NMT Public Affairs januari 2025 by NMT2021

nieuwsbrief Public Affairs

Beste leden,

Voor u ligt de nieuwste editie van de Public Affairs nieuwsbrief. Het is de eerste editie van dit jaar, met een terugblik op de laatste maand van 2024.

December was een wat rustigere maand, maar er is voldoende gebeurd waarvan we jullie op de hoogte willen brengen. Zowel in Nederland als verder in Europa staan er onderwerpen op de agenda die van grote invloed zijn op de maritieme maakindustrie en de offshore energiesector.

In deze nieuwsbrief leest u onder andere het vervolg over het PFASartikel van vorige maand, geven we toelichting op onze input in het Voorontwerp Nota Ruimte en kijken we terug op het werkbezoek van gedeputeerde Arne Weverling.

We hopen u met deze update te informeren en te inspireren. Mocht u iets missen of vragen hebben, laat het ons dan gerust weten. Samen gaan we er een mooi 2025 van maken!

Met vriendelijke groet,

Jeroen de Graaf Directeur

Nationaal niveau

In kaart brengen Maritieme Maakindustrie

Eind november 2024 is er een overleg geweest met het Rijksregiebureau en vertegenwoordigers van de provincies die te maken hebben met ruimtelijke plannen en werklocaties. In dat overleg is aangegeven dat NMT-IRO bezig is met een overzicht van de maritieme maakindustrie. Doel is om in kaart te brengen waar de maritieme maakindustrie zich bevindt en om een overzicht te krijgen van de locaties van kades, hellingen en dokken. Daarmee wordt duidelijk welke locaties beschermd moeten worden. Vanuit de provincies is hier ook grote aandacht voor. Er is afgesproken dat data gedeeld wordt om het overzicht zo compleet mogelijk te maken. Doel is om het overzicht in het eerste kwartaal van 2025 af te hebben.

Maritieme autoriteit

Nederland heeft de ambitie om koploper te zijn op het gebied van verduurzaming en innovatie in de maritieme sector. Om dit te realiseren, is de Nederlandse Maritieme Autoriteit (NLMA) opgericht. De NLMA zet zich in voor het versterken van de internationale positie van de sector en het verbeteren van weten regelgeving, innovatie en publieke dienstverlening.

Programmalijnen NLMA

Het Regieteam NLMA heeft drie programmalijnen opgesteld om de ambities te verwezenlijken:

• Wetgeving op orde: ontwikkelen van procedures voor innovatieve scheepsontwerpen en bijzondere scheepstypes, zoals de werkprocedures ‘Inzake innovatief ontwerp’ en ‘To the satisfaction of the Administration’.

Innovatie: verkennen van nucleaire scheepsvoortstuwing als duurzame oplossing en faciliteren van alternatieve brandstoffen zoals methanol en ethanol. Hierbij wordt nauw samengewerkt met betrokken ministeries en de sector om weten regelgeving te ontwikkelen en processen te versnellen.

Publieke dienstverlening: optimaliseren van processen rond scheepsregistratie en certificeringen door betere interne samenwerking en duidelijke communicatie richting de sector.

Nucleaire schepen en alternatieve brandstoffen

Bij de verkenning naar nucleaire scheepsvoortstuwing wordt gekeken naar technische, economische en maatschappelijke uitdagingen om emissieloos varen mogelijk te maken. Voor alternatieve brandstoffen zijn brainstormsessies en pilotprojecten gestart om IMO-regelgeving toe te passen en processen efficiënter in te richten.

Verbetering dienstverlening ILT

Het ILT-loket is heringericht om aanvragen sneller en transparanter te behandelen, met een focus op duidelijke communicatie en garantie op doorlooptijden. Met deze stappen hoop de NLMA bij te dragen aan een toekomstbestendige, duurzame en concurrerende maritieme sector.

Oprichting

De oprichting van de Nederlandse Maritieme Autoriteit is voortgekomen uit een behoefte die door de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR) is aangedragen. De KVNR heeft een belangrijke rol gespeeld in het signaleren van knelpunten en mogelijkheden binnen de sector, wat uiteindelijk bijdraagt aan een versterking van de gehele maritieme sector.

Voor meer informatie over dit onderwerp: bruijn@maritimetechnology.nl

Commissiedebat VTH-stelsel

NMT-IRO vraagt aandacht voor behoud van essentiële PFAS in de maritieme maakindustrie. Tijdens het Commissiedebat over het VTH-stelsel op 10 december was NMT-IRO aanwezig om de belangen van de maritieme maakindustrie te vertegenwoordigen. Naar aanleiding van dit debat heeft NMT-IRO een brief gestuurd aan de staatssecretaris van Openbaar Vervoer en Milieu, de heer C. Jansen, waarin wordt gepleit voor een uitzondering op het geplande totaalverbod op PFAS voor fluorpolymeren.

Fluorpolymeren, die door de OESO als onschadelijk worden aangemerkt, zijn van vitaal belang voor toepassingen zoals scheepsafdichtingen, waterstoftechnologie en in militaire vaartuigen. Een totaalverbod zou leiden tot veiligheids- en milieurisico’s, een ongelijk speelveld binnen Europa en een verslechtering van de concurrentiepositie van Nederlandse reparatiewerven.

NMT-IRO roept de staatssecretaris op om de maritieme maakindustrie op te nemen in de lijst van cruciale sectoren waarvoor uitzonderingen mogelijk zijn. De volledige brief met verdere details vindt u hier

Voor meer informatie over dit onderwerp: rolloos@maritimetechnology.nl

Input Voorontwerp Nota Ruimte

Medio 2025 moet de Nota Ruimte klaar zijn. Met deze nota worden keuzes gemaakt over hoe Nederland er in 2035-2050 uit zal gaan zien. Er worden harde keuzes gemaakt op rijksniveau en er wordt taakstellend richting gegeven aan provincies, gemeenten en waterschappen. NMT-IRO heeft tijdens de OFL-consultatie Nota Ruimte (Orgaan Fysieke Leefomgeving) geadviseerd om bestaande ruimte voor de maritieme maakindustrie te beschermen én extra ruimte te creëren bij het klimaatadaptief maken van de gebieden rondom de rivieren.

Voor meer informatie over dit onderwerp: peters@maritimetechnology.nl

N3 Papendrechtsebrug

Van februari 2026 tot en met februari 2027 is er groot onderhoud aan de brug. Er wordt momenteel zeer intensief gesproken met Rijkswaterstaat over het mogelijk maken van tussentijdse openingen. Inmiddels wordt in een technisch overleg meegedacht over creatieve technische oplossingen, waarbij ideeën variëren van intern slopen van het beweegbare deel van de brug waardoor de klep ‘eenvoudig’ handmatig geopend kan worden tot het uitnemen van de ruim 200 meter lange boog, het vaste deel van de brug. De gesprekken zijn constructief maar bieden nog geen zekerheid over tussentijdse openingen.

Het project krijgt ook op bestuurlijk niveau aandacht. Hierdoor is extra budget vrijgemaakt voor de realisatie van tussentijdse openingen. Ook wordt er een nieuw overleg opgezet om in de toekomst eerder met de branche na te denken over de behoeften om doorvaartmogelijkheden te behouden tijdens werkzaamheden aan bruggen en sluizen.

Voor meer informatie over dit onderwerp: peters@maritimetechnology.nl

Werkbezoek gedeputeerde Arne Weverling

“Met 43% van de maritieme werkgelegenheid in Nederland en een waarde van 8,2 miljard euro, is de ZuidHollandse maritieme delta cruciaal voor onze economie.”

Op 10 januari jongstleden bracht Arne Weverling, gedeputeerde van Zuid-Holland, op uitnodiging van NMT-IRO een werkbezoek aan de maritieme maakindustrie. Weverling, die inmiddels een half jaar actief is in zijn rol, heeft onder andere het maritieme cluster en de binnenvaart in zijn portefeuille. Het bezoek bood een uitgelezen kans om hem inzicht te geven in de veelzijdigheid en uitdagingen van de sector in Zuid-Holland.

Hij bracht een bezoek aan twee van onze lidbedrijven: Neptune Marine en Scheepswerf Slob. Aan de hand van verschillende thema’s zoals emissieloos varen, het waarborgen van voldoende fysieke ruimte, de beschikbaarheid van goed opgeleide medewerkers, defensie, en de bereikbaarheid van de maakindustrie over water, bespraken we de huidige uitdagingen en de toekomstperspectieven van de maritieme sector. Met dit bezoek is niet alleen de cruciale bijdrage van de maritieme maakindustrie aan de Zuid-Hollandse economie benadrukt, maar ook de noodzaak van samenwerking om deze sector toekomstbestendig te maken.

Voor meer informatie over dit onderwerp: peters@maritimetechnology.nl of rolloos@maritimetechnology.nl

Onderzoeksprogramma scheepvaartveiligheid

De risico’s voor de scheepvaartveiligheid als gevolg van toenemende hoeveelheid vaste objecten in de Noordzee wordt onvoldoende beheerst. Dat is één van de conclusies uit het onderzoek ‘Schipperen met ruimte, Beheersing van scheepvaartveiligheid op een steeds vollere Noordzee’ (januari – juli 2024) van de Onderzoeksraad Voor de Veiligheid (OVV). Deze hoeveelheid vaste objecten neemt onder andere toe door aanleg windmolenparken op zee, aquafarming, zand en grindwinning, olie- en gaswinning en visserij.

Om meer inzicht in en grip op deze risico’s te krijgen heeft het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een meerjarig onderzoeksprogramma Scheepvaartveiligheid gestart bij Marin, met als doel het veiligheidsniveau op de Noordzee te verbeteren.

Dit onderzoeksprogramma richt zich in eerste instantie op de definitie van een basis veiligheidsniveau en enkele deelprojecten ter beleidsondersteuning. Bijvoorbeeld een onderzoek naar de stabiliteit van boomkorkotters en zeilende vrachtschepen. NMT-IRO is uitgenodigd als lid van de klankbordgroep om feedback te geven op lopende projecten en suggesties te doen voor nieuwe projecten. De resultaten van dit onderzoek worden uiteindelijk beschikbaar gemaakt op:

Voor meer informatie over dit onderwerp: bruijn@maritimetechnology.nl

Europees niveau 2

Europees niveau

Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD)

Voor veel grotere bedrijven is 2025 het eerste jaar waarover naast een financiële rapportage ook een duurzaamheidsrapportage moet worden ingediend conform de Europese Corporate Sustainability Reporting Directive, de CSRD-wetgeving. Vanaf 2022 verbindt NMT-IRO leden in een werkgroep waarin ze kennis en ervaringen uitwisselen met elkaar over het implementatieproces van de CSRD. Omdat bedrijven uniek zijn in hun processen en ook in de implementatiefase waarin ze zitten, ontstaat er een waardevolle uitwisseling van informatie en inzichten die vaak verder gaat dan alleen de CSRD. De werkgroep wordt telkens gehost door een van de verschillende deelnemende bedrijven en zo maken we ook op een andere manier kennis met elkaar. Er is voor deze werkgroep leden een onlinepresentatie georganiseerd. In deze presentatie is bekeken hoe antwoord gegeven kan worden op de vraag: hoe kies je de juiste werkwijze en tools voor het periodiek verzamelen van data?

Waarom is deze presentatie georganiseerd?

De bedrijven uit de werkgroep hebben de afgelopen jaren individueel een ingrijpend proces doorlopen. Het resultaat hiervan is een grote hoeveelheid datapunten die periodiek aangevuld wordt en verzameld moet blijven worden. Deze datapunten komen voort uit de visie van de bedrijven op Environmental, Social and Government (ESG) aspecten. Ook hebben de bedrijven gekeken naar duurzaam of maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO), hun kernwaarden op dit vlak en specifieke doelstellingen.

Tijdens het individuele proces zijn verschillende vragen beantwoord. Bijvoorbeeld: welke ESG factoren zijn relevant voor het bedrijf? Welke concrete impact heeft het bedrijf op zijn omgeving? Welke kansen en risico’s zijn er? En om dit zo concreet mogelijk te maken moeten er zoveel mogelijk KPI’s worden gedefinieerd en onderbouwd.

Het periodiek verzamelen van de grote hoeveelheid datapunten is een grote klus. Dit kan een bedrijf zelf doen, maar er is ook een groot aantal specialisten dat hierop inspeelt met software. De juiste keus maken in werkwijze en te gebruiken tools is belangrijk. Om hier meer zicht op te krijgen, is voor de leden van de werkgroep een webinar georganiseerd.

Voor meer informatie over dit onderwerp: wasser@maritimetechnology.nl

European Deforestation (EUDR)

Europees

Eind december 2024 heeft de Europese Commissie definitief uitsluitsel gegeven over het jaar uitstel van de invoering van de EUDR. Hier was al lang sprake van, maar de kogel is nu dan door de kerk en invoering vindt plaats vanaf december 2025.

De vigerende regelgeving (EUTR, European Timber Regulation) blijft gedurende het uitstel van kracht. De EUDR richt zich op het voorkomen van ontbossing als gevolg van winning van een aantal grondstoffen en producten: hout, rubber, koffie, cacao, sojabonen en palmolie en het houden van vee. Wie deze producten in welke vorm dan ook op de Europese markt brengt; ruw, in bulk, als halffabricaat of als eindproduct, heeft een uitgebreide zorgplicht (Due Diligence). Afnemers op de Europese markt hebben een gedefinieerde registratieplicht.

Meer informatie is te vinden via Application of EUDR Regulation on deforestation-free products delayed until December 2025 | Access2Markets

Voor meer informatie over dit onderwerp: wasser@maritimetechnology.nl

Bijlagen Public Affairs Nieuwsbrief januari 2025

Bijlage A

Brief Staatssecretaris Openbaar Vervoer en Milieu

Zijne Excellentie

Staatssecretaris Openbaar Vervoer en Milieu

Dhr. C. Jansen

Rijnstraat 8

2515 XP Den Haag

Datum 19 December 2024

P Plaats Rotterdam

Betreft: Fluorpolymeren (PFAS) nog onmisbaar voor de maritieme maakindustrie

Geachte Excellentie,

Met deze brief vragen wij uw aandacht voor het belang van essentiële (en onmisbare) PFAS binnen de maritieme maakindustrie en het belang om die PFAS uit te zonderen van het beoogde totaalverbod op PFAS. Tijdens het Commissiedebat VTH-stelsel van 10 december jl. sprak u uit dat u openstaat voor een gesprek hierover. Graag maken wij op een zo kort mogelijke termijn van die uitnodiging gebruik, gezien de enorme nadelen van een potentieel (totaal)verbod op PFAS voor de maritieme sector.

Aanleiding en context

Vooropgesteld: de maritieme maakindustrie is voorstander van het zo snel als mogelijk uitfaseren van PFAS. Het laatste decennium is steeds meer bekend geworden over de milieu- en gezondheidsrisico’s van stoffen uit de PFAS familie. Het gaat daarbij om toxiciteit, verspreidbaarheid (oplosbaarheid in water) en persistentie. Recent zijn alle stoffen uit de PFAS familie aangemerkt als Zeer Zorgwekkende Stoffen en opgenomen op de ZZS lijst van het RIVM.

Probleemstelling

Dat laat echter onverlet dat niet alle PFAS even schadelijk zijn. Zo worden fluorpolymeren door OESO richtlijnen aangemerkt als onschadelijk, zgn. polymers of low concern. Onze zorg is juist dat een totaalverbod ook deze fluorpolymeren zou uitbannen. Deze stoffen hebben unieke eigenschappen. Zoals chemische- en hittebestendigheid, slijtvastheid en duurzaamheid. Dit maakt ze uitermate geschikt voor toepassing ervan in bijvoorbeeld stents, pacemakers, fuel cells en zelfs waterstoftechnieken wat essentieel is voor de brandstoftransitie. Maar ook in specifieke hoog belaste dynamische afdichtingen en chemische pakkingen zoals deze worden toegepast op schepen voor militaire en civiele doeleinden. Een met dit type PFAS vergelijkbaar product is op dit moment nog niet beschikbaar. Het proces van ontwikkeling, testen, keuringen en opschalen van alternatieven kan tot meer dan 10 jaar duren. Uiteraard moet dat in gang gezet worden maar een verbod dat tussentijds gaat gelden, werkt vernietigend uit voor milieu en sector.

Urgentie & ongelijk speelveld

Een Nederlandse of Europese ban op de fluorpolymeren die in de maritieme maakindustrie worden toegepast kan niet voorkomen dat schepen toch gebruik moeten blijven maken van

Bijlage A

Brief Staatssecretaris Openbaar Vervoer en Milieu

PFAS houdende producten; desnoods worden die buiten de EU gehaald. Het gevolg van zo een verbod zal dan ook zijn dat schepen voor onderhoud- en reparatiewerk vertrekken naar werven buiten de EU. Zoals bijvoorbeeld naar het Verenigd Koninkrijk waar het verbod niet zal gelden. Dat is funest voor de Nederlandse reparatiewerven, die strategisch juist van groot belang zijn. De periodieke controle en vervangingen van o.a. de afdichtingen worden in de praktijk gecombineerd met ander periodiek onderhouds- en reparatiewerk. Dat werk valt dan ook weg bij onze werven.

Bovendien zou ter vervanging van de PFAS in de maritieme sector moeten worden teruggegrepen op producten die van sterk inferieure kwaliteit zijn. Daardoor neemt de kans op bijvoorbeeld lekkages toe en ontstaan er veiligheids- en milieurisico’s.

Oproep

Wij doen daarom een dringende oproep aan u om – zowel vanuit strategisch oogpunt als in het belang van het behoud van het gelijke mondiale speelveld - de maritieme maakindustrie op te nemen in de groep van cruciale sectoren waar op dit moment PFAS-houdende producten nog onmisbaar zijn. Waarbinnen ook de medische sector, de hoogwaardige technologie en de defensie specifiek worden benoemd.

Als bijlage vindt u ons Position Paper met daarin meer achtergronden over aard en belang van de productgroepen, de vervangbaarheid van producten en de beperkte risico’s van de specifieke groep PFAS, de fluoropolymeren.

Wij kijken er naar uit om u onze zienswijze nader toe te mogen lichten in het al genoemde gesprek.

Met vriendelijke groet,