1 minute read

3.4.5. Ecologisch dijkenbeheer

Heel wat natuurkerngebieden in het Grenspark Groot Saeftinghe zijn omringd door een hoge dijk. Bij de estuariene deelgebieden fungeren de dijken als primaire waterkeringen om het achterliggende land te beschermingen tegen overstromingen. Bij de niet-estuariene deelgebieden zijn er historische polderdijken, bufferdijken voor de haven, maar ook kleinere dijken om de deelgebieden hydrologisch te isoleren aanwezig.

Recent aangelegde dijken, zoals in de meeste Vlaamse natuurkerngebieden, verkeren vaak in een hoogproductieve en voedselrijke uitgangssituatie. Hier wordt de vegetatie veelal gedomineerd door één of meerdere hoogproductieve grassen zoals grote vossenstaart, glanshaver, rietzwenkgras of gestreepte witbol. Deze situatie wordt versterkt door de hoge stikstofdepositie vanuit verkeer en landbouw. Door een vroege eerste maaibeurt (voor 1 juni) kunnen dergelijke graslanden verder ontwikkelen tot een mix van grassen en kruiden. Hierdoor wordt de dominantie van hoogproductieve grassen doorbroken.

Advertisement

Idealiter kan een langdurig hooibeheer (2x per jaar) het grasland verder laten evolueren tot een bloemrijk grasland. Na de tweede maaibeurt is nabegrazing met schapen (op waterkerende dijken), paarden of runderen (op niet-waterkerende dijken) een optie. In een bloemrijk grasland is een fijne mozaïek van kruiden en grassen aanwezig. Het dijkgrasland maakt al een kleurrijke indruk door de verschillende bloeiende kruiden, die ovlakdekkend aanwezig zijn. Vanaf dit moment kan een extensief begrazingsbeheer toegepast.

FIGUUR 42 DIJKENBEHEER GRENSPARK GROOT SAEFTINGHE