5 minute read

familie het zit in de

ZZutphen, de plek waar het allemaal begon. Hier groeiden de dertien kinderen Den Herder op in een gezin waar alles om muziek draaide. Vader Hugo (77) was gitaarleraar, moeder Janneke (77) speelde dwarsfluit in het OostGelders Symfonieorkest. Vijf van de dertien kinderen werden professioneel musicus: Jeroen (52), cellist en hoofdvakdocent aan de conservatoria van Rotterdam en Utrecht, altvioliste Annemijn (48) die in het Radio Filharmonisch Orkest speelt, Maartje-Maria (41) die celliste is in het Concertgebouworkest, pianist en arrangeur Jacobus (37) en Anna-Magdalena (34), altvioliste in het Nederlands Kamerorkest. Ze zijn, met enkelen van de kleinkinderen, net gefotografeerd in Dat Bolwerck, een rijksmonument in het historische centrum van Zutphen dat een podium biedt aan hedendaagse kunst, eigentijdse muziek en filosofie. Hier zijn vaak optredens tijdens het Internationaal Cellofestival Zutphen, opgericht door Jeroen. Het is een klein wonder dat iedereen er vandaag kon zijn, want er is altijd wel iemand die een optreden heeft. Kleinzoon Leonard (11) – de zoon van Jeroen en ook cellist – moest bijvoorbeeld meteen na de foto weg voor een concert.

In het muzikale gezin Den Herder werden vijf kinderen professioneel musicus. Ook veel van de kleinkinderen bespelen een instrument. Drie generaties over hun passie voor muziek. ER IS ALTIJD WEL IEMAND DIE EEN OPTREDEN HEEFT’

Gitaarles Van Papa

‘Een instrument bespelen hoorde voor Hugo en mij bij de opvoeding,’ vertelt Janneke, als een deel van de familie Den Herder even later aan de koffie zit. Lachend: ‘En als de kinderen zelf geen instrument kozen, kregen ze verplicht gitaarles bij Hugo.’ Zelf maken Janneke en Hugo nog graag muziek. Ondanks zijn stijver wordende vingers speelt Hugo dagelijks gitaar en Janneke zit op dwarsfluitles. Hun kinderen bespeelden allemaal een instrument, zegt Janneke, en de een had er nog meer passie voor dan de ander. 'Jeroen begon op vijfjarige leeftijd met cello en was meteen begeesterd. Op zijn achtste liep hij al zelf naar de muziekschool verderop in de straat.’

Grote Voorbeeld

‘We houden allemaal veel van klassieke muziek, vertelt Annemijn, het vierde kind van Hugo en Janneke. ‘Toen ik jong was, hoorde ik papa gitaarspelen als ik in bed lag. Gezellig vond ik dat. Vóór schooltijd waren zeker zes kinderen thuis al muziek aan het maken. We hielpen elkaar bij het studeren. Jeroen was mijn grote voorbeeld.’ Maartje-Maria kreeg haar eerste cellolessen van Jeroen, vertelt Janneke. ‘Ik zie haar nog staan spelen in haar nachtponnetje.

Ook later heeft ze lang bij Jeroen gestudeerd.’ Jacobus, tiende in de rij van dertien, koos voor piano. ‘Ik kan me geen keuzemoment herinneren,’ zegt hij. ‘Piano moest het worden en niets anders, dat was altijd al duidelijk. Verder hadden we vooral strijkers in het gezin.

Dat ik die vroeger al veel hoorde, daar heb ik nu profijt van tijdens het arrangeren.’ Leven voor de muziek betekent al jong zelfstandig zijn, weet hij. ‘Op mijn tiende ging ik in mijn eentje met de trein en de bus naar het conservatorium in Zwolle.’ ‘En Anna reisde al op haar twaalfde in haar eentje met de trein naar de repetities van het Nederlands Jeugd Strijkorkest in Amsterdam,’ vult Janneke aan. ‘Nu zou dat misschien niet meer kunnen, maar het was toen een andere tijd.’

VLEUGEL VAN OMA

Alle vijf beschikten ze over instrumenten van het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds – en twee van hen nog steeds. Dat is een luxe en noodzaak tegelijk om een goede techniek te ontwikkelen, zegt Jacobus. Eerst speelde hij op de Steinwayvleugel die zijn oma aan het NMF schonk onder de voorwaarde dat het instrument ooit naar haar kleinzoon zou gaan. ‘Toen deze vleugel een paar jaar geleden voor onderhoud naar de werkplaats moest, kreeg ik tijdelijk een ander exemplaar, een Bechstein. Met dat instrument bleek ik zó’n klik te voelen dat ik daar nu op speel.’

Maartje-Maria bespeelde een cello van Jules Gabriel Boulangeot en Anna-Magdalena bespeelt een altviool van bouwer Marino Capicchioni. Annemijn had jarenlang een altviool van het NMF in bruikleen, inmiddels heeft ze haar eigen instrument, voor haar gebouwd door Jaap Bolink. Jeroen was ooit een van de eerste musici die een instrument in bruikleen kreeg van het NMF. Hugo: ‘We mochten van het NMF kijken bij vioolbouwer Jaap Bolink en Jeroen wist meteen dat die ene cello het moest worden. Ik weet nog dat Bolink helemaal verbaasd was dat we het instrument meteen meenamen naar huis.’

GEEN WONDERKINDEREN

Rivaliteit tussen de musicerende broers en zussen is er nooit geweest, zegt Annemijn. Al was het ook weer niet zo dat ze met kerst rondom de kerstboom een gezamenlijk concert gaven.

Klassieke podcasts

In de podcast Met de paplepel ingegoten van NPO Klassiek (AVROTROS) staan muzikale families centraal. Selma van Dijk gaat in gesprek met bekende families en probeert erachter te komen waar die collectieve muzikaliteit vandaan komt. Meer podcastinspiratie? Luister eens naar De Instrumentenkamer van het NMF met bijzondere verhalen van onze musici en over onze instrumentencollectie. Beide podcasts zijn te beluisteren via de gangbare podcastplatforms.

Leven Voor Muziek Betekent Al Jong Zelfstandig Zijn

‘Samenspelen was voor ons een tijdlang een gruwel. Door het leeftijdsverschil zaten we ook allemaal op een ander niveau. Nu treedt Jacobus weleens samen op met Anna.’ Hugo: ‘Tijdens ons 50-jarig huwelijk speelden alle kinderen met elkaar. Dat was heel mooi.’ Janneke: '"Ben je niet trots?"', vragen mensen dan. Toch voelt dat niet zo voor ons. Wij zijn alleen de aangever en hebben onze kinderen nooit gepusht. Ze deden het allemaal zelf.’ Annemijn: ‘We kregen wel alle ruimte en middelen van jullie om zo ver te komen. We konden allerlei masterclasses en zomercursussen doen.’ Hugo: ‘Onze kinderen hebben muzikaal talent, maar zijn zeker geen wonderkinderen. Ze moesten er allemaal hard voor studeren. Omdat ze zo gedreven waren, wilden we hun alle mogelijkheden bieden. Van mijn gitaarleraarsalaris konden we het niet betalen, daarom schreven we fondsen aan voor subsidies. Zo kwamen we aan geld voor cursussen.’

De Derde Generatie

In de loop der jaren breidde de familie uit met 33 kleinkinderen, in de leeftijd van vijf maanden tot 25 jaar. ‘Veel van hen bespelen een muziekinstrument,’ zegt Janneke. ‘Ook blaasinstrumenten, zoals hobo, hoorn of trompet. En Hugo geeft twee kleinkinderen gitaarles. Ze zijn niet allemaal zo gedreven als onze kinderen en dat snap ik wel. Kinderen van nu hebben veel keuzes.’ Als je naar het conservatorium wilt, besef je dat meestal al vroeg, zegt Annemijn. ‘Ik wist al jong dat ik bij een orkest wilde spelen en van muziek mijn beroep ging maken.’ Jacobus: ‘Mijn dochter Lisa van tien begon op haar vierde bij Nieuw Vocaal Amsterdam, een geweldige kinderkooropleiding in Amsterdam. Inmiddels speelt Lisa heel goed accordeon. Mijn dochter Frederique van vier zingt ook.’ ‘Muziek is belangrijk voor me,’ zegt Lisa. ‘Ik word er blij van als ik papa hoor pianospelen en mama zingen. Maar ik weet nog niet of ik later doorga in de muziek.’

JONGSTE DOCHTER

Tot slot wil Hugo graag stilstaan bij hun jongste dochter Christiane.

‘Christiane was meervoudig beperkt, ze is tweeënhalf jaar geleden overleden. Ook zij was muzikaal, ze werd altijd heel blij als ze klassieke muziek hoorde. Dan moest ze ontzettend lachen. Ze zat graag uren naast Jacobus bij de piano.’

Hans Alders over het eerbetoon aan zijn vrouw

‘Mijn vrouw was een heel slimme jurist. Ze was gespecialiseerd in bedrijfsovernames en vloog de hele wereld over. Ik was manager in de IT-sector en docent internationaal management. Op ons 65e gingen we beiden met pensioen. Omdat we geen kinderen hebben, gingen we nadenken over wat we met ons spaargeld zouden doen. Vanwege onze gezamenlijke liefde voor klassieke muziek besloten we het NMF financieel te steunen. Zo liet mijn vrouw in haar testament opnemen dat er na haar overlijden een geldbedrag zou vrijkomen voor het ondersteunen van veelbelovende jonge musici, bij voorkeur bespelers van snaarinstrumenten. Dat geld zou op verschillende manieren door het NMF kunnen worden ingezet, bijvoorbeeld door talenten een masterclass te laten volgen of in de vorm van een instrument. Vorig jaar juni is mijn vrouw overleden. We waren 55 jaar getrouwd en ik mis haar enorm. Ik probeer onze gezamenlijke interesses te continueren. Zo ga ik nog regelmatig met vrienden naar klassieke concerten. En het deed me echt goed toen het NMF contact met me opnam en voorstelde om het vrijgekomen geld te gebruiken voor de aankoop van een contrabas. Het gaat om een bijzonder exemplaar dat zo rond 1850 in Manchester door een bekende instrumentenmaker is gebouwd. Daarbij kreeg ik de vraag welke naam ik de contrabas wilde geven. Daar hoefde ik niet lang over na te denken: Theodora, de voornaam van mijn vrouw.’

Vanwege Onze Gezamenlijke

Liefde Voor Muziek Besloten We Het Nmf Te Steunen