
5 minute read
Reconstructie van Balls-a-Poppin’
Balls-a-Poppin’
Reconstructie van een klassieker
Advertisement
Wat bezielt een mens om een flipperkast op de millimeter nauwkeurig na te maken? Die vraag stelde ik mij met enige regelmaat gedurende het Balls-a-Poppin’-project waar ik enkele jaren geleden aan begon. Als professioneel beeldend kunstenaar creëer ik normaal gesproken dingen die nog nooit het daglicht hebben gezien. Waarom zou ik de moeite nemen om iets na te maken dat door anderen is ontworpen?
De Balls-a-Poppin’ van Bally uit 1956 mag gerust een icoon genoemd worden. Het is namelijk de eerste flipperkast die multiball bevat, tot wel negen ballen aan toe! In de jaren ’30 en ’40 kwamen er wel al enkele bagatelles op de markt die een vorm van multiball kenden, maar die automaten waren nog niet uitgerust met flippers. Ook valt de Balls-a-Poppin’ op doordat het een twee-speler is die niet gebruikmaakt van draaiende scoretellers zoals gebruikelijk is bij multi-playerkasten, maar van twee scorevakken met daarachter lampjes die de scores aangeven.
Toen ik voor het eerst een afbeelding van de Balls-a-Poppin’ zag was ik meteen gefascineerd door de ongebruikelijke, ietwat lompe vormgeving. Als flipperkastverzamelaar heb ik altijd al een zwak gehad voor woodrails en deze kast liet mijn hart extra snel kloppen. De Balls-a-Poppin’ heeft een brede kop die bovendien licht naar voren is gekanteld. Ook is de onderkast breder dan normaal, omdat het speelveld aan de linkerkant is uitgerust met een extra baan waar vanuit de multiballs afgeschoten worden. De grafische vormgeving maakt een onevenwichtige indruk; de kleuren van het kabinet sluiten nauwelijks aan bij de kleuren van de kopruit en het speelveld. De afgebeelde meisjes op de kopruit zijn elkaars spiegelbeeld. Toch ontroerde deze machine mij, een beetje vergelijkbaar met een prille verliefdheid. Ik probeerde vervolgens zoveel mogelijk informatie te vinden over deze wonderlijke machine, in boeken, via internet en door navraag bij verzamelaars en musea. Al gauw kwam ik erachter dat deze kast behoorlijk zeldzaam was. Het zou nog niet makkelijk worden om een exemplaar te vinden en erop te kunnen spelen, laat staan om er één te kunnen kopen.
Op een gegeven moment vond ik enkele onderdelen van deze flipperkast op eBay. Een verkoper in Amerika bood onder meer een scoremoter aan. Ook de scoremotor bleek een afwijkende maat te hebben: zo groot als een mensenhart, maar compacter dan gebruikelijk bij elektromechanische flipperkasten. Van bingo tot flipperkast
Zoals iedere flipperkastliefhebber weet, is de scoremotor een belangrijk onderdeel. Het stuurt het opstarten van het spel aan, voert het optellen van punten uit en verwerkt vele andere spelprocessen. Het is als het ware het hart van de flipperkast, met een eigen ritme en karakter. Toen ik dit speciale onderdeel zag, nam ik het radicale besluit om het te kopen en de rest van de machine er tot in de kleinste details omheen te bouwen!
Het leek mij een mooi streven om een jaar uit te trekken voor dit project en mijn beeldende kunstprojecten op een laag pitje te zetten. Mijn aanvankelijke twijfels over de zin van het namaken van een flipperkast maakten plaats voor een groeiend enthousiasme, dat uiteindelijk obsessieve vormen aan nam. De eerste stap van dit project was een bezoek aan het Pinball Museum Paris waar Raphael Lankar zo vriendelijk was om zijn Balls-a-Poppin’ ter beschikking te stellen voor het nauwkeurig opmeten en fotograferen van alle onderdelen. Het was heel opwindend om voor de eerste keer op de kast te spelen. Toen ik de negen ballen over het speelveld zag vliegen verdwenen al mijn twijfels ten aanzien van mijn plan: ik moest en zou dit apparaat namaken. Eenmaal thuis nam ik mij voor om te proberen om zoveel mogelijk jaren ’50-onderdelen van Bally te gebruiken. Bally heeft in de jaren ’50 nauwelijks flipperkasten gemaakt, maar wel heel veel bingokasten waarvan veel onderdelen precies hetzelfde zijn als van de Balls-aPoppin’. Van een bingospecialist kocht ik voor een vriendenprijs een kop en een onderkast van een bingomachine, die ik vervolgens volledig uit elkaar haalde. De kop van de bingokast verzaagde ik zodanig dat hij de juiste afmetingen kreeg. De body verbreedde ik, en vervolgens verplaatste ik het deurtje zodat het op de juiste plek kwam te zitten.
Na vele maanden ploeteren, met werkdagen van soms wel twaalf uur, voltooide ik de kop en de onderkast. De kopruit kwam uit de USA en was een tamelijk goede reproductie. Enkel het moeilijkste onderdeel ontbrak nog: het speelveld. Voor de reconstructie van het speelveld reisde ik af naar Milaan waar ik Riccardo Pizzi ontmoette.
Aanvang van tientallen uren soldeerwerk


Riccardo was een grote verzamelaar van flipperkasten. Ik mocht het speelveld van zijn Balls-a-Poppin’ in detail fotograferen. Daarna moest het gehele speelveld worden overgetekend in een grafisch programma, als voorbereiding op het zeefdrukken. Ik beheerste Photoshop en Illustrator nauwelijks, dus ik was genoodzaakt om het mijzelf te leren. Na urenlang tutorials op YouTube te bekijken en heel veel lange dagen met tekenwerk was het bestand klaar om te worden gedrukt. Samen met een professionele drukker heb ik het speelveld vervolgens afgedrukt. Toen de laatste drukgang met succes was afgerond viel er een last van mijn schouders. Het ingewikkeldste onderdeel was voltooid en nu hoefde ik alleen nog maar de mechanische onderdelen en de bedrading aan te leggen. En uiteindelijk kwam het moment van de waarheid: de stekker erin en de eerste druk op de creditbutton. Ik had wel enkele tussentijdse testen gedaan, maar een volledige reset-cyclus had ik nog niet uitgeprobeerd. Het oude hart, de scoremotor, begon te draaien en de stepper-units pulseerden met precies hetzelfde ritme zoals de kasten in Milaan en Parijs dat deden. De flipperkast kwam tot leven. Uiteraard moest ik naderhand nog een hoop contacten afstellen, maar vrijwel alle draden waren op de juiste manier aangesloten en de kast was spoedig klaar om echt op te spelen. De eerste keer dat de Balls-a-Poppin’ negen ballen op het speelveld schoot was ronduit spectaculair. Applaus voor de ontwerpers uit de jaren ’50 die het hebben aangedurfd om af te wijken van de norm en een dergelijk spannend spel hebben weten te maken.
Hoewel de reproductie van de Balls-a-Poppin’ een jaar in beslag heeft genomen voelde dit jaar niet als een pauze in mijn werkzaamheden als beeldend kunstenaar. Het was buitengewoon fascinerend en leerzaam om in de huid te kruipen van de anonieme ontwerpers en daarmee deze bijzondere flipperkast tot leven te wekken. Inmiddels heb ik mijn atelier uitgerust met een complete zeefdrukinstallatie en druk ik mijn eigen speelvelden en kopruiten. Ook duiken flipperkasten nu op in de tekeningen en objecten die ik als kunstenaar maak. En vrijwel dagelijks speel ik met een brede grijns op mijn Balls-a-Poppin’ met een hart van drieënzestig jaar oud!

Gloednieuw speelveld

Het verbluffende eindresultaat