20 minute read

Natuur in het Gentse havengebied

Het bruist ten noorden van Gent

KENNISMAKING MET HET GENTSE HAVENGEBIED, EEN LANDSCHAP MET POTENTIEEL

Advertisement

Ten noorden van Gent vind je de R4 en de haven. Veel mensen gaan ervanuit dat daar op het vlak van natuur weinig te beleven valt. Maar dat klopt niet. De laatste jaren is er een grote dynamiek ontstaan en zijn er zonder meer indrukwekkende resultaten geboekt, vaak als gevolg van lange voortrajecten. Bovendien tonen de eerste realisaties slechts een fractie van het grote natuurpotentieel van deze regio. Naast vele kleine, waardevolle initiatieven vallen er in de haven en de Moervaartvallei drie grote ‘natuurtrajecten’ te herkennen: de Moervaartvallei, de Kanaalzone en het Wonderwoud. We zetten die hier voor jou op een rij en brengen telkens de kansen ervan in kaart.

© ROSSANA BUGINI

© GAETAN DE JONGHE

De Moervaartvallei

De Moervaartvallei is een laaggelegen gebied ten noordoosten van Gent, tussen twee waterlopen, de Moervaart en de Zuidlede. Het gebied reikt tot in Stekene en omvat zomaar eventjes 3000 hectare. Historisch was het altijd een waterrijke depressie met bewoningsconcentraties rond en op de hoger gelegen donken. Sinds 1930 wordt het waterpeil op een constant niveau gehouden, aangepast aan het kanaal Gent-Terneuzen. Ook werd het gebied geschikter gemaakt voor landbouw.

Openruimte- en landinrichtingsproject

De provincie Oost-Vlaanderen fungeert als trekker van het ‘openruimteproject Moervaartvallei’. Dat brede project is een uitloper van een eerder gepland, maar vastgelopen compensatiebeleid voor de Gentse haven. De financiering ligt bij de provincie, North Sea Port en de betrokken gemeenten. Ook Natuurpunt ondersteunt het project. Er wordt een Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (GRUP) opgemaakt voor de Moervaartvallei. Dat gebeurt in twee fasen, enerzijds voor het ‘westelijk’ en anderzijds voor het ‘oostelijk’ deel van de vallei. Het GRUP ‘Moervaartvallei fase 1’ vormt de juridische onderbouw voor het deel van de Moervaart- en Zuidledevallei op het grondgebied van Gent, Lochristi, Wachtebeke en Moerbeke. Het GRUP werd definitief van kracht op 13 juli 2018. Voor het oostelijk deel loopt de procedure nog.

Parallel met het openruimteproject loopt er ook een landinrichtingsproject. Bij de goedkeuring van het GRUP besliste de Vlaamse Regering dan ook om het instrument Landinrichting voor het gebied in te zetten. De Vlaamse Landmaatschappij (VLM) krijgt vijftien jaar lang een voorkooprecht op gronden in de ‘groen aangeduide’ delen op kaart 1. Op 25 mei 2018 ondertekenden zo’n twintig partijen, onder wie Natuurpunt, Natuurpunt Gent en Natuurpunt Moervaart-Zuidlede, een raamovereenkomst.

De doelstelling van de raamovereenkomst is het uitwerken en uitvoeren van een coherent beleid voor de natuur- en landbouwgebieden. Dat betekent een evenwichtige uitbouw van meer natuur en duurzame landbouw (stoppen met intensieve bemesting) op de daarvoor passende locaties. Tevens geeft het project ook invulling aan het strategisch plan Gentse Kanaalzone, o.a. nieuwe natte natuur ter compensatie van gewijzigde verboden te wijzigen vegetaties. Tot slot is ook de verbetering van de waterhuishouding in het hele gebied een belangrijke doelstelling.

Hoewel er al heel wat is gerealiseerd, worden de komende jaren binnen fase 1 cruciaal op het vlak van de aankoop, de omvorming en het beheer van natuur. Het wordt nog een hele uitdaging om de vóór 2022 gemaakte afspraken te realiseren. Wie fietst langs de Moervaart in Moerbeke, Wachtebeke of het noordelijk deel van Gent, zal zich verbazen over het gave, open landschap, met weidse uitzichten en bomenrijen. Een mooie Moervaartvallei heeft waarde voor de landbouw en de natuur, maar ook voor de bewoners en de dorpen. Het brede project zorgt ervoor dat de historische druk op natuur en landbouw stopt, en dat de neerwaartse natuurcurve omgebogen wordt.

Kaart 2 toont de scharniermomenten waarop de instrumenten landinrichting worden ingezet voor verwerving met het oog op natuurinrichting. Tot die tijd kan men ‘vrijwillige instrumenten’ (zelfrealisatie, vrijwillige aankoop en inrichting, ...) gebruiken. 2022 is een beslissend moment.

KAART 1

Natuurpunt Gent ziet grote kansen in de noordelijke Moervaartvallei. Sinds 2008 beheert Natuurpunt de oude arm van de Moervaart tussen Sint-Kruis-Winkel en Mendonk. Vanuit Gent gezien geldt die oude Moervaartarm een beetje als poort naar het ‘nieuwe natuurgebied in wording’. Natuurpunt Gent plant dan ook een actief aankoopbeleid in de noordelijke Moervaartvallei om honderd hectare natuur veilig te stellen. Ook de huidige discussie over nationale parken en landschapsparken is voor de Moervaartvallei bijzonder relevant. De kans is namelijk vrij klein dat de Moervaartvallei ‘solitair’ in aanmerking komt als kanshebber voor erkenning als Vlaams Nationaal Park of Vlaams Landschapspark – zoals op 19 april 2021 gelanceerd door de Vlaamse Regering. Wel bestaat de mogelijkheid dat de vallei deel kan worden van een groter geheel (lees: Schelde-Durme-Moervaartpark). Die gebieden kunnen elkaar versterken en zo kan een natuurgebied ontstaan dat gemakkelijk voldoet aan de criteria voor een nationaal park: één of meerdere natuurkernen met een eenduidige hoofdfunctie natuur én één of meer zones die natuurontwikkeling toelaten tot 10.000 hectare over een periode van twintig jaar.

De Moervaartvallei speelt ook een rol in de kandidaatstelling van een heel groot gebied rond en ten noorden van de ‘Moervaartdepressie’ als Unesco Global Geopark (Scheldedelta). Ruim 65 organisaties hebben zich intussen aangemeld om dat ambitieuze plan te ondersteunen. Hoewel het hier gaat om een keurmerk, dat dus geen officiële bescherming biedt, zal het een immense impuls geven aan het hele gebied, de Moervaartvallei incluis. Het projectdossier moet klaar zijn in september 2021. Tot slot zijn er tal van kleinere, bijzonder waardevolle initiatieven die worden gerealiseerd in het zog van de nieuwe dynamiek en het strategisch plan. Zo is het hartverwarmend om te zien dat er in de regio echt wel stappen worden gezet op het vlak van trage wegen. Recentelijk is, onder aanmoediging van de stad, grondig onderzocht of de historische Buyzewegel opnieuw open zou kunnen gaan. Die weg creëert een unieke wandelverbinding tussen de dorpskern van Sint-Kruis-Winkel en de Moervaart. Dergelijke initiatieven – er zijn er veel meer –geven de kanaaldorpen een nieuwe dynamiek en zorgen ervoor dat nu ook jonge gezinnen de weg vinden naar de bijzondere natuurpracht van de Moervaart. Ook de ontwikkeling van de zogenaamde koppelingsgebieden (waarover later meer) heeft de laatste jaren de leefbaarheid van de kanaaldorpen bevorderd.

HISTORISCHE BUYZEWEGEL OPENGESTELD - VIERING 16 OKTOBER

Vele partijen hebben in de regio samengewerkt om de Buyzewegel opnieuw open te stellen. De wegel start in Sint-Kruiswinkeldorp, naast het schooltje, en loopt naar de Moervaart. Daar loopt het pad langs het pomphuisje langs de vaart naar Mendonk. De Buyzewegel is een mooie en velige verbinding tussen de twee dorpen. Op 16 oktober wordt de opening van dit pad gevierd met een kleine optocht en toespraken. Er wordt geëindigd met een kleine receptie in het schooltje van Sint-Kruis. Iedereen is welkom. Ook Natuurpunt Gent zal van de partij zijn!

© GEERT SPANOGHE

Natuurpunt is de uitdaging aangegaan om ruim honderd hectare grond aan te kopen in de Moervaartvallei, om er een prachtig nat natuurgebied te realiseren. Omdat vele ogen meer zien, mag je ons altijd melden als je weet dat er gronden te koop zijn. Neem daarvoor contact op met Bart Vangansbeke, bartvangansbeke@telenet.be of 0477/60.48.44.

De Kanaalzone

Een zeehaven is een geografische ruimte die voortdurend in beweging is, zowel binnen die ruimte zelf als aan de randen. In 2005 werd het GRUP ‘Afbakening Zeehavengebied Gent – Inrichting R4-west en R4-oost’ goedgekeurd. Dat plan gaf ook de aanzet voor het georganiseerd opzetten van de zogenaamde koppelingsgebieden. Het vergde heel wat tijd, maar inmiddels zijn vele van die koppelingsgebieden ontwikkeld en ‘in gebruik genomen’.

De Gentse Kanaalzone is het gebied rond het kanaal Gent-Terneuzen, de R4-oost en de R4-west. In het zuiden wordt de Kanaalzone begrensd door de woonwijken van Wondelgem/Muide/Meulestede, de Gentse binnenstad (Dampoort) en Oostakker/SintAmandsberg. Het geheel heeft een oppervlakte van ongeveer 4700 hectare, waarvan de koppelingsgebieden potentieel 700 hectare bedragen. De Gentse zeehaven is vooral een industriële haven. Ruimtelijk en economisch structuurbepalend zijn daarbij staalnijverheid, chemische industrie en autoassemblage.

Realisatie van de koppelingsgebieden

De koppelingsgebieden werden en worden opgevat als gebieden met meerdere functies, die de overgang vormen tussen de woonkern en de economische zone. De hoofdfunctie van het koppelingsgebied is buffering. Die bufferende functie is te realiseren met activiteiten en een meervoudig gebruik dat voor de woonkern en de economische zone een betekenis kan hebben (bos, natuur, landbouw, recreatie en ondersteunende functies).

Even terug in de tijd. Het initiële strategisch plan voor de Kanaalzone voorzag de realisatie van 205 hectare volledig nieuwe natuur voor het behoud van de natuurwaarden die bij de verdere uitbouw van de haven verloren zouden gaan - dat was de zogenaamde ‘compensatie’, waarover eerder al sprake. Een deel van die compensatie moest gebeuren in de Kanaalzone zelf (de koppelingsgebieden). Het grootste deel moest worden gerealiseerd in de eerder genoemde Moervaartvallei. Door tegengestelde belangen ‘verwaterde’ die doelstelling echter. In feite werd de eerder genoemde beslissing teruggedraaid, al gaf die op haar beurt weer een impuls aan wat uiteindelijk het voornoemde brede ‘openruimteproject Moervaartvallei’ zou worden.

Van de aanvankelijke oppervlakte van 205 hectare heeft de VLM intussen 16 hectare ingericht in de koppelingsgebieden van de haven. Gerealiseerde koppelingsgebieden zijn Langerbrugge, Desteldonk-Noord en Desteldonk-Zuid, Rieme-Zuid, DoornzeleNoord, Doornzele-Kanaalzijde en Sint-KruisWinkel. Heel recent openden Doornzele-Zuid en Kerkbrugge en momenteel wordt hard gewerkt aan de voorbereiding van OostakkerNoord, Rieme-Oost en Rieme-Noord (zie kaart 3).

KAART 3 Verrassend natuurbelang

Een zeehaven is een heel dynamisch geheel en als gevolg daarvan zijn de natuurwaarden dat ook. Gronden worden volgebouwd, er komen tijdelijke gebieden (bijvoorbeeld dokken, stortplaatsen, ...). De natuurwaarden moet dan ook op lange termijn worden bekeken. Op de braakliggende terreinen doen kenners regelmatig bijzondere waarnemingen. Hoge concentraties zeldzame watervogels komen overwinteren in de Kanaalzone, want door de lozingen van opgewarmd koelwater vriest het kanaal er nooit dicht. Zo kun je aan de koelwaterlozing van de biomassacentrale Rodenhuize opvallend veel vissen en vogels spotten. Uit tellingen en studies van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) blijkt dat de vogels die de Gentse haven bezoeken, in aanmerking komen voor Europese bescherming. Maar voorlopig is de Kanaalzone nog geen beschermd vogelrichtlijngebied. Concreet betekent dit dat de Gentse Kanaalzone niet is aangemeld als Speciale Beschermingszone, maar dat ze wel is opgenomen in de Europese inventarisatie van Important Bird Areas van Birdlife International. Het natuurbelang van de Gentse zeehaven blijkt bovendien

Voor wie wil kennismaken met de regio en de koppelingsgebieden werd er, heel recent, 75 KM FIETSROUTE

opengesteld doorheen het hele Gentse havengebied. Je vindt ze gemakkelijk op pdf door online te zoeken op 'Gentse Kanaalzone + recreatieve fietskaart'. De fietsroute is een mooie realisatie van het Projectbureau Gentse Kanaalzone.

heel sterk uit het grote aantal voor Vlaanderen 'kwetsbare' soorten van zowel vogels als planten. Ze komen er voor ondanks het sterk geïndustrialiseerde uitzicht van de regio. Net daardoor heeft een aantal nieuwe soorten hier een nieuwe habitat gevonden.

Actieplan schone lucht

Van 2016 tot 2020 werd onder impuls van onder meer de Vlaamse minister van Omgeving, de stad Gent, de gemeenten Evergem en Zelzate en North Sea Port een actieplan fijn stof (ultrafijne deeltjes in de lucht die diep in onze longen dringen) en NOx (alle combinaties stikstof en zuurstof) uitgerold, dat de luchtkwaliteit moest verbeteren. Het plan resulteerde in 58 concrete acties.

Het rapport geeft aan dat de NOx-emissies de laatste jaren een lichte stijging vertonen, maar wel opvallend lager liggen dan in 2000 en lager dan in 2010. De sector industrie (71%) is in 2016 de belangrijkste bron, met hierbinnen het bedrijf ArcelorMittal als bijzonder dominant. De verkeersemissies dalen gestaag over de hele periode.

De PM10-emissies (fijn stof) komen voornamelijk van de huishoudens (53% in 2016) en vervolgens van het verkeer (27%), waaronder vooral het wegverkeer. De emissies van het wegverkeer kennen over de hele periode een dalend verloop, dat zich ook de laatste jaren doorzet. Dit komt door de daling van de uitlaatemissies via de introductie van milieuvriendelijker voertuigen. De emissies van de huishoudens kenden geen daling. De PM2.5-emissies vertonen een gelijkaardig verloop.

Kansen in de Kanaalzone

Vooreerst is de doelstelling ‘Een leefbare haven’ meer dan ooit relevant. Duurzaam investeren in een gezonde economische toekomst voor de Kanaalzone en de Gentse haven, in combinatie met rustig wonen, veilig verkeer, een groene omgeving en schone lucht, blijft een constante uitdaging. Op dat vlak wordt vooruitgang geboekt door stap voor stap kleine initiatieven te ondersteunen en te verwezenlijken.

De oplevering van zo goed als alle koppelingsgebieden (>80%) vormt tegelijk een nieuwe uitdaging. De VLM is verantwoordelijk voor de landinrichting, maar draagt dan het beheer over aan het Project Gentse Kanaalzone en dat is een niet te onderschatten opdracht.

Leven in de nabijheid van industriële activiteiten heeft een impact op het welzijn van de omwonenden. Het Steunpunt Milieu en Gezondheid volgt al meerdere jaren jongeren uit de Gentse Kanaalzone. Vervuilende stoffen blijken vandaag veel minder voor te komen dan vroeger. Toch blijven er nog belangrijke aandachtspunten: fijn stof (meer ontstekingen van de luchtwegen) en hogere PCB-waarden (polychloorbifenyl). Die chloorverbindingen zijn intussen verboden maar doordat ze zeer traag afbreken, zijn ze er nog steeds.

Door middel van het project CCU-hub (Carbon Capture & Utilization), opgezet door vijftien publieke en industriële partners, heeft de Gentse haven de kans om een voortrekkersrol te spelen in het kader van de nijpende klimaatdreiging. Het doel van de hub is het klimaatneutraal maken van het havengebied door een slimme combinatie van hernieuwbare energie, groene waterstof en het gebruik van CO2 als grondstof voor producten met toegevoegde waarde. CCU is het proces waarbij CO2 wordt opgevangen en omgezet in bruikbare producten. Dat circulaire gebruik van CO2 kan een sleutelrol spelen bij de transitie naar een koolstofarme industrie.

Een paar jaar geleden startten vijf partners het project Rail Ghent-Terneuzen op om een bijdrage te leveren aan de aanleg van een spoorlijn. De partners zijn North Sea Port, de stad Gent, de gemeente Terneuzen en de provincies Oost-Vlaanderen en Zeeland. De vraag naar goed openbaar vervoer leeft al lang in de Kanaalzone. Een grensoverschrijdend spoornetwerk voor zowel personen als goederen versterkt de positie van de fusiehaven en biedt antwoorden op een aantal maatschappelijke problemen en uitdagingen, zoals minder files, een betere luchtkwaliteit en een lagere CO2-uitstoot.

De Gentse Kanaalzone is een belangrijke plek voor overwinterende en/of doortrekkende watervogels als bergeend, krakeend, slobeend, tafeleend, kuifeend, kokmeeuw en lepelaar. In de Gentse Kanaalzone vinden we 2% van de totale Vlaamse populatie slechtvalk, bruine kiekendief en kluut. Op de cementsilo van CBR huizen slechtvalken. Er zijn nestkasten gemonteerd op de toren van de voormalige elektriciteitscentrale Langerbrugge en op de koeltoren van de biomassacentrale Rodenhuize. De blauwborst is een zeldzame broedvogel die ook zijn stek zoekt in de rietvelden langs het Kanaal. Op Nederlands grondgebied is de natuur van de Kanaalzone wel erkend als Europees beschermd vogelrichtlijngebied. De natuur is er, naast de economische bedrijvigheid, dan ook veel opvallender aanwezig dan in Vlaanderen.

© STAD GENT

Het Wonderwoud

Afhankelijk van je gesprekspartner roept de naam ‘Wonderwoud’ diverse emoties op. Het project, een samenwerking tussen het Agentschap Natuur & Bos, de stad Gent, de Vlaamse Waterweg en de gemeente Lochristi, moet de vierde groenpool worden voor Groot-Gent. De naam roept echter gemengde gevoelens op, om verschillende redenen. In de eerste plaats zijn er bedenkingen bij de naam. Voor de lokale bewoners gaat het om het ‘Oud Vliegveld’ en is de naam ‘Wonderwoud’ bevreemdend. Anderen vinden dan weer dat de realisatie wel heel lang op zich liet wachten. Nog anderen betreuren het gebrek aan middelen en maken zich zorgen over het feit dat tegen 2023 slechts een derde van de oppervlakte verwezenlijkt wordt (het totale potentieel bedraagt 200 hectare).

Korte historiek

In de Gentse stadsrand waren (en zijn nog altijd) vier groenpolen voorzien. Dat zijn multifunctionele park-, bos- en natuurgebieden van meer dan 100 hectare, die in fasen worden aangelegd op het grondgebied van de stad Gent en de buurgemeenten SintMartens-Latem, De Pinte, Lovendegem en Lochristi. Voor drie van die vier groenpolen, namelijk de Gentbrugse Meersen & Damvallei, het Parkbos en de Vinderhoutse Bossen, is de uitvoering op het terrein al goed zichtbaar. De vierde groenpool, het Oud Vliegveld, is een domein van circa 200 hectare, gelegen op het grondgebied van Gent en Lochristi. Ongeveer de helft van de groenpool staat in het GRUP ‘Afbakening Grootstedelijk Gebied Gent’ aangeduid als landbouwgebied met nabestemming bos- en natuurgebied. Het was dan ook niet mogelijk om de groenpool op korte termijn te realiseren. De andere helft werd deels aangeduid als recreatief bosgebied en deels als natuurgebied. Dit laatste deel, van circa 100 hectare, is eigendom van Waterwegen en Zeekanaal nv, die de gronden ‘overerfde’ van het voormalige ministerie van Openbare Werken. Het terrein is al vele jaren in gebruik als zandontginningsput en werd deels opgevuld met al dan niet verontreinigd materiaal.

Net omdat de zandontginning nog niet voltooid is, werd het gebied in het GRUP ook deels (circa 70 hectare) aangeduid als tijdelijke ontginning in overdruk. Over de tijdelijkheid van die zandontginning zegt het GRUP het volgende: “In functie van de natuur- en bosontwikkeling is in het in overdruk aangeduide gebied tijdelijke zandontginning toegestaan tot eind 2018. De ontginningsactiviteit kan in fasen gebeuren. Minstens de helft van de nog beschikbare capaciteit moet worden ontgonnen ten laatste tegen eind 2010. De laatste helft van de nog aanwezige capaciteit moet worden ontgonnen ten laatste tegen eind 2018.”

Het GRUP laat daarnaast nog de opvulling van het gebied toe conform de volgende timing: “Na het beeindigen van een ontginningsfase, moet de voorgaande fase maximaal opgevuld en afgewerkt worden, zodat natuur- en bosontwikkeling kan starten. De opvulling van de ontginningsputten moet worden beeindigd binnen de vijf jaar na het beeindigen van elke ontginningsfase en ten laatste tegen eind 2020 voor de volledige groenpool.”

Wie goed kan rekenen, komt al snel tot de conclusie dat het GRUP stelt dat de helft van de opvulling voltooid moest zijn tegen eind 2015. Dat was echter helemaal niet het geval, waardoor er weer vertraging optrad. In 2015 lanceerde het ANB wel een wedstrijd om een ontwerper voor de groenpool aan te duiden.

De vierde Gentse groenpool groeit

We schrijven 2021. De realisatie is gestart en een eerste deel van het Wonderwoud zal openen in 2023 (fase 1, zie kaart 4). Het Wonderwoud wordt ingericht in opdracht van het ANB, in samenwerking met de stad Gent en de gemeente Lochristi. De visie legt de uitgangspunten en krachtlijnen van de ontwikkeling en het globale landschapsontwerp vast. De vierde groenpool wordt geen traditioneel landschapspark, maar "een speels en groeiend woud om je permanent te verwonderen over de wisselwerking tussen ondergrond, water en natuur."

De locatie van het Wonderwoud is het Oud Vliegveld. Op luchtfoto’s en kaarten van de haven en Lochristi zie je meteen de merkwaardige X-figuur. Ze duidt op de omtreklijnen van de twee landingsbanen die in de jaren 1960 werden aangelegd voor een vliegveld, bedoeld als economische stimulans voor de havenontwikkeling. Het terrein werd toen 4 meter opgehoogd met zand, maar het vliegveld raakte nooit afgewerkt en is dus nooit gebruikt. Sinds de jaren 1970 werd op het terrein aan grootschalige zandontginning gedaan. Door de tijd heen zijn verschillende delen van het terrein uitgegraven en vervolgens opnieuw opgevuld. Juist door die zandontginning ontstond een bijzonder gebied, met een combinatie van zandheuvels, dijken, jonge bosjes, gras- en rietvelden en een centrale waterplas. Een groot deel van de plas wordt opgevuld en de natuur krijgt

zo de kans om spontaan te groeien tot een groot, waterrijk bosgebied.

Ontwerp benadrukt eigen karakteristieken

Het ontwerp speelt in op het reliëf, het water, het zand en de spontane natuurontwikkeling in het gebied. Het plan voor de groenpool maakt van de opgehoogde landingsbanen van het ‘Oud Vliegveld’ een dichtbegroeid ‘Wonderwoud’ met "verborgen plekken, waterrijke natuur en speelse routes". Net daarbuiten wordt open ruimte voorzien voor landbouw, begroeide grachten en kleine bosjes.

In het Wonderwoud wordt bijna niets aangeplant. De natuur mag zich hier spontaan ontwikkelen. Zo schieten de eerste berken en wilgen al uit de grond en steken bloemrijke ruigten en graslanden de kop op. Het Wonderwoud zal bestaan uit droog loofbos, moerasbos, diverse open zandige en grazige plekken en talrijke grote en kleine plassen. Het reliëf van het terrein en de specifieke waterhuishouding bieden een bijzondere plek aan heel wat planten en dieren. Die unieke situatie geeft kansen aan soorten die het elders moeilijk hebben, zoals de oeverzwaluw en de ijsvogel.

In de groenpool komt veel ruimte voor zachte recreatie. Uit de samenwerking met schoolkinderen ontstaan speelse elementen. De dieren krijgen de kans om in alle rust te leven – bepaalde delen van de groenpool zullen niet toegankelijk zijn voor bezoekers. In sommige zones worden ook grote grazers ingezet voor het natuurbeheer. Op de hoge dijk rond het Wonderwoud zullen schapen grazen en in het centrale deel komt er gemengde begrazing met zelfredzame runderen en paarden.

Het gebied krijgt meerdere ingangen en wandelpaden en er komt ook een opvallende uitkijktoren. Rond het Wonderwoud ligt een hoge dijk, die op verschillende plaatsen ‘doorgebroken’ of opengemaakt wordt als een ingang. Die insnijdingen in het dijklandschap worden telkens uitgevoerd in eenzelfde beeldvorm en materiaal. Ze zorgen voor de herkenbaarheid van de groenpool en de oriëntatie in het gebied.

Het Wonderwoud krijgt in de eerste fase twee hoofdingangen, één op het eind van de Langenaarstraat en één aan de Drieselstraat. De uitbouw van een nieuwe fietsas naar de groenpool (groenklimaatas) maakt deze plek ook vlot bereikbaar vanuit het Gentse stadscentrum. Op termijn zal die fietsas ook door de groenpool lopen. Bij elke ingang komen er fietsparkeerplaatsen. Voor de auto plant men een beperkt aantal parkeerplaatsen nabij de ingang aan de Drieselstraat.

Op het hoogste punt van de groenpool, op het kruispunt van de Westlede en het open water, komt de 18 meter hoge uitkijktoren, die een 360°-panorama op de omgeving moet bieden. Vanaf die toren kan de bezoeker zich oriënteren, het landschap bekijken en de groei van het Wonderwoud volgen. Bij helder weer zullen zelfs de drie torens van Gent te bewonderen zijn.

KAART 4

© AGENTSCHAP NATUUR & BOS

LUCHTFOTO

© AGENTSCHAP NATUUR & BOS Kansen in het Wonderwoud

Door de uitbouw van het Wonderwoud, het koppelingsgebied Oostakker en de positieve ontwikkelingen in en rond de Kanaaldorpen (Desteldonk in het bijzonder) ontstaat de mogelijkheid om zones met elkaar te verbinden tot een min of meer groter geheel.

Uiteindelijk wordt in fase 1 slechts één derde van het volledige potentieel ontwikkeld en velen vergeten dat er daarnaast ook nog andere fasen (zullen) zijn. Maar daarover is heel weinig te horen en te lezen. Het is dan ook belangrijk om die toekomstige fasen levendig te houden, zodat er niet nog meer vertraging komt bij de ontwikkeling van deze groenpool.

Tot slot vermelden we nog dat er onlangs nogal wat commotie was over het feit dat er bij de ophogingen zwaar vervuilde grond van de werken aan de Oosterweelverbinding zou worden gebruikt. Door de recente gebeurtenissen in Zwijndrecht staan alle lichten nu echter op rood en kan men dat gevaar in elk geval niet meer onder het tapijt vegen. Overigens houden alle betrokken partijen vol dat er geen vervuilde grond zal worden gebruikt.

WIL JIJ MEEBOUWEN AAN DE TOEKOMST?

Zoals uit dit artikel blijkt, bruist het ten noorden van Gent. En dat is de vrucht van de actieve samenwerking tussen bijzonder veel partijen met oog voor elkaars bekommernissen. Natuurpunt Gent wil actief bijdragen en zelf een inspirerende rol spelen bij de verdere ontwikkelingen in en rond de Gentse haven. Geïnteresseerd? We zoeken nog vrijwilligers die zich specifiek samen willen inzetten in de genoemde gebieden. Bezit je (grondige) natuurkennis en/of sociale vaardigheden, schrijf je graag en/of bijt je je graag vast in concrete initiatieven? Of ben je gewoon oprecht geïnteresseerd in het welzijn van de regio? Neem dan zeker contact op met gert.de.caluwe@natuurpuntgent.org en we laten zeker van ons horen.

© MAARTEN TRYBOU

De plooivoetstuifzwam

Stuifzwammen of bovisten vormen hun sporen binnen in het vruchtlichaam, dus niet in poriën of op plaatjes die je vindt onderaan de hoed van de meeste paddenstoelen. Als de sporen rijp zijn, scheurt de hoed open, waardoor ze kunnen vrijkomen. Ze zijn dan afhankelijk van invallende regendruppels, of aanraking door mens of dier, om los te komen en zich te laten meevoeren door de wind. Deze plooivoetstuifzwam heet zo omwille van de plooien in de voet. Die plooien verdwijnen als de zwam ouder wordt, net als de stekeltjes op de huid, die helemaal glad wordt. Uiteindelijk ziet de zwam er wat uit als een dikke sigaar, zeker met die rokende kop door het ontsnappen van de sporen. De volledige binnenkant van de zwam wordt uiteindelijk omgevormd tot vervliegende sporen, totdat alleen nog de huid overblijft, als een papieren sigarenhuls.

This article is from: