8 minute read

Heiligdom Symbolen

Next Article
Heiligdom Symbolen

Heiligdom Symbolen

Controverse

Hoofdstuk 10 — Voortgang van de Hervorming in Duitschland

Luthers geheimzinnig verdwijnen veroorzaakte twijfelmoedigheid in geheel Duitschland. Overal hoorde men naar hem vragen. De wildste geruchten gingen rond, en velen geloofden, dat hij vermoord was. Er werd luide geweeklaagd, niet alleen door zijn openlike vrienden, maar door duizenden, die niet vrij voor de Hervorming waren uitgekomen. Velen verbonden zich met een plechtige eed om zijn dood te wreken.

De Roomse leiders zagen met schrik, tot welk een hoogte het gevoelen tegen hen gestegen was. Hoewel ze in het eerst jubelden over Luthers veronderstelde dood, wensten ze zich al spoedig te verbergen voor de woede van het volk. Zijn vijanden waren minder bezorgd geweest over zijn moedigste daden, terwijl hij onder hen verkeerde, dan ze het over zijn verdwijnen waren. Degenen,dieinhun woede dehervormerhaddenzoekenteverdoen, waren met vrees vervuld, nu hij een hulpeloze gevangene geworden was. “Onze enige manier om uit de moeilikheid te geraken,” sprak een van hen, “is, fakkels aan te steken, en de wereld te gaan doorzoeken naar Luther, tot wij hem aan het volk kunnen teruggeven, dat hem toch maar hebben wil.” Het edikt van de keizer scheen krachteloos te zijn. De legaten van de paus waren vol verontwaardiging, toen ze zagen, dat er veel minder aandacht aan geschonken werd dan aan het lot van Luther. Het bericht, dat hij veilig was, ofschoon gevangen, stilde de vrees van het volk, terwijl het hun geestdrift voor hem nog meer aanvuurde. Zijn geschriften werden met groter gretigheid dan ooit tevoren gelezen.

Een aangroeiend getal omhelsde de zaak van de heldhaftige man, die het woord van God tegen zulk een ontzettende overmacht verdedigd had. De Hervorming nam voortdurend aan krachten toe. Het zaad, dat Luther gestrooid had, begon overal op te schieten. Zijn afwezigheid deed, wat zijn aanwezigheid niet had vermocht. Andere arbeiders gevoelden nieuwe verantwoordelikheid, nu hun grote leider van hen weggenomen was. Met nieuw geloof en nieuwe ernst maakten ze zich op om alles te doen, wat in hun vermogen stond, opdat het werk, dat zo flink begonnen was, niet zou verhinderd worden.

Satan echter zat niet stil. Hij begon nu te proberen, wat hij bij iedere andere hervormingsbeweging beproefd heeft, namelik, de mensen te bedriegen en ten ondergang te leiden door hun een namaaksel te geven, in plaats van het ware werk. Gelijk er in de eerste eeuw van de Christelike kerk valse Christussen waren, zo stonden er ook valse profeten op in de zestiende.

Enige mannen, diep geroerd door de beweging in de godsdienstige wereld, verbeeldden zich, biezondere openbaringen uit de hemel te hebben ontvangen, en gaven voor, dat hun een GoddelikeopdrachtgeschonkenwasomdeHervormingtevoltooien,die,naarzeverklaarden, door Luther nog maar nauweliks begonnen was. In der waarheid braken ze juist het werk af, dat hij tot stand had gebracht. Ze verwierpen het grote beginsel, dat de eigenlike grondslag

Heiligdom Symbolen

Controverse van de Hervorming uitmaakte, dat het woord Gods het algenoegzame richtsnoer is voor geloof en wandel; en voor die onfeilbare gids stelden ze de veranderlike, onzekere standaard van hun eigen gevoelens en indrukken in de plaats. Door deze daad van de grote toetsteen van dwaling enleugen opzijdete stellen, openden zevoor Satan de weg omdeharten tebeheersen, gelijk hem het best paste. Een van deze profeten gaf voor, door de engel Gabriël onderricht te zijn. Een student, die zich met hem verbond, gaf zijn studie op, te kennen gevende, dat hij door God-zelf met wijsheid begiftigd was tot verklaring van Zijn woord. Anderen, die van nature dweepziek waren, verenigden zich met hen. De daden van deze geestdrijvers veroorzaakten geen kleine beroering. Luthers prediken had de mensen alom opgewekt tot het gevoel van de noodwendigheid van een hervorming, en nu werden sommige waarlik eerlike lieden door de aanmatigingen van die nieuwe profeten verleid.

De leiders van deze beweging begaven zich naar Wittenberg, en wilden hun aanspraken aan Melanchton en zijn medearbeiders opdringen. Ze zeiden: “We zijn van God gezonden om het volk te leren. We hebben een gemeenzaam onderhoud met de Heer gehad; we weten wat er te gebeuren staat; in het kort, we zijn apostelen en profeten, en beroepen ons op Dr. Luther. ” De hervormers waren verbaasd en verbijsterd. Dit was een element, waarmede ze nooit tevoren in aanraking gekomen waren, en ze wisten niet, welke weg in te slaan. Melanchton sprak: “Er zijn ontegenzeglik geesten van een ongewone soort in die mannen; maar welke geesten? . . . Laat ons aan do ene kant op onze hoede zijn, de Geest Gods niet uit te blussen, en aan de andere, van door de geest van Satan te worden verleid.”

De vruchten van de nieuwe leer werden al spoedig openbaar. Het volk werd ertoe geleid, de Bijbel te verwaarlozen, of hem geheel en al ter zijde te zetten. De scholen geraakten in verwarring. Studenten, alle banden verzakende, gaven de studie op, en verlieten de universiteit. De mannen, die zich bekwaam achtten om het werk van de Hervorming te verlevendigen en te regelen, brachten het slechts tot de rand van zijn ondergang. Nu herkregen deaanhangers vanRomehunvertrouwen,enriepeninverrukkinguit: “Nogéénlaatstepoging, en alles zal het onze zijné!”

Luther, die op de Wartburg hoorde, wat er geschied was, sprak met grote bezorgdheid: “Ik heb altoos verwacht, dat de Satan ons deze plaag zou zenden.” Hij doorzag het ware karakter van die gewaande profeten, en het gevaar, dat de zaak der waarheid dreigde. De tegenstand van paus en keizer had hem niet z grote verbijstering en kwelling veroor-zaakt, als die hij nuondervond.Onderdegenen,diebeledende Hervormingtezijntoegedaan,warenzijnergste vijanden opgestaan. Juist die waarheden, welke hem zulk een grote vreugde en vertroosting hadden bezorgd, werden aangewend om strijd en verwarring in de kerk teweeg te brengen.

In het hervormingswerk was Luther aangedreven geworden door de Geest Gods, en was verder gegaan, dan hij gedacht had te zullen gaan. Het was zijn voornemen niet geweest, juist die stelling in te nemen, waartoe hij geraakt was, noch ook zulke ingrijpende veranderingen te maken. Hij was slechts het werktuig geweest in de handen van de Almachtige. Toch beefde

Heiligdom Symbolen

Controverse

hij dikwels voor de gevolgen van zijn werk. Eenmaal had hij gezegd: “Indien ik wist, dat mijn leer één enkel menselik wezen, hoe arm ook en onbekend, had geschaad, hetgeen niet zijn kan,daarhijhetwezenlikeevangelieis, ikzoulievertiendodensterven,dannietherroepen.”

En nu was Wittenberg zelf, de eigenlike zetel van de Hervorming, snel aan het vervallen onder de macht van dweperij en wetteloosheid. Deze vreselike toestand was niet het gevolg van Luthers leer, maar door geheel Duitschland heen legden zijn vijanden hem die ten laste. In bitterheid van ziel vroeg hij somtijds: “Kan dat dan het einde zijn van dit grote werk van de Hervorming?” Maar als hij dan weder met God worstelde in den gebede, kwam er vrede in zijn hart. “Het werk is het mijne niet, maar Uw eigen,” sprak hij; “Gij zult het niet laten vernielen door bijgeloof of dweperij.” De gedachte echter, om zich in zulk een krisis langer buiten de strijd te houden, werd ondragelik. Hij besloot, naar Wittenberg terug te keren.

Zonder verwijl aanvaardde hij zijn gevaarvolle reis. De rijksban rustte op hem; zijn vijanden hadden vrijheid om hem het leven te benemen; aan zijn vrienden was verboden, hem te helpen of te herbergen. De keizerlike regering wendde de strengste maatregelen tegen zijn aanhangers aan. Maar hij zag, dat het werk van het evangelie in gevaar was, en in de naam des Heren kwam hij te voorschijn, om voor de waarheid in het strijdperk te treden. Luther schreef in een brief aan de keurvorst, nadat hij het doel had verklaard, waarmede hij de Wartburg verliet: “Het zij Uw Hoogheid bekend, dat ik naar Wittenberg terugkeer onder veel hogere bescherming dan die van prinsen of keurvorsten. Ik denk er niet aan, Uw Hoogheid om hulp te vragen; en verre van uw bescherming te begeren, zou ik u liever zelf beschermen. Indien ik wist, dat Uw Hoogheid me zou kunnen of willen beschermen, zou ik zelfs niet naar Wittenberg gaan. Geen zwaard kan deze zaak bevorderen; God alleen moet alles doen, zonder de hulp of medewerking van mensen. Hij, die het grootste geloof heeft, is degene, die het best beschermen kan.”

In een tweede brief, op weg naar Wittenberg geschreven, voegde Luther er aan toe: “Ik ben bereid om Uw Hoogheids afkeuring, en de toorn van de ganse wereld te dragen. Zijn de Wittenbergers niet mijn eigen schapen? Heeft God hen niet aan mijn zorg toevertrouwd ? En behoor ik niet, zo het nodig mocht zijn, mij voor hen aan de dood bloot te stellen? Daarenboven vfees ik, dat we wellicht door geheel Duitschland heen een vreselik oproer zullen zien, waardoor God ons volk zal straffen.” Met grote omzichtigheid en nederigheid, maar evenzeer met beslistheid en vastberadenheid, begon hij zijn werk. “Door het Woord,” zei hij, “moeten we te niet doen en bannen, wat zich door geweld een plaats verkregen heeft. Ik zou niet met geweld te werk willen gaan tegen de dwepers en ongelovigen. . . . Niemand moet gedwongen worden. Vrijheid is het voornaamste bij geloof.” Het gerucht verspreidde zich snel door Wittenberg, dat Luther terug was, en zou prediken. Het volk stroomde van alle zijden toe, en verdrong zich in de kerk, De predikstoel beklimmende onderwees, vermaande en bestrafte hij met grote wijsheid en zachtheid. Over de weg, welke sommigen ingeslagen hadden, die geweld hadden gebruikt om de mis af te schaffen, zei hij:

Heiligdom Symbolen

Controverse

“De mis is een slecht iets. God is er tegen. Hij behoort afgeschaft te worden, en ik wenste wel, dat het avondmaal van het evangelie er overal de plaats van innam. Maar laat niemand er met geweld van afgebracht worden. We moeten de zaak in Gods handen laten. Wij zijn het niet, die werken moeten, maar Zijn woord. En waarom dan? vraagt ge misschien. Omdat de harten van de mensen niet in mijn hand zijn als klei in de hand van de pottebakker. Wij hebben recht om te spreken, we hebben het recht niet om te handelen. Laat ons prediken : het overige staat aan God. Indien ik tot geweld de toevlucht nam, wat zou ik gewinnen? Gemaaktheid, vor- melikheid, naäping, menselike verordeningen en schijnheiligheid. . . . Maar er zou geen hartelike oprechtheid, geloof, of liefde zijn. Waar die drie ontbreken, ontbreekt alles, en ik zou geen cent geven voor zulk een uitslag. . . . God doet meer door zijn woord alleen, dan gij en ik en de gehele wereld met al onze verenigde pogingen. God brengt het hart tot stilstand, en wanneer dat eenmaal veroverd is, is alles gewonnen. . . .

“Ik zal prediken, redetwisten, schrijven; maar ik wil niemand dwingen, want het geloof is een vrijwillige handeling. Ziet, wat ik gedaan heb. Ik ben opgestaan tegen de paus, de aflaten en de Roomsgezinden, echter zonder geweld of luidruchtigheid. Ik heb Gods woord op de voorgrond gesteld; het gepredikt en geschreven, dat was al wat ik deed. En toch terwijl ik lag te slapen, . . . velde het woord, dat ik gepredikt had, de macht van de paus ter aarde, meer dan ooit vorst of keizer die had kunnen schaden. Ik echter heb niets gedaan; het Woord alleen heeft alles gewrocht. Indien ik een beroep op macht had gedaan, had gans Duitschland wellicht van bloed gestroomd. Maar wat zou het gevolg geweest zijn? Verderf en verwoesting van lichaam en ziel beide. Om die reden hield ik me stil, en liet het Woord zijn loop alleen hebben door de wereld.”

Dag aan dag, een gehele week lang, hield Luther aan met prediken tot belangstellende scharen. Het woord Gods brak de begoocheling van de dweepzuchtige opwinding. De kracht van het evangelie bracht het misleide volk tot de weg der waarheid terug. Luther had geen lust,dedwepersteontmoeten,wier werkzulk eengrootkwaadhadteweeggebracht.Hijkende henals mannenvanongezondoordeelenonbeteugeldehartstochten,die,hoewelvoorgevende biezonder licht uit de hemel te hebben ontvangen, de minste tegenspraak, ja zelfs geen vriende- like terechtwijzing of raadgeving wilden verdragen. Zichzelven de hoogste macht aanmatigend, eisten ze van elkeen, dat hij hen zonder navraag erkennen zou voor wat ze voorgaven te zijn. Maar toen ze een onderhoud met hem eisten, stemde hij erin toe, hen te ontmoeten; en hij slaagde erin, hun aanmatigingen op zulk een wijze aan de kaak te stellen, dat de bedriegers onmiddellik Wittenberg verlieten.

Het fanatisme werd voor een tijd tot staan gebracht; doch verscheidene jaren later brak het met groter kracht en vrese- liker gevolgen uit. Over de leiders in deze beweging zei Lu- ther:

“De Heilige Schriften waren hun slechts een dode letter, en ze begonnen allen te schreeuwen, ‘De Geest! de Geest!’ Maar gans gewis zal ik niet volgen, waar hun geest hen heen leidt. Moge God in Zijn genade mij bewaren voor een kerk, waarin enkel heiligen zijn. Ik wens te verkeren met de nede- rigen, de zwakken, de kranken, die hun zonden kennen en gevoelen,

This article is from: