12 minute read

Overheid en bedrijfsleven lanceren programma ‘WRK.frl/’

‘Duidelijk maken dat het in Friesland heerlijk wonen, werken én leven is’

In Nederland kampt het bedrijfsleven met een tekort aan mensen. In diverse sectoren van de economie voorspellen experts dat het personeelsprobleem in de nabije toekomst grote gevolgen kan hebben. Voor de zorg, voor het onderwijs, voor de bouw, maar óók voor de industrie, waar productieprocessen daadwerkelijk in gevaar kunnen komen. Ook in Friesland is dat een probleem. Mensen interesseren voor een stageplaats, of zelfs een baan is lastig en ook meer ervaren mensen aantrekken is een uitdaging van jewelste. Alle reden voor het Innovatiepact Fryslân (IPF; een samenwerking van bedrijven, overheden en kennisinstellingen, red.) om ‘WRK.frl/’ te starten. Een programma waarmee de tekorten op de Friese arbeidsmarkt teruggebracht moeten worden. Maar het gaat niet aleen om banen. Kern van het probleem: onbekend maakt onbemind. Méér mensen moeten weten dat het in Friesland heerlijk wonen, werken én leven is. WRK.frl/ wil gezamenlijk de schouders eronder zetten om dát bekender te maken. OF sprak met enkele betrokken ondernemers. ‘Wanneer we dit niet samen oplossen kunnen we beter van Friesland een openluchtmuseum maken.’

Over WRK.frl/

WRK.frl/ is het nieuwe programma van het Innovatiepact Fryslân. IPF is een samenwerking van bedrijven, overheden en kennisinstellingen. Het doel van WRK.frl/ (spreek uit: ‘wurk’) is om tekorten op de arbeidsmarkt in Friesland verkleinen, zodat werk(zoek)enden het beste tot hun recht komen en werkgevers vol passie hun missie kunnen waarmaken. Belangrijkste boodschap: in Friesland is het fantastisch werken, wonen en leven. Er is een levendig bedrijfsleven. Die bedrijven bieden gezamenlijk een schat aan carrièrekansen. Op 30 mei 2023 werd hier in aanwezigheid van Ondernemend Friesland over gesproken door een groep tafelgenoten, bestaande uit:

Wilko Jan Aardema, partner bij Aardema & Van Boetzelaer Advocaten in Heerenveen.

Aardema is oud-voorzitter van de Ondernemerskring Heerenveen (OKH) en was al vroeg betrokken bij diverse gemeentelijke en provincie brede initiatieven voor meer samenwerking.

Bert Spijksma, DGA van SMI Groep in Leeuwarden en Dokkum.

De SMI Groep bestaat uit drie divisies; SMI Manufacturing, SMI Maritime en SMI Security en in totaal negen bedrijven. Gezamenlijk bieden deze bedrijven een unieke combinatie aan diensten en producten in de maakindustrie.

René Krijnsen, Sales Director Maintenance IJssel Technologie in Heerenveen.

Een bedrijf dat geheel gespecialiseerd is in het optimaliseren van industriële productieprocessen.

Rein Brandsma, directeur/eigenaar BDM in Bolsward.

BDM staat voor Brandsma Digitaal Meten. Het bedrijf is in de basis een landmeetkundig bedrijf, maar weet intussen op tal van gebieden de wereld aan data te verzamelen in diverse sectoren. Dit met behulp van innovatieve meetapparatuur zoals total station, drones en laserscanners.

Er zijn tekorten op de arbeidsmarkt en er is geen eenduidige aanpak voor dat probleem. Wilko Jan Aardema liep er jaren geleden al tegenaan, toen in zijn rol als voorzitter van de OndernemersKring Heerenveen (OKH). Hij herinnert zich: “Rond 2012-2013 merkten we al dat er iets niet goed ging. De economie draaide slecht en ondanks de stijgende werkloosheid lukte het veel bedrijven niet om personeel te vinden. Toen we met de OKH wat dieper in dat probleem doken merkten we dat bepaalde bedrijven in deze regio elkaar zelfs aan het beconcurreren waren als het ging om het vinden van werknemers met een bepaalde opleiding. Lokaal was dit probleem niet op te lossen en arbeidsmigratie van buiten de provincie naar Friesland kwam ook niet op gang. Er was blijkbaar een imagoprobleem. Om dat te tackelen werd de samenwerking gezocht met overheden en het Friese bedrijfsleven onder de noemer ‘Wolkom Thús’. Vervolgens werd het Innovatiepact Fryslân (IPF) bereid gevonden om het project verder vorm te geven met als doel om mensen van buiten Friesland gezamenlijk enthousiast te maken voor banen bij Friese bedrijven. Daarmee was het zaadje gepland. Inmiddels beschouwen we de uitdaging breder: niet alleen mensen van buiten aantrekken, maar ook jongeren in de eigen regio vásthouden is een belangrijk doel. Dit jonge talent sneller kennis laten maken met alles wat het Friese bedrijfsleven te bieden heeft is dan belangrijk. Ook als het jonge talent Friesland verlaat dan weten ze dat er een reden is om terug te komen. Dit is nu op een geweldige manier opgepakt onder de naam WRK.frl/. Maar goed; je kunt dan niet achteroverleunen en kijken wat het IPF doet. Iedereen is hard nodig om er een succes van te maken: overheid, onderwijs én het bedrijfsleven. We moeten dit probleem collectief aanpakken. Daar ligt de oplossing.

Wij zien dit nieuwe programma WRK.frl/ dan ook vooral als een proces waarbij intensief wordt samengewerkt. Friese ondernemers hebben de neiging niet te hoog van de toren te willen blazen. Ze zetten bij wijze van spreken liever de buurman in het zonnetje dan zichzelf. Wij denken dat die eigenschap juist een kracht kan worden. Gezamenlijk naar voren treden, elkaar onderling veel gunnen, elkaar aanbevelen; die kant moeten we op. En zo laten zien dat Friesland niet alleen een baan of een woning te bieden heeft, maar eigenlijk een heel leven.”

“Je moet jezelf laten zien”, stelt Bert Spijksma. “Talentvolle kandidaten moeten weten dat je bestaat en wat je doet. Dit doen wij onder andere door jongeren in contact te brengen met onze bedrijven door stages, bedrijfsbezoeken en door te participeren in open dagen van scholen. We hebben op dit moment 24 stagiaires binnen de groep.

Daarnaast hebben wij onlangs nog een open huis gehad, waarbij we een brede doelgroep kennis konden laten maken met ons bedrijf en wat wij doen. Er kwamen ruim 600 mensen over de vloer en die waren allemaal aangenaam verrast dat er zulke bijzondere dingen in Friesland werden geproduceerd. Je ziet dan het enthousiasme groeien.”

Robots

Rein Brandsma is het daarmee eens. “We zijn in Friesland te bescheiden. Als Nederlanders hebben we in het buitenland een goed imago. We zijn klantgericht en innovatief; dat is overal bekend. Ik ben er ook trots op dat dit binnen ons eigen bedrijf ook zo is. Zo hebben wij via Titan Projects, een Friese klant van ons, een Amerikaans meetinstrument voor een Amerikaanse eindklant zodanig kunnen aanpassen dat die daadwerkelijk veel méér met die data kon. Dat lukte puur omdat we in oplossingen denken en vooral ook goed luisteren naar de wensen van de klant. Maar zo’n succes dan ook uitdragen, daar zijn we voorzichtig in. En in de Randstad schreeuwen ze dan nét wat harder, waardoor jongeren in Friesland het idee krijgen dat het gras aan de andere kant van de heuvel groener is. Door ze hier binnen de muren van onze bedrijven uit te nodigen zien ze dat we hier ook best hele stoere dingen doen. En dat in een werksfeer die misschien nét iets gemoedelijker is dan buiten deze provincie.”

Spijksma: “Helemaal mee eens. Binnen SMI Manufacturing zie je bijvoorbeeld hoe modern de metaalindustrie vandaag de dag is. Hier werken we met moderne en veelal computergestuurde productiemiddelen in een schone omgeving. Lang niet iedereen heeft dit beeld bij een metaalbedrijf, daarom dragen wij het graag uit.”

Krijnsen: “Ik sluit me hierbij aan. We werken hier vanuit IJssel Technologie al volop aan mee door ons bedrijf open te stellen voor allerlei activiteiten op dit gebied zoals: open dagen, docentenstages. Ook zijn we actief in lokale netwerken, zodat we goed weten wat er speelt.

Bij ons hebben jongeren wel eens het idee dat ze in een fabriek komen te werken en dat beeld roept vervelende gedachten op. Totdat ze doorkrijgen dat ze bij ons ook zeer bijzondere robots kunnen gaan bedienen.”

Kennismaken met beroepskansen

Het Friese bedrijfsleven zou graag méér onderwijs binnen de muren van het bedrijf verwelkomen. En er is urgentie, zo stelt ook Spijksma. “Vakmanschap is en blijft de motor van onze economie, hierin moeten we gezamenlijk blijven investeren. Wij hebben dan ook een goed contact met diverse scholen en decanen”, aldus Spijksma. “Meerdere keren per jaar komen er groepen studenten over de vloer om kennis te maken met de SMI Groep. Door heel Friesland worden tegenwoordig Techniek Tastbaar evenementen georganiseerd. Hier kunnen jonge leerlingen al vroegtijdig kennismaken met diverse beroepskansen.”

Maar agenda’s op elkaar afstemmen lijkt dan soms lastig, zo stelt Aardema vast. “Het onderwijs werkt vanuit jaarplanningen. Dat moeten ze ook wel, want er zijn uiteraard landelijke wetten en regels en een onderwijsprogramma voor honderden of duizenden mensen samenstellen vergt zeer vroegtijdige afstemming. Het is alleen jammer dat scholen daarmee niet altijd meer ruimte hebben om op een kortere termijn te schakelen en bedrijfsbezoek in te passen.”

‘Je moet het zien’

“Door die planningen in het onderwijs is het lastig om ze over de streep te halen”, zegt Rein Brandsma. “Onze oplossing is dat we ze dan op écht maat proberen te bedienen. Niet alleen bieden we scholen aan om op bezoek te komen; we regelen dan óók nog de bus. En zelf ben ik ook bereid op scholen te komen voor gastcolleges. We moeten ook wel, want het is eigenlijk al vijf óver twaalf. Als ik voor mezelf mag spreken: in het verleden was er een specifieke opleiding mbo-landmeetkunde. Die is er niet meer. Terwijl ons vak razendsnel dóór ontwikkelt.

Dat maakt dat nog maar weinig mensen echt weten hoe interessant de ontwikkelingen binnen ons vak zijn en wat je ermee kunt. Bij landmeetkunde denk je vooral aan het kadaster en de mannen met de rood-witte stokken op bouwlocaties. Maar het is veel méér. Tegenwoordig kunnen we met de meest geavanceerde apparatuur bijvoorbeeld ook de kwaliteit van gewassen meten; dat weet bijna niemand; je moet het zien, bij ons binnen het bedrijf. Maar goed; dan moet je als onderwijs ook willen schakelen om die kloof tussen onderwijs en bedrijfsleven kleiner te maken.”

Tijdgeest

Dat het probleem van jong talent aantrekken complex is door de vele facetten die ermee zijn gemoeid, schetst ook René Krijnsen. “Een uitdaging voor ons is ook de tijdgeest. We leven in een snelle en ongeduldige wereld. Wanneer je jong talent in huis hebt moet je het spannend voor deze persoon houden. En de voorwaarden moeten goed zijn, want men kan overal terecht en tegenwoordig duurt het niet lang of men denkt ‘waar blijft die leaseauto van de zaak?’ Aan de andere kant heb je als bedrijfsleven ook de verantwoordelijkheid om de ontwikkelkansen voor jong talent optimaal te maken. Ze moeten zien dat ze in Friesland van schoolbank tot pensioen mooi en uitdagend werk kunnen hebben. Die boodschap kunnen we alleen maar gezamenlijk verkondigen.”

“Dat is precies wat het WRK.frl/-programma kan doen”, stelt Aardema. “Wanneer er bij een bepaald bedrijf voor persoon X of Y even niet meer de uitdaging is die hij of zij wil, is die kans er misschien bij de buurman wél. Zo moeten we in Friesland veel meer naar elkaar doorverwijzen. We hebben als Fries bedrijfsleven niet meer alleen ons eigen bedrijf in de aanbieding, maar bieden als het ware de ‘coöperatie Friesland’ aan. Een enorme clustering van bedrijvigheid, waarbinnen je jezelf een leven lang heel goed en uitdagend kunt ontwikkelen.”

Bert: “Daar is ons beleid binnen de SMI Groep ook al op gericht. Soms merken we dat een bepaalde persoon niet meer op zijn of haar plek zit. Dan gaan we gezamenlijk kijken welke kansen we zien waar iemand weer energie van krijgt. Eerst binnen de groep en zo nodig binnen ons netwerk in Friesland. Zo zorgen we ervoor dat de opgebouwde kennis voor de sector en de regio behouden blijft.”

Trotse ondernemers

Over talent gesproken; een oplossing kan ook zijn om je niet helemaal blind te staren op de uitstroom vanuit het onderwijs, zo stelt Brandsma. “We hebben hier in Friesland de Mienskip. Dat betekent dat we zaken met elkaar oppakken en niemand uitsluiten. Daar kan ook een kans liggen voor arbeidskrachten. Zo hebben wij in het verleden een jongen begeleid met een zogenaamd rugzakje. Die heeft binnen ons bedrijf een prima vak geleerd. Vervolgens kreeg hij bij ons een vaste baan, waardoor hij een eigen huisje kon kopen. Als je dan ziet hoe dankbaar die jongen is; dat is écht fantastisch.”

De tafelgenoten genoten zijn allen trotse ondernemers en men deelt graag ervaringen. Het is in een notendop ook hoe een belangrijk deel van het programma dat nu in wording is eruit zal zien: ondernemers vertellen trots over hun bedrijf, delen hun ervaring over de krapte op de arbeidsmarkt en beamen hoe belangrijk het programma WRK.frl/ is om dat probleem gezamenlijk aan te pakken. Veel van die verhalen zijn op dit moment al op de website te lezen. Daarbij richt het programma zich overigens niet alléén op jongeren. Iedereen die geïnteresseerd is om in Friesland te wonen, werken en te leven is de doelgroep.

Fundament

“De overheid zal dit proces moeten blijven steunen”, zegt Aardema. “Wat we willen is complex, omdat het te maken heeft met tal van facetten, zoals de ontwikkeling van de wereldeconomie, de conditie van de BV Nederland, de regelgeving op het gebied van onderwijs en de grote uitdaging om het stevig gewortelde imago van Friesland als een buitengebied dat vooral voor toeristen interessant is om te buigen. Je kunt zeggen dat we idealisten zijn, maar we denken dat het ook écht kan. Als bedrijfsleven nemen we daarin ook een verantwoordelijkheid. Wij zullen iedereen blijven motiveren om gezamenlijk op te trekken, bij open dagen en andere evenementen. We zullen onze deuren openhouden voor het onderwijs en we zullen ook binnen het bedrijfsleven duidelijk maken dat er ook middelen vanuit het bedrijfsleven nodig zijn. Maar een organisatie als WRK. frl/ is nodig voor de broodnodige centrale aansturing en coördinatie. Wij zijn heel erg blij dat dit nu goed is geregeld. Natuurlijk zal het programma zich met vallen en opstaan ontwikkelen. We zitten hier in Friesland, bij de zee, met eb en vloed. We zullen stappen vooruit maken en soms weer een stapje terug moeten doen, zoals het tij ook altijd in beweging is. Maar intussen bouwen we gezamenlijk wel een terp en daarop zitten wij, het Friese bedrijfsleven, samen met overheid en onderwijs. We zitten daar droog en met een stevig fundament en zijn dan goed voorbereid op de economische ontwikkelingen die op ons afkomen.”