicians will be trained here in order to work in bio based companies and related businesses in the processing industry. And finally, there are network and communication activities, including education for pupils 20

Nord-Sud (travaux d’infrastructures sur le Tractaatweg, raccordement du tunnel près de Sluiskil au tunnel sous l’Escaut occidental).

Dans le sillage du rapprochement entre les administrations et des contacts entre les entreprises, le monde académique a, lui aussi, connu une tendance au rapprochement. Tant à Terneuzen (Biopark) qu’à Gand (Ghent Bio Energy Valley) sont nés des clusters axés sur la bio-économie et ce, à proximité des deux ports, ce qui n’est pas tout à fait un hasard. À l’initiative de l’université de Gand, des administrations portuaires, des autorités locales et régionales, et des deux clusters est né Bio Base Europe. Comme le montrent les budgets affectés aux divers projets (voir ci-dessus), la collaboration dans la zone du canal a fini par prendre une tournure sérieuse.

Grâce à Bio Base Europe, le bio-cluster transfrontalier né aux abords de la zone du canal GandTerneuzen se profile comme un cluster européen de premier plan en matière de bio-activités, ayant un rayonnement et un pouvoir d’attraction de rang mondial. Il est capital pour cette initiative que les acteurs ciblent une production basée sur le « bio de deuxième et troisième génération ». Cela implique le passage à des résidus organiques (comme des déchets de bois et des épis de maïs débarrassés de leurs grains), de sorte qu’il n’est pas nécessaire d’utiliser de la nourriture et qu’il est mis un terme à la hausse mondiale du prix des denrées alimentaires. Concrètement, il s’agit en premier lieu de construire près de Gand une installation pilote polyvalente, où les entreprises et organismes de connaissances pourront tester des bio-processus, jusqu’à une échelle semi-industrielle. Un centre de formation est également en passe de voir le jour à Terneuzen.

worden hierin opgeleid voor het werken in biogebaseerde bedrijven en overige bedrijven in de procesindustrie. Tot slot zijn er netwerk- en communicatie-activiteiten, inclusief educatie voor scholieren en studenten. Bio Base Europe geldt als het grootste project ooit gefinancierd sinds de start van de Vlaams-Nederlandse Interreg-programma’s (€ 21,8 miljoen). Naar verwachting worden er direct 39 voltijdse vaste arbeidsplaatsen mee gecreeërd. Bio Base Europe is in december 2008 van start gegaan. Op initiatief van de Scheldemondraad wordt nagedacht over flankerende acties om biogebaseerde productie verder te ontwikkelen tot een topsector binnen de kanaalzone.

Het project WESP tenslotte staat los van de initiatieven tot integratie van de Kanaalzone GentTerneuzen, maar is in het kader van samenwerking rond havens wel vermeldenswaardig.

WESP, oftewel Westerschelde Planner, waarborgt een vlotte en veilige vaart door de Westerschelde door de verkeersstroom te sturen met behulp van vooraf bepaalde en opgelegde vaarplannen.

Door het gebruik van een informatieondersteunend computerprogramma kunnen de verkeersleidingsdiensten in het gehele grensoverschrijdende estuarium de verkeersstroom beter aansturen zodat de scheepvaart met een minimale wachttijd kan varen. Zo werden ook de veiligheidsmarges in functie van beschikbare waterdieptes en potentieel aanvaringsgevaar gewaarborgd. Hierdoor wordt nu de beschikbare infrastructuur (vaarweg, kaden, sluiscapaciteit) beter benut, wat heeft geleid tot een verhoging van de efficiëntie en een verlaging van de kosten en belasting van het milieu.

Door WESP is de veiligheid toegenomen, terwijl ook gedacht is aan economische en milieubelangen. and students. Bio Base Europe is the largest project ever financed since the start of the FlemishDutch Interreg-programmes (€ 21,8 million). Expectations are, that 39 fulltime permanent jobs will be created directly. Bio Base Europe started off in December 2008. On initiative of the Scheldemond council, flanking actions are already discussed to further develop bio based production into a top sector within the canal zone.

Finally, the separate project WESP has no connections with the initiatives to integrate the Canal zone Ghent-Terneuzen but is, within the framework of cooperation concerning harbours, worth mentioning. WESP, abbreviation of Westerscheldt Planner, guarantees a quick and safe journey on the Westerscheldt by directing traffic by means of pre-designated and obligatory schedules.

By using an information-supportive computer programme, traffic departments will be able to control traffic in the entire cross-border estuary in a better way, so shipping traffic can transfer according a minimized waiting period. Also, safety factors in function of available water depths and potential collision situations are guaranteed. Consequently, usage of the available infrastructure (water ways, quays, lock capacity) will be ameliorated, resulting in an enhanced efficiency, lower costs and minimized environmental damage. WESP stands for safety improvement ánd considers economic and environmental interests at the same time.

21

Des opérateurs de processus et des techniciens d’entretien y seront formés dans le but de pouvoir travailler dans des bio-entreprises et d’autres entreprises de transformation. Enfin sont prévues des activités en réseaux et de communication, en ce compris la formation d’écoliers et d’étudiants.

Bio Base Europe est le plus grand projet jamais financé depuis le début des programmes Interreg Flandre-Pays-Bas (21,8 millions d’euros). On prévoit la création immédiate de 39 postes de travail à temps plein. Bio Base Europe a vu le jour en décembre 2008. A l’initiative du Conseil des Bouches de l’Escaut sont déjà envisagées des actions complémentaires dont le but sera de développer davantage la bio-production pour en faire un secteur de premier plan dans la zone du canal.

Enfin, si le projet WESP est indépendant des initiatives destinées à promouvoir l’intégration de la zone du canal de Gand-Terneuzen, il mérite néanmoins d’être mentionné dans le cadre de la collaboration portuaire. Le WESP (Planner Escaut occidental) garantit une navigation fluide et sûre sur l’Escaut occidental, en régulant la navigation grâce à des itinéraires préétablis et imposés. L’utilisation d’un logiciel informatique soutenant l’échange d’informations permet aux services responsables du trafic fluvial de mieux diriger le trafic dans tout l’estuaire transfrontalier et de garantir ainsi des temps d’attente réduits aux bateaux. Les marges de sécurité sont également garanties en fonction des profondeurs disponibles et du danger de collision potentiel. Les infrastructures disponibles (voie navigable, quais, capacité des écluses) sont mieux exploitées. En conséquence, l’efficacité est accrue, tandis que les coûts et l’impact sur l’environnement sont réduits. Le projet WESP est bénéfique tant pour la sécurité, que pour les intérêts économiques et environnementaux.

22

Maritiem Erfgoed Net als de kreken en Staats-Spaanse Linies werd Maritiem Erfgoed door de jaren heen een ‘rode draad’ binnen de projecten in Euregio Scheldemond. De volgende projecten werden ondernomen: • Scheldemond Maritiem • Maritiem Erfgoed I, II en III • Uitgevaren voor de Kamer Zeeland

1.434.000 EUR 4.224.816 EUR 249.240 EUR

Het eerste project, Scheldemond Maritiem, wilde bijdragen tot het ontwikkelen en uitbreiden van het maritieme cultuurtoerisme op basis van het cultuurhistorisch en archeologisch erfgoed in de provincies West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Zeeland. Allereerst werd daarvoor uitvoerig beschreven op welke vlakken de maritieme geschiedenis van de drie provincies met elkaar verweven is. Het bleek dat we in het verleden veel meer met elkaar te maken hadden, juist op vlak van de zeevaart, dan de meeste mensen dachten.

Het project leverde een bijdrage aan de verdere ontwikkeling van vijf sites: de jachthoogaars Alcyon, het Maritiem Museum Vlissingen, de archeologische site in Kruibeke, het lichtschip de Westhinder

Maritime Heritage Throughout the years, maritime heritage became a ‘red line’ within the Euregio Scheldemond, just like the creeks and the Dutch-Spanish Lines. The following projects were started: • Scheldt Estuary Maritime • Maritime Heritage I, II and III • Sailed out for the Chamber Zeeland

1.434.000 EUR 4.224.816 EUR 249.240 EUR

The first project, ‘Scheldt Estuary Maritime’, wanted to contribute to the development and extension of maritime cultural tourism, based on cultural historic and archaeological heritage in the provinces West-Flanders, East-Flanders and Zeeland. First, a comprehensive description was made to point out in which fields the maritime history of the three provinces is interwoven. Actually, in the past we interrelated far more, especially in the field of shipping, than most people expected.

The project contributed to the further development of five sites: the ‘jachthoogaars’ (an old sort of ship) Alcyon, the Maritime Museum in Flushing, the archaeological site in Kruibeke, the lightship ‘Westhinder’ in Ghent and the ‘Mercator’ ship in Ostend. On the ‘Westhinder’ the wooden deck was 23

Patrimoine maritime Tout comme les étangs et les ‘Lignes fortifiées néerlandaises et espagnoles’, le patrimoine maritime est devenu au fil des ans un fil conducteur dans le cadre des projets de l’Eurorégion Bouches de l’Escaut. Les projets suivants ont été entrepris: • Bouches de l’Escaut Maritimes • Patrimoine maritime I, II et III • Appareiller pour la Chambre Zélande

1.434.000 EUR 4.224.816 EUR 249.240 EUR

Le premier projet ‘Bouches de l’Escaut Maritimes’ entendait contribuer au développement et à l’extension du tourisme culturel maritime sur la base du patrimoine historico-culturel et archéologique des provinces de Flandre occidentale, Flandre orientale et Zélande. Dans un premier temps, la manière dont les histoires maritimes respectives des trois provinces sont liées entre elles a fait l’objet d’une description détaillée. Il s’est avéré que dans le passé nous partagions bien plus que ne le pensaient la plupart des gens, et ce précisément dans le domaine de la navigation maritime.

Le projet a contribué à la poursuite du développement de cinq sites: le ‘jachthoogaars’ Alcyon (un voilier historique), le musée maritime de Vlissingen, le site archéologique de Kruibeke, le bateau-

in Gent en de Mercator in Oostende. Op de Westhinder werd het houten dek volledig gerestaureerd en is het schip omgebouwd als expositieruimte. De Mercator kreeg vier nieuwe reddingsboten terwijl in de gemeente Kruibeke vooral gerenoveerd werd. Bij het Maritiem Museum Vlissingen en de jachthoogaars Alycon is het interieur bijgewerkt.

Scheldemond Maritiem vormde de opmaat voor drie projecten binnen Interreg III waarbinnen het Maritiem Erfgoed verder werd gevaloriseerd. Ook het project Uitgevaren voor de Kamer Zeeland gaat in op de gezamenlijke zeevaartgeschiedenis van Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen en Zeeland.

Door het maritiem erfgoed, zoals oude boten en scheepswerven, toeristisch toegankelijk te maken voor de moderne recreant, kon de lokale economie in steden als Blankenberge, Dendermonde, Kruibeke, Veere, Vlissingen, Gent, Knokke-Heist en Oostende profiteren. Een nevendoelstelling was het bevorderen van werkgelegenheid. Het opknappen en toeristisch ontsluiten van het erfgoed kon immers gebeuren door werklozen die zo een stuk werkervaring kregen dat hen verder kon helpen richting een vaste baan. De rijke maritieme geschiedenis van de Euregio Scheldemond is door deze projecten ook digitaal te ontdekken. De website geeft een mooi overzicht van de historische vaartuigen en maritieme sites die met steun van Interreg zijn gerestaureerd. Er is ook intensief promotie gevoerd in nautische magazines en op maritieme evenementen.

completely restored and the ship was converted into an exposition facility. The Mercator received four new lifeboats and in the municipality Kruibeke mainly renovation work was executed. The interior of the Maritime Museum Flushing and the jachthoogaars Alycon was adjusted.

Scheldemond Maritime formed the prelude to three projects within Interreg III in which the Maritime Heritage was further valorised. Additionally, the project ‘Sailed out for the Chamber Zeeland’ deals with the joint shipping history of East-Flanders, West-Flanders and Zealand.

By making the maritime heritage, for example old ships and shipyards, accessible for modern vacationers, the local economy in cities like Blankenberge, Dendermonde, Kruibeke, Veere, Flushing, Ghent, Knokke-Heist and Ostend was able to profit. An additional objective was to stimulate the employment. Renovation work and opening up of the heritage for tourists could be executed by unemployed people who were now able to achieve work experience, in order to obtain a permanent job eventually. The rich maritime history of the Euregio Scheldemond is also digitally traceable through these projects. The website shows a nice overview of the historic ships and maritime sites which were restored through Interreg support. Additionally, there were intensive promotional activities and publications in nautical magazines and at maritime events.

24

phare Westhinder à Gand et le Mercator à Ostende. Le pont en bois du Westhinder a été entièrement restauré et le bateau transformé en espace d’exposition. Le Mercator a été doté de quatre nouvelles chaloupes de sauvetage, tandis que dans la commune de Kruibeke, on a surtout procédé à des travaux de rénovation. Enfin, l’intérieur du musée maritime de Vlissingen et celui du ‘jachthoogaars’ Alycon ont été parachevés.

‘Bouches de l’Escaut Maritimes’ a jeté les bases de trois projets sous Interreg III qui ont permis de valoriser davantage le patrimoine maritime. Le projet ‘Appareiller pour la Chambre Zélande’ porte aussi sur l’histoire maritime commune des provinces de Flandre orientale, Flandre occidentale et Zélande.

Le fait de permettre aux touristes d’aujourd’hui d’avoir accès au patrimoine maritime, comme les anciens bateaux et les chantiers navals, a profité à l’économie locale de villes telles que Blankenberge, Termonde, Kruibeke, Veere, Vlissingen, Gand, Knokke-Heist et Ostende. Favoriser la création d’emplois constituait un objectif secondaire. En effet, l’embellissement et l’ouverture au public du patrimoine ont été rendus possibles grâce au travail de chômeurs qui, forts de cette expérience de travail, ont été mieux armés pour chercher un emploi stable. Grâce à ces projets l’histoire maritime riche de l’Eurorégion des Bouches de l’Escaut peut également être découverte par la voie électronique. Le site web donne un bel aperçu des embarcations anciennes et des sites maritimes restaurés avec le soutien d’Interreg. Une promotion intensive a également été menée dans divers magazines nautiques et lors d’événements à caractère maritime.

25

26

Overige projecten Vanzelfsprekend werden ook veel andere belangrijke projecten gerealiseerd in de diverse Interregprogramma’s. Zo werden bijvoorbeeld in ‘Grensoverschrijdend Openbaar Vervoer’ (Interreg I) busverbindingen over de grens gerealiseerd, die tot op heden operationeel zijn (bv. BruggeBreskens). In ‘TMVW-Deltan’ (Interreg II) werd grensoverschrijdende riolering aangelegd. Projecten als ‘Stimulering Innovatie’, ‘Euregionaal Zakendoen’ en ‘Grenswijzer’ (Interreg III) stimuleerden vernieuwende grensoverschrijdende bedrijfsrelaties. Onder de diverse opleidingsprojecten zijn vooral ‘RITON’ (vraaggestuurd afstandleren), ‘Master of science Watermanagement’ (volledig nieuwe gezamenlijke masteropleiding), ‘KAT’ en ‘Innotech’ (technische opleidingen gericht op innovatie) vermeldenswaardig. Met uitwisselingsprojecten als ‘Over de Grens, van Mens tot Mens’ en ‘Scholen aan de Schelde’ werden honderdduizenden inwoners betrokken in het grensoverschrijdend contact.

Het valt buiten het kader van deze samenvatting om verder op deze diverse projecten in te gaan.

Op de website www.euregioscheldemond.be is alle informatie over de vele verschillende Interregprojecten uitgebreid ontsloten.

Other projects Obviously, also many other important projects were realized in the Interreg-programmes.

For example, in ‘Cross-border Public Transport’, cross-border bus connections were realized which are now still operational (Bruges-Breskens for example). In ‘TMVW-Deltan’ (Interreg II) a crossborder sewer system was constructed. Projects like ‘Stimulating Innovation’, ‘Euregional Businesses’ and ‘Grenswijzer’ (all in Interreg II and III) stimulated renewing cross-border business connections.

Worth stating are, among several educative projects, ‘RITON’ (e-learning), ‘Master of science Water management’ (completely new joint master education), ‘KAT’ and ‘Innotech’ (technical educations focussed on innovation). Through exchange projects like ‘People to People’ and ‘Schools at the Scheldt’ hundreds of thousands of people were involved in the cross-border contact.

Elaboration about these projects is not part of the framework of this summary. On the website www.euregioscheldemond.be, all information on the various Interreg-projects is extensively available.

27

Autres projets Il va sans dire que de nombreux autres projets importants ont été réalisés dans le cadre des divers programmes Interreg. C’est ainsi que grâce à ‘Transports en commun transfrontaliers’ (Interreg I), par exemple, des liaisons de bus reliant les deux pays ont été créées et sont encore opérationnelles à ce jour (ex. Bruges-Breskens). Dans le cadre de ‘TMVW-Deltan’ (Interreg II), un réseau d’égouts transfrontalier a été aménagé. Des projets tels que ‘Stimulation Innovation’, ‘Entrepreneuriat eurorégional’ et ‘Guide-frontière’ sous Interreg III ont stimulé le développement de relations transfrontalières novatrices dans le domaine des affaires. Parmi les divers projets de formation, citons surtout ‘RITON’ (e-learning), ‘Master of science Watermanagement’, ‘KAT’ et ‘Innotech’ (formations techniques axées sur l’innovation). Avec des projets d’échange tels que ‘D’une personne à l’autre, par-delà la frontière’ et ‘Des écoles au bord de l’Escaut’, des centaines de milliers d’habitants ont été impliqués dans les contacts transfrontaliers.

Il n’entre pas dans le but de la présente synthèse d’aborder ces divers projets plus en détail. Toutes les informations concernant les nombreux et différents projets Interreg peut être consultées sur le site web www.euregioscheldemond.be.

28