
10 minute read
Frontvrouw in Moskou
Het zijn juist de vrouwen die nu opstaan in Rusland, ziet NOScorrespondent Iris de Graaf (1991). De afgelopen tijd maakte ze indruk met zinderende reportages en haarscherpe analyses uit het land van de onderdrukker. Terwijl Poetin de dreiging verder opvoert, houdt zij het hoofd koel. Een gesprek over apathie en emancipatie, haar Russische oma en ontspannen in tijden van conflict. ‘Mijn ultieme self-caremoment is in bad met een boek en sushi.’
DOOR NOÉMI PRENT
Na een korte pauze in Nederland ben je terug op je post. Het einde van de oorlog lijkt voor-lopig nog niet in zicht.
“Poetin is het volk aan het voorbereiden op een lange strijd met zware offers. Het gaat volgens Rusland ook niet meer om Oekraïne, maar om ‘een totale strijd tegen de Navo, tegen het Westen, tegen de wereld’. Het Russische verhaal verandert steeds, om te legitimeren wat er gebeurt. Mensen worden hier opgezweept. Het hele land staat in dienst van die zogenaamde speciale operatie – we mogen hier niet spreken van oorlog. Er vallen nog geen bommen op Moskou, maar inmiddels wel op grensregio’s. Het doet pijn om te zien wat hier gebeurt.
“Tot aan de mobilisatie in september leefden de Russen echt in cognitieve dissonantie. Ze sloten hun ogen voor wat er gebeurde. Mensen gingen naar het park, aten ijsjes, deden leuke dingen. Dat voelde zó misplaatst. En activisten en journalisten waren bezig met alle shitzooi. Pardon my French. Toen de mobilisatie begon, en Rusland hun eigen mannen, zonen en echtgenoten naar het front zag gaan, werd het meer openlijk besproken. Dat gaf gek genoeg opluchting bij mij, dat ook Russen niet meer konden negeren wat er gebeurt in Oekraïne. Het was niet langer taboe.”
Onlangs maakte je een prachtig item over de lesbische Polina en de positie van lhbtiq-mensen in Rusland. Hoe serieus moeten we Poetins aangescherpte anti-lhbtiq-wet nemen?
“Het blijft lastig met dit soort wetten en hoe ze in de praktijk geïmplementeerd worden. Vaak is het vooral een stok achter de deur, zodat autoriteiten de wet bijvoorbeeld kunnen inzetten als ze een voorbeeld willen stellen. Het is dus niet zo dat iedereen die gebruik maakt van een regenboog-emoji direct gearresteerd wordt.
“De aangescherpte wet past heel erg in de lijn van Poetin. Hij wil zichzelf neerzetten als traditionele leider. Conservatieve, orthodoxe waarden, de patriarchale samenleving. Voor hem staan alle westerse waarden –vrijheid, gelijke mensenrechten, ook voor lhbtiq mensen – symbool voor het Westen: de vijand. Door zo’n wet worden lhbtiq’ers letterlijk neergezet als een vijand van Rusland. Dat zorgt voor intolerantie. Mensen op straat vragen aan mij: klopt het dat in Europa’s baby’s worden gekidnapt van families en vervolgens bij homostellen moeten opgroeien en transgender worden? Mensen in Rusland leven in een parallelle werkelijkheid, gevoed door angst en vijandbeelden. Dat heeft consequenties voor minderheden, voor mensen die niet voldoen aan het conservatieve plaatje. Ook voor vrouwen zie je dat.”
Vertel.
“Sinds een paar jaar is huiselijk geweld in Rusland niet langer verboden. Je mag je vrouw dus mishandelen, zelfs verkrachten. Ook als daarbij botten worden gebroken, is het geen misdrijf. Allemaal vanuit het idee dat het gezin intact moet blijven. Vrouwen hebben binnenshuis geen bescherming meer. Iedere veertig minuten overlijdt er een vrouw aan huiselijk geweld. Als westerse vrouw vind ik het zelf ook moeilijk om in een samenleving te wonen waar je als vrouw geacht wordt een perfecte conservatieve moeder te zijn. Iedereen vraagt ook aan mij: Je bent 31, waarom heb je nog geen kinderen?
“Tegelijkertijd zie je dat het juist de vrouwen zijn die nu opstaan. Dat vind ik bijzonder. Als je kijkt naar de antioorlog-protestbewegingen, een van de grootste bewegingen, wordt gerund door feministen, de Feminist Anti-War Resistance. En ik zie ook dat vrouwen vaak degenen zijn die dapper genoeg zijn om interviews te geven aan mij.”
Is geweld in Rusland trouwens toegenomen doordat huiselijk geweld niet langer verboden is? Of kunnen we dat niet meten omdat vrouwen hierdoor minder melding maken van geweld?
“Ja, dat. Het is moeilijk te meten. Vrouwen doen geen aangifte omdat het geen zin heeft. De afgelopen jaren zagen we al dat huiselijk geweld toegenomen is. Ook nam het aantal vrouwen dat in het ziekenhuis belandde met botbreuken en schedelfracturen toe sinds de nieuwe wet. Dat geeft mannen de vrijheid om te doen wat ze willen. Maar dat het toeneemt is zeker, we hoeven eigenlijk geen onderzoek te doen om dat te constateren. De ‘speciale militaire operatie’ heeft grote impact op de geestelijke gezondheid van de samenleving. Die frustraties worden vaak botgevierd op de vrouwen.”
Zijn vrouwen in een stad als Moskou meer vrijgevochten dan bijvoorbeeld op het Russische platteland?
“Ja en nee. In de regio’s zie je inderdaad wel een traditioneler Rusland. Maar wat je ook ziet, als je verder weg gaat richting Siberië, bijvoorbeeld in Jakoetië, dat juist daar vrouwen massaal de straat op gingen toen de mobilisatie begon. In Dagestan gingen vrouwen met de politie op de vuist; ze wilden een einde aan de oorlog. Ook in Boerjatië, daar dansten vrouwen met zijn allen om de politie heen om ze te intimideren.
“In Moskou en Sint-Petersburg zie je veel vrouwen die geld en status belangrijk vinden. Ze zijn bezig met hoe ze eruitzien: manicures, hoge hakken, botoxbehandelingen, gebeitelde neuzen. Altijd maar bezig met het perfecte plaatje van de vrouw nastreven. In de verre regio’s is het anders, daar worden vrouwen keihard geraakt door wat er gebeurt. Ze hebben misschien minder te verliezen, ook qua geld en levensomstandigheden, en durven zich daardoor wel uit te spreken. Ook in de steden vinden vrouwen het erg wat er gebeurt, voelen ze schaamte en pijn, maar uiteindelijk doen ze meestal niets. Dat vind ik soms lastig, vooral als je ziet hoe in bijvoorbeeld Iran vrouwen wél massaal de straat op gaan. Tegelijkertijd is het ook makkelijk praten om maar van iedereen te eisen dat ze hun leven riskeren in dit repressieve klimaat.”
Waar komt die apathie vandaan?
“Dat is niet makkelijk in een antwoord te verklaren. Angst is er een van. Mensen zijn bang hun leven op het spel te zetten. Daarnaast is er een soort sociaal contract met Poetin: burgers houden zich niet bezig met politiek, in ruil daarvoor kregen ze een chill leven met iPhones en reizen naar het buitenland. Het verdwijnen van Starbucks of McDonalds is voor Russen niet genoeg reden de straat op te gaan – ze kopen gewoon Russische koffie of gaan naar Burger King, die hier nog wel zit. En als ze geen Chanel meer kunnen kopen, halen ze het wel in Dubai. Veel Russen nemen dit niet Poetin kwalijk, maar het Westen. Toen de mobilisatie kwam in september, was er ook niet zoveel onvrede als verwacht. De houding is: de situatie is niet ideaal, maar wat er voor ons is besloten is nu eenmaal besloten. Ze durven hun land niet te verraden en praten het echt goed voor zichzelf. Het lijkt op een soort Stockholmsyndroom.”
Objectieve verslaggeving lijkt mij best lastig in jouw situatie. Hoe scheid je jouw persoonlijke mening van je werk?
“In Nederland zien mensen het als objectieve verslaggeving. In Rusland zien ze het als anti- Russische propaganda. Je bent namelijk voor of tegen Poetin, neutraliteit bestaat hier niet meer. Toch is er ook in Nederland kritiek. Volgens de ene kant ben ik te proRussisch, simpelweg door het feit dat ik hier zit. Vanuit de andere kant krijg ik weer over me heen dat ik te anti-Russisch ben, omdat ik niet zou berichten over hoe het echt zit met de Navo die Rusland kapot wil maken of de zogenaamde biolabs in Oekraïne. Je kan het nooit goed doen, merk ik. Het liefst zou ik ook verslag doen in Oekraïne. Niet omdat ik zo’n oorlogsliefhebber ben, maar omdat ik aan beide kanten van het nieuwsverhaal wil staan. Alleen met een Russische perskaart kom je voorlopig Oekraïne niet in. Ik probeer mijn eigen rol duidelijk te hebben. Fantastische collega’s werken in Oekraïne; ik ben de enige van de NOS die nog in Rusland kan werken. En dus is het nu mijn rol om verslag te doen van wat er hier gebeurt. Zo neutraal als ik kan, met ruimte voor het Russische perspectief.”
Het afgelopen jaar maakte je niet alleen nieuws, je werd zelf nieuws. Je won de Harpers Bazaar Woman of the Year Award, werd uitgeroepen tot Taalstaatmeester en talkshows hadden je graag aan tafel.
“Het is heel dubbel om zelf onderwerp van het nieuws te zijn. Het begon ermee dat ik nieuws werd omdat de NOS besloot mij te evacueren. Miljoenen mensen hadden toen al twee weken naar het nieuws gekeken. Het verbaasde me hoeveel mensen bezig waren geweest met mij en mijn lot. Ik kreeg veel steunbetuigingen uit heel Nederland en plots wilde elke talkshow of radiostation iets van mij.
“In het begin heb ik weinig dingen toegezegd, want het gaat niet over mij. Het moet gaan over het Russisch regime, over hoe Oekraïne platgebombardeerd wordt. Na een aantal weken besloot ik: al die aanvragen bieden ook een platform om te praten over wat er in Rusland zelf gebeurt qua repressie en militaire censuur. Vanuit die gedachte zei ik vaker ja. Maar al die prijzen, dat is iets wat ik nooit had verwacht. En het voelt dubbel: je bent bezig met leed, pijn en trauma’s van mensen. En dan krijg je in Nederland opeens een prijs en sta je in mooie kleding op een cover. Het contrast van die twee werelden voelt bijna als een film, niet als mijn leven. Maar ik probeer er dankbaar voor te zijn; het is toch een erkenning van mijn werk.”
Jouw Rusland-fascinatie begon door jouw Russische oma. Wat was dat voor vrouw eigenlijk?
“Een moeilijke vrouw. Ze werd gedeporteerd uit de Sovjet-Unie ten tijde van de Tweede Wereldoorlog, toen ze achttien jaar oud was. Tewerkgesteld in Duitsland, door de vijand meegenomen. In eigen land werd ze daardoor als verrader gezien, want je laat je deporteren. In het Duitse werkkamp bloeide toen een romance op met mijn Nederlandse opa, die daar ook werkte. Hij nam haar na de oorlog mee naar Nederland.
“Ze heeft zo veel meegemaakt, maar ze wilde er nooit over vertellen. Het was ook een vrij afstandelijke vrouw, ze gaf je niet zo snel een lekkere knuffel. Op haar eigen manier liet ze haar liefde voelen, door ons bijvoorbeeld vol te stoppen met borsjtsj, Russische hapjes en snoepjes. Haar ervaringen hebben haar keihard gemaakt. Vanaf de jaren zeventig ging ze terug naar de Sovjet-Unie om familie te bezoeken, ondanks dat ze als vijand werd gezien. Ik vind het sterk en dapper dat ze dat heeft gedaan. Ze heeft ook nooit slecht gesproken over haar eigen land. Maar ik denk wel: ze zou zich drie keer omdraaien in haar graf. Ik ben blij dat ze dit niet hoeft mee te maken.”
Wat zou ze ervan hebben gevonden je nu zo te zien als correspondent?
“Toen ik Russisch ging studeren en opeens Russisch tegen haar sprak – al had ze toen al alzheimer – vond ze dat zo bijzonder. Ze kreeg tranen in haar ogen omdat haar kleindochter opeens haar taal sprak. Ik denk dat ze nu trots op me was geweest, maar ze zou ook zeggen: jezus Iris, wat doe je daar?
Wat ook bijzonder is: mijn oma moest haar land verlaten tijdens de Tweede Wereldoorlog. En ik moest datzelfde land verlaten tijdens deze oorlog, toen de NOS mij omwille van veiligheid terughaalde. De reden van vertrek verschilde, maar toch. History repeats itself.”
Tegen welke vrouwen keek of kijk jij als journalist op?
“Clarissa Ward is voor mij een journalistiek voorbeeld. Zij werkte zelf ook in Rusland als correspondent en heeft daarnaast onder de meest repressieve regimes gewerkt, zoals onder de Taliban in Afghanistan. Wat ik altijd bewonder aan haar is dat ze zegt: ‘Ik ben geen geopolitieke specialist of militair strateeg. Ik ben iemand die verhalen van mensen vertelt. Die bij hen blijft zitten in hun pijn en rouw, omdat ik hun verhaal eer aan wil doen.’ Elke keer als ik bezig ben met een moeilijk verhaal, denk ik aan die uitspraak. Maar ik vind het ook inspirerend hoe zij bijvoorbeeld haar carrière combineert met haar privéleven.
Oorlogscorrespondent met kinderen. Ze werkt nu hoogzwanger in Oekraïne.
“Maar ook in Nederland hebben we hebben veel powervrouwen in dit vak. Kysia Hekster, die nu vanuit Oekraïne verslag doet. En ook vrouwen als Nadia Moussaid, Fidan Ekiz en Eva Jinek bewonder ik; ze zien er altijd tiptop uit, maar kunnen ook een politicus keihard aan de tand voelen. Ik denk ook aan mijn collega Suse van Kleef, de eerste vrouwelijke voetbalcommentator van Nederland. Zij heeft mij vanaf het begin van mijn carrière, toen ze nog correspondent was in Londen, gesteund en tips gegeven. Dat probeer ik nu zelf ook te doen voor vrouwen in de journalistiek of meisjes die journalist willen worden. Elkaar hogerop helpen.”
Je bent een rolmodel geworden. Wat zou je jonge vrouwen die naar je opkijken willen meegeven?
“Ik krijg veel berichten van meisjes en vrouwen die ook correspondent willen worden. Veel vrouwen doen het niet omdat ze bang zijn. Bijvoorbeeld voor een langeafstandsrelatie met een partner, of omdat ze dan denken dat ze hun kinderwens daarmee uit moeten stellen. Of omdat het überhaupt onzeker, spannend en gevaarlijk is. Dat zijn ook allemaal dingen die spelen. Maar ik zeg altijd: dat is overkomelijk. Durf alles los te laten en zet de stap. Anders blijft het zo dat mannen makkelijker in dat soort functies belanden. Het is wel een ding hoor, dat zo’n baan niet is ingericht op het leven van een jonge vrouw. Ik heb daar ook mee geworsteld. Maar toch moeten wij, jonge vrouwen, het doen. Je kan wel vanuit angst dingen laten, maar dan gebeuren er ook geen mooie grootse dingen.”
Een roerig jaar staat je te wachten. Hoe vind je momenten van ontspanning in Rusland?
“Als het nieuws het toelaat, probeer ik soms een weekend de stad uit te gaan, naar het buitenhuisje van mijn producer bijvoorbeeld. En als ik even niets hoef, lig ik graag heel veel in bad, met een boek en sushi. Dat is mijn ultieme self-care-moment.”
Wil jij nog iets kwijt?
“In de meeste interviews wordt mij gevraagd hoe ik omga met kritiek of opmerkingen over mijn uiterlijk. Of: Moet je je niet extra bewijzen? Ik vind het belangrijk om het daarover te hebben. Maar tegelijkertijd denk ik, je vraagt dat ook niet aan een jonge, mannelijke correspondent. Ik snap dat ik de vraag krijg, maar tegelijkertijd weet ik niet waarom ik de me de hele tijd moet verantwoorden over mijn haarkleur of lipstick. Het moet over de inhoud gaan. Tegelijkertijd wil ik vrouwen ook meegeven dat je je niet anders of saaier voor hoeft te doen voor zo’n baan. Om autoriteit uit te stralen hoef je echt geen grijze muis te zijn. Waarom in godsnaam? Het is 2023.”
Misschien hoef je de volgende keer geen antwoord meer te geven als iemand je ernaar vraagt. (lacht) “Nee, misschien niet.” O
Column Sheila Sitalsing