3 minute read

Toelichting financiële risico’s van financiële instrumenten

De financiële risico’s van de financiële instrumenten zijn beperkt, mede doordat de financiële instrumenten enkel bestaan uit vorderingen, geldmiddelen, kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen en er geen sprake is van in contracten besloten afgeleide financiële instrumenten en derivaten.

Door de inzet van het museum op een bestendige financiële huishouding, waarbij er een gezonde balans ontstaat tussen de eigen inkomsten en de meerjarige subsidierelatie met het ministerie van OCW, is er een beperkt liquiditeitsrisico. Tegelijkertijd is er een minimaal kredietrisico door de beperkte omvang van debiteuren en een adequaat debiteurenbeheer

Pensioenen

Pensioenregeling

De pensioenregeling van de Stichting is ondergebracht bij het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW). Deze regeling kwalificeert als een middelloonregeling. In de jaarrekening wordt deze regeling verwerkt als een “toegezegde bijdrage regeling”. Dit betekent dat de over het boekjaar verschuldigde premie als kosten worden verantwoord. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen onder de vlottende activa; nog niet betaalde premies worden opgenomen onder de kortlopende schulden.

Het pensioenfonds zorg en welzijn had per 31 december 2022 een dekkingsgraad van 109,2%. Deze dekkingsgraad stijgt ruim boven de minimaal vereiste dekkingsgraad van 104% uit. In de pensioenregeling is overigens geen verplichting opgenomen voor de Stichting tot het doen van aanvullende stortingen als de dekkingsgraad niet voldoet aan de wettelijke eis.

Voor een nadere toelichting op de verwerking van de pensioenen in de jaarrekening wordt verwezen naar de waarderingsgrondslagen.

Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen

Rechten

Subsidie ministerie van OCW

Het ministerie van OCW heeft aan het Nederlands Openluchtmuseum voor de periode 2021-2024 een meerjarige instellingssubsidie toegekend. Vanaf de beleidsperiode 2021-2024 krijgt het museum vanuit twee onderdelen subsidie. Voor de publieksactiviteiten is er per jaar, exclusief loon- en prijsbijstelling, een bedrag van 6.400 521 euro beschikbaar voor het museum, waarvan 888 484 euro voor de Stichting KIEN. Cumulatief is dit 25.602.084 euro, waarvan 3.553.936 euro voor de Stichting KIEN. Voor de beleidsperiode 2021-2024 is in 2021 nog een structurele subsidie van 100.000 euro per jaar toegevoegd voor de presentatie van de Canon van Nederland.

Vanuit de Erfgoedwet ontvangt het museum in 2022 voor huisvesting en collectiebeheer in totaal 8.218.855 euro. Deze subsidie moet ieder jaar opnieuw worden aangevraagd. Ook heeft het museum een aanvullende subsidie vijfde steunpakket van in totaal 1.928.200 euro ontvangen, hiervan is 1.279.128 euro toegekend aan het boekjaar 2022

VriendenLoterij

Door de VriendenLoterij zijn gelden toegekend aan Stichting het Nederlands Openluchtmuseum ter verlevendiging van het museum. Voor 2021 tot en met 2025 is een nieuw contract met de VriendenLoterij afgesloten waarin een bijdrage van 500.000 euro per jaar is toegezegd

Verplichtingen

Huurcontracten

De Stichting heeft verplichtingen uit hoofde van huurcontracten en erfpachtcanons met derden. In 2017 is het Rijkshuisvestingsstelsel veranderd; de musea zijn verantwoordelijk geworden voor onderhoud en uitbreiding van alle panden die het juridisch eigendom blijven van het Rijksvastgoedbedrijf. De huurverplichting voor de huidige gehuurde panden bedraagt 896.000 euro voor 2 jaar, hiervan heeft 472.000 euro een looptijd korter dan 1 jaar.

De Stichting heeft met de Gemeente Arnhem een erfpachtcanon vastgelegd voor een periode van 30 jaar inzake de bezoekersparkeerplaats aan de Hoeferlaan 4. De Stichting heeft elke 10 jaar de mogelijkheid om de erfpachtcanon op te zeggen. De totale verplichting bedraagt 1.512.000 euro. Hiervan is de jaarlijkse huurverplichting 63.000 euro, 252.000 euro ziet toe op de periode 2-5 jaar en 1.197.000 euro > 5 jaar.

Ook heeft de Stichting een huurcontract afgesloten met Canon Business Center voor de huur van All -inn printers. De huurverplichting voor de gehuurde printers voor de periode 2022-2024 bedraagt 67 000 euro, waarvan 36 000 euro < 1 jaar en 31 000 euro > 1 jaar.

Als laatste is een Facilitaire dienstverleningsovereenkomst met betrekking tot de exploitatie van het Collectie Centrum Nederland afgesloten met het Stichting het Rijksmuseum. De overeenkomst loopt tot en met 31 december 2050 en de kosten bedragen 1.570.000 euro per jaar. De totale verplichting bedraagt 42.670.000 euro, waarvan 6.310.000 in de periode 2-5 jaar en 34.790.000 euro > 5 jaar.

Lease contracten

De Stichting heeft vijf leasecontracten aangaande vijf leaseauto’s. De leaseverplichting voor de auto’s voor de periode 2022-2025 bedraagt 79.000 euro, waarvan 43.000 euro < 1 jaar en 36.000 euro > 1 jaar.

Investeringsverplichtingen

Ultimo 2022 heeft de Stichting voor een totaal van 914.000 euro aan investeringsverplichtingen De openstaande verplichtingen voor De Bosrand, inclusief de PéGé-woningen, betreft in totaal 858.000 euro. Deze verplichtingen zullen naar verwachting volledig in het komende boekjaar worden voldaan.

Verplichting voor Vennootschapsbelasting

Op 28 november 2019 heeft de Belastingdienst schriftelijk bevestigd dat ze het standpunt van het museum delen en dat de Stichting het Nederlands Openluchtmuseum per 1 januari 2016 niet belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting. De Stichting ontvangt daarom geen aangiftebiljet.

De Belastingdienst gaat er op basis van de door het museum gepresenteerde feiten en omstandigheden vanuit dat de Stichting het Nederlands Openluchtmuseum met haar activiteiten niet voldoet aan de voorwaarde van een winstoogmerk. Daarnaast is de Belastingdienst van mening dat er niet wordt voldaan aan artikel 4 Wet Vpb 1969. De Stichting het Nederlands Openluchtmuseum drijft daarom geen onderneming in de zin van artikel 2, lid 1, onderdeel e, Wet Vpb 1969.

Bij gelijkblijvende feiten en omstandigheden is er ook voor de jaren 2017 e.v. geen sprake van belastingplicht. De Stichting draagt hierbij jaarlijks zelf de verantwoordelijkheid om te verzoeken om een aangiftebiljet , wanneer de feiten en omstandigheden aanleiding geven tot een andere conclusie.