ontmoet de skaters

Rond de tafel zitten vier ‘decent boys’, welopgevoede kereltjes: Flor (13), Seb (12), Staf (12) en Juul (9). Ze tateren de ruimte en mijn hoofd vol over hun favoriete hobby, het skaten. In dit interview laat ik ze antwoorden met één stem, de stem van kinderen die dezelfde passie delen, elke zomerdag opnieuw.

Boys don’t cry

Een babbel met Flor, Seb, Staf en Juul, fervente skaters

Jullie hebben nog andere hobby’s naast het skaten. Seb speelt rugby, Juul basketbal, Staf en Flor zijn freerunners. Waarom skaten jullie daarnaast nog? Wat is daar zo fascinerend aan?

Skaten gebeurt altijd met vrienden. Het is ook een gewaagde sport, je moet veel tricks durven doen en daar gaat altijd een beetje stress aan vooraf. Nadien voelt het aan als een overwinning. Nooit opgeven is de boodschap. Je leert om honderden keren te herbeginnen en te blijven proberen. Soms val je en heb je bijvoorbeeld pijn aan je rug, maar dat hoort erbij.

Waar en wanneer skaten jullie?

In de zomervakantie skaten we dagelijks, in de winter ligt het een beetje stil. Er zijn eigenlijk drie soorten binnen onze sport. Flat skating is op de platte grond en daar begin je mee. Daarnaast is er ook transition skating, dat is op een ramp. Een derde soort is street skating, waarbij je gebruik maakt van de stoepen, pleinen en trappen. Dat doen we eigenlijk het liefst omdat je dan creatief moet

de fervente skaters bij het skatepark

‘Je leert om honderden keren te herbeginnen en te blijven proberen.’

zijn. Naar een skatepark gaan we het liefst als die leeg is. Dan zijn er minder posers of karens. Posers zijn stoerdoeners die niet kunnen skaten, maar daar gewoon rondhangen en de skatestijl nabootsen. Karens zijn mensen die negatief doen en skaters willen wegsturen omwille van het lawaai of de muziek. Wij ruimen altijd ons materiaal op voor we weggaan. In het Tempelhof is het soms ongemakkelijk omdat ook BMX’ers en steppers de ramp willen gebruiken.

Is skaten voor jongens of voor meisjes en wanneer begin je daarmee?

Er zijn meer jongens dan meisjes die skaten. Waarom dat zo is, weten we niet. Je begint niet voor je negen bent, want die trucjes zijn best moeilijk om aan te leren. We leren skaten van elkaar en door de videoclips op YouTube. Daar krijg je uitleg over tricks of zie je wat grote skaters kunnen.

Welk materiaal heb je nodig voor die hobby en waar koop je dat?

De skateboard koop je in het begin gewoon in de Decathlon. Nadien ga je naar een skateshop om de onderdelen zoals de wieltjes of een deck (plank) apart te kopen. In het begin draag je ook pols- en kniebeschermers en een helm.

Wordt er een bepaalde kledingstijl van jullie verwacht?

We dragen een baggy jeans. Dat zijn wijde broeken die je overal kan kopen. Daarop past een sweater en skateschoenen, bijvoorbeeld van Vans.

Jullie hebben blijkbaar een eigen taaltje dat sterk aanleunt bij het Engels. Hebben jullie daar voorbeelden van?

Onze bewegingen heten de ollie, de faky ollie, de nollie, enz. Iets kan steasy (stijlvol en gemakkelijk) of gnarly (heftig, fantastisch en gevaarlijk) zijn. Contests zijn wedstrijden die meestal doorgaan in indoor skateparken. Je hoeft daar niet voor in te schrijven of te betalen. Ze laten dit gewoon weten op Instagram. Als je wint, krijg je iets uit hun winkel en als je veel geluk hebt, word je nadien gesponsord. Van mij verdienen ze dat wel, die sponsoring. Die jongens gaan voor hun skateboard, de uitdagingen en hun vrienden. Ze dragen de kunst van het skaten als een blinkende kroon door Sint-Pieters. En komen ze op hun weg afvalligen tegen die vernielen, snaken (smoren) of gewoon hangen, dan jumpen ze daar met veel zelfvertrouwen overheen. Zonder ‘hard feelings’ of gejank. Boys don’t cry, you know! Tekst : Joke RAU