5 minute read

Vragen aan Frans

Frans van Natuurmonumenten

werkt al jaren als redacteur voor Puur Natuur en kent bijna alle natuurgebieden. Als hij het antwoord op je vraag niet weet, klopt hij aan bij onze boswachters.

Advertisement

We worden omringd door vreemde kostgangers. Maar als je even verder kijkt, zijn het wonderen van vernuft, die planten en dieren die in tuinen, parken en natuurgebieden leven. Dankzij jullie vragen, lichten we weer een tipje van de sluier op.

Hm, dit is 1 toch geen wesp?

Komt daar weer zo’n zwartgeel monstertje langsgevlogen en wat is de eerste gedachte? Wesp. Oppassen dus. Alleen, vaak is het geen wesp, maar een zweefvlieg in de vermomming van een wesp. Dat is geen toeval. Veel zweefvliegen hebben een vorm of tekening die lijkt op die van een gevaarlijk insect, zoals wesp, hommel en bij. Zo proberen ze roofdieren af te schrikken. Mimicry heet dat verschijnsel. Ook vlinders maken er gebruik van. Denk maar aan de blauwe vlekken met een zwarte rand op de vleugels van een dagpauwoog. Net ogen. Als die ineens voor je opduiken, raak je als belager toch even in verwarring. Sommige plantensoorten hebben het ook. Zo lijkt de bloem van de vliegenorchis op een vrouwtjesinsect. Ze doet er zelfs de geuren bij. Onweerstaanbaar voor graafwespmannetjes. Die komen eropaf, denken te paren, maar blijken niet meer dan pakketbezorger voor de orchis te zijn. Want al parend met het ene na het andere fopinsect brengen ze stuifmeel rond.

2 Wat doet de egel ’s nachts?

Overdag liggen egels te slapen tussen wat bladeren en mos, het liefst verstopt onder een struik. ’s Nachts trekken ze eropuit op zoek naar eten: wormen, kevers, rupsen, slakken, eieren, bessen. Daarbij kunnen ze fikse afstanden afleggen, zo bleek uit onderzoek van de Egelwerkgroep met gps-zenders. Gemiddeld komen egels al scharrelend tot 1,5 kilometer, maar er zijn nachten dat ze de 5 kilometer halen. Daarbij steken ze ook wegen en spoorlijnen over. Dat dat niet zonder risico is, blijkt wel uit het gegeven dat jaarlijks 135.000 egels onder de wielen van een auto komen. Wil je wat voor egels in je tuin doen? Zorg er dan voor dat er lage struiken staan. Een bakje water stellen egels ook op prijs. En als je dan ’s nachts wakker wordt omdat je denkt dat baby van de buren huilt, is de kans groot dat een egel is.

3

Wat te doen bij plagen?

Coloradokevers in de aardappelen, letterzetters in naaldbomen, eikenprocessierupsen en wintervlinders in eiken, bladluizen in rozen, engerlingen in het gazon, slakken op de hosta’s enzovoort enzovoort. De lijst van insecten en ander klein grut die overlast geven is lang. Bevolkingsexplosies van insecten – plagen dus – ontstaan vaak als de balans zoek is en er te weinig rovers aanwezig zijn. Zo kan de eikenprocessierups het goed doen omdat het met de sluipwesp, die de rups in het larvestadium eet, niet goed gaat. Dat is weer het gevolg van een gebrek aan bloemen waarmee de sluipwesp zich voedt. De oplossing is vaak: laat de natuur de natuur, zodat er fijne verscheidenheid aan planten en dieren is die elkaar in toom houden.

Even bellen met Laura Govers, coördinator onderzoek Griend

Waarom probeer je zeegras terug te krijgen bij Griend? “Zeegras is een wezenlijk element van de natuur in de Waddenzee. Grote velden zijn leefgebieden voor tal van soorten, van heel kleine, zoals het roeipootkreeftje, tot vogels en vissen. Zeegrasvelden remmen bovendien de golfslag en houden tegelijkertijd zand vast. Ze beschermen de kust daarmee tegen een stijgende zeespiegel.”

Waarom zijn er nu geen zeegrasvelden? “Ze zijn in de jaren dertig verdwenen. Er kwam een ziekte in, waardoor het massaal afstierf. Door de veranderende stromingen als gevolg van de aanleg van de Afsluitdijk kon zeegras zich niet herstellen. In de jaren zestig en zeventig kwamen daar de lozingen van vervuild water nog eens bij.”

Hoe ga je te werk bij het herstel? “We halen sinds 2014 met vrijwilligers planten op uit het Duitse deel van de Waddenzee, waar nog wel veel zeegras voorkomt. In de winter halen we daar de zaden uit en in het voorjaar zaaien we dat uit. We hebben diverse zaaimethodes geprobeerd. Nu hebben we er één te pakken die effectief is. We mengen de zaden met modder. Vervolgens spuiten we dat met kitspuiten in de bodem van het wad.”

Wat zijn de resultaten? “Toen we begonnen hadden we 0,01 plant per vierkante meter. Nu zitten we op 50 planten per vierkante meter. Het afgelopen jaar hadden we een oppervlakte van 400 vierkante meter, dit voorjaar hebben we een hectare ingezaaid. We schalen dus flink op. En wat goed nieuws is, is dat het zeegras bij Griend zichzelf nu uitzaait. Daardoor kan het systeem zichzelf in stand houden.”

Hoe gaat het nu verder? “We onderzoeken de effecten op de biodiversiteit. We willen ook graag in andere delen van de Waddenzee deze nieuwe zaaimethode toepassen. Maar het project loopt af. We hopen dat er geld komt voor een vervolg.”

De afgelopen jaren is er veel herstelwerk verricht op Griend. Samen met Valérie Reijers heeft Laura Govers een boek gemaakt over het eilandje in de Waddenzee: Griend, een bewogen eiland. KNNV Uitg., € 24,50

?WAT IS DIT?

Op een mooie junidag zag Laval Hunsucker uit Breukelen iets in z’n tuin, wat urenlang op stil zat. Hij kon niet thuisbrengen wat het was. Nee, het is geen alien. Het is een lindepijlstaart, een nachtvlinder met een spanwijdte van zo’n 4 centimeter. Hij heet pijlstaart omdat de rupsen van pijlstaartvlinders op het achterlijf een pijl hebben. Deze pijlstaart leeft voornamelijk in en bij lindebomen. De latijnse naam is overigens een stuk prozaïscher: Mimas tiliae. Tilia is linde. Dat is niet zo spannend. Maar Mimas was een reus van 10 meter met drakenpoten uit de Griekse mythologie die ten strijde trok tegen de goden. Hij verloor wel en is begraven onder de Vesuvius.

Ook een vraag?

Stuur die naar natuurvraag@ natuurmonumenten.nl. Je krijgt altijd antwoord (ook al het duurt het soms even). De leukste vragen krijgen een plek in deze rubriek.