

Bestuurs- en activiteitenverslag
N e d e r l a n ds Op e n l u c ht mu s e um 201 8
Algemeen
Geschiedenis dichterbij brengen dan ooit. Dat is de doelstelling van het Openluchtmuseum. Het museum verheldert de wisselwerking tussen de algemene geschiedenis en die van het dagelijks leven, binnen en buiten het museumpark, fysiek en online. De combinatie van geschiedenis, dagelijks leven en landschap geeft het museum zijn eigen en onderscheidend karakter.
Het Nederlands Openluchtmuseum speelt een wezenlijke rol in onze samenleving. De collectie is relevant voor de duiding van de diversiteit, de presentatie verbindt generaties. Het museum koppelt heden aan het verleden, biedt de Nederlander inzicht in de dynamiek van het alledaags bestaan en draagt bij aan de ontwikkeling van een stabiele, sociale en creatieve gemeenschap. Wie zich in zijn verleden verdiept, leert zichzelf beter kennen. Dat is de overtuiging van de medewerkers van het museum.
Het Openluchtmuseum is een stichting met als basis het Raad-van-Toezichtmodel. De directeur is de bestuurder van de stichting. Organisatorisch bestaat het museum uit drie (lijn)sectoren en vijf stafafdelingen. De personele bezetting telt gemiddeld in 2018 328 medewerkers, in totaal gemiddeld 238 fte. Daarnaast zijn er gemiddeld 349 vrijwilligers actief in het museum.
De heer dr. W. Bijleveld was directeur tot en met 31 mei 2018. Hij is per 1 juni 2018 opgevolgd door de heer mr. B. Eenkhoorn. Voor de samenstelling van de Raad van Toezicht en zijn belangrijkste activiteiten wordt verwezen naar het Bericht van de Raad van Toezicht en het Profiel van de leden van de Raad van Toezicht. Het museum onderschrijft de Code Culturele Diversiteit. In het hoofdstuk maatschappelijke waarde wordt dit nader toegelicht. Een toelichting op de Governance Code Cultuur is te vinden in het hoofdstuk verantwoording.
Zoals 2017 in het teken stond van de opening van de Canon van Nederland, zo was 2018 het jaar van het stabiliseren van de organisatie en haar activiteiten na het openen van de Canon. Een noodzakelijke reorganisatie per april 2018 en een directiewisseling betekenden een heroriëntatie op de kernactiviteiten. Tempo en planning van het masterplan 2016-2025, kwalitatief onderbouwen van de activiteiten en prioritering in lopende projecten vormden belangrijke ingrediënten van deze heroriëntatie. Het Openluchtmuseum mocht dit jaar ruim 550.000 bezoekers ontvangen.
Het jaar 2018 vormde het tweede jaar in de cultuurplanperiode 2017-2020. Het activiteitenplan op grond waarvan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) subsidie verleent, kent vier hoofdstukken. Dit zijn tevens belangrijke elementen in het beleid van het museum: kwaliteit, educatie en participatie, maatschappelijke waarde en ondernemerschap. De resultaatafspraken met het ministerie van OCW zijn voornamelijk kwalitatief van aard. Daarnaast zijn er twee kwantitatieve resultaatafspraken:
• de integrale publieksbenadering leidt tot een stijging van het aantal bezoekers naar 630.000 in 2020
• het aantal school-gebonden educatieve activiteiten bedraagt 27 in 2020.
De vergoedingen op grond van de Erfgoedwet zijn toegekend voor collectiebeheer en huisvesting en worden hieraan onverkort besteed.
In september 2017 openden we de nieuwe expositie De Canon van Nederland. Na ruim een jaar konden we stellen dat deze expositie voor de doelgroep onderwijs aan de verwachtingen voldoet. Tijdens het eerste jaar zijn de educatieve producten doorontwikkeld. Met de komst van de Canon is het Openluchtmuseum ook veranderd. Het is niet meer alleen het museum van het dagelijks leven, de Canontentoonstelling bevat de 50 vensters van onze algemene vaderlandse geschiedenis. De beide verhaallijnen op elkaar laten aansluiten is een belangrijk onderdeel van de eerste vernieuwing geweest. Zo is op diverse plaatsen in het park de relatie tussen de ‘kleine’ en ’grote’ geschiedenis gelegd en ook in de educatieve programmering opgenomen. De bezoeker ervaart de Nederlandse geschiedenis in al haar facetten: van het leven van alledag tot grote historische gebeurtenissen. De koppeling tussen heden en verleden speelt daarbij een belangrijke rol.
Stakeholders en vrienden
De museumkaart is sinds 1 juli niet meer gekoppeld aan het lidmaatschap van de Vereniging Vrienden Nederlands Openluchtmuseum. Onze vriendenvereniging was nog de enige vereniging met zo’n koppeling, en het werd in toenemende mate complex om de gegevensbestanden van museumkaart en vereniging aan elkaar te koppelen. De museumvereniging heeft aangedrongen op ontkoppeling. Voor 2019 zal een nieuw vriendenbeleid opgesteld worden.
Exploitatieresultaat
Het exploitatieresultaat over 2018 is EUR 1.134.854 voor onttrekking en dotatie aan bestemmingsfondsen en –reserves. De mutaties van de bestemmingsfondsen bedragen per saldo EUR 56.532. Daardoor is het resultaat voor resultaatbestemming EUR 1.078.322. Met de toepassing van de nieuwe regels voor toerekening van het resultaat bedraagt de dotatie aan het bestemmingsfonds OCW 2017-2020 EUR 357.444. Het restant van EUR 720.878 wordt gedoteerd aan de Algemene reserve.
Het exploitatieresultaat over 2018 is inclusief de eenmalige en niet -begrote financiële meevaller van EUR 1.245.000. Dit betreft de nalatenschap van een particulier. Zonder deze nalatenschap bedraagt het resultaat EUR 166.678 negatief en is daarmee EUR 838.308 minder negatief dan begroot.
De inkomsten zijn te verdelen in eigen inkomsten en een aandeel OCW. Het Nederlands Openluchtmuseum heeft 57,1% eigen inkomsten weten te genereren ten opzichte van 42,9% subsidie.
Financiële positie
Reorganisatie
In oktober 2017 werd duidelijk dat de organisatie moest bezuinigen. Zonder een reorganisatie was de bezuinigingsdoelstelling van EUR 1,5 miljoen niet haalbaar. Het reorganisatieplan, sociaal plan en overleg met de OR werden opgestart en leidden tot een adviesaanvraag voor de reorganisatie in maart 2018. Het reorganisatieplan werd vervat in 29 voo rgenomen besluiten. Eind april was het overleg met de OR afgerond en per 30 april hebben 34 medewerkers te horen gekregen dat hun functie vervallen was. Gesprekken met deze medewerkers leidden tot
herplaatsing op een andere functie of boventallig-verklaring met een vaststellingsovereenkomst.
Uiteindelijk hebben we van 21 medewerkers (17,6 fte) afscheid moeten nemen
De afdeling tram-publiek is in afwijking van het reorganisatieplan aan de sector Commercie toegevoegd, onder verantwoordelijkheid van de teamleider Entree. Het zijn beide publieksdiensten, waarbij gastvrijheid de boventoon moet voeren. De synergie tussen deze afdelingen leidt tot verbetering op dit belangrijke punt.
De reorganisatiekosten verantwoord in 2018 bedragen EUR 1.520.306. De structur ele bezuinigingen op personele lasten bedragen ongeveer EUR 775.000.
Nalatenschap
In het jaar 2018 viel het Nederlands Openluchtmuseum een grote nalatenschap ten deel. Al enige jaren was er contact met de betrokkene, die in 2018 overleed en naast een indrukwekkende verzameling van onder meer zilverwerk, het museum ook een huis en een aanzienlijk bedrag in contanten naliet.
Financiële positie en ratio's
(Vlottende activa - Voorraden / Kortlopende schulden)
(Eigen vermogen / Totaal vermogen)
(Eigen vermogen / Totale baten)
Continuïteit
De realisatie van de Canon van Nederland in 2017 heeft een forse impact gehad op de exploitatie van het Nederlands Openluchtmuseum in 2018, zowel organisatorisch als financieel. Met de komst van de Canon van Nederland, het Canon Netwerk, Entoen.nu en de Maand van de
het Nederlands Openluchtmuseum inmiddels een prominente rol in
Nederland. Voor de Canon is door het ministerie van OCW een aanvullende subsidie toegekend. De overige bovenstaande activiteiten zijn uit de exploitatie van het Nederlands Openluchtmuseum gefinancierd. Eind 2018 hebben wij een projectsubsidie van OCW ontvangen van EUR 81.426 voor onderzoek en evaluatie van de Canon van Nederland. Deze activiteiten moeten zijn verricht voor 31 december 2019.
De opening van de Canon heeft niet geleid tot hogere bezoekersa antallen. Het is een verbreding van de activiteiten van het museum. We hebben nu naast het buiten -museum ook een binnenmuseum. Dit betekent dat er vooral buiten de hoogseizoenen kansen voor verdere groei liggen. De Canon van Nederland is voor EUR 10 miljo en gefinancierd door het ministerie van Financiën via schatkistbankieren. Het ministerie van OCW staat garant voor deze lening. De aflossing vindt lineair plaats in tien jaarlijkse termijnen. In 2018 is er voor het eerst EUR 1 miljoen afgelost en rente over de lening betaald. Met de extra ontvangen subsidie van EUR 2 miljoen voor de Canon van het OCW moet het Nederlands Openluchtmuseum in staat zijn om de Canon te exploiteren voor EUR 1 miljoen en de lening jaarlijks met EUR 1 miljoen af te lossen. Dit betekent dat we in 2018, zonder de begrote EUR 1 miljoen voor reorganisatiekosten en de eenmalige niet -begrote ontvangen nalatenschap, een positief exploitatieresultaat van EUR 0,5 miljoen hadden moeten realiseren. Dit is in 2018 niet gelukt en de begroting van 2019 is, ondanks de reorganisatie in 2018, kostendekkend.
De liquiditeiten bedragen per ultimo 2018 ruim EUR 5 miljoen. Deze liquiditeiten zijn grotendeels bestemd voor bestemmingsfondsen en vooruitontvangen bedragen, en geoormerkt voor activiteiten/onderhanden projecten en voor toekomstig onderhoud en vervangingsinvesteringen voor de Rijksvastgoedgebouwen conform het meerjarenonderhoudsplan. Dit betekent dat de “vrij beschikbare” liquiditeiten voor de exploitatie van het museum, het doen van (vervangings)investeringen en de aflossing van de lening op de middellange termijn beperkter zijn dan het huidige saldo van ruim EUR 5 miljoen. Het Nederlands Openluchtmuseum is zich bewust van deze situatie en liquiditeitsmanagement heeft daarom ook de volle aanda cht.
Risico’s en onzekerheden
Voor de subsidieperiode 2017-2020 staan de subsidiebijdragen van het ministerie vast, met uitzondering van de prijs- en loonbijstelling. Het museum heeft zelf invloed om de stijgende lijn met eigen inkomsten vast te houden dan wel te vergroten, de kosten te verlagen en (vervangings)investeringen wel of niet te realiseren. Het Nederlands Openluchtmuseum zal zich in 2019 organisatorisch en financieel moeten voorbereiden op de toekomst en op de nieuwe subsidieperiode 2021-2024.
De stichting is met terugwerkende kracht tot 1 januari 2014 mogelijk belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. In 2017 hebben we samen met de belastingadviseur van het museum overleg gevoerd en een brief naar de belastingdienst verstuurd, waarin het standpunt van belastingplicht wordt bestreden. Hierop is formeel nog niet door de belastingdienst gereageerd. Er is in mei 2019 een afspraak gepland met de belastingdienst. Gezien de resultaten van het museum over de periode 2014 tot en met 2018 z ullen de financiële consequenties van een eventuele belastingplicht met terugwerkende kracht minimaal zijn.
Het beheer van de huisvesting en van de cultuurgoederen in het kader van de Erfgoedwet brengt risico’s en onzekerheden met zich mee. Brand en sto rm vormen de belangrijkste risico’s voor de gebouwen. Voor beide is een verzekering afgesloten.
Voor collectiebeheer ontvangt het museum te weinig financiële middelen. Het museum besteedt structureel meer dan de desbetreffende subsidie toelaat. Deze discrepantie is bij het ministerie van OCW aangekaart, maar kan pas in de cultuurplanperiode 2021 -2024 gecorrigeerd worden.
Diversiteit
Het Nederlands Openluchtmuseum onderschrijft de Code Culturele Diversiteit. Het wil er zijn voor alle Nederlanders en een afspiegeling zijn van de samenleving. Omdat de samenstelling van de maatschappij en van de bezoekers blijft veranderen, is het belangrijk dat het museum zich niet alleen bewust is van deze verandering, maar er met zijn personeel, programmering en partners op inspeelt. Ook is het belangrijk dat het museum beleid ontwikkelt om een betere afspiegeling van de samenleving te zijn, een betere afspiegeling van de maatschappij te ontvangen, en beter in staat te zijn om de dialoog aan te gaan met publieksgroepen die nu minder vaak naar het museum komen. In deze en de volgende subsidieperiode krijgt diversiteit nadrukkelijk aandacht en wordt het structureel aangepakt. Dit gebeurt op basis van de vier pijlers van de Code Culturele Diversiteit. Dat betekent:
Personeel
Medewerkers zijn in staat te verbinden, om hun verschillende perspectieven te gebruiken en in de praktijk te brengen. Leidinggevenden zijn in staat dit proces te faciliteren.
Publiek
Het publiek herkent zich in de collectie, tentoonstellingen en programma ’s en wordt geïnspireerd door de creatieve en innovatieve kracht.
Programma
Via collectie, tentoonstellingen en programma’s brengt het museum een verbinding tot stand met een zo breed mogelijk publiek.
Partners
Het museum beschikt over partners die de missie van het museum op het gebied van inclusiviteit omarmen en de opbrengst versterken.
Governance Code Cultuur
Het Nederlands Openluchtmuseum onderschrijft de negen principes van de Governance Code Cultuur en past ze toe. Waar dit niet het geval is, wordt hierop een toelichting gegeven in het Verslag van de directie of het Bericht van de Raad van Toezicht
Directie
Bij de pensionering van de heer dr. W. Bijleveld en de werving van een nieuwe directeurbestuurder heeft de Raad van Toezicht besloten het éénhoofdig directeur-/bestuurderschap te handhaven.
Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht geeft in zijn Bericht van de Raad van Toezicht inzicht in de wijze waarop er in 2018 uitvoering is gegeven aan de taken. Voor de samenstelling van de Raad van
Toezicht wordt verwezen naar de paragraaf Samenstelling van de Raad van Toezicht. Daarin is ook informatie beschikbaar over relevante (neven)functies van de leden, het rooster van aftreden en de Profielschets van de leden van de Raad van Toezicht.
Beloningsbeleid
Het Nederlands Openluchtmuseum valt onder de Wet normering topinkomens (WNT). In de jaarrekening zijn de gegevens vermeld die op grond van de WNT moeten worden gerapporteerd.
De leden van de Raad van Toezicht ontvangen geen bezoldiging voor het lidmaatschap. Kosten die voor het uitoefenen van de functie zijn gemaakt, kunnen op declaratiebasis worden vergoed.
Toepassing Governance Code Cultuur (hierna de Code)
Principe 1: Het bestuur is verantwoordelijk voor het in acht nemen van de Code.
• Het Nederlands Openluchtmuseum is bekend met de Code.
• De manier waarop het Nederlands Openluchtmuseum de principes toepast, sluit aan bij de doelstelling, aard en omvang van de organisatie. De Code is besproken in een vergadering van de Raad van Toezicht en directie. Wanneer het Nederlands Openluchtmuseum afwijkt van een principe of praktijkaanbeveling, wordt dit in het jaarverslag gemeld.
• In het jaarverslag wordt gemeld dat het Nederlands Openluchtmuseum de Code toepasten worden eventuele wijzigingen op het gebied van de governance gemeld.
• De jaarverslagen met de informatie over de toepassing van de Code staan op de website.
Principe 2: Het bestuur kiest het besturingsmodel van de organisatie bewust.
• Bij de verzelfstandiging van de rijks-gesubsidieerde musea begin negentiger jaren van de vorige eeuw is zorgvuldig onderzocht welk besturingsmodel het beste zou passen bij de verzelfstandigde musea.
• Het Nederlands Openluchtmuseum is bij zijn verzelfstandiging in 1991 ondergebracht in een Stichting met een Raad-van-Toezichtmodel. De directie vormt het bestuur van de Stichting, de directeur is statutair bestuurder. Sindsdien is – onder meer bij wijzigingen van de statuten – diverse malen stilgestaan bij de vraag of dit besturingsmodel nog steeds het beste en meest passende was. Het antwoord was steeds bevestigend.
• De statuten waren op het moment van publicatie van de Code (2014) in lijn met de Code en hoefden daarom niet te worden gewijzigd. De Reglementen van de Raad van Toezicht en de Directie zijn getoetst aan de Code en waar nodig aangepast.
• Waar relevant wordt expliciet vermeld dat de directie het bestuur van de Stichting Nederlands Openluchtmuseum is.
Principe 3: Het bestuur is verantwoordelijk voor de organisatie. Het bestuur is in- en extern duidelijk over de taken, bevoegdheden en werkwijze.
• Het Directiereglement is aangepast aan de Governance Code Cultuur, zodat het voldoet aan de aanbevelingen van de Code.
• Het Nederlands Openluchtmuseum hanteert een risicomatrix die periodiek wordt geactualiseerd en besproken met de Financiële Commissie en de Raad van Toezicht. In de jaarrekening wordt verslag gedaan van het systeem van risicobeheersing en controle.
• De directie vergadert in principe maandelijks aan de hand van een agenda. Van deze vergaderingen worden verslagen gemaakt. Nieuws uit de vergaderingen wordt intern gepubliceerd via een dagblad en gedeeld met de OR.
• De directeur is de bestuurder die het overleg met de Ondernemingsraad voert. Er is in principe iedere zes weken een Overlegvergadering met de Ondernemingsraad. Wanneer daartoe aanleiding is, wordt tussentijds overlegd.
• Medewerkers kunnen onregelmatigheden melden. Voor 2019 zal in overleg met de OR een klokkenluidersregeling worden opgesteld.
• De directie vergadert in principe viermaal per jaar met de Raad van Toezicht. Wanneer daartoe aanleiding is, wordt vaker vergaderd. De afspraken over inhoud, frequentie en informatievoorziening van de Raad van Toezicht zijn vastgelegd in het Directiereglement en het
Reglement Raad van Toezicht.
Principe 4: De Raad van Toezicht stelt rechtspositie en bezoldiging van het bestuur zorgvuldig vast en is hierover zo open mogelijk.
• Het Nederlands Openluchtmuseum valt onder de Wet normering topinkomens (WNT)en meldt de beloningsinformatie van de bestuurders in het jaarverslag.
• De Raad van Toezicht houdt bij het vaststellen en aanpassen van de bezoldiging rekening met de maximumbeloning conform de WNT.
Principe 5: De Raad van Toezicht legt zijn taken, verantwoordelijkheden en werkwijze vast en handelt daarnaar.
• De Raad van Toezicht heeft een Reglement waarin de taken, verantwoordelijkheden en werkwijze zijn vastgelegd.
• In het jaarverslag wordt een Bericht van de Raad van Toezicht opgenomen waarin de Raad van Toezicht rapporteert hoe hij invulling heeft gegeven aan zijn taken en verantwoordelijkheden.
• De Raad van Toezicht vergadert minimaal viermaal per jaar met de directie. Wanneer daartoe aanleiding is, wordt vaker vergaderd.
• Er is buiten de vergaderingen frequent contact tussen de Raad van Toezicht en de directeur. De Raad van Toezicht hecht er ook aan om een goed contact te onderhouden met de organisatie. In principe woont een lid van de Raad van Toezicht jaarlijks twee Overlegvergaderingen met de Ondernemingsraad bij. Binnen de Raad van Toezicht is één lid aangewezen om te fungeren als aanspreekpunt voor de Ondernemingsraad.
• De voorzitter van de Raad van Toezicht voert jaarlijks een gesprek met de directeur over zijn functioneren.
• De Raad van Toezicht heeft een Financiële Commissie. De Financiële Commissie heeft tot taak de besluitvorming van de Raad van Toezicht ten aanzien van (het toezicht op) het financiële beleid voor te bereiden.
Principe 6: De Raad van Toezicht is verantwoordelijk voor zijn samenstelling: hij waarborgt deskundigheid, diversiteit en onafhankelijkheid.
• De Raad van Toezicht bestaat uit minimaal vijf en maximaal negen leden.
• In de Profielschets heeft de Raad van Toezicht beschreven welke eisen worden gesteld aan de samenstelling van de Raad, zodat hij zijn werk naar behoren kan doen en voldoet aan de eisen van de Code. Er worden algemene eisen gesteld waaraan alle leden moeten voldoen. Daarnaast worden aan de individuele leden specifieke eisen gesteld over kennis en deskundigheid. De Profielschets wordt opgenomen in het jaarverslag.
• Herbenoeming van leden is geen automatisme. Bij iedere herbenoeming wordt een afweging gemaakt, mede op basis van de Profielschets
• Vacatures worden in principe bekendgemaakt, tenzij anders wordt besloten. In die sit uatie wordt dit toegelicht in het Bericht van de Raad van Toezicht.
• De – statutair vastgelegde – maximale zittingstermijn van de leden van de Raad van Toezicht is acht jaar. Het rooster van aftreden wordt opgenomen in het jaarverslag.
Educatieve activiteiten
Bredere borging van Educatie in het museum
Bij de ontwikkeling van educatieve programma’s zijn de presentaties en de verhalen van het museum altijd het vertrekpunt. In de programma’s wordt telkens op een andere manier en voor een andere doelgroep een verdieping aangebracht en een vertaalslag gemaakt om het verhaal goed te kunnen vertellen, en de visie (‘Wie zich in het verleden verdiept, leert zichzelf beter kennen’) steeds weer te kunnen uitdragen. Om het belang van educatie bij alle medewerkers en publiek kracht bij te zetten, wordt bij de ontwikkeling van nieuwe school- en familieprogrammering een steeds bredere groep medewerkers betrokken. Ook bieden we de I Ask training voor een grotere groep publieksmedewerkers aan. Op deze manier worden niet alleen museumdocenten, maar ook andere publieksmedewerkers vertrouwd met en ervaren in het omgaan met scholieren. Hierdoor ontstaan mooie contacten en uitwisselingen. De afdeling educatie is bovendien altijd betrokken bij de conceptontwikkeling van publieksgerichte activiteiten en producten.
Canon-gerelateerde onderwijsprogramma’s
De populariteit van de Canonschoolprogramma’s is groot. Het Canonprogramma voor het basisonderwijs (BO) is van alle programma’s voor het basisonderwijs het afgelopen jaar het meest geboekt. Het Canonprogramma voor het voortgezet onderwijs (VO) is in het eerste seizoen bijna evenveel geboekt als de andere programma’s. In aantallen groeiden de schoolboekingen echter niet. Nader onderzoek in 2019 zal moeten uitwijzen of de nieuwe Canonprogramma’s een kannibaliserend effect hebben op de al langer bestaande programma’s.
In aansluiting op de opening van de Canon-expositie eind 2017, is in 2018 een Canonprogramma voor de basisschoolgroepen 7 en 8, en een programma voor de VO -klassen 1 en 2 havo/vwo ontwikkeld en uitgevoerd.
Het eerste programma is inmiddels geëvalueerd en heeft van de docenten als waardering een 8,8 gekregen. De nieuwe Canonprogramma’s zijn, evenals eerdere programma’s, vakoverstijgend en sluiten aan bij verschillende leergebieden én bij het aanleren van sociale en persoonlijke vaardigheden.
Een programma voor VMBO-klassen 1 en 2 en een programma voor groep 5 en 6 van het basisonderwijs zijn in ontwikkeling en worden vanaf 1 april 2019 aangeboden. Uit de eerste pilots met VMBO-groepen komt uit de evaluatie een score van 8,7.
Ook aan leerlingen zonder begeleiding en (groot)ouders met kinderen die een bezoek brengen aan de Canon, is gedacht. Voor hen is ‘Zigzag door de tijd’ ontwikkeld, een hand-out met verdiepende meerwaarde, uitgevoerd in drie niveaus. Behalve een ‘gids’ voor het Canonbezoek is het ook een mooie overzichtstool om in de klas op te hangen en te gebruiken.
Bij de ontwikkeling van de educatieve Canonprogramma’s wordt nauw samengewerkt met twee klankbordgroepen, bestaande uit docenten uit het BO en het VO.
Online aanwezigheid
In juni 2018 is de website onderwijs.openluchtmuseum.nl gelanceerd. Op deze site staan lessen over geschiedenis en over de Canon, die ook geschikt zijn voor het digibord in de klas. Uitgangspunt is dat de lessen zowel hart, hoofd als handen aanspreken en dat de docent direct met de klas aan de slag kan. In de loop van 2019 wordt het aantal lessen uitgebreid. Ook zal er een evaluatie onder de gebruikers plaatsvinden. Een laagdrempelige en praktische manier om als museum de Canon nogmaals onder de aandacht te brengen en docenten te ondersteunen bij het geven van aansprekend geschiedenisonderwijs.
Lespakketten digitaal
Alle educatieve programma’s die in deze beleidsperiode voor scholen zijn ontwikkeld, kunnen op school met een les op het digibord worden voorbereid. Van alle andere programma’s zijn de lespakketten ook digitaal beschikbaar en kunnen ze - ook zonder een bezoek aan het museumworden gedownload en gebruikt in de klas.
Entoen.nu
De bezoekcijfers van www.entoen.nu zijn in 2018 met ruim 10% gegroeid ten opzichte van 2017. In totaal verzorgde de website bijna 1,2 miljoen bezoeksessies voor 830.000 unieke bezoekers. De groei is vooral geboekt in de maanden na de zomervakantie. De bezoekcurves laten duidelijk zien dat zo’n twee derde van het bezoek tijdens schooluren plaatsvindt: in de weekenden en vakanties zakt het bezoek grotendeels weg, en zelfs de regionale vakantiespreiding is probleemloos terug te lezen (zoals in de herfstvakantie).
De top-12 van best bezochte Canonvensters in 2018:
Venster
VOC
Tweede Wereldoorlog
Willem van Oranje
Slavernij
Hunebedden
Romeinse Limes
Karel de Grote
Eerste Wereldoorlog
Hebban olla vogala
Anne Frank
Aletta Jacobs
Opvallend is dat de VOC de Tweede Wereldoorlog – die de lijst jarenlang heeft aangevoerd – van de eerste plaats heeft verdreven. Op enkele uitschieters na is de aandachtsverdeling per venster redelijk vergelijkbaar met de situatie sinds 2013. Het totale vensterbezoek is sindsdien met 36% gestegen.
Speeltuin
In 2018 is begonnen met de verbouwing van de speeltuin. De speeltuin krijgt een natuurlijke uitstraling en waar mogelijk worden de speeltoestellen aangepast om zo goed mogelijk bij het museum aan te sluiten. Ook de ambachten zijn er terug te vinden. De nieuwe en grotere speeltuin zal voor de opening van het zomerseizoen in 2019 gereed zijn.
Samenwerking
Enkele samenwerkingspartners/-verbanden:
• Pr8cht Programma. Een gezamenlijk cultuur- en kunstaanbod met Arnhemse partners (musea en andere culturele organisaties) voor basisscholen in de gemeente Arnhem en omstreken. Met elke drie maanden samenkomst en bespreking van aanbod en eventuele uitbreidingen, zoals de aanvraag voor Age Friendly Cultural city.
• Feest , weet wat je viert. Landelijk project met verschillende museale partners, onder leiding van het Museum Catharijne Convent. De partners wisselen kennis en expertise uit en ondersteunen elkaar met nieuwe presentaties rondom feest. Verder bestaat er vanuit dit samenwerkingsverband een training voor alle museumdocenten, I Ask, Deze training is gericht op het goed kunnen inspelen op de bezoekers en zodoende optimaal het verhaal /de boodschap kunnen overbrengen.
• Museum Jeugd Universiteit. Samen met vier andere Arnhemse musea verzorgen wij jaarlijks colleges. De thema’s worden in overleg bepaald en de organisatie wordt gezamenlijk opgepakt. In 2018 is tijdvak één van de Canon in een uitverkochte collegezaal behandeld.
• Jaarlijks ontvangen wij tientallen medewerkers van educatieve afdelingen van collegamusea die graag kennis willen nemen van onze nieuwe educatieve programma’s en
benieuwd zijn hoe wij deze ontwikkeld hebben en uitvoeren. Ook worden we met regelmaat gevraagd onze expertise in te zetten bij ontwikkelingen in andere musea.
Internationale uitwisseling - LLOAM
In oktober 2018 was de afdeling Educatie van het Nederlands Openluchtmuseum de gastheer van het tweejaarlijkse LLoam-congres (Life long learning in open air museums), met ditmaal als thema Big History versus small history. Dertig educatie/presentatiecollega’s van Europese openluchtmusea uit twaalf verschillende landen kwamen voor drie dagen naar het congres. De nieuwe Canonpresentatie van het Nederlands Openluchtmuseum was dé manier om te laten zien hoe de grote geschiedenis gecombineerd wordt met de dagelijkse geschiedenis van gewone mensen. Ook dankzij presentaties van de andere deelnemers was het een geslaagde uitwisseling van kennis en ervaring. Openluchtmusea zijn toch een ‘slag apart’ en het is zeer inspirerend om van elkaar te leren.
Ondernemerschap
Algemeen
Het begrip cultureel ondernemerschap staat ook bij het Nederlands Openluchtmuseum op het netvlies. Met behoud van de identiteit van het museum en haar kernwaarden, is er ook focus op een effectieve bedrijfsvoering. Dit betekent onder meer een actieve marktbewerking en aandacht voor de commerciële diensten.
De publieksinkomsten bedroegen in 2018 40,2% van de totale inkomsten, terwijl dit in 2017 38,2% was. Ook nam het rendement op de commerciële activiteiten toe.
Marketing & Communicatie
De organisatie van deze afdeling is fors gewijzigd. De eindverantwoordelijkheid ligt sinds begin van het jaar bij de sectormanager Commerciële zaken. Het online-marketingteam is uitgebreid en de gevoerde campagnes zijn meer gericht op een landelijke dekking, met een duidelijke nadruk op de museale beleving. Er is, zowel in de zomer- als winterperiode, gekozen voor het inzetten van online-campagnes en radiocommercials. Ook is er stevig ingezet op content marketing, waarbij gebruik is gemaakt van video’s.
Free publicity
Ook in 2018 is het Nederlands Openluchtmuseum weer volop in persberichten verschenen. De mediawaarde van de persberichten (print en on-line) bedroeg afgerond EUR 7,5 miljoen en de berichten hebben in totaal circa 377 miljoen lezers bereikt. Ervaring leert dat in het vierde kwartaal (winterperiode) de meeste nieuwsberichten verschijnen. De mediawaarde en het bereik zijn dan het hoogste. De media-aandacht vertoont een aantal opvallende pieken. Veel van die pieken hebben te maken met immaterieel erfgoed.
Publieksdiensten
In 2018 heeft het museum ruim 550.000 bezoekers ontvangen, waarvan 82% dagbezoekers en 11% groepsbezoekers. Daarnaast ontvingen we circa 40.000 leerlingen uit het basis - en voortgezet onderwijs. Vooral het aantal groepsbezoekers heeft een forse groei doorgemaakt. Dit is een duidelijk gevolg van meer commerciële aandacht voor deze doelgroep.
Aandacht voor onze bezoeker staat hoog in het vaandel. Onze bezoekers waarderen onze gastvrijheid bijzonder hoog. Dit blijkt onder meer uit de MPS-scores.
Uit een eind 2017 gehouden evaluatie van enkele (grootschalige) coproducties bleek het om verlieslatende activiteiten te gaan, die een fors beslag leggen op de organisatie en te weinig verband houden met de functie als museum. Zo is het festival met AMZAF in 2018 voor het laatst georganiseerd en is bij Beleef Landleven gekozen voor een kleinschaligere aanpak met meer focus op de inhoud en minder op de massa.
Retail
Onze bezoekers ‘snuffelen’ graag door de museumwinkel, op zoek naar een moo ie herinnering of leuk cadeau. De museumproducten, zoals het bier uit de eigen brouwerij, worden het meest gewaardeerd. In dit jaar hebben we ook de samenwerking gezocht met het immaterieel erfgoed, wat resulteerde in leuke combinaties, zoals het museumbier in handgeschilderde kruiken.
Ook de bakkerij met de takkenbosoven is als retail- en presentatieruimte erg in trek. Het bakkerswinkeltje wordt druk bezocht en de producten gaan als ’zoete broodjes’ over de toonbank. De gemiddelde retailbesteding per bezoeker is in 2018 met 16% gestegen ten opzichte van het voorgaande jaar.
Horeca
De omzet van de daghoreca heeft in 2018 een lichte stijging laten zien van 2,5% ten opzichte van 2017. De gemiddelde besteding is wel iets achtergebleven bij de verwachting. Ee n belangrijke oorzaak is de personele bezetting. In de horecasector is sprake van een structureel tekort aan medewerkers en dit heeft ook ons parten gespeeld.
Sales & Events
De programmering van groepen en evenementen moet zoveel mogelijk aansluiten bij de activiteiten/programmering en faciliteiten van het museum. Dit nieuwe beleid heeft een tweeledig doel: minder impact op de reguliere activiteiten en verhoging van het rendement. De banquetactiviteiten hebben een omzetstijging laten zien van circa 40% t en opzichte van 2017, waardoor de omzet op ruim EUR 2,2 miljoen is uitgekomen. Met name de zakelijke markt weet ons beter te vinden. Dit is te danken aan een verbetering van het productaanbod en een actief salesbeleid. Om deze markt ook in de toekomst een goede plek binnen het museum te kunnen bieden, zijn we in 2018 gestart met de realisatie van een nieuwe groepenlocatie ‘Loods Goes’.
Strategie bij tegenvallende inkomsten
Het Nederlands Openluchtmuseum is een onderneming waar we met seizoensinvloeden te maken hebben. Dit betreft vooral de publieksinkomsten. Door de vele buitenactiviteiten zijn we sterk afhankelijk van het weer. Met name de publieksinkomsten zijn daardoor va riabel. Om dit op te vangen werken wij met een flexibele inzet van seizoen medewerkers, zodat wij de fluctuaties van bezoekersaantallen kunnen opvangen en tijdig kunnen op- en afschalen.
Per kwartaal beoordelen we de ontvangen publieksinkomsten en stellen een prognose op voor het boekjaar. Op basis van deze uitkomsten, sturen we tussentijds bij en kunnen toekomstige uitgaven en investeringen goedgekeurd, dan wel uitgesteld worden.
Development
Voor de fondsenwervende activiteiten van Development verwijzen wij naar de tekstuele toelichting in bijlage 2 CBF. Het CBF houdt toezicht op Erkende Goede Doelen, zoals het Nederlands Openluchtmuseum
Investeringsproject ‘Loods Goes’
De voormalige landbouwwerktuigenloods Goes, die sinds 1985 in het Openluchtmuseum staat, werd in het begin van de 20e eeuw gebruikt als ‘showroom’ om boeren te overtuigen van het nut van moderne landbouwwerktuigen. Dit gebouw deed bij het museum dienst als opslagruimte voor rijtuigen uit de collectie.
In 2017 is een start gemaakt met de ontwikkeling tot een eigentijdse groepslocatie en in december 2018 is het geheel, met respect voor het historische, opgeleverd. Het museum beschikt nu over een prachtige groepslocatie met een zitcapaciteit tot 250 personen. Deze faciliteit maakt het voor het museum mogelijk om verder te groeien op de groepsmarkt en in het bijzonder de zakelijke bijeenkomsten. De combinatie van commercie in een collectiegebouw en de benodigde infrastructuur maakte de hele verbouwing tot een spannend geheel.
Netwerkprojecten
In oktober 2017 vond de formele start plaats van het Canonnetwerk. Een groeiend, landelijk netwerk van musea, die aspecten van de Canon van Nederland tonen. Het Nederlands Openluchtmuseum is de spil in dit netwerk. Begon het netwerk in 2017 met 12 vers chillende musea die aandacht aan de Canon schenken door hun topstukken van een herkenbaar label te voorzien, ultimo 2018 was dit netwerk uitgegroeid tot 22 musea. Hiermee is de doelstelling voor het aantal deelnemende musea ruimschoots gehaald.
De Maand van de Geschiedenis had in oktober als thema Opstand. Met bijna 400.000 bezoekers aan de activiteiten, ruim 2500 mediamomenten en vier miljoen online -kijkers, lezers en luisteraars heeft de Maand van de Geschiedenis het thema Opstand breed in Nederland verspreid. Daarnaast kende de Maand in 2018 voor het eerst de manifestatie History in Concert, waar alle deelnemers aan het Canonnetwerk zich binnen een culturele manifestatie presenteerden. De teller voor het aantal deelnemende instellingen bij de Maand staat op 200 en daarmee is de doelstelling gehaald.
Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland
Netwerk en Inventaris
Op 31 december 2018 waren er 148 uitingen van immaterieel erfgoed bijgeschreven in de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland, een toename van zestien ten opzichte van 31 december 2017 (132). De meeste bijschrijvingen zijn gerangschikt binnen de domeinen Festiviteiten & Rituelen en Traditioneel Vakmanschap / Ambachten. Dit immaterieel erfgoed kan rekenen op een aanzienlijk draagvlak en trekt veel publiek. De bijschrijvingen betroffen: 1
Aprilviering Brielle, Fierljeppen, Gondelvaart Giethoorn, Houtdorp Rijssen, Midwinterhoornbouwen, Oprechte Dalfser Moptraditie, Pinksterrijden, Schuttersbogenroute Didam, Shanties zingen, Sint Piterfeest in Grou, Snertkoken, Strontweek, Weervisserij, Voorschotense Paardendagen, Sallandse Bottermarkt en Buurtspraak van de buurt Ede en Veldhuizen.
Bovendien waren er op 31 december 2018 113 uitingen van immaterieel erfgoed onderdeel van het Netwerk Immaterieel Erfgoed Nederland die (nog) niet in de Inventaris zijn bijgeschreven.
Dit betekent een toename van negentien ten opzichte van 31 december 2017 (94). In het Netwerk, ínclusief de Inventaris, zijn per 31 december 2018 in totaal dus 261 uitingen van immaterieel erfgoed in Nederland opgenomen.
IE-dagen en provinciale informatiedagen
Op 14 april organiseerde het Kenniscentrum de eerste IE-dag van 2018 in Kasteel Woerden. Thema van deze bijeenkomst, die door 68 deelnemers werd bezocht, was Borgen is delen! De tweede IE-dag vond verspreid over twee locaties plaats. Op 15 september waren er 27 deelnemers in K13 in Velp en op 6 oktober waren er 56 deelnemers in Seinwezen in Haarlem. Trefwoorden voor deze dagen waren ‘Informeren, Inspireren, Inventariseren, Netwerken e n Doorgeven’. De programma’s voor beide IE-dagen werden afgestemd met de klankbordgroep met afvaardigingen uit erfgoedgemeenschappen.
Het Kenniscentrum is in 2018 een samenwerking gestart met provinciale erfgoedhuizen (verenigd in het Overleg Provinciale Erfgoedinstellingen Nederland) voor het beleggen van provinciale informatiedagen in de komende jaren. Belangrijk doel is de uitbreiding van het Netwerk Immaterieel Erfgoed. In 2018 ging het om Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland en de Friese Stichting Erfgoed & Publiek. Op 24 september vond in Zierikzee met 45 deelnemers de Zeeuwse dag plaats. Op 20 oktober vond de Friese dag plaats in Noardburgum met 35 deelnemers.
Sinds 2015 draagt de Provincie Overijssel financieel bij aan de versterking van het immaterieel erfgoed in deze provincie. Uitvoering vindt plaats via het Kenniscentrum. De resultaten uit de periode 2017-2018 werden op 24 november gepresenteerd in Pakhuis met Pit in Deventer.
Kennisagenda 2017-2020
Op 9 november 2018 presenteerde het Kenniscentrum in de Gelderlandfabriek in Culemborg de Kennisagenda 2017-2020, met als titel Immaterieel Erfgoed als proeftuin van een mondialiserende samenleving. Er waren 120 deelnemers. In de Kennisagenda zijn, in samenwerking met een groot aantal partnerorganisaties, vijf onderzoekslijnen uitgewerkt: 1. Controversieel Immaterieel Erfgoed. 2. Immaterieel Erfgoed & Superdiversiteit. 3. Immaterieel Erfgoed & Jongerenculturen. 4. Immaterieel & Materieel Erfgoed. 5. Immaterieel Erfgoed & Toerisme.
Met de Kennisagenda speelt het Kenniscentrum in op actuele vragen die leven bij de erfgoedgemeenschappen. Het Kenniscentrum probeert via elke onderzoekslijn handvatten en kennis te ontwikkelen als antwoord op uitdagingen en vraagstukken uit de praktijk. Daarbij hanteert het Kenniscentrum de methode die internationaal bekend staat als participatory research. Bij deze methode worden de erfgoedgemeenschappen in alle fasen van het onderzoek zoveel mogelijk betrokken. Deze bottom up approach, waaraan de 2003 UNESCO Conventie mede haar kracht ontleent, is ook voor andere erfgoedsectoren die streven naar meer publieksparticipatie, van belang.
In 2019 wil het Kenniscentrum de totstandkoming van de onderzoekslijnen en de methodiek van participatory research delen met erfgoedpartners, te beginnen bij het Nederlands Openluchtmuseum zelf.
AmbachtenLab
Hoog genoteerd in het Werkplan 2018 van het Kenniscentrum stond de ontwikkeling van het AmbachtenLab. Hierin werken ambachtsmensen, vormgevers en studenten gedurende vijf tot acht wekelijkse ontmoetingen samen in een kleinschalig workshop-denktankmodel aan innovatie van een ambacht. Er wordt werkenderwijs gezocht naar duurzame ontwikkelingsmogelijkheden, naar het toekomstbestendig maken van het ambacht. Vooralsnog is gekozen voor ambachten die zijn bijgeschreven in de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland.
Op 25 juni vond de presentatie van het concept plaats in het Nederlands Openluchtmuseum. Er waren ruim 90 aanwezigen. Het AmbachtenLab wordt gedurende 2018 en 2019 verder uitgewerkt en ontwikkeld in het Openluchtmuseum, zodat de methodiek in de loop van 2019 kan worden overgedragen naar andere ambacht-gerelateerde musea in Nederland.
In september gingen de eerste twee Labs van start: Stoelenmatten en Papierscheppen. Op 26 oktober werden, onder grote belangstelling van zo’n 75 bezoekers, de resultaten van deze Labs gepresenteerd met een tentoonstelling in de entreehal van het Openluchtmuseum. In november gingen de volgende twee Labs van start: Fries Houtsnijwerk en Papierknipkunst. De resultaten van deze Labs worden in het voorjaar van 2019 in het Openluchtmuseum getoond.
Verkenning van implementatie 2003 UNESCO-Verdrag in het Nederlands Caribisch gebied Op basis van een met het ministerie van OCW afgestemd Plan van Aanpak is op 25 april opdracht verstrekt aan Richenel Ansano voor uitvoering van een verkenning van de implementatie van het 2003 UNESCO-Verdrag in de drie Caribische landen van het Koninkrijk (Aruba, Curaçao en Sint Maarten) en de drie openbare lichamen van Caribisch Nederland (Bonaire, Saba en Sint Eustatius). Op 22 mei 2018 is Tim Timmers gevraagd om een extra verkenning met een overwegend juridisch karakter uit te voeren.
Het rapport van de verkenning, met een aantal aanbevelingen voor de middellange termijn en vijf concrete aanbevelingen voor 2019, is op 15 oktober opgeleverd en naar Minister Ingrid van Engelshoven van OCW verstuurd. Zij zal de eerste twee aanbevelingen, twee intentieverklaringen voor intensievere samenwerking bij verdere implementatie van het 2003 UNESCO-Verdrag, in februari 2019 ter ondertekening inbrengen in een overleg met haar collega’s uit het Nederlands Caribisch gebied. Het gaat daarbij om intensievere sam enwerking tussen enerzijds de vier landen – dus koninkrijk breed – en anderzijds tussen de zes eilanden.
Intangible cultural heritage & Museums Project (IMP)
Doel van het IMP is om musea attent te maken op immaterieel erfgoed en te activeren met dit erfgoed aan de slag te gaan. Dit gebeurt door het organiseren van vijf internationale conferenties en expertmeetings in de periode 2017-2020, die telkens een specifiek thema op het gebied van immaterieel erfgoed en musea nader belichten. Samen met organisaties uit België, Italië, Frankrijk en Zwitserland (www.ichandmuseums.eu) is het Kenniscentrum een van de dragende organisaties van dit project.
Op 27 en 28 februari 2018 vond de tweede IMP -bijeenkomst plaats in Palermo (Italië), met als thema Participatie. De derde IMP-bijeenkomst, over immaterieel erfgoed in de stedelijke omgeving, vond plaats op 25 en 26 september in Bern (Zwitserland). Het Network of European Museum Organisations (NEMO) heeft het Kenniscentrum en de Werkplaats immaterieel erfgoed
(België) uitgenodigd om op 15 november, tijdens de conferentie Museums out of the Box! The cross-over impact of museums, een workshop te verzorgen over de integratie van immaterieel erfgoed in musea.
Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed
Om het belang van ons cultureel erfgoed én het behoud ervan te benadrukken, riep de Europese Commissie het jaar 2018 uit tot Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed. Het Nederlandse programma van dit themajaar werd geïnitieerd vanuit het Erfgoedplatform Pl us van Kunsten '92 (waarvan het Kenniscentrum deel uitmaakt). Dit gebeurde in samenwerking met het ministerie van OCW, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en DutchCulture. Heel 2018 vonden activiteiten en evenementen plaats in het kader van dit themajaar. Ook het Kenniscentrum droeg hieraan bij.
Zo is op 15 en 16 februari, als onderdeel van het Europees Erfgoedjaar, in de Ulu Moskee in Utrecht een tweedaagse internationale conferentie georganiseerd met als thema Urban Cultures, Superdiversity & Intangible Heritage. Er waren zo’n 130 deelnemers, uit Europa maar ook van ver daarbuiten. Ook was het Kenniscentrum (samen met Erfgoed Brabant en Erfgoed Gelderland) medeorganisator van de Youth Summit The Future is Heritage, die in juni in Berlijn plaatsvond. Vier leden van het aan het Kenniscentrum verbonden jongerenplatform Erfgoed Jong! namen hieraan deel. En op 11 oktober organiseerde de Stichting Archeologie & Publiek in samenwerking met het Kenniscentrum in Lelystad het symposium Dynamisch Erfgoed, een verkenning tussen archeologie en immaterieel erfgoed. Er waren 40 deelnemers.
Erfgoedwet
Rijkshuisvestingsstelsel
Sinds 2017 wordt de bekostigingssystematiek van het nieuwe Rijkshuisvestingsstelsel toegepast. In verband met twee verschillen van inzicht is het nieuwe huurcontract met het Rijksvastgoedbedrijf niet in 2018 ondertekend. In januari 2019 heeft het Rijksvastgoedbedrijf de beide claims van het Nederlands Openluchtmuseum gehonoreerd en bevestigd. De huurcontracten worden in 2019 getekend en de twee nog openstaande kwartaalfacturen van 2018 worden voldaan.
Het dagelijks en het groot onderhoud, de brand- en technische inspecties, het oplossen van storingen etc. aan de Rijksvastgoedgebouwen zijn in 2018 uitgevoerd. Het klein onderhoud wordt intern uitgevoerd door de afdeling Techniek. Het overige onderhoud en de vervangingen worden uitgevoerd door extern gecontracteerde onderhoudspartijen en aannemers. Het huidige meerjarig onderhouds- en investeringsplan is opgesteld in 2015 en wordt in 2019 geactualiseerd.
Om ook het park in de toekomst van voldoende stroom te kunnen voorzien, is in 2018 begonnen met het project uitbreiding van de stroomcapaciteit. Directe aanleiding is het naderen van het maximum van onze stroomcapaciteit. Ook de horeca-uitbreiding in Goes als evenementenlocatie speelt hierbij een belangrijke rol.
Collectie
Aan de beleidslijn om een compacte, betekenisrijke collectie te vormen, is ook in 2018 actief vorm en inhoud gegeven. Het vooruitzicht op het nieuwe depot Collectie Centrum Nederland en een te ontwikkelen gebied waarin de na-oorlogse verstedelijking tot leven wordt gebracht,
hebben mede richting gegeven aan de werkzaamheden. Voor het te actualiseren collectiebeleidsplan Kiezen en Delen is voorwerk verricht.
Collectievorming
Er zijn 299 roerende objecten namens de Staat verworven en 1557 objecten afgestoten volgens de daarvoor geldende richtlijnen. Aan de collectie met onroerende zaken is één object toegevoegd: een in 1937 gebouwde vakantiewoning uit Warnsveld met een boeiende geschiedenis van onderduik en verzet. Deze woning ligt momenteel in opslag, tot de middelen beschikbaar zijn voor herbouw, presentatie en exploitatie. Met de gemeente Zutphen is een intentieovereenkomst getekend met het oog op samenwerking voor de herbestemming in het Nederlands Openluchtmuseum (zie ontwikkelingen masterplan).
Collectiebeheer
Op 18 januari woedde een zeer zware storm in Nederland. Deze he eft ook in het museum grote schade veroorzaakt. Vier museale gebouwen zijn getroffen door omgevallen bomen en afgebroken zware takken. Twee gebouwen waren zo beschadigd en ontzet dat ze langdurig buiten gebruik moesten worden gesteld. Eind september waren alle restauraties uitgevoerd. Gezien de omvang van de schade is de Erfgoedinspectie onmiddellijk geïnformeerd. Deze incidenten zijn ook gemeld in DICE, conform de richtlijnen in de Erfgoedwet. In totaal zijn er in 2018 30 collectie-incidenten in DICE gezet. Grofweg gaat het om drie categorieën incidenten: vermissing object; verstoring van het binnenklimaat en vandalisme/schade aan object.
Collectiemobiliteit
Net als in voorgaande jaren heeft de nadruk gelegen op afstoten en in mindere mate op bruikleenverkeer. Het aantal ingekomen bruiklenen is ten opzichte van vorig jaar stabiel: iets meer dan 8.900 objecten. Het overgrote deel bestaat uit het permanente bruikleen streekdracht uit de Koninklijke verzamelingen. in de jaren daarvoor is het aantal ingekomen bruiklenen bewust afgenomen. Een belangrijke reden hiervoor was de wens om de administratieve druk te verlagen. Het aantal verleende bruiklenen in 2018 betreft 214 objecten.
Afstoting
Herplaatst bij een geregistreerd museum 154
Intern overgedragen 225
Op een andere manier herbestemd 741
Vernietigd 437
Totaal 1557
Collectie Centrum Nederland (CCNL)
Minister Ingrid van Engelshoven van OCW heeft op 14 juni de eerste bouwhandeling verricht voor het nieuwe depot in Amersfoort Vathorst. Vanaf 2021 zullen de collecties van het Nederlands Openluchtmuseum, Rijksmuseum, Paleis Het Loo en de Rijksdienst Cultureel Erfgoed in dit gebouw gehuisvest zijn. De bouw verloopt volgens planning.
Vanaf de start van het project staat duurzaamheid zeer hoog op de agenda. Dit heeft geleid tot een duurzaamheidsscore BREEAM outstanding (vijf sterren), de hoogst mogelijke score. Eind 2018 is het CCNL genomineerd voor de internationale BREEAM-award in de categorie Public Sector Project – Design. De uitreiking daarvan vindt plaats op 4 maart 2019 in Londen.
Een belangrijk middel om in de nieuwe situatie als partners goed te kunnen samenwerken, is de ontwikkeling van een standplaatsbeheersysteem, dat communicatie met de individuele collectiedatabases van de afzonderlijke partners mogelijk maakt. Het standplaatsbeheersysteem zal een schil vormen waarin iedere geautoriseerde collectiemedewerker standplaatsmutat ies kan uitvoeren. Daarmee wordt het mogelijk om werk voor elkaar te verrichten. In 2018 is begonnen met de eerste tests van dit systeem.
Verder is de gedetailleerde invulling van de fysieke inrichting van het nieuwe depot ver gevorderd, een complexe opgave voor een kleine 700.000 te plaatsen objecten van vier partners. Tevens is een aanbestedingsdocument voor de opslagsystemen opgesteld. De aanbesteding zal in 2019 zijn beslag krijgen.
Vanuit de CCNL-samenwerking is een principeakkoord bereikt over de gevolgen van het CCNL voor medewerkers en de aansturing van de toekomstige locatie.
Project Voorbereiding Collectieverhuizing
De voorbereiding van de verhuizing van de collectie naar het CCNL verloopt voortvarend en voorspoedig. In de verschillende depots verrichten projectteams alle handelingen om de collectie op verantwoorde wijze te laten verhuizen, zoals gegevens in de database controleren, en objecten controleren, schoonmaken, van barcodes voorzien en verpakken voor transport. Ook wordt de collectie opnieuw gefotografeerd, wat een geweldige verbetering in de kwaliteit van beeldmateriaal betekent. Een deel van de foto’s wordt al gebruikt, bijvoorbeeld voor onlinepresentaties op diverse platforms en voor het boek Streeksieraden van het Nederlands Openluchtmuseum, dat in juni is verschenen.
Online Zichtbaarheid
Met de lancering van de nieuwe website in 2017 zijn er veel meer mogelijkheden om collecties op een aantrekkelijke manier zichtbaar te maken. De prachtige collectiefoto’s die door de medewerkers voorbereiding collectieverhuizing worden gemaakt, vinden in grote getalen hun weg naar onze website en andere platforms, zoals CollectieGelderland en ModeMuze. Eind 2018 stonden er 31.467 objecten op de eigen website, 30.881 objecten op CollectieGelderland en 10.490 op ModeMuze. Vanuit CollectieGelderland wordt doorgeleverd aan de digitale Collectie Nederland.
Met Wikipedia is een pilot gestart om de informatie over het museum en onze museale gebouwen te controleren en aan te vullen. Daarnaast vindt er op een besloten forum een experiment plaats met een klein aantal voorwerpen uit onze collectie waarover geen informatie aanwezig is. We hopen dat de Wikipedians ons meer gegevens kunnen verschaffen. Na afloop van dit experiment wordt bekeken of voortzetting zinvol is.
Ontwikkelingen Masterplan
Met het oog op de toekomst heeft het museum in het Masterplan 2016 -2025 de visie geformuleerd om het dagelijks leven in de naoorlogse stad vorm en inhoud te gaan geven. Met Siza Het Dorp en een woningcoöperatie uit Nijmegen zijn intentieovereenkomsten getekend om een ensemble uit Het Dorp (Arnhem) en doorzonwoningen naar het museum over te plaatsen. Er is een extra BGL-aanvraag ingediend om Siza Het Dorp naar het museum te kunnen overplaatsen.
Daarnaast werkt het museum in samenwerking met een aantal stakeholders het idee uit van de naoorlogse stad. Er wordt aan een paviljoen gedacht om deze meerjarenontwikkeling een plek voor bezoek en relaties te geven.
De gemeente Zutphen heeft in februari het museum benaderd ove r een woning in het buitengebied van Warnsveld. Een woning met een interessante en relevante geschiedenis van onderduik en verzet. Op dat moment was er al een sloopvergunning afgegeven, en was er sprake van een onontkoombare sloopplanning van de eigenaar. Na toetsing van de inhoudelijke betrouwbaarheid van de geschiedenis heeft het museum in goed overleg met de gemeente Zutphen en met de eigenaar besloten dit huis aan te kopen. Op 30 april heeft de overdracht plaatsgevonden. De woning is voorlopig opgeslagen, omdat de financiering voor herbouw en inrichting nog moet worden verworven.
Voor het Masterplan in het algemeen is het van het grootste belang dat het museum zich een beeld gaat vormen van de randvoorwaarden en planning.
Verantwoording
De jaarstukken 2018 van de Stichting Het Nederlands Openluchtmuseum, gevestigd te Arnhem, bevatten het Bestuursverslag (met daarin een samenvatting van de activiteiten), de Jaarrekening, de verantwoording over de prestatieafspraken, het Bericht van de Raad van Toezicht en het Bericht van de Ondernemingsraad
Wij volgen in dit jaarverslag het handboek van OCW. Met het CBF zijn afspraken gemaakt over een wijze van verslaglegging die voldoet aan het reglement van het CBF. Daartoe is in een bijlage een afzonderlijk verslag voor het CBF opgenomen.
Het museum vormt het bestuur van de Stichting Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland. Per 1 januari 2017 zijn alle activiteiten, risico’s, en activa en passiva van het Kenniscentrum
Immaterieel Erfgoed Nederland aan het Nederlands Openluchtmuseum overgedragen. Daardoor zijn de cijfers van het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland integraal in de jaarrekening van het Nederlands Openluchtmuseum verwerkt. Het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland stelt om die reden geen aparte jaarrekening samen, wel een apart activiteitenverslag. Tevens is er als bijlage een verlies- en winstoverzicht toegevoegd ter bepaling van het bestemmingsfonds Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland. Dit deel van de subsidie mag alleen voor die doeleinden worden gebruikt.
De directeur is de bestuurder van beide stichtingen. De Raad van Toezicht ziet op beide stichtingen toe. De samenstelling van het bestuur en van de Raad van Toezicht is in een aparte bijlage opgenomen. De directeur-bestuurder onderschrijft vanzelfsprekend de principes en ‘best practice’-bepalingen van de Code Cultural Governance, de Code Culturele Diversiteit en de governance-bepalingen van het reglement CBF-keur. Deze bepalingen zijn overgenomen in de statuten van de stichting.
Toekomst
De uitgangspunten van de begroting 2019 zijn 567.000 bezoekers, gewijzigde openingstijden voor de maanden februari, maart en november met aangepaste tarieven en geen programmering, enkel Canon bezoek en wandelpark, minimaal ko stendekkend, de formatie na
de reorganisatie met minimale noodzakelijke uitbreiding op het museale vlak. De investeringen betreffen voor EUR 625.000 vervangingsinvesteringen en voor EUR 850.000 de uitbreiding van de stroomcapaciteit (knooppunt 9). De verwachte directe inkomsten, zijn exclusief de eenmalige ontvangen nalatenschap, hoger dan in 2018. Met name de verwachte omzet evenementen/groepen neemt flink toe door de realisatie van de nieuwe evenementenlocatie Goes. De subsidies stijgen met de jaarlijkse loon- en prijsbijstelling en de overige subsidiebedragen dalen ten opzichte van 2018. De totale baten nemen per saldo toe, maar de totale lasten stijgen mee met als eindresultaat een kostendekkende begroting 2019 voor mutatie van de bestemmingsfondsen.
Positioneringsvragen als: Waarom doen we wat we doen? Wat neemt de bezoeker mee naar huis en wanneer heeft iets impact? en Hoe verhouden wij ons tot anderen in het museale veld? worden nog weinig gesteld. Willen we ook in de toekomst relevant blijven, dan zullen we onze bezoeker en onze belangrijkste stakeholders beter moeten kennen.
Zonder de meest waardevolle assets van ons museum te verliezen, zijn wij ervan overtuigd dat we in onze museale presentaties en programmering meer moeten verdiepen, verbreden en vernieuwen en dit ook vooral met en door anderen moeten (laten) doen. We kijken meer van buiten naar binnen en schuwen daarbij het maatschappelijk debat niet. Om die reden zullen we meer duurzame relaties aangaan met (commerciële) partners en zal er op on derdelen meer creativiteit en innovatie de organisatie in vloeien.
Parallel hieraan zal het museum in 2019 de vier P’s van de Code Culturele Diversiteit beleidsmatig verder uitwerken en implementeren, en wordt een start gemaakt met een nieuw collectiebeleidsplan voor de komende planperiode.
Ook zal een duidelijke fasering en prioritering aangebracht worden in de ontwikkelingen zoals die in het Masterplan 2016-2025 zijn beschreven. Dit in relatie tot de financiële en organisatorische stand van zaken.
Het museum is, evenals het ministerie van OCW, betrokken bij de discussie rond de aanpassing van de Canon in de nabije toekomst.
Tevens zijn we betrokken bij de totstandkoming van de proeftuinen in aanloop van de regio Cultuurprofiel Arnhem-Nijmegen (025)
Ook de bouw van het nieuwe depot bij Amersfoort (CCNL) in samenwerking met Het Loo, het Rijksmuseum en de Rijksdienst Cultureel Erfgoed vergt de nodige aandacht. Dit geldt ook voor de organisatie van deze samenwerking, de feitelijke verhuizing in 2021 e n de financiële en organisatorische veranderingen die dit zal meebrengen.
De focus aanbrengen op jaarthema’s en deze multidisciplinair en projectmatig aanvliegen, wordt onze nieuwe werkwijze. Jaarthema’s voor 2020 -2024 worden momenteel al onderzocht.
Het jaarthema eten van 2019 - met als titel Gruwelijk lekker! - biedt uitstekende mogelijkheden om niet alleen focus aan te brengen in ons aanbod, maar ook om met, door en voor partners ontwikkelingen uit verleden, heden en toekomst nadrukkelijk met elkaar te verbinden. Hierdoor ontstaat een gelaagde programmering met relevantie.
Vanuit de gedachte dat de geschiedenis van het dagelijks leven niet bij onze landsgrenzen ophoudt, vindt tevens een internationale (her)oriëntatie plaats. Voor toekomstige themaj aren worden thema’s als religie, immigratie/emigratie en anderen onderwerp van onderzoek voor (inter)nationale samenwerking.
Een mooi voorbeeld is de vraag waarmee de stichting New Netherlands Museum ons museum heeft benaderd. Op Governors Island, New York, zijn resten gevonden van een houtzaagmolenvrijwel identiek aan die in het Nederlands Openluchtmuseum. Deze molen is door de eerste Nederlanders die daar aan land kwamen, gebruikt voor het opbouwen van hun bestaan. Wij zijn gevraagd om een museale presentatie te ontwikkelen, die uitwisselbaar zou kunnen zijn met een Nederlandse locatie. Momenteel onderzoeken we deze mogelijkheid op haalbaarheid.
Ik heb het museum de afgelopen maanden goed leren kennen en het heeft mij blij verrast hoeveel passie en inzet de medewerkers en vrijwilligers tonen voor en in het museum. Ik dank iedereen daar voor en kijk uit naar 2019.
Arnhem, 20 maart 2019
Was getekend
Mr. B. Eenkhoorn Directeur-bestuurder
Bericht van de Raad van Toezicht
Samenstelling
Statutair kan de Raad uit maximaal negen leden bestaan. Om praktische redenen wordt het aantal van zeven leden aangehouden. In april 2018 kwam de zetel van de heer ir. drs. J. van der Veer vacant, deze vacature is niet gepubliceerd maar ultimo 2018 ingevuld door de heer C. Breedveld.
Wijze van functioneren
De Raad heeft in het verslagjaar regelmatig formeel en informeel overleg gevoerd met de directeur-bestuurder. De Raad heeft vijf maal vergaderd met de directeur en is daarnaast door de directeur schriftelijk geraadpleegd en geïnformeerd. Tussentijds hielden de voorzitter en de directeur regulier overleg.
De Raad kent een vaste Financiële Commissie. Deze bestond in 2018 uit de heer drs. E.M. Robbe (voorzitter) en mevrouw M.H.H. Van Haaren-Koopman. Deze commissie is vijf maal bijeen geweest in aanwezigheid van de directeur en de financieel manager. De commissie heeft de directeur ondersteund, zowel inhoudelijk als ter voorbereiding van te agenderen financiële onderwerpen. De commissie heeft een actieve rol gespeeld bij het versterken van de financiële afdeling van het museum. De commissie functioneert op basis van een eerder vastgesteld reglement.
De Raad onderschrijft de principes en ‘best practice’-bepalingen van de Code Cultural Governance en de governance-bepalingen van het reglement CBF-keur. Deze bepalingen zijn overgenomen in de statuten van de stichting, het Reglement Raad van Toezicht, het Reglement Financiële Commissie, het Reglement Benoeming, Beoordeling en Beloning, het Directiereglement en in de jaarverslaggeving. De Regeling melden vermoeden van misstanden is ook op de leden van de Raad van toepassing. De Raad handelt volgens het in 2016 vastgestelde Reglement Raad van Toezicht en voldoet aan het profiel van de Raad.
Werkgeversfunctie
De Raad van Toezicht is de werkgever van de directeur-bestuurder. Dit was tot 1 juni 2018 de heer dr. W. Bijleveld. Per deze datum is hij uit dienst getreden in verband met het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Een commissie uit de Raad, bestaa nde uit mevrouw J.G. Stam, de heer ir. drs. J. van der Veer en ondergetekende, vormden de selectiecommissie. Aan de commissie werden als adviseur toegevoegd de MT-leden mevrouw drs. K. Schweizer en de heer J. Bergevoet en de voorzitter van de Ondernemingsraad mevrouw dr. C. van Dorst. Na een voorspoedig verlopen procedure werd de heer mr. B. Eenkhoorn aangesteld als nieuwe directeur per 1 juni 2018.
Toezicht
De jaarrekening en jaarstukken 2018 van het museum zijn door de Financiële Commissie in detail besproken en door de voltallige Raad goedgekeurd. De begroting van de stichting voor 2019 is eveneens besproken en goedgekeurd.
Regelmatig zijn met de directeur belangrijke ontwikkelingen besproken. Daartoe behoorden onder meer de achtergronden en noodzaak v an een reorganisatie en de voortgang daarvan.
Dankzij kwartaalrapportages van de directie bleef de Raad op de hoogte van de algemene gang van zaken in het museum.
Voor het overige stond de Raad de directie regelmatig met raad en daad bij in de standpuntbepaling over actuele onderwerpen die op de agenda van het museum stonden.
Twee maal per jaar is er een artikel 24 WOR vergadering. Eenmaal per jaar is mevrouw J.G. Stam, lid van de Raad van Toezicht, daarbij aanwezig. Dit jaar is mevrouw Stam, in het kader van de reorganisatie, nogmaals bij een artikel 24 WOR vergadering aanwezig geweest.
Samen met de directeur is de Raad van mening dat 2018 een bewogen jaar is geweest. Een jaar met het afscheid van de heer dr. W. Bijleveld en de komst van de nieuwe direct eur-bestuurder, de heer mr. B. Eenkhoorn, maar ook alle ontwikkelingen rondom de reorganisatie. De Raad is verheugd over het aanzienlijke aantal bezoekers, de vele activiteiten en de verdere stappen die zijn genomen in het verbeteren en moderniseren van de museumorganisatie. De Raad is onder de indruk van de grote betrokkenheid van medewerkers, vrijwilligers en vrienden bij het museum. Ook dankt de Raad de partners, fondsen en sponsoren voor hun belangrijke bijdrage.
Arnhem, 20 maart 2019
Raad van Toezicht, Prof. dr. Paul Schnabel, voorzitter
Profiel leden Raad van Toezicht
Organisatiestructuur
Stichting Het Nederlands Openluchtmuseum (gemiddeld 328 formatieplaatsen, gemiddeld 349 vrijwilligers) ontvangt structurele rijkssubsidie, maar is daarnaast sterk op eigen inkomsten en additionele fondsenwerving aangewezen. De commerciële activiteiten, tot eind 2016 ondergebracht in de Stichting de Oude Bijenkorf, zijn per 2017 samengevoe gd in Stichting Het Nederlands Openluchtmuseum.
Met ingang van 1 januari 2013 is ook de Stichting Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland, voorheen het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed, onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van het Nederlands Openluchtmuseum gebracht. Ook op deze stichting ziet de Raad van Toezicht toe.
Het Nederlands Openluchtmuseum kent een directie met één directeur-bestuurder. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn vastgelegd in het Bestuursreglement.
Bevoegdheden, verantwoordelijkheden en taken Raad van Toezicht Algemeen:
De Raad van Toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van de directie en op de algemene gang van zaken in het Openluchtmuseum. De Raad van Toezicht richt zich bij de vervulling van zijn taak op het belang van de stichtingen en houdt daarbij rekening met de belangen van betrokkenen. Taken en bevoegdheden van de Raad van Toezicht volgen uit de wet en de statuten van de genoemde stichtingen. Ze zijn nader uitgewerkt in het Reglement Raad van Toezicht
Specifiek:
De Raad van Toezicht concentreert zich in het bijzonder op een drietal kerntaken:
• statutaire besluitvorming
• advisering en coaching van de directeur-bestuurder
• werkgeverschap.
Vanuit de Raad van Toezicht zijn twee vaste commissies gevormd:
• Financiële Commissie
• Commissie Benoeming, Beoordeling en Beloning.
Samenstelling en functioneren Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht bestaat uit een door de Raad vast te stellen aantal leden. Dit aantal bedraagt volgens de statuten minimaal vijf en maximaal negen. In 2017 bestond de Raad uit zeven leden, waarbij in november 2017, nadat een lid na de twee toegestane zittingstermijnen was afgetreden, een nieuw lid is toegetreden. De leden worden door de Ra ad van Toezicht benoemd. Eén lid wordt benoemd op voordracht van de Ondernemingsraad van het museum, een ander lid op voordracht van het bestuur van de Stichting KIEN, het voormalige VIE.
De zittingstermijn bedraagt vier jaar, waarna maximaal voor één termijn herbenoeming kan plaatsvinden. De Raad hanteert een rooster van aftreden en evalueert periodiek.
De Raad van Toezicht komt gemiddeld vier maal per jaar bijeen. Van de leden wordt verwacht dat zij jaarlijks ten minste drie van de vier vergaderingen bijwonen. Gemaakte onkosten worden vergoed.
Gewenste samenstelling Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht streeft naar een gelijke verdeling van mannelijke en vrouwelijke leden (in 2017 respectievelijk vier en drie) en naar een grotere diversiteit op gebieden als culturele afkomst en leeftijd. Verder is het van belang dat een voldoende aantal leden van de Raad (ook) een binding heeft met Gelderland/Oost-Nederland.
Aan elk lid wordt als eis gesteld dat hij/zij:
• beschikt over ervaring in het besturen, dan wel het houden van toezicht
• functioneert of gefunctioneerd heeft in landelijke netwerken op het gebied van zijn/haar expertise
• beschikt over affiniteit met het werkterrein van het Nederlands Openluchtmuseum, zijnde de publiek-private sector.
Binnen de Raad van Toezicht dient expertise op de volgende gebieden aanwezig te zijn:
• algehele leiding, management, bestuur en juridische zaken
• financiën (bij ten minste twee leden)
• personeelszaken en personeelsbeleid (lid bij voorkeur te benoemen op voordracht van de Ondernemingsraad)
• Nederlandse geschiedenis en culturele verhoudingen
• cultuur van het dagelijks leven (volkscultuur) en immaterieel erfgoed (lid bij voorkeur te benoemen op voordracht van Stichting VIE)
• toerisme en recreatie
• marketing en promotie
• nieuwe media en/of publiciteit
• onderwijs (basis en voortgezet) en jongerencultuur
• duurzaamheid, bij voorkeur met betrekking tot toepassing in het bedrijfsleven, inrichting van de organisatie en productthematiek.
Persoonskenmerken:
• bestuurlijke ervaring
• conceptueel en strategisch denken
• ondernemende, maar bezonnen instelling
• sterk ontwikkeld normbesef en maatschappelijk verantwoordelijkheidsgevoel
• vanuit betrokkenheid op afstand toezicht houden
• diversiteit zien als een verrijking
• maatschappelijke reflectie
• teamspeler.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Raad van Toezicht op 28 september 2015 en geactualiseerd op 23 maart 2018.
Samenstelling Directie (Nevenfuncties)
Naam Functie Periode
De heer
dr. W. Bijleveld
De heer
mr. B. Eenkhoorn
Directeurbestuurder 1 mei 2014 tot 1 juni 2018
Directeurbestuurder
Vanaf 1 juni 2018
Relevante nevenfuncties
Voorzitter Stichting Helene Kröller-Müller Fonds
Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Continuïteit Omniversum
Penningmeester Stichting VSB Poëzieprijs
Lid Raad van Toezicht Koninklijke Stichting Defensiemu sea
Lid Raad van Commissarissen RBT -KAN
Lid Bestuur Libris Geschiedenisprijs
Lid Raad van Advies CASA
Lid Raad van Advies Geldersch Landschap en Kasteelen
Lid Raad van Advies Forteiland Pampus
Lid Raad van Toezicht Free Press Unlimited
Bestuurslid Libris Geschiedenisprijs
Voorzitter visitatiecommissies Limburgse Musea
Adviseur Raad voor Cultuur
Lid Raad van Advies CASA
Samenstelling Raad van Toezicht
Naam Rol in RvT Lid sinds Lid tot Hoofd- en nevenfuncties
De heer
drs. ir. J. van der Veer
De heer
prof. dr. P. Schnabel
Lid Voorzitter Commissie
Benoeming, Beoordeling en Beloning
1 april 2010 1 april 2018
Voorzitter Raad van Commissarissen ING
Voorzitter Raad van Commissarissen Philips
Lid Raad van Commissarissen Boskalis
Lid Raad van Commissarissen Statoil in Noorwegen
Voorzitter Raad van Toezicht Technische Universiteit Delft
Voorzitter van het Platform Bèta Techniek
Voorzitter Concertgebouw Fonds Amsterdam
Co-Chairman Global Agenda Council The Fut ure of Energy
Chairman Community of Chairmen of the World Economic Forum
Voorzitter 1 maart 2011 1 maart 2019
Universiteitshoogleraar Universiteit Utrecht
Lid Eerste Kamer D66
Voorzitter bestuur Innovatiefonds
Zorgverzekeraars, Zeist
Lid Raad van Toezicht ING Nederland, Amsterdam
Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Internet
Domein Registratie Nederland, Arnhem
Adviseur Instituut GAK, Hilversum
Voorzitter Museum Bredius te Den Haag
Penningmeester Koninklijk Concertgebouworkest, Amsterdam
Lid bestuur Stichting Ons Erfdeel, Rekkem (B)
Lid Bestuur Fondation Constant
Voorzitter Commissie Studiebeurzen Prins
Bernhard Cultuurfonds
Mevrouw
M.H.H. van Haaren –Koopman
De heer mr.
drs. C.O. Bijster
Mevrouw
J.G. Stam
Lid Financiële commissie (vanaf 1 juni 2014)
1 april 2012 1 april 2020
Wethouder gemeente Berkelland
Voorzitter Stichting Zero Emissie busvervoer
Lid Raad van Advies Burgers’ Zoo
Voorzitter Stichting behoud en instandhouding
Commanderij in Doesburg
Voorzitter Achterhoek Toerisme
Lid Comité Lezersfonds NRC
Mevrouw
drs. A.S.M. Vreeburg
De heer
drs. E.M.
Lid 17 december 2012 17 december 2020
Lid 10 april 2013 10 april 2021
Lid 1 januari 2017 1 januari 2021 (herbenoembaar)
Robbe RA Lid Voorzitter Financiële Commissie (vanaf 1 november 2017)
5 oktober 2017 5 oktober 2021 (herbenoembaar)
Voorzitter Nederlands Instituut voor Farmaco
Genetisch Onderzoek, Heerenveen
Bestuurder Babel Holding B.V. Utrecht
Commissaris/toezichthouder, adviseur en executive coach
Secretaris bestuur Stichting Fonds Toevluchtsoord
Groningen
Lid Raad van Toezicht Installatie Werk Nederland
Lid Curatorium van het Center for Executive
Coaching bij de Vrije Universiteit Amsterdam
Executive coach, o.a. voor het kandidatenprogramma voor Politieleiders
Lid directie ANWB/directeur Hulpverlening
Member Board of Directors Intelematics Europe, Londen, UK
Lid Raad van Commissarissen ACTA Assistance in Lyon
CQO en Lid Raad van Bestuur Deloitte Holding B.V. Voorzitter Raad van Toezicht Spoorwegmuseum (tot 1-10-2018)
Lid bestuur Stichting Nationaal Fonds 4 en 5 mei
Lid Curatorium Register -controle opleiding van de VU Amsterdam (tot 1-10-2018)
Lid bestuur Deloitte Impact Foundation/Stichting Fair Chance Foundation
Lid dagelijks bestuur en algemeen bestuur
VNO/NCW
Voorzitter vereniging Warmonderhek
De heer drs. C Breedveld
Lid 27 september 2018 27 september 2022 (herbenoembaar)
Directeur van het Kabinet van de Koning
Adviseur van de Roosevelt Foundation
Voorzitter van het bestuur van het Bureau
Financieel Toezicht
Bericht van de Ondernemingsraad
De Ondernemingsraad in 2018 - Een reorganisatie en een nieuwe directeur
De reorganisatie heeft de Ondernemingsraad (OR) in 2018 flink beziggehouden. Al in een vroeg stadium heeft de directeur-bestuurder ons meegenomen in de reorganisatieplannen. Een commissie van drie leden zat regelmatig met hem aan tafel. We hebben vragen ge steld, bezwaren geuit en alternatieven aangedragen. En we zaten als toehoorder bij de onderhandelingen met de vakbonden over het sociaal plan. De OR heeft zich bij de reorganisatie laten bijstaan door een externe adviseur en heeft de plannen en de begroting laten controleren door een externe financieel specialist. De OR heeft aangedrongen op een heldere uiteenzetting van de oorzaak, de noodzaak en het doel van de reorganisatie. Dit heeft geresulteerd in een met cijfers onderbouwde motivatie. We hebben ook aangedrongen op een open en transparant reorganisatieproces. De directeurbestuurder heeft ons advies hierover niet overgenomen. Hij gaf als argument dat een reorganisatie over functies en dus personen gaat. Dat zou een ‘open’ bespreking niet toelaten, aldus de directeur-bestuurder.
De Ondernemingsraad heeft na de aankondiging van de reorganisatie in februari en na de bekendmaking van de grote lijnen van het reorganisatieplan in maart, achterbanbijeenkomsten gehouden voor medewerkers en vrijwilligers. Deze acht bijeenkomsten zijn zeer druk bezocht. Helaas konden we door de geheimhoudingsplicht, die we als OR hadden, de medewerkers onvoldoende betrekken bij ons advies. Wel hebben we de vragen en zorgen van de medewerkers steeds meegenomen naar onze gesprekken met de directeur-bestuurder. We hebben hem uitgenodigd om ter afsluiting van de bijeenkomsten vragen te beantwoorden, en hij heeft deze uitnodiging aanvaard. Vanwege de geheimhouding gaf ook hij als directeurbestuurder niet op alle vragen antwoord.
De Ondernemingsraad schreef in februari de notitie Reorganiseren is vooruitzien. Een notitie met een reeks aanbevelingen en zorgpunten, en de criteria waaraan we het reorganisatieplan zouden toetsen. In maart stelden we kritische vragen bij het reorganisatie plan, in april schreven we een voorlopig en een definitief advies. In drie edities van ons Bulletin informeerden we de medewerkers over de voortgang van de reorganisatie, voor zover de geheimhouding dat toeliet. Mede naar aanleiding van ons werk zijn ingrijpende organisatorische wijzigingen voor de afdeling educatie en de tram niet uitgevoerd, is er serieuze aandacht voor de ontwikkeling van het planningsbureau, worden de medewerkers van het planningsbureau betrokken bij de keuze van de planningstool en staat er een reeks evaluaties met kritische punten in de planning
De organisatie werd geïnformeerd over de gevolgen van de reorganisatie toen het plan definitief was voltooid. Belangrijke punten uit ons advies, zoals een realistische begroting, aandacht voo r werkdruk, de span of control van leidinggevenden, de aantrekkelijkheid van het museum,
communicatie, personeelsbeleid en vrijwilligersbeleid, houdt de OR het komend jaar op de agenda.
In juni startte de heer Mr. B. Eenkhoorn als directeur-bestuurder van het museum. De Ondernemingsraad ervaart een grote openheid over financiën en beleid. De financiële commissie van de OR wordt per kwartaal bijgepraat. Het reeds lang gewenste medewerkersonderzoek wordt met inspraak van OR en medewerkers ontwikkeld en zal voor de zomer worden uitgevoerd. Er worden stappen gezet op het gebied van vrijwilligers- en personeelsbeleid. Medewerkers worden uitgenodigd om mee te denken over verbetering en vernieuwing van de organisatie. De directeur-bestuurder geeft zo gehoor aan de terugkerende klacht dat 'er onvoldoende gebruik wordt gemaakt van de kennis en ervaring van de medewerkers op de werkvloer'.
Naar aanleiding van een opmerking van de OR over de beloningsstructuur van de horeca heeft het waarnemend hoofd M&O een periodiekensysteem ontwikkeld. Horecamedewerkers groeien bij een voldoende beoordeling door naar een hoger loon. De verschillen tussen de horeca -cao en de museum-cao worden zo een beetje verzacht.
De OR is om advies gevraagd over het reorganisatieplan, een aanpassing in de organisatiestructuur en een aanpassing van de openingstijden.
De OR heeft iedere zes weken een overlegvergadering met de directeur. Twee maal per jaar is er een artikel 24 vergadering. Eenmaal per jaar is mevrouw J.G. Stam, lid van de Raad v an Toezicht, daarbij aanwezig. In het kader van de reorganisatie heeft mevrouw J.G. Stam een extra vergadering bijgewoond.
Arnhem, 20 maart 2019
De Ondernemingsraad,
Bestaande uit:
C. van Dorst, voorzitter
P. Hermans, vicevoorzitter
J. Termorshuizen, secretaris
L. van Arkel
B. Bisschop
R. van Silfhout
P. Vastbinder
Prestatieverantwoording
Model III – Activiteiten & bereik Musea
Jaarrekening
Balans per 31 december 2018
(na voorgestelde resultaatbestemming)
Categoriale exploitatierekening 201 8
Baten:
OCW:
Totaal structureel Provincie - -Totaal structureel Gemeente -
Totaal structureel publieke subsidie overig
Eigen inkomstenpercentage (Totaal eigen inkomsten / (Totaal structureel OCW + Totaal structureel Provincie + Totaal structureel Gemeente + Totaal structureel publieke subsidie overig)
Categoriale exploitatierekening 2018 (vervolg)
Mutatie bestemmingsreserves Dotatie
als basis voor bepalen 'niet
Categoriale en Functionele exploitatierekening 2018
Baten:
Eigen
Totaal structureel Provincie
Totaal structureel Gemeente
Categoriale
en Functionele exploitatierekening
201 8 Vervolg
Lasten:
Toelichting behorende tot de jaarrekening 2018
Algemeen
Deze jaarrekening heeft betrekking op de per 1 januari 1991 verzelfstandigde Stichting Het Nederlands Openluchtmuseum. De stichting heeft ten doel het inrichten, in stand houden en exploiteren van het Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem. De stichting is gevestigd op Hoeferlaan 4 te Arnhem en is ingeschreven in de Kamer van Koophandel onder nummer 41050671.
Ten aanzien van de museale collectie is overeengekomen dat deze juridisch eigendom blijft van h et Rijk; de Stichting heeft deze in bruikleen verkregen. Bovendien heeft de Stichting een instandhoudingsverplichting ten aanzien van de museale objecten.
De Stichting ontvangt van het Rijk een subsidie voor de museale taken; daarnaast worden inkomsten verworven door entreegelden, parkeergelden en huuropbrengsten, alsmede door de exploitatie van een winkel en overige commerciële activiteiten.
De jaarrekening is opgemaakt in Euro ’s.
Verslaggevingsperiode
Deze jaarrekening heeft betrekking op het boekjaar 2018, dat is geëindigd op balansdatum 31 december 2018
Toegepaste standaarden
De jaarrekening is opgesteld overeenkomstig de versie van 1 februari 2019 van het handboek verantwoording cultuursubsidies musea van het ministerie van OCW 2017-2020
Vergelijkende cijfers
De vergelijkende cijfers 2017 zijn voor vergelijkingsdoeleinden waar nodig anders gerubriceerd .
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling
De grondslagen voor de waardering zijn niet gewijzigd ten opzichte van 2017.
De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten.
Voor zover niet anders vermeld is, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde.
Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de onderneming zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Gebruik van schattingen en oordelen
De opstelling van de jaarrekening vereist dat de directie oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen.
De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige periode n waarvoor de herziening gevolgen heeft.
Materiële vaste activa
Gebouwen en terreinen
Alle museale gebouwen in gebruik bij Stichting Het Nederlands Openluchtmuseum zijn juridisch eigendom van de Staat der Nederlanden en op basis hiervan niet geactiveerd. Alle overige gebouwen worden gehuurd bij het Rijksvastgoedbedrijf, de grond ten behoeve van de parkeervoorzieningen is in erfpacht verkregen van de gemeente Arnhem, de overige terreinen worden gehuurd. De gehuurde gebouwen en terreinen worden als operationele huur in de exploitatierekening verwerkt.
In enkele gebouwen heeft de Stichting zelf geïnvesteerd, deze investeringen zijn in de balans opgenomen. De verkrijgingsprijs van deze investeringen worden over de economische levensduur afgeschreven volgens de lineaire methode.
Bedrijfsinstallaties
Per 1 januari 2005 heeft het museum het economisch eigendom van de bedrijfsinstallaties om niet verkregen van het ministerie van OCW. In overeenstemming met de gemaakte afspraken tussen de Vereniging van Rijksmusea en het ministerie van OCW zoals uitgewerkt in de beschikking van 16 december 2004, dient er een waarde te worden toegekend aan deze bedrijfsinstallaties. Op basis van de door de R ijksgebouwendienst aangegeven vervangingswaarde en vervangingstermijnen heeft activering in de balans plaatsgevonden en is de economische levensduur van de verschillende installaties bepaald. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over deze waarde volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur.
Museale gebouwen en overige museale collectie
De museale gebouwen en de overige museale collectie, welke ten tijde van de verzelf standiging aanwezig waren, zijn niet geactiveerd. De museale gebouwen en de museale collectie zijn in bruikleen ontvangen van de Staat der Nederlanden. Kosten van onderhoud worden ten laste van de exploitatie van het museum gebracht. Kosten van aanschaffingen inzake de overige museale collectie worden rechtstreeks ten laste van het resultaat gebracht.
Parkeerterrein
De inrichting van het parkeerterrein is gewaardeerd op verkrijgingsprijs. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de verkrijgingsprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur.
Overige bedrijfsmiddelen
Inventaris van inventaris en inrichting en vervoermiddelen worden gewaardeerd op verkrijgingsprijs.
Afschrijvingen vinden lineair plaats gebaseerd op de geschatte economische levensduur.
Bijzondere waardevermindering van materiële vaste activa
Voor materiele vaste activa wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat deze activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. De realiseerbare waarde is de hoogste van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. Als het niet mogelijk is de realiseerbare waarde te bepalen voor een individueel actief, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort.
Wanneer de boekwaarde van een actief of een kasstroom genererende eenheid hoger is dan de realiseerbare waarde, wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde.
Verder wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er enige indicatie is dat een in eerdere jaren verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies is verminderd. Als een dergelijke indicatie aanwezig is, wordt de realiseerbare waarde van het betreffende actief of kasstroom genererende eenheid geschat.
Terugneming van een eerder verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies vindt alleen plaats als er sprake is van een wijziging van de gehanteerde schattingen bij het bepalen van de realiseerbare waarde sind s de verantwoording van het laatste bijzonder waardeverminderingsverlies. In dat geval wordt de boekwaarde van het actief (of kasstroom genererende eenheid) opgehoogd tot de geschatte realiseerbare waarde, maar niet hoger dan de boekwaarde die bepaald zou zijn (na afschrijvingen) als in voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het actief (of kasstroom genererende eenheid) zou zijn verantwoord.
Voorraden
Deze worden gewaardeerd tegen de kostprijs onder aftrek van een noodzakelijk geachte voorziening voor incourantheid.
Financiële instrumenten
Financiële instrumenten omvatten investeringen in aandelen en obligaties, handels - en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, afgeleide financiële instr umenten (derivaten), handelsschulden en overige te betalen posten. In de jaarrekening zijn de volgende categorieën financiële instrumenten opgenomen: vorderingen, geldmiddelen, kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen. Er is geen sprake van in contracten besloten afgeleide financiële instrumenten en derivaten.
Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, waarbij (dis)agio en de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Indien echter financiële instrumenten bij de vervolgwaardering worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de exploitatierekening, worden direct toerekenbare transactiekosten direct verwerkt in de exploitatierekening.
Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd.
Vorderingen
Overige vorderingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzo ndere waardeverminderingsverliezen.
Liquide middelen
De liquide middelen staan, voor zover niet anders vermeld, ter vrije beschikking van de stichting.
Eigen vermogen
Algemene reserve
Dit is het gedeelte van het eigen vermogen waartoe de daartoe bevoegde organen zonder belemmering door wettelijke of statutaire bepalingen kunnen beschikken voor het doel waarvoor de organisatie is opgericht.
Bestemming van het exploitatiesaldo over het boekjaar 2018
Conform het handboek van het ministerie van OCW dient het exploitatiesaldo naar rato van het aandeel OCW-subsidie ten opzichte van de totale baten aan het bestemmingsfonds OCW te worden toegevoegd of afgetrokken. Het overige deel wordt gedoteerd aan de algemene reserve.
Bestemmingsfonds OCW
Het Nederlands Openluchtmuseum ontvangt zowel subsidie voor publieksactiviteiten als voor collectiebeheer en rekent het positieve exploitatieresultaat toe aan een Bestemmingsfonds OCW en een Bestemmingsfonds OCW Collectiebeheer:
- De niet bestede subsidie collectiebeheer wordt toegerekend aan het Bestemmingsfonds OCW Collectiebeheer.
- Het niet bestede deel van de subsidie voor publieksactiviteiten en overige activiteiten (BIS) wordt jaarlijks gedoteerd aan het Bestemmingsfonds OCW.
Over de bestemming van de middelen in het “Bestemmingsfonds OCW” die aan het einde van de vierjaarlijkse periode resteren, zal bij de vaststelling van de subsidie van de betreffende subsidieperiode een beslissing worden genomen. Anticiperend op dat besluit kan het museum in de jaarrekening die betrekking heeft op het laatste jaar van de vierjaarlijkse periode dus niet reeds een bestemming geven aan een resterend saldo.
Indien er sprake is van een exploitatietekort, dan kan dit worden onttrokken vanuit het bestemmingsfonds OCW, via de resultaatbestemming. Een eventueel exploitatietekort dat niet volledig uit het bestemmingsfonds OCW kan worden gedekt, dient te worden opgevangen uit algemene (bestemmings)reserves.
Voor de berekeningswijze van Bestemmingsfonds OCW Collectiebeheer en het Bestemmingsfonds OCW is het handboek OCW gevolgd.
Voorzieningen
Algemeen
Een voorziening wordt in de balans opgenomen wanneer er sprake is van:
• Een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting die het gevolg is van een gebeurtenis in het verleden; en
• Waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt; en
• Het waarschijnlijk is dat voor afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen nodig is.
Indien (een deel van) de uitgaven die noodzakelijk zijn om een voorziening af te wikkelen waarschijnlijk geheel of gedeeltelijk door een derde worden vergoed bij afwikkeling van de voorziening, wordt de vergoeding als afzonderlijk actief gepresenteerd.
Voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen en verliezen af te wikkelen.
Voorziening jubileumuitkeringen
De voorziening voor jubileumuitkeringen wordt gevormd voor de in de cao opgenomen rechten op toekomstige jubileumuitkeringen. De voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is gebaseerd op gedane toezeggingen, blijfkans en leeftijd.
Langlopende schulden, kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen
Langlopende en kortlopende schulden e n overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode.
Langlopende Schulden
Onder de langlopende schulden worden schulden opgenomen met een resterende looptijd van mee r dan één jaar. De op korte termijn (binnen één jaar) verschuldigde aflossingen worden opgenomen onder de kortlopende schulden.
Kortlopende Schulden
De kortlopende schulden hebben een verwachte looptijd van maximaal één jaar, tenzij anders is vermeld in de toelichting.
Onderhanden projecten
Ontvangen projectsubsidies worden verantwoord onder onderhanden projecten. Naar rato van de voortgang en de gemaakte kosten voor het project worden de ontvangen (niet-structurele) subsidies als baten aan de exploitatierekening toegerekend. Ook voor zover er sprake is van geoormerkte bijdragen en subsidies van derden in relatie tot specifieke projecten wordt deze methode gehanteerd.
Exploitatierekening
Baten en Lasten
Algemeen
De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop deze betrekking hebben.
Publieksinkomsten
Publieksinkomsten bestaan vooral uit entreegelden, museumkaartbezoek, retail, horeca en parkeergelden.
Deze inkomsten worden opgenomen in de baten wanneer de belangrijke risico’s aan de koper zijn overgedragen en de inning van de verschuldigde vergoeding waarschijnlijk is (veelal directe betaling). Deze inkomsten worden verantwoord tegen de reële waarde van de ontvangen of te ontvangen vergoeding en worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben.
Sponsorinkomsten
Deze inkomsten worden opgenomen in de baten tegen de reële waarde van de ontvangen of te ontvangen vergoeding en worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben.
Overige inkomsten (direct)
Deze inkomsten bestaan vooral uit verkoop van de museumkaart en opbrengsten deelnemers Deze inkomsten worden opgenomen in de baten wanneer de belangrijke risico’s aan de koper zijn overgedragen en de inning van de verschuldigde vergoeding waarschijnlijk is (veelal directe betaling). Deze inkomsten worden verantwoord tegen de reële waarde van de ontvangen of te ontvangen vergoeding en worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben.
Indirecte inkomsten
In 2018 bestaan de indirecte inkomsten uit een compensatie die ontvangen is vanwege werkzaamheden aan het parkeerterrein
Overheidssubsidies / overige subsidies en bijdragen
Overheidssubsidies worden aanvankelijk in de balans opgenomen als vooruit ontvangen baten zodra er redelijke zekerheid bestaat dat zij zullen worden ontvangen en dat voldaan wordt aan de daaraan verbonden voorwaarden. Subsidies ter compensatie van gemaakte kosten worden systematisch als opbrengsten in de winst-en-verliesrekening opgenomen in dezelfde periode als die waarin de kosten worden gemaakt. Subsidies ter compensatie voor de kosten van een actief worden als langlopende schuld opgenomen in de balans en systematisch in de winst-en-verliesrekening opgenomen gedurende de gebruiksduur van het actief.
Pensioenen
Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de o p balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies.
Voor een op balansdatum bestaand overschot bij het pensioenfonds wordt een vordering opgenomen als de onderneming de beschikkingsmacht heeft over dit overschot, het waarschijn lijk is dat het overschot naar de onderneming zal toevloeien en de vordering betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Wet normering topfunctionarissen
Voor de uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de (semi)publieke sector (WNT) heeft de instelling zich gehouden aan de Beleidsregel toepassing WNT en deze als normenkader bij het opmaken van deze jaarrekening gehanteerd.
Specificatie balans per 31 december 2018
Materiële vaste activa
Het verloop is als volgt:
Op de materiële vaste activa zijn de volgende afschrijvingspercentages van toepassing:
Gebouwen 3-12%
Inventaris en inrichting 10-33%
Vervoermiddelen 10-20%
Voorraden
Voorraden
De voorziening voor incourant heid bedraagt EUR nihil (2017: EUR nihil).
Vorderingen
Totale vorderingen
De vorderingen bestaan uit:
Een nadere uitsplitsing van de vorderingen is hieronder opgenomen. Alle vorderingen hebben een looptijd korter dan een jaar.
Debiteuren
De debiteuren zijn verantwoord onder aftrek van een voorziening wegens oninbaarheid. In 2018 is de voorziening nihil (2017: EUR 1.880).
Belastingen
Overige vorderingen
gelieerde rechtspersonen
Liquide middelen
Het gemiddelde rentepercentage ontvangen op de spaarrekeningen in 2018 bedroeg 0,0% (2017: 0,0%). De liquide middelen staan ter vrije beschikking van de stichting.
Eigen Vermogen
Algemene reserve
Algemene reserve
De algemene reserve is gewijzigd door dotatie vanuit het exploitatieresultaat van EUR 720 878
Bestemmingsfondsen
In het handboek musea 2017-2020 is bepaald dat het bestemmingsfonds OCW blijft bestaan. Het museum heeft besloten om de bestemmingsfondsen te handhaven betreffende niet bestede gelden uit het verleden die zijn verstrekt door OCW. Dit betreft de bestemmingsfondsen Technische Vervangingsgelden, KIEN, Veiligheid en dotatie bestemmingsfonds OCW 2017-2020. Deze zijn allen opgenomen in het bestemmingsfonds OCW, maar zullen elk afzonderlijk zichtbaar blijven. Kosten gemaakt in het kader van Technische Vervangingsgelden, KIEN en Veiligheid zullen volledig onttrokken worden uit het desbetreffende bestemmingsfonds.
Bestemmingsfonds OCW
Het bestemmingsfonds OCW is in 2018 opgebouwd uit een viertal onderdelen:
1. Bestemmingsfonds Technische Vervangingsgelden: Naast het reeds bestaande Bestemm ingsfonds Technische Vervangingsgelden van voor 2015 heeft het ministerie OCW in 2015 een bijdrage beschikbaar gesteld voor het verbeteren van de brandveiligheid in het museum, met een totale bijdrage van EUR 925.000. In 2018 is EUR 146.838 besteed aan uit dit fonds.
2. Bestemmingsfonds KIEN: Van de in 2018 toegekende subsidie van totaal EUR 838.028 is EUR
besteed. Van de resterende gelden wordt een bestemmingsfonds gecreëerd.
KIEN
3. Bestemmingsfonds Veiligheid: de uitvoering van het veiligheidsplan is in 2011 afgerond. Het resterende saldo is gereserveerd voor klein onderhoud en nieuwe veiligheidstoepassingen in de toekomst. In 201 8 hebben geen uitgaven plaatsgevonden.
4. Bestemmingsfonds OCW 2017-2020: Het bestemmingsfonds OCW bestaat uit de niet bestede structurele instellingssubsidie OCW voor publieksactiviteiten (BIS) over een bepaalde periode. Jaarlijks wordt het niet bestede deel van de OCW subsidie BIS gedoteerd aan het bestemmingsfonds OCW. In 2018 bedraagt de dotatie aan het bestemmingsfonds OCW 2017-2020 EUR 357 444 Voor de berekeningswijze van het Bestemmingsfonds OCW 2017-2020 is het handboek OCW gevolgd. In 2017 was er sprake van een exploitatietekort en er was geen bestemmingsfonds OCW, waaruit het tekort gedekt kon worden. Het exploitatietekort 2017 is daarom gedekt uit de Algemene Reserve
Voorzieningen
De voorziening is berekend rekening houdend met deelnamekansen, toekomstige uitkeringen en reeds verstreken diensttijd. De verplichting is contant gemaakt tegen 3%.
Langlopende schulden
Lening Ministerie van Financiën
Nog te besteden huisvestingssubsidie OCW
Schulden per onderdeel:
Lening Ministerie van Financiën
Af: gepresenteerd onder kortlopende schulden
Begin 2016 is met het ministerie van Financiën een leningsovereenkomst gesloten waarbij het museum op basis van schatkistbankieren een lening van 10 miljoen kan verkrijgen. Het mi nisterie van OCW staat garant voor deze lening. In 2016 is EUR 6.000.000 uitbetaald en in 2017 is daar aanvullend EUR 4.000.000 aan toegevoegd. Voor de lening wordt een rente percentage van 0.35% door OCW in rekening gebracht. Aflossing vindt plaats vanaf 2018, lineair in 10 jaarlijkse termijnen.
Nog te besteden huisvestingssubsidie OCW
(bedragen x € 1.000)
Het verloop van de post "Nog te besteden huisvestingssubsidie OCW" is als volgt:
Saldo beginbalans 1-1-2018
Subsidie OCW huisvesting (brief d.d. 2-10-2018, kenmerk 1422280))
Onttrekking wegens investeringen (onder Investeringssubsidie OCW) - €
Onttrekkingen (eigenaarslasten)
- Rente, aflossingen en opslagen RVB -830.349 €
- Loonkosten eigen organisatie beheer en behoud -224.518 €
- Verzekeringen -36.174 €
- Afschrijvingen op investeringen eigenaarszaken -139.589 €
- Kosten dagelijks onderhoud -659.153 €
- Kosten groot onderhoud -240.389 €
- Overige huisvestingskosten (eigenaarszaken: advieskosten, inspecties e.d.) -19.444 €
Totaal onttrekkingen -2.149.617 €
Toevoegingen (baten):
- vrijval investeringssubsidie OCW (bekostigd uit huisvestingssubsidie OCW)
€ - overige baten - €
Totaal toevoegingen - €
1.277.107 €
Saldo huisvestigingssubsidie (subsidie OCW-onttrekkingen+toevoegingen) 1.640.005 €
Besteed aan publieksactiviteiten of andere activiteiten - €
Saldo eindbalans 31-12-2018 2.917.112 €
Binnen de huisvesting worden in de erfgoedwet alle lasten met betrekking tot het uitvoeren van onderhoud, voor zowel eigenaars als huurdersonderhoud, door de huurder gedragen. Hiervoor zijn door OCW middelen ter beschikking gesteld. Wanneer deze middelen niet volledig worden besteed moeten deze restanten volgens het handboek OCW 2017-2020 worden verantwoord onder de langlopende schulden. Het saldo ultimo 2018 is geheel langlopend van aard. De instandhouding van de Rijksvastgoed gebouwen (hierna: RVB) bestaat zowel uit dagelijks onderhoud, groot onderhoud als vervangingsinvesteringen voor delen van de gebouwen en de daarbij behorende installaties. In het meerjarig onderhoud- en investeringsplan (hierna: MOIP) wordt het toekomstige meerjarig groot onderhoud en de vervangingsinvesteringen in de loop van de tijd gepland. Over het restant van Nog te besteden huisvestingssubsidie zal jaarlijks een besluit worden genomen met de vaststelling. Het verloop wordt jaarlijks gemonitord en na vijf jaar zal een evaluatie plaatsvinden.
Kortlopende schulden en overlopende passiva
De looptijd van de kortlopende schulden is korter dan 1 jaar met uitzondering van de onderhanden projecten
Schulden aan gelieerde rechtspersonen
Over de Rekening Courant (RC) positie van de gelieerde rechtspersonen wordt geen rente berekend. De looptijd is korter dan een jaar.
Belastingen en premies sociale verzekeringen
Vooruit ontvangen bedragen t.b.v. projecten
Als vaste beneficiënt heeft het museum in 2018 EUR 500.000 ontvangen. Voornaamste bestedingen in 2018 betreffen de verlevendiging van het museum en de nieuwe speeltuin
OCW Midlum "Wij gaan naar Canada"
OCW Caribisch gebied (KIEN)
In 2015 heeft het ministerie van OCW extra middelen ter beschikking gesteld voor werkzaamheden ter ondersteuning van het inventariseren en borgen van immaterieel erfgoed in Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius, Saba) en de Caribische landen (Curaçao, Aruba en Sint Maarten). In totaal is er EUR 120.000 ter beschikking gesteld, waarvan in 2018 EUR 62.801 aan activiteiten zijn besteed Voor het resterende bedrag is een herbestemmingsvoorstel ingediend bij het ministerie van OCW.
Westerstraat
In 2012 is door het museum het project Westerstraat afgerond. Aan de rand van het entreeplein zijn enkele gesloopte panden uit de Westerstraat in Amsterdam opgebouwd en ingericht. Hierin zijn gevestigd een postkantoor uit de jaren ‘50, een Jordaans café en een Turkenpension. Het project is gefinancierd door bijdragen van SNS Reaalfonds, ING, BGL en een bijdrage uit het OCW fonds 2005 -2012. Het restant zal voor de
jaarlijkse exploitatie van het gebouw worden gebruikt. In 2018 is EUR 48.000 besteed aan de exploitatie van het gebouw.
Collectie Centrum Nederland
Vanuit het project Collectie Centrum Nederland - een samenwerkingsverband tussen Rijksmuseum, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en het Nederlands Openluchtmuseum om te komen tot een nieuw duurzaam depot in 2020 - is in 2014 tot en met 2016 jaarlijks EUR 50.000 beschikbaar gesteld. In 2018 zijn geen bestedingen gedaan.
RVB herstel lekkage
In 2015 is door de RVB in verband met lekkage aan daken geld ter beschikking gesteld om een en ander te repareren. In 2018 is de lekkage hersteld.
Provincie Overijssel (KIEN)
In 2016 is er door de Provincie Overijssel een nieuwe subsidie toegekend voor het project ‘Overijsselse traditie op de Nationale Inventarisatie Immaterieel Cultureel Erfgoed in Nederland’ dat was gestart in 2014. De totale subsidie bedraagt EUR 105.500 waarvan voorschot ten in 2016 en 2018 zijn uitgekeerd. Het project is uitgevoerd in 2017 en 2018. In 201 8 is EUR 84.424 besteed aan project Overijssel.
Canon Jaknikker
In samenwerking met de NAM heeft het museum in de vorm van de Jaknikker één van de eerste vensters van de Canon op het terrein gerealiseerd. Voor de instandhouding van dit project is in boekjaar 2015 EUR 25.000 door het NAM geschonken. Dit heeft een looptijd van 10 jaar. In 2018 is het restant van EUR 17.500 onttrokken.
Nationale Inventaris (KIEN)
In 2015 heeft het ministerie van OCW een bedrag van EUR 600.000 toegekend voor de activiteiten rondom de Nationale Inventaris Immaterieel Erfgoed in Nederland. In 2017 is het project afgerond en het restant van de projectsubsidie is verrekend met de ontvangen subsidie OCW (KIEN) in het 4 e
Collectie Centrum Nederland verhuisproject
Het museum gaat in 2021 in samenwerking met het Rijksmuseum, de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en Paleis het Loo een nieuw duurzaam depot, genaamd Collectie Centrum Nederland, realiseren. Ter voorbereiding op de verhuizing naar dit nieuwe depot is het museum een verhuisproje ct gestart. Met de bouw van het Collectie Centrum Nederland is gestart in mei 2018
CANON VMBO
Stand per 1 januari
Onderzoek en evaluatie Canon van Nederland
per 1 januari
Het ministerie van OCW heeft in 2018 een bijdrage van EUR 81.426 ter beschikking gesteld voor onderzoek en evaluatie van Canon van Nederland. Hiervan is EUR 65.756 in 2018 ontvangen.
Canon basisonderwijs groep 5+6
per 1 januari
Project Feest
Feest is een educatief programma waarin de verschillende rituelen rondom feesten in Nederland worden verteld. In 2018 is wederom door een particulier geld geschonken voor de kosten van de ceremoniemeester. De schenking van 2018 bedraagt EUR 210.000. Tot en met 2024 zal hiervan EUR 30.000 per jaar worden besteed.
Educatieve projecten
Feest is een educatief programma waarin de verschillende rituelen rondom feesten in Nederland worden verteld. In 2018 is wederom door een particulier geld geschonken voor de exploitatie van educatieve projecten. De schenking van 2018 bedraagt EUR 150.000.
Upgrade van Gend en Loos presentatie
per 1 januari
Thema eten en drinken
Voor 2019 is het jaarthema Eten en Drinken. Hiervoor is reeds in 2018 EUR 4.132 vooruit ontvangen.
Overige schulden
Toelichting financiële risico’s van financiële instrumenten
De financiële risico’s van de financiële instrumenten zijn beperkt. Door de meerjarige subsidierelatie met het ministerie van OCW is er een beperkt liquiditeitsrisico. Door een beperkte omvang van debiteuren en adequaat debiteurenbeheer is het kredietrisico beperkt.
Pensioenen
Pensioenregeling
De pensioenregeling van de Stichting is ondergebracht bij het PFZW. Er is geen aanvullende verplichting verwerkt, omdat op grond van de overeenkomst met PFZW er geen contractuele of feitelijke verplichting bestaat om bij te dragen in een eventueel tekort.
Voor een nadere toelichting op de verwerking van de pensioenen in de jaarrekening wordt verwezen naar de waarderingsgrondslagen
Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen
Rechten
Subsidie ministerie van OCW
Het ministerie van OCW heeft aan het Nederlands Openluchtmuseum voor de periode 2017-2020 een meerjarige instellingssubsidie toegekend. Vanaf de beleidsperiode 2017-2020 krijgt het museum vanuit twee onderdelen subsidie. Vanuit de BIS is er per jaar een bedrag van EUR 5.781.645 beschikbaar voor het museum, waarvan EUR 802.574 voor de stichting KIEN. Cumulatief is dit EUR 23.126.580, waarvan EUR 3.210.296 voor de stichting KIEN. Daarnaast wordt er een bedrag vanuit BIS beschikbaar gesteld ten aanzien van loonbijstelling en prijsbijstelling voor een totaalbedrag van EUR 877.563 over de periode 2017-2020. Vanuit de erfgoedwet ontvangt het museum in 2019 voor huisvesting en collectiebeheer in totaal EUR 6.865.928. Deze subsidie moet ieder jaar opnieuw worden aangevraagd. Tot slot krijgt het museum de laatste tranche van de projectsubsidie voor onderzoek en evaluatie Canon van Nederland, in 2019 een bedrag van EUR 15.670
BankGiro Loterij (BGL)
Door de BankGiroLoterij zijn gelden toegekend aan Stichting Het Nederlands Openluchtmuseum ter verlevendiging van het museum. Op basis van de huidige toekenning is voor het ja ren 2019 en 2020 wederom een bijdrage ad EUR 500.000 per jaar te verwachten.
Verplichtingen
Huurcontracten
De Stichting heeft verplichtingen uit hoofde van huurcontracten en erfpachtcanons met derden . In 2017 is het Rijkshuisvestingsstelsel veranderd; de musea zijn verantwoordelijk geworden voor onderhoud en uitbreiding van alle panden die het juridisch eigendom blijven van het Rijksvastgoedbedrijf. Er worden nieuwe huurcontracten aangegaan. Deze zijn echter op 31-12-2018 nog niet getekend. De huurverplichting voor de huidige gehuurde panden voor de periode 2019-2021 bedraagt EUR 2.280.618, waarvan EUR 814.034 < 1 jaar en EUR 1.466.584 > 1 jaar.
Verplichting voor Vennootschapsbelasting
De Stichting is met terugwerkende kracht tot 1 januari 2014 mogelijk belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. In 2017 heeft het Nederlands Openluchtmuseum samen met haar belastingadviseur overleg gevoerd en een brief naar de belastingdienst verstuurd met haar standpunt dat de belastingplicht bestreden wordt. Hierop is formeel nog geen antwoord gekomen. De belastingdienst heeft contact gezocht in 2019 en er is een afspraak gepland in mei 2019 om de brief uit 2017 te bespreken.
Baten
Directe opbrengsten
Deze zijn als volgt te specificeren:
Publieksinkomsten binnenland
Kaartverkoop
Het aantal bezoekers in 2018 was 550 608 (2017: 534 989)
Indirecte opbrengsten
Deze zijn als volgt te specificeren: Private middelen
Waarvan private fondsen
Subsidie Ministerie van OCW
Subsidie OCW Structureel
Subsidie OCW: Erfgoedwet huisvesting Naar Egalisatie OCW vanwege investeringen eigenaarszaken
Reservering niet bestede huisvestingsmiddelen
Subsidie OCW: Erfgoedwet Collectiebeheer
Per beleidsperiode 2017-2020 is de nieuwe erfgoedwet in werking getreden. Hierin is een separate huisvestingssubsidie toegevoegd die dient te worden aangewend voor instandhouding van de gebouwen en andere huisvestingskosten, zoals huur gebouwen RVB en verzekeringen.
Door het ministerie van OCW is voor de periode 2017-2020 geen zelfstandige subsidie beschikking afgegeven voor de activiteiten van KIEN. De Stichting Het Nederlands Openluchtmuseum ontving een subsidiebeschikking waarin de activiteiten voor het KIEN zijn opgenomen. Middels een overeenkomst met het Openluchtmuseum worden de gelden ten behoeve van het KIEN uitsluitend aangewend voor het werk van het KIEN binnen het Openluchtmuseum.
Overige subsidies/bijdragen
Personeelslasten
Totaal Personeelslasten
Onder de lonen en salarissen is een bedrag van EUR 1.371.745 aan reorganisatiekosten inbegrepen. Dit zijn de salariskosten en de transitievergoedingen inclusief tekenbonussen van de vertrokken medewerkers.
De pensioenlasten bestaan uit de met het pensioenfonds overeengekomen premie.
Huisvestingslasten
Dit betreffen kosten voor instandhouding van de gebouwen en andere huisvestingskosten, zoals huur gebouwen RVB en verzekeringen. De instandhouding bestaat zowel uit dagelijks onderhoud, groot onderhoud als vervangingsinvesteringen voor delen van de gebouwen en de daarbij beho rende installaties.
Overige lasten
Personeelskosten (anders dan salarislasten)
Exploitatiekosten
Verkoopkosten
& administratiekosten
Overige Kosten
Projectgebonden lasten en overige lasten
Bezoldiging bestuurders en toezichthouders
WNT-verantwoording 2018
De WNT is van toepassing op Stichting het Nederlands Openluchtmuseum. Het voor Stichting Nederlands Openluchtmuseum toepasselijke bezoldigingsmaximum is in 2018 € 189.000, dit betreft het algemeen bezoldigingsmaximum.
1. Bezoldiging topfunctionarissen
1a. Leidinggevende topfunctionarissen met dienstbetrekking en leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking vanaf de 13e maand van de functievervulling:
bedragen x € 1
Functiegegevens
Dr. W. Bijleveld Mr. B. Eenkhoorn
Aanvang en einde functievervulling in 2018 01/01 – 31/05 01/06 – 31/12
Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte)
Dienstbetrekking? Ja ja
Bezoldiging
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum
-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag
Totale bezoldiging
Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling N.v.t. N.v.t.
Gegevens 2017
bedragen x € 1
Dr. W. Bijleveld N.v.t.
Functiegegevens Directeur-bestuurder Stichting NOM
Aanvang en einde functievervulling in 2017 01/01 – 31/12
Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1,0
Dienstbetrekking? ja
Bezoldiging
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
€ 156.848 N.v.t.
Beloningen betaalbaar op termijn € 13.306 N.v.t.
Subtotaal € 170.154 N.v.t.
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum € 181.000
Totale bezoldiging
De bezoldiging van de toezichthouders bedraagt conform de statuten nihil.
2. Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen met een dienstbetrekking die in 2018 een bezoldiging boven het individueel toepasselijke drempelbedrag hebben ontvangen.
Toelichting op de verdeelsleutels zoals gehanteerd in de functionele exploitatierekening
In de jaarrekening is een deel van de baten en lasten direct toe te rekenen aan de functies. Voor zover baten en lasten niet direct toerekenbaar zijn, worden deze verdeeld aan de hand van verdeelsleutels.
Vanaf de jaarrekening van 2005 is voor het eerst gebruik gemaakt van het model verdeling categoriale exploitatierekening over de functionele indeling. Hierbij zijn door het museum verdeelsleutels gebruikt om goed te kunnen toerekenen. Er is gebleken dat zowel door het ministerie als de voormalige rijksmusea verenigd in de VRM de wens bestond om de verdeelsleutels meer op elkaar af te stemmen. Dit heeft er toe geleid dat er voor een aantal categorieën verdeelsleutels zijn ontwikkeld waarbij de musea zelf mogen kiezen welke sleutel men gebruikt per categorie .
Het museum gebruikt voor 2018 de volgende verdeelsleutels:
1. Directe opbrengsten: Direct toegewezen aan de functie;
2. Subsidie OCW (BIS): Direct toegewezen aan de functie;
3. Subsidie OCW erfgoedwet huisvesting: Conform huisvesting;
4. Salarislasten: Op basis van de personeelslasten van 2018 en de verhouding tussen de functies;
5. Huisvesting: Op basis van de huisvestingslasten 2018 en de verhouding tussen de functies overeenkomstig de personeelslasten;
6. Overige lasten: Direct toegewezen aan de functie of op basis van de verhouding van de functies overeenkomstig de personeelslasten.
Arnhem, 20 maart 2019
Was getekend
Mr. B. Eenkhoorn Directeur-bestuurder
Overige gegevens
Statutaire regeling betreffende de bestemming van het saldo van baten en lasten
In artikel 2 lid 6 van de statuten is opgenomen dat de stichting niet gericht is op het maken van winst. Er is geen artikel opgenomen betreffende een bestemming van een saldo van baten en lasten anders dan aan het Eigen Vermogen.
Controleverklaring
De controle verklaring van de onafhankelijke accountant is opgenomen op de volgende pagina’s.

Accountants
Aan de Raad van Toezicht van Stichting het Nederlands Openluchtmuseum, Nationaal Museum voor Nederlandse Volkskunde
Baker Tilly (Netherlands) N.V. Kerkenbos 10-27
Postbus 10525
6500 MB Nijmegen
T: +31 (0)24 378 48 48
F: +31 (0)24 378 35 68
nijmegen@bakertilly.nl www.bakertilly.nl
KvK: 24425560
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT
Verklaring over de in het financieel verslag opgenomen jaarrekening 2018
Ons oordeel
Wij hebben de in dit financieel verslag op pagina’s 34 tot en met 74 opgenomen jaarrekening 2018 van Stichting het Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem gecontroleerd.
Ons oordeel inzake de getrouwheid
Naar ons oordeel geeft de in dit financieel verslag opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Stichting het Nederlands Openluchtmuseum op 31 december 2018 en van het resultaat over 2018 in overeenstemming met het Handboek verantwoording cultuursubsidies Instellingen subsidieperiode 2017-2020 en de bepalingen bij en krachtens de Wet normering topinkomens (WNT).
Ons oordeel inzake de rechtmatigheid
Naar ons oordeel zijn de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2018 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand gekomen in overeenstemming met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals opgenomen in de subsidiebeschikking en het Handboek verantwoording cultuursubsidies Instellingen subsidieperiode 2017-2020.
De jaarrekening bestaat uit:
1. de balans per 31 december 2018;
2. de categoriale exploitatierekening over 2018;
3. de categoriale en functionele exploitatierekening over 2018;
4. de toelichting behorende tot de jaarrekening met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.

Accountants
De basis voor ons oordeel
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden vallen en het Accountantsprotocol cultuursubsidies instellingen 2017-2020 en het controleprotocol Wet normering topinkomens (WNT) 2018 vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie 'Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening'.
Wij zijn onafhankelijk van Stichting het Nederlands Openluchtmuseum zoals vereist in de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta), de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).
Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Paragraaf betreffende overige aangelegenheden
De Aanbestedingswet 2012 is voor het boekjaar 2018 op grond van het Handboek verantwoording cultuursubsidies Instellingen subsidieperiode 2017-2020 en het Accountantsprotocol cultuursubsidies instellingen 2017-2020 niet meer van toepassing verklaard door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Bij de jaarrekening 2017 was een verklaring met beperking ten aanzien het aspect rechtmatigheid verstrekt, aangezien verplichtingen waren aangegaan waarbij niet de Europese aanbestedingsregels gevolgd zijn terwijl dat in 2017 nog wel had gemoeten. De totale omvang van de lasten in 2017 samenhangend met deze contracten bedroeg € 625.000. De doorlopende kosten uit deze contracten in 2018 bedragen € 386.000.
Wij benadrukken dat deze omstandigheid geen afbreuk doet aan ons goedkeurend oordeel.
Naleving anticumulatiebepalling WNT niet gecontroleerd In overeenstemming met het Controleprotocol WNT 2018 hebben wij de anticumulatiebepaling, bedoeld in artikel 1.6a WNT en artikel 5, lid 1, sub j Uitvoeringsregeling WNT, niet gecontroleerd. Dit betekent dat wij niet hebben gecontroleerd of er wel of niet sprake is van een normoverschrijding door een leidinggevende topfunctionaris vanwege eventuele dienstbetrekkingen als leidinggevende topfunctionaris bij andere WNT-plichtige instellingen, alsmede of de in dit kader vereist toelichting juist en volledig is.
Accountants

Verklaring over de in het financieel verslag opgenomen andere informatie Naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvat het financieel verslag andere informatie, die bestaat uit:
- het bestuurs- en activiteitenverslag;
- het bericht van de Raad van Toezicht;
- het profiel leden van de Raad van Toezicht;
- het bericht van de Ondernemingsraad;
- de prestatieverantwoording;
- de overige gegevens;
- de bijlagen KIEN, CBF en samenwerkingspartners.
Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie:
• met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat;
• alle informatie bevat die op grond van Titel 9 Boek 2 BW en het Handboek verantwoording cultuursubsidies Instellingen subsidieperiode 2017-2020 is vereist.
Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de controle of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat.
Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in Titel 9 Boek 2 BW en de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening.
Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, zoals hierboven genoemd, in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW en het Handboek verantwoording cultuursubsidies Instellingen subsidieperiode 2017-2020 en de bepalingen bij en krachtens de WNT.
Beschrijving van verantwoordelijkheden voor de jaarrekening
Verantwoordelijkheden van het bestuur en de raad van toezicht voor de jaarrekening
Het bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW en het Handboek verantwoording cultuursubsidies Instellingen subsidieperiode 2017-2020 en de bepalingen bij en krachtens de WNT. Het bestuur is ook verantwoordelijk voor het rechtmatig tot stand komen van de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties, in overeenstemming met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals opgenomen in de subsidiebeschikking en het Handboek verantwoording cultuursubsidies Instellingen subsidieperiode 2017-2020. In dit kader is het bestuur tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die het bestuur noodzakelijk acht om het opstellen van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude.
Accountants

Bij het opmaken van de jaarrekening moet het bestuur afwegen of de instelling in staat is haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemde verslaggevingsstelsels moet het bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuur het voornemen heeft om de instelling te liquideren of de activiteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is.
Het bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de instelling haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening.
De raad van toezicht is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de stichting.
Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel.
Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten en fraude ontdekken.
Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel.
Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, het Accountantsprotocol cultuursubsidies instellingen 2017-2020, het controleprotocol Wet normering topinkomens (WNT) 2018, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit:
- het identificeren en inschatten van de risico’s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, dan wel het niet rechtmatig tot stand komen van baten en lasten alsmede de balansmutaties, het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing;
- het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting;
Accountants

- het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving, de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan;
- het vaststellen dat de door het bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens het op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderneming haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een instelling haar continuïteit niet langer kan handhaven;
- het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen; en
- het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen en of de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen.
Wij communiceren met de raad van toezicht onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing.
Nijmegen, 27 maart 2019
Baker Tilly (Netherlands) N.V.
Was getekend
drs. W.V.C.C. van Herpen RA
Bijlage 1 KIEN
Baten:
Eigen inkomsten
Publieksinkomsten binnenland:
Kaartverkoop
Overige publieksinkomsten
Publieksinkomsten buitenland
Totaal Publieksinkomsten
Sponsorinkomsten
Private middelen - particulieren incl. vriendenverenigingen
Private middelen - bedrijven
Private middelen - private fondsen
Private middelen - goede doelen loterijen
Subsidies
OCW: Erfgoedwet onderdeel huisvesting
OCW: Erfgoedwet onderdeel collectiebeheer
Totaal structureel Provincie
structureel Gemeente
Bijlage
2 CBF
Algemeen
Het Openluchtmuseum heeft sinds 2006 het CBF keurmerk voor kansspelbegunstigden. In het kader van dit keurmerk stelt het CBF eisen aan de verslaglegging. Het museum moet in eerste instantie voldoen aan de richtlijnen voor de verslaglegging volgens het handboek van het ministerie van OCW. Daarom is met het CBF afgesproken dat daar waar – volgens de richtlijnen van het CBF – zaken ontbreken dan wel anders gepresenteerd moeten worden, dit door het museum in een bijlage bij de jaarrekening wordt gepresenteerd. Hier is kort uiteengezet welke fondsenwervende activiteiten er in 2018 hebben plaatsgevonden en zijn de modellen uit de richtlijn 650 fondsenwervende instellingen herziene versie 2016 gebruikt.
Fondsenwervende activiteiten
Het museum heeft een afdeling Development van 2,8 fte. De afdeling houdt zich bezig met fondsenwervendeen sponsoractiviteiten. Daarnaast worden door de directeur werkzaamheden verricht voor de acquisitie van fondsen en sponsoren.
De focus van de afdeling lag in 2018 op activatie va n de bestaande partnerships. De wervingsactiviteiten richtten zich op projecten als het jaarthema van 2019, Gruwelijk lekker, verder de jaarlijkse Maand van de Geschiedenis en de verdere ontwikkeling van het Canonnetwerk.
Van Stichting Janivo heeft het museum voor het tweede jaar EUR 20.000 mogen ontvangen voor educatieve programma’s voor de Canon van Nederland. Het Fonds voor Cultuurparticipatie steunt het museum ook in 2018 met een bijdrage van EUR 100.000 voor de Maand van de Geschiedenis, dit maakt onderdeel uit van een vierjarige bijdrage. Het Mondriaan Fonds draagt bij aan het Canonnetwerk met een bijdrage van EUR 75.000 voor 2018. Het themajaar Gruwelijk lekker kan rekenen op steun van The Economic Board, een nieuwe partner van het museum.
Het museum verwelkomt Amsterdam Development als nieuwe Adoptiepartner. Daarnaast zijn we sinds 2018 in gesprek met consortia, samenwerkingsverbanden van bedrijven.
In 2018 heeft het Nederlands Openluchtmuseum een bijdrage van de BankGiro Loterij van EUR 500.000 ontvangen voor verlevendiging van het park. Hiernaast heeft het museum EUR 424.474 ontvangen middels ‘geoormerkt werven’, hetgeen inhoudt dat bij deelname aan de BankGiro Loterij, de helft van de maandelijkse lotprijs naar het betreffende museum gaat.
In mei 2018 opende het museum de nieuwe presentatie ‘Wij gaan naar Canada’ in de boerderij Midlum over de emigratiegolf naar Canada in de jaren ’50. Deze presentatie is gerealiseerd met een schenking van de Amerikaans-Nederlandse familie Heersink. De overige gelden van deze schenking worden besteed, in nauw overleg met de familie Heersink, aan het borgen van immaterieel erfgoed in Nederland.
De educatieve activiteiten van het museum worden ruimhartig ondersteund door verschillende particuliere schenkers, waaronder de heer en mevrouw Ebus. Hierdoor is het museum in de gelegenheid om een nieuw educatief programma, gericht op het basisonderwijs, te ontwikkelen voor de Canon van Nederland. Daarnaast kan het programma Feest! in Nederland rekenen op extra museumd ocenten.
We zijn trots op de betrokkenheid van de particuliere gevers, waaronder de leden van De 12 Provinciën, de donateurs en de Vrienden van het Nederlands Openluchtmuseum. Tot slot is het Nederlands Openluchtmuseum zeer dankbaar voor een anonieme nalatenschap van een relatie die het museum een warm hart toe droeg.
Exploitatierekening 2018
Vervolg exploitatierekening 2018
Saldo voor financiële baten en lasten
Bestemming saldo van baten en lasten: Toevoeging/onttrekking aan:
Toelichting Lastenverdeling
Bijlage 3 Samenwerkingspartners
Samenwerken is belangrijk. Het vergroot de mogelijkheden van het museum en het geeft nieuwe impulsen. Het Openluchtmuseum heeft in de loop der jaren veel samenwerkingsverbanden ontwikkeld tot langdurige partnerschappen.
1. ArtEZ hogeschool voor de kunsten
Met Artez worden projecten uitgevoerd om producten te ontwikkelen en te produceren die als onderdeel van de eigenproductlijn in het museum verkocht kunnen worden.
2. Atletiekvereniging Ciko ’66
Jaarlijks organiseert Ciko’66 de hardloopwedstrijd ‘Rondje van Nederland’ op het museumterrein.
3. Biologische leveranciers
De Horeca werkt met zijn leveranciers als partners samen, waarbij de gezamenlijke inspanning is gericht op optimale biologische kwaliteit en smaak. Met de Arnhemse koffiepartner Peeze is bereikt dat de koffie die in het Openluchtmuseum geschonken wordt niet alleen biologisch en fairtrade is, maar ook 100% klimaatneutraal wordt aangevoerd. Er wordt samengewerkt met een aantal biologische leveranciers, waaronder de biologische fokkerijen Ecofields en Livar.
4. Burgers’ Zoo
Met de directe buurman Burgers’ Zoo wordt op meer terreinen samengewerkt. Als goede buren wordt er gezamenlijk overlegd en waar nodig en mogelijk ook gezamenlijk opgetreden, over ontwikkelingen in het gebied rond de beide parken. Aan meerdaagse recreanten wordt een combinatieticket aangeboden. De Meldkamer van het Openluchtmuseum houdt ´s nachts toezicht op het kunstwerk dat de ingang van Burgers’Zoo siert.
5. Crafts Council Nederland
Met deze organisatie is overlegd gevoerd over het opbouwen van een craft infrastructuur. Het museum zal een platform bieden waarin educatie over ambachten een plaats krijgt.
6.Cultuur Netwerk Arnhem en Cultuur Netwerk Nijmegen
Cultuur Netwerk Arnhem (CNA) is een belangrijk netwerk voor culturele instellingen in Arnhem. Dit
netwerk richt zich als vereniging op gezamenlijke belangenbehartiging, kennisdeling en voorlichting met betrekking tot kunst en cultuur in Arnhem. Daarnaast is CNA een platform voor ontmoeting, samenwerking en afstemming tussen organisaties.
Cultuur Netwerk Nijmegen (CNN) is het samenwerkingsverband in Nijmegen. Het CNA en CNN vormen samen een netwerk om tot één stedelijk regioprofiel te komen. Dit is op advies van de Raad voor Cultuur en het ministerie van OCW. Het Nederlands Openluchtmuseum is deelnemer in deze netwerken.
6. Gelders Restauratie Centrum (GRC)
Het Openluchtmuseum was een van de grondleggers van het GRC, waarin vele partijen samenwerken; o.a. de Provincie Gelderland, cultuurhistorische organisaties, het middelbaar beroepsonderwijs, het (bouw)bedrijfsleven en opdrachtgevers van onderhouds- en restauratiewerken. Het GRC biedt hoogwaardige kennis, praktijkgerichte cursussen en erkende vakopleidingen voor mensen en bedrijven in de restauratiebranche.
7. Gemeente Arnhem
Van de gemeente Arnhem wordt, op basis van afspraken, een afzonderlijke subsidie ontvangen om een drietal medewerkers, met afstand tot de arbeidsmarkt een geschikte arbeidsplaats te bieden binnen de Afdeling Terreinen en Dierverzorging.
8. Hivos
In het kader van zijn campagne Kinderarbeid wordt er in twee projecten samengewerkt met Hivos (Humanistische Organisatie voor ontwikkelingssamenwerking). Hivos draagt financieel en inhoudelijk bij aan de realisatie en exploitatie van een educatie presentatie over kinderarbeid op de zolder van Freia.
9. Hogeschool Arnhem Nijmegen
In samenwerking met de Hogeschool worden leerlingen stageplekken geboden in het museum en de horeca.
10. Hogeschool Van Hall Larensteijn
Stagiaires van de hogeschool voeren deelprojecten uit in het kader van de ontwikkeling van het Masterplan 2016-2025 van het museum uit.
11.Hotel Haarhuis Arnhem
In Hotel Haarhuis is een themakamer Openluchtmuseum ingericht met daaraan gekoppelde arrangementen voor de individuele en de zakelijke markt.
12.Hogeschool voor de Kunsten Utrecht
In samenwerking met de HKU en de VPRO zijn programma’s ontwikkeld die game and play technieken gebruiken om de bezoekerservaring te verlevendigen.
13.Kenniscentra Calibris (Bunnik) Aequor (Ede) en Fundeon (Harderwijk)
Museum is leerbedrijf voor de VMBO/MBO opleidingen in bouwvakken.
14.Kenniscentrum Ecabo Amersfoort
De sector Facilitaire Zaken is via Kenniscentrum Ecabo Amersfoort een erkend leer- en stagebedrijf voor de Sector particuliere veiligheid.
15.Kröller-Müller Museum
Kröller-Müller, Paleis Het Loo en het Openluchtmuseum hebben een gezamenlijke inkoopovereenkomst voor energie, die een gunstiger prijs oplevert.
16.Kunstwerkplaats Magenta
De samenwerking is gericht op drie gezamenlijke doelstellingen. Het verlevendigen van de Ambachtsbuurt in het museum met een functionerende weverij, het bieden van werkplekken in de weverij met een zinvolle dagbesteding voor de deelnemers (mensen met een geringe beperking) en het produceren van geweven artikelen ter verkoop in de museumwinkel.
17.Mariëndaal Speciaal Onderwijs A rnhem Gezamenlijk worden educatieve producten voor het speciaal (basis)-onderwijs ontwikkeld en getest.
18.Musea Arnhem
Vijf Arnhemse musea (Airborne Museum Hartenstein, Museum Arnhem, Museum Bronbeek, Nederlands Openluchtmuseum en Nederlands Watermuseum) werken samen in twee educatieve trajecten: de Jeugduniversiteit (colleges voor kinderen) en het Museummenu (educatieve projecten speciaal voor het basisonderwijs). De Gemeente ziet de kracht van deze samenwerking en faciliteert de scholen met mensen en midd elen om de musea te bezoeken.
19.Museum Arnhem
Het verzelfstandigde Museum Arnhem neemt diverse P&O-werkzaamheden (salarisadministratie, personeelsadministratie en P&O advisering) af van het NOM.
20.Nationaal Archief
Met het Nationaal Archief wordt overlegd over samenwerking in het kader van het realiseren van de Canon van Nederland.
21.Nationale Portal DiMCoN
Het Openluchtmuseum neemt, met enkele andere rijkscollectie beherende instellingen, deel aan deze pilot, die wordt getrokken door de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Doel is de opname van alle registratie- en ontsluitingsdata van de collecties in de nationale portal DiMCoN (Digitale Museale Collectie Nederland) en daarmee ter beschikking gesteld voor Europeana.
22.Nederlandse Vereniging van Klompenmakers
Met deze vereniging is tijdens de winteropening 2016-2017 gedurende zes weken dagelijks, op museaal verantwoorde wijze, het ambacht klompenmarkten gepresenteerd door klompenmakers uit heel Nederland.
23.Paleis Het Loo
Kröller-Müller, Paleis Het Loo en het Openluchtmuseum hebben een gezamenlijke inkoopovereenkomst voor energie, waardoor een gunstiger prijs kon worden bedongen. Ook is Paleis Het Loo een van de vier partners in het te realiseren
gezamenlijke depot, Collectie Centrum Nederland (CC NL).
24. Provincie Gelderland
Provincie Gelderland speelt als samenwerkingspartner een rol bij het project “De Gelderse streken – wat een verhaal!”. Samen met RBT KAN en het Nederlands Openluchtmuseum, wordt de vraag onderzocht hoe Gelderland als hoogwaardige cultuurhistorische provincie verder kan worden gepositioneerd.
25.Reed Business Media
Met Reed Business wordt jaarlijks in het najaar de ‘Beleef Landleven’ georganiseerd en in de winterperiode ‘Beleef Landleven Winter’.
26. RBT/KAN
Het Regionaal Bureau Toerisme Knooppunt Arnhem–Nijmegen is partner bij het project het Verhaal van Gelderland.
27.ROC A12
Met het ROC wordt samengewerkt in het aanbieden van stageplekken in het museum en in de horeca.
28.ROC RijnIJssel
Op basis van een samenwerkingsovereenkomst wordt gewerkt aan het realiseren van doelstellingen om het aantal jongere bezoekers te verhogen en passende leersituaties en stage- en ervaringswerkplekken te bieden
29.Rijksmuseum Amsterdam
Op een aantal terreinen wordt intensief samengewerkt met het Rijksmuseum Amsterdam. Met als andere partners de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en Paleis Het Loo wordt een gemeenschappelijk duurzaam depot gerealiseerd onder de naam Collectie Centrum Nederland (CC NL). Daarnaast is het Rijksmuseum hoofdpartner in de Maand en Nacht van de Geschiedenis, en partner in het Canonnetwerk. Bij de realisering van de fysieke canonpresentatie in het Openluchtmuseum biedt het Rijksmuseum actief een inhoudelijke inbreng. Het Rijksmuseum stelt genereus objecten ter beschikking.
30.Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE)
Met de RCE wordt, gezamenlijk met het Rijksmuseum Amsterdam en Paleis Het Loo, gewerkt aan een gemeenschappelijk duurzaam depot onder de naam Collectie Centrum Nederland (CC NL).
31.Schreuderhuizen Arnhem
Het museum biedt in samenwerking met de Schreuderhuizen werkplekken aan gehandicapten in de groenvoorziening.
32.Siza
Met deze stichting, die o.a. Het Dorp in Arnhem exploiteert, is een intentieverklaring afgesloten om de oudste woningen over te brengen naar het museum.
33.Sligro
Met de Sligro is een samenwerking aangegaan als totaalleverancier voor de horeca. Naast een verantwoorde keuze van producten is er aandacht voor efficiënt leveren en kennisoverdracht.
34.Staatsbosbeheer / Park Lingezegen
Als het Openluchtmuseum bomen moet kappen voor nieuwe presentaties of andere publieksvoorzieningen dient het museum daar als boscompensatie nieuwe bomen voor aan te planten. Dat werd in 2014 gerealiseerd door het aanplanten van de eerste boom van een bos op het terrein van Park Lingezegen. Dit bos van 2,2 ha is dit jaar inmiddels volledig aangeplant.
35.Stichting entoen.nu
De stichting entoen.nu ontwikkelde de Canon van de Nederlandse Geschiedenis en zorgde voor educatief materiaal bij alle canonvensters. De website entoen.nu wordt door scholen zeer algemeen gebruikt. Het museum heeft het beheer van de website overgenomen.
36.Stichting Arnhems Midzomer Avond Festival (AMZAF)
In samenwerking met AMZAF wordt jaarlijks rond de langste dag van het jaar een festival waar jong talent de gelegenheid wordt geboden zich te presenteren.
37.Stichting Eko -keurmerk
Met de Stichting Eko-keurmerk wordt, als grootste gecertificeerde horeca-instelling, samengewerkt in het vergroten van bekendheid van het keurmerk.
38.Stichting Erfgoed Gelderland
Stichting Erfgoed Gelderland levert data aan voor de portal ‘Collectie Gelderland’. Vanuit deze portal kunnen data veilig geoogst worden door DiMCoN. Verder treedt Erfgoed Gelderland op als partner bij het project het Verhaal van Gelderland.
39.Stichting Kalebas
Gezamenlijk project waarmee in het museum een verhalenboom is ingericht waaronder door –daartoe gezamenlijk opgeleide vrijwilligers –Anansiverhalen worden verteld.
40.Stichting Museum Plus Bus
De Museum Plus Bus is een samenwerkingsproject van twaalf Nederlandse musea en rijdt voor groepen senioren die niet meer in staat zijn zelfstandig een museum te bezoeken vanwege hun lichamelijke en/of geestelijke conditie. Middels een dag arrangement naar één van de deelnemende musea bezorgt de Museum Plus Bus groepen senioren een cultureel dagje uit, ko steloos dankzij de financiële steun van de BankGiro Loterij.
41.Stichting Techniekpromotie
In samenwerking met Techniekpromotie wordt jaarlijks de finale van het Techniek Toernooi georganiseerd. Het museum draagt inhoudelijk bij aan de technische opdrachten voor de leerlingen.
42.Vereniging Natuurmonumenten
Met de Vereniging Natuurmonumenten is een meerjarige alliantie gesloten waarbinnen op vijftal samenwerkingsprojecten worden uitgevoerd. Deze
richten zich op het verzamelen en delen van authentieke verhalen, gezamenlijke evenementen als Oogstweekend en een winterpresentatie over wolven, een gezamenlijk marketing- en communicatieplan, het gezamenlijk ontwikkelen van een label voor verantwoorde producten en onderlinge kennisuitwisseling.
43.Volkshuisvesting Arnhem
Met de woningcorporatie Volkshuisvesting Arnhem is samengewerkt in het realiseren van zogenaamde museumwoningen, waarbij het museum kennis heeft ingebracht over de geschiedenis en een verantwoorde datering van een aantal woningen. In 2016 werd een vierde woning geopend.
44.Ziekenhuis Rijnstate
Met het Ziekenhuis Rijnstate wordt als goede buren gezamenlijk overlegd en waar mogelijk ook gezamenlijk opgetreden m.b.t. ontwikkelingen in het gebied rond beide instellingen. Medewerkers van Rijnstate maken gebruik v an de parkeervoorzieningen van het museum.
45.Zorgboerderij De Ooijsebrug
In samenwerking met de leverancier voor aardappels, groente en fruit worden werkzaamheden uitgevoerd door medewerkers van de zorgboerderij.
46.Zorgcentrum Gelderland
Het museum biedt in samenwerking met het Zorgcentrum Gelderland werkplekken aan gehandicapten in de groenvoorziening.
47.Zuiderzeemuseum
Op directieniveau werd met het Zuiderzeemuseum overleg gevoerd over het afstemmen van het publieksbeleid en over mogelijke samenwerking op het gebied van ambachten.
Het Openluchtmuseum is hoofdorganisator van de Maand van de Geschiedenis, het grootste geschiedenisevenement en -netwerk van Nederland. Partners daarbij zijn:
1. Rijksmuseum (organisator Nacht van de Geschiedenis)
2. Museumvereniging
3. Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid
4. Erfgoed Brabant
5. Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland
6. Landschap Erfgoed Utrecht
7. Erfgoedhuis Zuid-Holland
8. Erfgoedpartners Groningen
9. Museumfederatie Fryslan
10. Batavialand
11. Erfgoed Gelderland
12. Branchevereniging Archiefinstellingen Nederland (BRAIN)
13. Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB)
14. Kennisinstituut Immaterieel Erfgoed Nederland (KIEN)
15. Entoen.nu
16. Jonge Historici
17. Vereniging van Vrijwilligers in de Archeologie (AWN)
18. Stichting Archeologie en Publiek (SAP)
Het Nederlands Openluchtmuseum is initiatiefnemer en hoofdorganisator van het Canonnetwerk, samenwerkende musea en andere erfgoedinstellingen die o.a. door middel van topstukken vensters uit de Canon van Nederland vertegenwoordigen en zichtbaar maken. De volgende partners hebben zich aan het Canonnetwerk verbonden als partner:
1. Allard Pierson Museum
2. Amsterdam Museum
3. Het Scheepvaartmuseum
4. Hunebedcentrum
5. Museum Catharijneconvent
6. Museum Prinsenhof Delft
19. Nationale Archeologiedagen
20. Stichting Romeinse Limes Nederland
21. Regionaal Bureau voor Toerisme Arnhem Nijmegen
22. Toerisme Flevoland
23. VVV Midden Limburg
24. Vlaams-Nederlands Huis deBuren
25. DutchCulture
26. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
27. Stichting Musea en Herinneringscentra 40-45
28. Eerste Wereldoorlog.nu
29. Historisch Nieuwsblad
30. VPRO/NTR
31. Trouw
32. de Correspondent
33. Historiek.net
34. 024 Geschiedenis
35. Stuk van het Jaar
36. Grote Archeologie Prijs
37. Dag van de Rotterdamse Geschiedenis
38. Dag van de Arnhemse Geschiedenis
39. 2018 Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed
40. 80 jaar oorlog in 80 plekken
41. 2018 Jaar van het verzet
42. Van Gisteren
43. Romeinen NU
44. The Black Archives
7. Nationaal Militair Museum
8. Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid
9. Nederlands Openluchtmuseum
10. Rijksmuseum
11. Rijksmuseum van Oudheden
12. Tropenmuseum
13. Herinneringscentrum Kamp Westerbork
14. Museum Huis Doorn
15. Koninklijk Eise Eisinga Planetarium
16. Nationaal Archief
17. Paleis Het Loo
18. Rembrandthuis
19. Rijksmuseum Boerhaave
20. Spoorwegmuseum
21. Universiteitsmuseum Groningen
22. Watersnoodmuseum
Het Nederlands Openluchtmuseum wordt ondersteund door een groot aantal financiële partners:
Hoofdpartners
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
BankGiro Loterij
Vrienden van het Nederlands Openluchtmuseum
DHL Parcel Benelux
Projectpartners
Rijkswaterstaat
ING
Kadaster
Arcadis Nederland
Adoptiepartners
Nationale-Nederlanden
Sweco Nederland
Coers & Roest
De Kempenaer Advocaten
Van Dalen
AkzoNobel
NAM
Freia
CCV Nederland
Salisbury Archeologie
Bosman Watermanagement
Teijin Aramid
Koninklijke Gazelle
Fondsen
VSBfonds
Mondriaan Fonds
K.F. Hein Fonds
Prins Bernhard Cultuurfonds
Fonds voor Cultuurparticipatie
Stichting Zabawas
Janivo Stichting
Gravin van Bylandt Stichting
Provincie Gelderland
Erfgoed Gelderland
Gulle gevers
Familie Heersink
Familie Ebus Mulders
En onze anonieme schenkers
De leden van De 12 Prov inciën