
6 minute read
Pianist JanWillem Rozenboom over Bach, Schubert en Guus
JAN-WILLEM ROZENBOOM
pianist en liedjesschrijver Jan-Willem Rozenboom
Advertisement
Jan-Willem Rozenboom (1974) had al vrij snel succes als pianist en liedjesschrij ver in de band van Guus Meeuwis. Even leek het erop dat hij zij n pianostudie aan het conservatorium aan de wilgen zou hangen, maar na twee jaar begon het toch te kriebelen en hij “pakte Bach er weer bij ”. Jan-Willem voltooide in 2003 zij n master bij Rian de Waal aan het Koninklij k Conservatorium in Den Haag. Inmiddels treedt hij al bij na 25 jaar op met Guus Meeuwis én heeft hij twee goed ontvangen ‘theatercolleges’ achter de rug, waarin hij verhaalt over Bachs Goldbergvariaties en de muziek van Schubert. “Zowel klassiek als pop spelen vind ik een fi jne afwisseling, die voor mij heel goed werkt.”
In het voorjaar van 2019 was JanWillem lid van de hoofdjury bij De Muziekwedstrijd, onze online wedstrijd voor kinderen van 4 t/m 12 jaar. Kinderen kunnen meedoen met alle muziekgenres en alle instrumenten – iets dat eigenlijk vanzelfsprekend is voor iemand die als klassiek pianist en popmuzikant werkt. “De Muziekwedstrijd is te gek! Alles zit ertussen, van lichte muziek tot heel zwaar klassiek. Het is de kunst om daaruit de kinderen te selecteren van wie je denkt dat ze potentie hebben. Maar het belangrijkste is dat je alle kinderen stimuleert en hen beloont voor hun goede inzet. Dat woog het zwaarste voor ons als juryleden.
Het mooie aan De Muziekwedstrijd vind ik ook dat je ziet dat kinderen helemaal niet bezig zijn met
de verschillen tussen klassiek en pop. Dat zie ik ook bij mijn eigen kinderen. Die luisteren alles wat ze leuk vinden en laten dat aan elkaar horen. Eigenlijk zijn het de volwassenen die alles in een hokje willen duwen.”
Als kind bladerde JanWillem nieuwsgierig door een boek met muziek van Schubert, dat thuis op de piano lag. Hij speelde al snel de Impromptu’s. “Die herkende ik, want mijn vader speelde deze muziek, en mijn opa ook. Het is
al een hele mooie ervaring als je die stukken zelf ook
een beetje kunt spelen. De Impromptu’s zijn technisch niet per se heel moeilijk, dus die kon ik best snel spelen.” In zijn tienerjaren speelde hij vaak en veel Schubert, daarna lange tijd niet. Totdat hij na het opnemen en uitvoeren van de Goldbergvariaties dacht: wat zal ik nu eens gaan doen?
Eerst even terug naar JanWillems studententijd. Hij werd lid van een studentenvereniging in Tilburg – vrij uitzonderlijk voor een conservatoriumstudent, zegt hij zelf – en daar leerde hij Guus Meeuwis kennen. “Op de sociëteit stond een hele brakke piano. ’s Avonds, als we ons daar aan het verpozen waren, ging ik op die piano spelen. Guus kwam erbij staan en begon te zingen. Zo van: ken je dit liedje? Ik speelde iets: ongeveer dit? Ja, dat klopt wel!” Vlak daarna werd Het is een nacht van Guus Meeuwis & Vagant een enorme hit. “Toen moesten er meer liedjes komen. Guus schreef Per Spoor (Kedeng Kedeng) nog zelf, daarna ben ik mee gaan schrijven en sindsdien doen we dit altijd met z’n tweeën, soms nog geholpen door anderen.”
De studentenband groeide uit tot een succes. “Op een gegeven moment dacht ik: die klassieke opleiding ga ik niet meer afmaken. Je treedt 200 keer per jaar op, je schrijft liedjes, wat je helemaal leuk vindt; dit is het.
Ik dacht dat ik moest kiezen tussen klassiek en pop.

JAN-WILLEM ROZENBOOM pianist en liedjesschrijver
Jan-Willem Rozenboom Met de pianolessen ben ik nooit gestopt, maar de andere vakken op het conservatorium stonden wel op een lager pitje. Na twee jaar begon het toch te kriebelen. Ik speelde steeds meer klassiek, pakte Bach er weer bij. Toen besloot ik het allebei te doen. Ik heb mijn studie afgemaakt in Tilburg en ben in Den Haag mijn master gaan doen. Daar is het vuur echt aangewakkerd, klassiek gezien.” In Den Haag studeerde Jan-Willem drie jaar lang keihard bij Rian de Waal, die hem uitdaagde het onderste uit de kan te halen. Ook hier drong de popmuziek door, want De Waal hoorde meteen dat hij vaak op een elektrische piano speelde. Ondertussen gingen de tournees met de band gewoon door. Tegenwoordig heeft Jan-Willem een mooie balans gevonden tussen klassiek en pop: ’s ochtends studeert hij klassiek en daarna is er tijd voor bandrepetities of optredens. In 2015 nam hij de Goldbergvariaties van Bach op en maakte hierbij een theatercollege. “Het is eigenlijk een pianorecital waarbij ik een mondelinge toelichting geef. Ik heb veel vrienden die weinig met klassieke muziek hebben, ook uit de band natuurlijk. Die komen ook luisteren, en ik dacht: ik kan het niet maken dat ze ineens de Goldbergvariaties voor hun kiezen krijgen, zonder dat ze er iets over weten! Dit doe ik nu ook bij Schubert. Ik speel 70% van de avond en ik vertel 30%.” “Ik geef geen geschiedenisles. Wat ik graag wil over
brengen, is waarom ik die muziek zo mooi vind.
Er zit zoveel in. Praten voor publiek vond ik eigenlijk doodeng, dat mag Guus lekker doen, maar ik merkte dat als ik over Bach kon vertellen, ik het wel durfde en leuk vond om te doen. Na het Goldberg-project dacht ik: wat zal ik nu eens gaan doen? Toen heb ik Schubert er weer eens bij gepakt, dertig jaar nadat ik die zoveel gespeeld had. Het mooie was dat ik nu andere muziek hoorde dan hoe ik het mij voorgesteld had. Ik ontdekte ineens een hele nieuwe laag. Schubert kan met weinig melodie een hele lange spanningsboog maken. Geweldig, hoe hij dat doet.” In het theatercollege over Schubert laat Jan-Willem ook horen hoe dicht klassiek en pop bij elkaar liggen. Zo zijn de eerste akkoorden van een stuk van Schubert hetzelfde als die van Hotel California, de popklassieker van The Eagles. De afgelopen maanden stond Jan-Willem in het theater met Schubert. Hij is al bezig met een reprise in 2020. Dan is het ook 25 jaar geleden dat Guus Meeuwis doorbrak met Het is een nacht. Een jubileumtour met stadionconcerten staat in de planning. “Zowel klassiek als pop spelen
vind ik een fijne afwisseling, die voor mij heel goed
werkt. Ik heb wel een idee wat er na Schubert komt. Das Wohltemperierte Klavier zou kunnen, dat is een soort bijbel voor pianisten. Debussy zou ik ook heel graag doen. Of Chopin. Als pianist heb je eigenlijk een oneindige lijst aan wensen. Wat dat betreft ben ik helemaal blij, met de combinatie van klassiek en pop en dat ik nu om het jaar of om de twee jaar zo’n theatertour kan doen.” In het voorjaar van 2020 neemt Jan-Willem ook weer zitting in de jury van De Muziekwedstrijd. Wat wil hij kinderen meegeven als het gaat om muziek maken? “Dat het zo leuk is om te doen. En dat ik hoop dat ze dat zelf ervaren. Dat docenten aan hun leerlingen vragen wat ze zelf graag willen spelen. En dat niet iedereen een enorm talent is, want dat kan nou eenmaal niet. Dus moet je ervoor zorgen dat ze het vooral leuk hebben. Dat is de basis, daarna kun je kijken wat er nog meer mogelijk is.”
