
4 minute read
Geschiedenis: Nou Hullie
Nou Hullie
‘Oostvoorne is een schoon oord, en dat niet eens omdat 42 procent van de bevolking er bij de verkiezing rood heeft gestemd.’ Zo begint een artikel uit het sociaaldemocratische dagblad De Voorwaarts van 19 augustus 1929.

Oostvoorne aan Zee tentenkamp
Waarom is Oostvoorne zo’n schoon oord? Het ligt bij zee en er is sinds 1926 een kampeerterrein van het Instituut voor Arbeidersontwikkeling (nu Nivon), vooral bevolkt door Instituutsleden uit Rotterdam - Zuid. Zij kamperen er in grote tenten op het terrein, gehuurd van boer Gelderland. Die kampeerders fietsen er naar toe langs de Groene Kruisweg of gaan met het stoomtrammetje van de RTM, dat ongeveer dezelfde weg neemt.
In de buurt van dat terrein in een rustig stukje duin wordt het Zomerfeest gehouden van de Rotterdamse afdeling van dat Instituut. Hoogtepunt van het programma is de vooraf al beroemde revue ‘Nou Hullie’. In de ochtend van de 18e augustus vertrekt er zelfs een boot, de Schelde. Die gaat, bevolkt met ongeveer 700 socialistische feestvierders, van de Rotterdamse Maaskade richting Oost - voorne. De oranje vlag in top is geen vergissing maar een pesterijtje van de rederij.
Eenmaal aan wal voegen zich nog meer mensen bij de feestvierders. Nu wel achter een rode vlag wandelen ze naar het feestterrein. Daar staan de grote decorstukken al opgesteld. Onder de aanwezigen ook Piet Voogd, lid van het hoofdbestuur van het IvAO. De dansclub uit Rotterdam Noord opent die dag het programma met enkele dansen. Jan ter Laan (SDAP) spreekt over de afgelopen verkiezingen “Het is ons gelukt de arbeiders van Rotterdam tot een strijdbare massa te smeden. Meer dan een vierde van het Nederlandsche Volk denkt, voelt, stemt socialistisch.”
En dan komt de revue “Nou Hullie” of “Kermis op het binnen hof”, opgevoerd door cabaretclub Linker Maasoever, bestaande uit Instituutsleden van Rotterdam-Zuid. “Een revue was het, tintelend van leven en werkelijke humor, gedragen door een gezond besef van wat er verkeerd is in ons lieve vaderland, vol van kostelijke vondsten en invallen en van begin tot eind boeiend voor elkeen.” Het blijkt voor de verslaggever van de Voorwaarts bijna ondoenlijk om te beschrijven waar die revue nu precies over gaat, maar groots is het. Straatzangers, pierrots, clowns, dansers en danseressen, dominees, Jan Klaassens en Catrijnen, zigeunerinnen trekken in een bonte stoet voorbij. Ruim anderhalf uur houdt de cabaretgroep het publiek bezig ‘op een zo pakkende wijze’ .. ‘te vermaken, en waarheden te zeggen’. De journalist laat niet na de mensen van Linker Maasoever, spelers, dansers, musici en decortimmeraars en –schilders, lof toe te zwaaien.
De tekst van “Nou Hullie” komt van Mr. Punch en De Vries jr. Achter Mr. Punch gaat Arie Pleysier schuil, van origine schoolmeester. Pleysier bouwde een hele carrière op binnen de rode zuil. Hij werd redacteur buitenland van de Voorwaarts, schreef in AJC-periodieken en was de schrijver van ‘De Mensch in de leerschool van moeder aarde’, een van de grote vooroorlogse cursussen van het IvAO. De Vries werkte bij de Voorwaarts. “Wat hij met zijn mensen in Nou Hullie gepresteerd heeft, dwingt respect af. Zelden of nooit zagen wij dilettanten met zo’n animo, zo’n tempo, zo’n vaart spelen. Die Rotterdammers kunnen toch wel, nietwaar Voogd?”
“Nou hullie” was een succes en werd dat jaar nog diverse malen opgevoerd. Ook in Rotterdam Vreewijk, de thuis basis van Arie Pleysier. De Rotterdammers werden zelfs naar Amsterdam gehaald om daar op een grote manifestatie van het Instituut op te treden.
De Schelde bracht de voldane zomerfeestgangers tegen de avond weer naar de Maastad. Of die oranje vlag er nog hing, vertelt het verhaal niet. •
