
4 minute read
Centre for Sports and Education groeit, maar blijft kritisch
Maar liefst 19 sporten biedt het Centre for Sports and Education (CSE) tegenwoordig aan. Na de zomer van 2021 komt daar handbal bij. Duaal onderwijs waarin topsport, in dit geval handbal, volledig is geïntegreerd. En de groei is er nog niet uit, beaamt Anje Boogerd. Zij is binnen het CSE beleidsmedewerker topsport en vormt de schakel tussen het topsportbeleid van NOC*NSF en de sportbonden
Advertisement
Foto © Sophie de Vries
HHet CSE. Wie kent het witte gebouw naast het PEC Zwolle stadion niet? Ooit begonnen in 2008 boven in de Zwolse ZBC-hal met 25 leerlingen. In 2016 werd na een forse verbouwing, het huidige onderkomen in gebruik genomen. Al die jaren kent het CSE een enorme groeispurt. En de ontwikkeling gaat maar door. Er zijn nu bijna 600 topsporttalenten op basisonderwijsniveau, vmbo, Havo,
Vwo en Mbo.
VRAAG EN AANBOD
“Handbal is de volgende sport op het CSE. Oorspronkelijk zouden we na de zomer starten, maar vanwege de coronacrisis hebben we dat een jaar uitgesteld. We zijn eigenlijk al een aantal jaren in gesprek met het Nederlands Handbal Verbond. Hoewel het vaak een kwestie is van vraag en aanbod als we een nieuwe sport introduceren op het CSE, wilden we al heel lang een handbalprogramma voor meisjes aanbieden. Salland is toch een echt handbalgebied. De vrouwenploeg Dalfsen is dan weliswaar weggevallen, maar je hebt natuurlijk Kwiek in Raalte. Daar heb je ook een handbalschool.”
“Wat we graag willen is dat talentvolle handbalsters zich gaan ontwikkelen op de handbalschool om zo in beeld te komen voor het Regionaal Trainingscentrum (RTC) bij het CSE. Daarnaast geeft de komst van Sport XL - een multifunctioneel sportcomplex schuin tegenover ons schoolgebouw – ons de benodigde capaciteit en veel meer mogelijkheden.”
“We zoeken voor het opstarten van een nieuw programma altijd de verbinding met de sportbond”, zo gaat Boogerd verder. “De animo en de behoefte vanuit de bond, handbalscholen en verenigingen zijn groot. Voor de voorlichtingsavond in maart hadden we al zo’n veertig aanmeldingen. Het werven doen wij altijd via de sport en dus niet op scholen. Daarnaast kunnen we sportverenigingen helpen met opleiden en versterken van het kader. Op die manier gaat het niveau omhoog, waardoor sporttalenten eerder in aanmerking komen voor het CSE.”
PUMPTRACK
Boogerd maakt even het zijstapje naar twee andere sporten, die relatief nieuw zijn op het CSE: BMX en dans. De andere sporten die op het CSE te volgen zijn, zijn: atletiek, basketbal, golf, hippische sport, hockey, judo, sportacrobatiek, squash, tafeltennis, tennis, turnen heren, voetbal, volleybal, vrouwenvoetbal, waterpolo, wielrennen en zwemmen. “Als je kijkt naar BMX, dan zitten we een beetje met een locatieprobleem. Ons streven is dat alle sportlocaties zo dicht mogelijk bij de school zijn. Bij BMX hebben we op dit moment geen trainingslocatie in Zwolle en wijken we uit naar Kampen en soms

zelfs naar Dedemsvaart. Die reisafstand is te groot. We zijn nu aan het kijken of we ergens in de wijk een zogenaamde pumptrack kunnen realiseren. Die is niet alleen geschikt voor onze BMX-leerlingen, maar ook voor onder meer skeeleraars. Op die manier hopen we nog wat te groeien in die sport. Dat geldt ook min of meer voor dans. Daar zijn we vorig schooljaar mee gestart. Onze dansers trainen erg hard, maar ook daar zouden we nog wel iets meer in aantal willen groeien.” “Groeien is overigens niet per se een doel op zich van het CSE. We vinden het doorontwikkelen van de kwaliteit van de sportprogramma’s veel belangrijker. Daar kijken we kritisch naar. Zo hebben de sportmanagers regelmatig overleg met elkaar om ervaringen, maar ook om bijvoorbeeld hun kennis over trainingsprogramma’s of bepaalde werkwijzen met elkaar uit te wisselen. Dat geldt ook voor het selectiebeleid en het niveau van de huidige én nieuwe topsporttalenten.” “Ook blijven we steeds kritisch kijken naar het sportaanbod. Zo loopt bij bijvoorbeeld squash landelijk gezien het aantal jeugdleden terug, waardoor er ook minder toptalenten zijn. Wel weten we uit ervaring dat goede trainers cruciaal zijn voor een sportprogramma. En dat een sport zich altijd eerst moet bewijzen op het CSE. Als dat eenmaal gelukt is, zie je een jaar later dat het meer sporters aantrekt en zich doorontwikkelt.”
LEIDEND
Het woord doorontwikkelen laat Boogerd ook vallen als gevraagd wordt naar de toekomst van het CSE. Hoe wappert de CSE vlag over pak ‘m beet vijf jaar? “De sport is bij ons leidend, maar niet ten koste van alles. Op het CSE zetten we in op een duale carrière voor het topsporttalent. Die doorontwikkeling geldt dus voor zowel de sport als voor het onderwijs. Met het onderwijs hebben we een slagingspercentage van 100 procent, beter kan eigenlijk niet. Met de sport streven we ernaar om hofleverancier te zijn van regionale talenten aan nationale jeugdselecties en uiteindelijk natuurlijk het grote oranje. We willen echt

dat al onze leerlingen aan beide kanten slagen.”
