
3 minute read
Thuiszorgcolumn
from PanEssay Maart 2020
by PanEssay
Dementie in de zorg
We kennen vele soorten dementie: van Lewy-body tot Alzheimer. Al die verschillende soorten dementie uiten zich weer anders in de praktijk en hebben een andere omgangswijze nodig. Ook tussen twee gevallen van Alzheimer zitten soms immens grote verschillen. In de thuiszorg is dementie dagelijkse kost, en het is daarom noodzakelijk dat je weet hoe je hiermee om moet gaan.
Advertisement
Dementie is een ingewikkeld onderwerp, het roept dan ook lastige dilemma’s op. Hoe kan je een cliënt met waanvoorstellingen en hallucinaties vertrouwen? Hoe ga je om met het herhalen van steeds dezelfde gesprekken terwijl je weet dat de cliënt het binnen vijf minuten toch alweer vergeten is? En wat doe je als je ziet dat de cliënt die je verzorgt duidelijk niet meer in staat is op zichzelf te wonen?
Zoals eerder al gezegd hebben wij meerdere cliënten met beginnende of (ver)gevorderde dementie in onze routes staan.
Mijn collega begon al te lachen toen ik de eerste keer naar zo’n cliënt toe moest en ik vroeg of er nog speciale dingen waren waar ik op moest letten. Er werd me verteld dat ik maar moest vertellen dat ik voor arts studeerde. Rare opdracht eigenlijk, maar ik dacht er niet te veel bij na en fietste naar een losstaand, afgelegen huis aan de rand van de stad. Daar werd ik verwelkomd door een 81-jarige mevrouw. Ze keek me verbaasd aan en vroeg sinds wanneer de thuiszorg ook ’s ochtends komt. Dat was eigenlijk al een weggever aangezien we al meer dan twee jaar bij haar de zorg verlenen. Op het eerste oog was er voor mij echter niets aan de hand, mevrouw had mij immers nog nooit gezien: logische reactie dus, dacht ik.
Ze vertelde over een ongeluk dat ze had gehad tijdens het wandelen waardoor ze permanente hersenschade had opgelopen, en sindsdien thuiszorg kreeg. Ik volgde mijn gegeven opdracht en zei dat ik geneeskunde studeerde in de stad. Dat wekte blijkbaar iets in mevrouw op want wat volgde was de openbaring van mevrouw haar gehele historie. Hoe haar zoon geneeskunde had gestudeerd maar was gestopt, hoe ze vroeger als advocaat had gewerkt en loonsverhoging had gekregen, en hoe ze in sieraden gehandeld had en hiervoor een belangrijke toets had gedaan. Ondertussen zou ik de medicatie pakken, toen ik erachter kwam dat de medicatie in een vergrendelde kluis zat en dat, na lang zoeken, de code in mevrouw haar dossier stond. En toen ze vervolgens opnieuw vroeg wat ik kwam doen, werd het me langzaam duidelijk dat mevrouw een geheugenprobleem had.
De week erna kwam ik nog eens langs, en los van dezelfde verhalen over haar zoon die geneeskunde had gestudeerd en haar oude baan als advocaat, leek ze me, verrassend genoeg, nog wel te herkennen. Dit verbaasde me aangezien ze zoveel moeite heeft met het herinneren van de kleinste dingen, maar het lijkt soms alsof er in dementie een soort selectief onthouden/vergeten is.
Maar zoals ik al zei, de ene dementie is de andere niet. We hadden ook een 74-jarige cliënt met Parkinson en zoals je misschien wel weet, krijgen de helft van de Parkinsonpatiënten te maken met dementie. Deze client had last van stemmingswisselingen, waanvoorstellingen en hallucinaties. Het ene moment kon mevrouw blij zijn om een vlinder die ze buiten zag fladderen, en het andere moment lag ze stil voor zich uit te staren, ogenschijnlijk gefixeerd op een niet-bestaand voorwerp of persoon. Mevrouw reageerde al niet meer op vragen, en ze kon soms uit het niets namen van familieleden noemen, wat haar aanwezige zoon dan weer in tranen bracht. Ik kan me nog goed herinneren dat ik iedere keer met een brok in mijn keel het huis verliet.
Zo is er dus een groot verschil tussen twee soorten dementie, sommige mensen vergeten alles en zijn bijna niet meer herkenbaar als hun oude zelf, terwijl bij anderen alleen het kortetermijngeheugen naar de knoppen is. De eerste cliënt in deze column spreek ik nog regelmatig. Ondanks de sporadische klacht van een deurbel die gehoord wordt ’s ochtends vroeg, of een verloren tandenborstel, gaat alles nog prima. Iedere keer stelt ze me dezelfde vraag: ‘Jij was toch degene die voor arts studeert?’ ‘Hoe weet u dat?’ ‘Zo’n gevoel heb ik gewoon…’