4 minute read

Heiligdom Symbolen

Next Article
Heiligdom Symbolen

Heiligdom Symbolen

Controverse

Hoofdstuk 7 Start van de Revolutie

Als voorman onder degenen, die geroepen waren om de kerk uit de duisternis van het pausdom tot het licht van een reiner geloof te leiden, stond Martin Luther. Ijverig, vurig, en toegewijd, geen vrees kennende behalve de vreze Gods, en geen grondslag voor godsdienstige overtuiging erkennende dan de Heilige Schriften, was Luther de man voor zijn tijd; door hem wrocht God een groots werk voor de hervorming van de kerk en de verlichting van de wereld. Gelijk de allereerste herauten van het evangelie werd Luther in armoede geboren. Zijn vroegste jeugd bracht hij door in de eenvoudige woning van een Duits werkman. Zijn vader verdiende de middelen, tot zijn opvoeding benodigd, door dagelikse, harde arbeid als mijnwerker. Hij bestemde hem tot rechtsgeleerde; maar het was Gods plan, dat hij de grote tempel zou helpen bouwen, die in de loop der eeuwen zo langzaam aan het verrijzen was. Moeite, ontbering, en strenge tucht waren de school, waarin de Oneindige Wijsheid Luther voorbereidde op de belangrijke zending van zijn leven.

Luthers vader was een man van een sterke en werkzame geest en grote kracht van karakter, eerlik, vastberaden, en open. Hij hield zich gestreng aan zijn overtuigingen van plicht, wat de gevolgen ook zijn mochten. Zijn echt gezond verstand bracht er hem toe, het monnikestelsel met wantrouwen aan te zien. Hij was hoogst ontevreden toen Luther zich zonder zijn toestemming in een klooster begaf; het duurde twee jaren, voordat de vader zich met de zoon verzoende, en zelfs toen bleef zijn mening onveranderd.

Luthers ouders wijdden grote zorg aan de opvoeding en opleiding van hun kinderen. Ze trachtten hen te onderrichten in de kennis van God en de beoefening van Christelike deugden. Menigmaal steeg het gebed van de vader ten aanhoren van zijn zoon ten hemel, dat het kind de naam des Heren mocht gedenken, en eenmaal behulpzaam zijn in de verbreiding van Zijn waarheid. De ouders namen gretig iedere ge-legenheid tot zedelike of verstandelike ontwikkeling te baat, welke hun arbeidzaam leven hun gunde. Ze streefden er ernstig en met volharding naar, om hun kinderen op te leiden tot een godvrezend en nuttig bestaan. Hun flinkheid en sterk karakter maakte hen somtijds wel wat al te streng; doch de hervormer, ofschoon zich bewust, dat ze in sommige opzichten gedwaald hadden, vond in hun tucht meer te prijzen dan af te keuren.

Op school, waar hij zeer jong heen gezonden werd, werd Luther met hardvochtigheid en zelfs met geweld behandeld. Zijn ouders waren z arm, dat hij, het ouderlik huis verlatende om in een andere stad de school te bezoeken, een tijd lang gedwongen was, zijn voedsel op te halen door langs de deuren te zingen, en dikwels honger leed. De sombere, bijgelovige ideeën over godsdienst, die toen algemeen waren, vervulden hem met vrees. Hij legde zich ‘s avonds soms met een treurig hart neder, bevende de donkere toekomst inblikkend, en in voortdurende angst verkerend bij de gedachte aan God als aan een gestrenge, meedogenloze rechter en wrede dwingeland, in plaats van een vriendelike hemelse Vader.

Heiligdom Symbolen

Controverse

Toch streefde Luther bij zoveel en zo grote ontmoediging vastbesloten naar die hoge standaard van zedelike en ver-standelike voortreffelikheid, waartoe zijn hart zich voelde aangetrokken. Hij dorstte naar kennis, en zijn ernstige en praktiese aanleg leidde er hem toe, meer te haken naar het ware en nuttige, dan naar het opvallende en oppervlakkige. Toen hij op achttienjarige leeftijd te Erfurt naar de universiteit ging, verkeerde hij in een betere positie, en waren zijn vooruitzichten gunstiger dan in zijn kinderjaren. Zijn ouders hadden zich door vlijt en nijverheid een goed bestaan verworven, en waren nu in staat, hem alle nodige ondersteuning te geven. Ook waren door de invloed van verstandige vrienden de ongunstige gevolgen van zijn vroegere opleiding enigszins verminderd.

Hij legde er zich op toe, de beste schrijvers te bestuderen, zich ijverig hun diepste gedachten toeëigenende, en zich de wijsheid van de wijzen tot zijn eigen makende. Zelfs onder de harde tucht van zijn vorige leermeesters had hij reeds vroeg blijken gegeven van zich te zullen onderscheiden; en onder gunstige invloed kwam zijn verstand tot snelle ontwikkeling. Een goed geheugen, een levendige verbeelding, grote redeneerkracht en onvermoeide ijver plaatsten hem al spoedig onder de beste van zijn medestudenten. Verstandelike tucht bracht zijn begrip tot rijpheid, en deelde hemeen werkzaamheid van geest en scherpte van opvatting mede, die hem op de strijd van zijn leven voorbereidden.

De vreze des Heren woonde in het hart van Luther, stelde hem in staat, zijn doel standvastig voor ogen te houden, en leidde hem tot diepe nederigheid voor God. Het gevoel van afhankelikheid van Gods hulp bleef hem immer bij; en hij verzuimde niet, iedere dag met gebed te beginnen, terwijl hij in zijn hart onophoudelik smeekte om leiding en steun. “Goed bidden,” zei hij dikwels, “is meer dan de halve studie.” Op zekere dag de boeken in de universtiteits bibliotheek doorzoekend, ontdekte Luther een Latijnse Bijbel. Zulk een boek had hij nooit tevoren gezien. Hij wist niet, dat het bestond. Hij had gedeelten uit de Evangelieën en de Brieven gehoord, die bij de openbare godsdienstoefening aan het volk voorgelezen werden, en meende, dat die de gehele Bijbel uitmaakten. Nu zag hij voor de eerste maal het gehele Woord van God. Met een gemengd gevoel van ontzag en verwondering sloeg hij de heilige bladen om; met versnelde polsslag en een kloppend hart las hij met eigen ogen de woorden des levens, slechts nu en dan ophoudende om uit te roepen: “O, of- God me zulk een boek voor mijzelf wilde schenken!”1 Engelen des hemels stonden aan zijn zijde, en lichtstralen van Gods troon openbaarden de schatten der waarheid aan zijn verstand. Hij was altijd bevreesd geweest om God te beledigen, maar nu overmeesterde hem de diepe overtuiging van zijn toestand als zondaar sterker dan ooit tevoren.

Een ernstige begeerte om van de zonde vrij te komen en vrede met God te vinden, leidde hem er ten laatste toe, in een klooster te gaan, en zich aan het monnikeleven te wijden. Hier werd hem het laagste werk aangewezen, en moest hij van huis tot huis bedelen. Hij was op die leeftijd, waarop men het meest behoefte heeft aan achting en waardering; en deze lage arbeid kwetste zijn natuurlik gevoel diep; maar hij ver-droeg de vernedering geduldig, gelovende, dat die wegens zijn zonden een noodzakelikheid was.

This article is from: