
4 minute read
zijn sociaal
Eric: Ik ben Eric, al 16 jaar actief als wijkinspecteur in Magdalena en de Langestraatwijk. Mijn wijk wordt dus afgebakend door de Langestraat, Gentpoortstraat, Kazernevest, Eekhoutstraat en Predikherenstraat.
Queeny: En ik ben Queeny, 8 jaar aan de slag als wijkinspecteur voor Sint-Anna en het Stubbekwartier. Twee wijken die een beetje uit elkaar liggen maar dat vind ik wel boeiend. Zo kan ik eens veranderen als ik nood heb aan andere lucht (lacht).
Advertisement
Peter: Ik ben dan al weer een paar jaar aan de slag als vlinder bij zowel Queeny als Eric. Ik ben geen wijkinspecteur maar agent. Het grote verschil zit hem in de bevoegdheden.
Daarenboven werk ik ook een aantal uren op de dienst EPOS (Externe Slachtofferbejegening). Pittig maar dankbaar werk.
Queeny: Onze hoofdtaak is mensen inschrijven die verhuizen, maar er komt nog heel wat bij: controle van stuurverboden, wapenvergunningen, moraliteitsonderzoeken (mensen screenen), opvolging van personen die vrij zijn onder voorwaarden …
Eric: De wijkagenten zoals de oudere bevolking ons van vroeger kent, is toch een beetje passé. We zijn nog wel nu en dan te zien in het straatbeeld, maar we hebben ook veel andere taken. Zo moeten we onze administratie bijhouden en moeten we ook eens bijspringen als er een staking is in de gevangenis bijvoorbeeld, bij een voetbalmatch of op een van de vele evenementen in Brugge. We zijn dus polyvalenter geworden.
Queeny: Dit houdt het voor mij ook wel boeiend hoor. Af en toe ‘echt’ politiewerk doen. Eens een nachtje in de uitgangsbuurt is moeilijk saai te noemen. Ik kom er ook in contact met jongeren, wat me ook interesseert.
Eric: De tijden zijn ook wat veranderd. Zo is het centrum gekend voor de vele verhuisbewegingen. Jonge koppels, nieuwkomers in België… Elke verhuis brengt voor ons heel wat administratie mee. Daardoor hebben we soms zelf het gevoel dat we te weinig connectie hebben met de bewoners zelf. Daar moeten we over waken.
Queeny: Vroeger was er inderdaad iets meer ruimte om een hele dag op de braderie te kunnen rondlopen. De ideale plaats om een praatje te maken en zaken te weten te komen. Door personeelstekort is er niet altijd zoveel tijd meer. We doen het nog maar soms in een kortere tijdspanne.
“Mensen praten minder met elkaar”
Eric: Uiteraard zijn er ook nog de traditionele burenruzies waarin wij proberen te bemiddelen. Maar vergeleken met vroeger lossen mensen de kleine dingen niet meer zelf op. Ze bellen reeds naar ons voor een overhangende tak, maar als ik dan vraag of ze zelf al eens met de buur gebabbeld hebben is het antwoord vaak “Daarvoor ben jij er toch?” Dat is geen ideale start om goed overeen te komen met je buur hé. Er is toch iets meer verzuring dan vroeger, heb ik de indruk.
Queeny: Dat merken we ook heel hard sinds de tweede coronagolf. In de eerste golf was er alleen maar goodwill. Babbelen, samenkomen op de stoep, elkaar helpen… Mooi om te zien! Maar in de tweede golf is dat toch wel weer omgeslagen en dat lijkt helaas zo te blijven. Mensen zijn nu vaker thuis door telewerk en zo zien we duidelijk een toename aan klachten. Plots is die hond van de buren toch te luid aan het blaffen (lacht).
Eric: Mensen hebben ook gewoon minder tijd dan vroeger. Ze werken veel, sporten, kinderen naar hobby’s brengen en scrollen op het internet. Al de beschikbare tijd wordt grotendeels opgeslorpt. En zo blijft het contact met je buren hooguit beperkt tot eens je hand opsteken in het passeren.
Peter: Maar er zijn toch ook goeie voorbeelden. Als je mensen vindt die zich willen inzetten voor de buurt, kan dat écht het verschil maken. Denk maar aan straatverantwoordelijken, een buurtfeest, het inrichten van een nabijgelegen ontmoetingsplek … Er zijn zeker ook inwoners die wel op zoek gaan naar verbinding en een leuk contact met de buren.
Queeny: Dat werkt in het Stubbekwartier alvast zeer goed. De straatambassadeurs daar zorgen voor een zekere verbondenheid waardoor mensen spontaner met elkaar beginnen te babbelen. Goeie communicatie is het begin van de oplossing tegen verzuring. Echt waar hé, durven en willen een klapke doen. Ik geloof er nog steeds in!
Eric: Het gekke is dat er soms eerst ferme miserie, zoals een brand of een accident, nodig is voor mensen contact met elkaar leggen. In vreugde maar ook in verdriet vinden mensen elkaar wel!
Een buurt in verandering
Queeny: Onze buurt en de binnenstad worden steeds diverser. Het aantal verschillende nationaliteiten neemt toe. Ik heb steeds vaker een andere taal nodig dan het Nederlands.
Eric: En hoewel de situatie echt veranderd en verbeterd is tegenover een 15-tal jaar geleden, is er toch nog steeds armoede hoor. Als wij een deurwaarder vergezellen, komen we toch vaak zeer schrijnende situaties tegen. En dat zie je heel vaak niet aan de buitenkant maar eens je binnen bent …
Peter: Ja, het is helaas de realiteit voor sommigen. Het komt trouwens voor in alle straten , ook waar je het niet zou verwachten.
Eric: Ook de teloorgang van kleine bakkers, beenhouwers en cafés valt toch ook echt op. Op Sint-Anna is er zo goed als niets meer. Denk maar aan de vele volkscafés die er vroeger in de Langestraat waren. Nu is het een culinaire straat geworden met veel restaurants. Wat uiteraard ook een leuke manier is om elkaar te ontmoeten. Maar het is uiteraard minder volks.

Verborgen parel in de buurt
Peter: De verborgen honesty bar van Domein Adornes. Heerlijke zetels met prachtig zicht op de tuin.
Queeny: De Sint-Annakerk is niet zo verborgen, maar blijft toch een mooie plek.
Eric: Ik vind de Kazernevest en de jachthaven aan de Coupure toch nog steeds een fijne plek, zeker rond de kerstperiode met de lichtjes. Heel gezellig!
De geveltuintjes in Brugge: je ziet ze meer en meer opduiken, ook in onze buurt. Ze fleuren de straten op, waar je soms weinig of geen groen ziet. Ze zorgen voor een leuke sfeer en brengen verkoeling op warme dagen. Planten zorgen voor meer biodiversiteit en bieden nestgelegenheid voor vogels en voedsel voor bijen en vlinders. Heerlijk toch?