2 minute read

UIT DEN OUDEN DOOSCH

‘A fine spurt is the way to the gratification of success. It is also a thrilling and very graceful thing in itself.’ Roy Meldrum, 1934. In ‘Coach & Eight‘, p 160

Tekst: Paul van Ruiten

Advertisement

Het zweet brak me uit. Dit was zo’n moment. De zon begon al te zakken boven de Thames en het rumoer uit het afgezette terrein rond de finish werd al luider. Zondag 3 juli 1996. We zouden de laatste race van de dag varen, de afsluitende finale van een toernooi dat op woensdag was begonnen. De vlothonden maande ons aan om de boot in het water te leggen. Iedereen keek naar mij. Wat geef je de roeiers mee op de belangrijkste finale van hun leven? Hoe motiveer je ze nog één keer om alles te geven? Hoe kom ik ook maar in de buurt van de coach van de Oude Vier uit 1961 die de historische woorden sprak ‘jullie moeten roeien als lepe ouwe wijven’.

John Lake had eerder in de week General Rose al gememoreerd. De generaal die zijn speech voor de troepen gewoon voortzette tijdens een bombardement in de Balkanoorlog. Over taakvastheid gesproken. Wat moest ik nog zeggen? Siebe keek op z’n horloge.

‘Argo, to the boats.´

Toen nam Christiaan Bolck het woord. De tweede slag. ‘Het is simpel. Tot Fawley moeten we contact houden. We liggen op de Buckinghamshire-zijde. Bucks. Direct na de start, voor het eiland, is de stroming in ons nadeel. Na Fawley in ons voordeel. Als we bij de laatste500 nog puntje-roertje liggen, dan kunnen we het! Alleen maar gaan.’

Een simpel plan. En de roeiers hadden het zelf bedacht. Coachen is weten wanneer je je mond moet houden.

Siebe, John en ik zaten naast Daniel Topolski in de volgboot. Dé Daniel Topolski. De legendarische coach die met de ‘Dark Blues’ van Oxford The Boat Race won, door vlak voor de start te beslissen om weer met hout te roeien, in het carbon-tijdperk. Siebe en ik hadden zijn boek True Blue verslonden. Hij was de coach van onze mede-finalisten. ISIS1 racete met het slagenpaar van de Oxford acht en de slagen van de tweede acht. Tegen de voorplecht van de volgboot stond, met z’n lichtblauwe Cambridge petje, de bijna mythische president van de Henley Royal Regatta, Mike Sweeney. Hij was de umpire2 van onze race.

De race was alsof Bolck de film al gezien had. Bij Fawley lagen we puntje-roertje. Titus voerde het tempo op. 35, 36, 37, 38. Het publiek juichte voor ISIS. Toen we voorbij Remenham Club voeren verstomde het publiek. Titus kwam gelijk te liggen met de boeg van ISIS. Bij het ‘1-mile signal’ was het verschil nog een halve lengte. 39. 40! Topolski leek onbewogen, maar begon groen te kleuren. Bij de Stewards’ enclosure kwamen we langszij. Nog 20 halen.

Henley Royal Regatta 1996

Over de finish was het verdict van Sweeney feitelijk en droog: ‘Argo wins with half a length’. ‘Yesss!’, liet ik mij ontglippen, wat me op een doordringende blik van Sweeney kwam te staan. We waren zojuist getuige geweest van een top drie event in de Argogeschiedenis.

Wij waren omgeven door legendes. Maar we keken naar goden.

Wilt u deze race terugkijken? https://youtu.be/u8RPI3N_Kvg

1. ISIS is de benaming voor een bepaald team van Oxford University Boat Club. 2. ‘Umpire’ is de Engelse term voor de kamprechter die op de volgboot staat.

This article is from: