
19 minute read
e componist Igor Stravinsky50 jaar geleden overleed d
C’est l’unique musée au monde dédié à Igor Stravinsky. Parmi les expositions: album de photos du père du compositeur ukrainien - Fyodor Stravinsky, Photos de famille Stravinsky, images auteur compositeur, lettres fils aîné du compositeur Fyodor Stravinsky, Piano Becker fin du 19e siècle.
Le bâtiment, qui abrite le musée a été construit en 1907. Fait intéressant, le projet de construction a été développé par le compositeur Igor Stravinsky. Stravinsky n'a pas vécu longtemps dans la maison. Il a travaillé à Ustylug chaque été de 1907 à 1914. Ici, il a écrit ses meilleures œuvres. Le bâtiment abrite une salle de concert et une école de musique. Depuis 1994 à Lusk (ville proche) se tient chaque année un festival musical Igor Stravinsky.
Advertisement
50 JAAR GELEDEN OVERLEED DE COMPONIST IGOR STRAVINSKY
Igor Stravinsky’s stijl van componeren was zeer aan veranderingen onderhevig – waren zijn vroege werken zoals “L’oiseau de Feu” (“de Vuurvogel”) nog romantisch, in zijn latere werken overheerste het serialisme. De schurende ritmes en de schrille, felle harmonieën vinden we echter in zijn hele oeuvre terug: een muzikale vingerafdruk. Deze stijlelementen en de veelzijdige toepassingen daarvan verklaren mede waarom Stravinsky een van de belangrijkste componisten van de twintigste eeuw is geworden. Igor Stravinsky werd dikwijls als een muzikale kameleon aangeduid omdat hij zich in zijn eigen muziek dikwijls aanpaste aan de stijlen die op bepaalde momenten in de mode waren. In de loop van zijn lange leven voegde hij verschillende stijlen uit de twintigste eeuw samen, zonder zijn positie als briljant en eigenzinnig componist te verliezen. In opdracht van de Russische impresario Sergei Diaghilev componeerde hij indrukwekkende balletmuziek die nog onder invloed stond van de romantische traditie van grote orkestwerken. Ten tijde van de Eerste Wereldoorlog nam hij de wat minder toegankelijke stijl van het neoclassicisme over, beïnvloed door de barok, de klassieke tijd en de jazz. Weer later eigende hij zich de compositietechnieken van de twaalftoonsmuziek toe.
Igor Stravinsky werd geboren op 17 juni 1882 in Oranienbaum (vanaf 1948 noemde het Lomonosov) aan de Finse Golf, ongeveer 40 km van Sint-Petersburg – Rusland. Zijn vader, Fjodor Ignatjevits Stravinsky, met Poolse roots, stamde uit het grafelijke geslacht der SoulimaStravinsky’s. Hij was bas-bariton aan het “Marinsky Theater” en een vooraanstaande kunstenaar in Rusland. Zijn moeder Anna Kirillovna, afkomstig uit de landadel van Wit-Rusland, was een pianiste. Zij trad op als concertmeester tijdens de concerten van haar man. De componist had nog twee broers. Een was architect en de andere was evenals zijn vader, zanger aan het keizerlijk theater.
Igor groeide op in de sfeer van het operamuziekleven van Sint-Petersburg. Zijn ouders organiseerden regelmatig bij hun thuis muziekavonden voor kunstenaars, musici en schrijvers. F. Dostojevski was een regelmatige gast ten huize Stravinsky.
Op 9 jarige leeftijd begon Igor Stravinsky met pianolessen. Toen Igor zijn middelbare studies beëindigde drongen zijn ouders erop aan dat hij, ondanks zijn interesse voor muziek, een diploma in de rechten zou behalen. Zij wilden hun zoon de ups en downs van een leven als musicus besparen. De toekomstige componist ging studeren aan de universiteit van SintPetersburg. Tegelijkertijd studeerde hij muziektheorie en compositie en luisterde hij tussendoor naar muziek, vooral die van Rimsky-Korsakov, Tsjaikovsky en Glinka. Tijdens zijn studies aan de universiteit werd Stravinsky bevriend met Vladimir Rimsky-Korsakov, de zoon van de beroemde en meest prominente componist Nikolai Rimsky-Korsakov.
In 1902 had Stravinsky in Heidelberg een ontmoeting met de componist Nikolai Rimsky-Korsakov. Deze spoorde Igor aan te componeren en stelde hem voor privélessen te volgen in plaats van te studeren aan het conservatorium. In hetzelfde jaar overleed de vader van Stravinsky en RimskyKorsakov ontpopte zich al vlug als een vaderfiguur voor de jonge Igor en nam hem onder zijn bescherming. Vanaf 1905 tot aan de dood van Rimsky-Korsakov in 1908 volgde Stravinsky
tweemaal per week muzieklessen bij de beroemde componist. De eerste orkestwerken van Stravinsky werden geschreven tijdens zijn studies bij Rimsky-Korsakov. De band met de componist was enorm sterk. Toen Rimsky-Korsakov overleed was Igor intens verdrietig. Ter nagedachtenis aan zijn leermeester schreef hij het werk “Chant Funèbre”. Het stuk ging op 17 januari 1909 in première in de Grote Zaal van het Conservatorium van Sint-Petersburg. De partituur van dit werk raakte echter tijdens de Russische Revolutie verloren. Maar in september 2015 werd het teruggevonden in een achterkamer van het Conservatorium van de stad.
Van 1890 tot 1914 bezocht de componist regelmatig Ustiluh, een stad in de moderne Volyn Oblast, Oekraïne. Hij bracht het grootste deel van de zomers daar door en ontmoette er regelmatig zijn nicht Catherine Nosenko. Op 23 januari 1906 huwde hij met haar. Het echtpaar kreeg vier kinderen.
In 1907 bouwde Stravinsky zijn eigen huis in Ustiluh. Het was voor Igor de perfecte plaats voor creativiteit en ontspanning. Hij noemde het “mijn hemelse plek ". In dit huis componeerde Stravinsky zeventien van zijn vroege composities. Het is heel normaal dat Stravinsky zijn fascinatie voor de Oekraïense folklore uitte in zijn vroege orkestcomposities, maar ook in zijn revolutionaire balletten. Gezien zijn aanzienlijke compositorische output in die periode, is het duidelijk dat zijn inspiratie vaak werd gehaald uit de legendes, melodieën en klanken van de Oekraïense traditie.
In 1909 ontmoette Stravinsky Sergei Diaghilev, de choreograaf en artistiek leider van het Russische balletgezelschap “Ballets Russes” in Parijs. Het was een ontmoeting die voor de jonge componist uiterst belangrijk zou blijken. Tussen de twee ontstond een vriendschap die jaren zou standhouden. Diaghilev maakte met zijn “Ballets Russes” niet alleen furore in Parijs, maar gaf ook de Russische cultuur internationale faam. Tijdens een concert in Sint-Petersburg was Diaghilev helemaal onder de indruk van de uitvoering van Stravinsky’s werken: “Scherzo Fantastique” en “Feu d’artifice”, een werk dat Igor componeerde ter gelegenheid van het huwelijk van de dochter van Rimsky-Korsakov met de Russische muzikant Maksimilian Steinberg.
In 1910 kreeg Stravinsky van Diaghilev de opdracht muziek te schrijven voor een ballet gebaseerd op het Russische sprookje “De Vuurvogel”. Tijdens de première op 25 juni in Parijs maakte Stravinsky kennis met de culturele elite van deze stad. Het werk was een enorm succes en Stravinsky werd beroemd en geprezen als een van ’s werelds toonaangevende jonge componisten van klassieke muziek. “De Vuurvogel” was nieuw door zijn stijl en expressie, maar het was ook tegelijkertijd niet revolutionair, hetgeen zorgde voor een onmiddellijk succes bij zowel critici als publiek. Ook kunstenaars zoals Claude Debussy, Maurice Ravel, Manuel de Falla, Florent Schmitt en Erik Satie toonden hun bewondering voor de componist. Bij het horen van de laatste noten van “de Vuurvogel” zei de componist Sergei Rachmaninoff “ Grote God wat een geniaal werk is dit, het is waarlijk Rusland!” Het verhaal gaat over twee soorten magische wezens: de Vuurvogel, die het goede vertegenwoordigt, en de tovenaar Kastchei, de belichaming van het kwaad. Wee de mens die in zijn macht komt. Meisjes worden gevangen gehouden, mannen worden in steen veranderd. Kastchei is onsterfelijk zolang als zijn ziel onaangetast blijft. Die ziel wordt in de vorm van een ei
bewaard in een kistje. De jonge Prins Ivan Tsarevitch, zwerft ‘s nachts door de tovertuin van Kastchei op jacht naar de wonderbare Vuurvogel. Hij vindt de Vuurvogel in de bomen met de gouden appels. Wanneer Ivan de vogel vangt smeekt die hem te sparen en belooft hem te helpen in ruil voor zijn vrijheid. Ivan trekt bij de vogel een veer uit als voorwaarde voor zijn vrijheid.
Vervolgens ontmoet Ivan een groep van 13 meisjes en hij wordt verliefd op een van hen; hij ontdekt dat zij en de andere meisjes prinsessen zijn die door Kastchei werden gevangengenomen. Bij dageraad moeten de meisjes terugkeren naar Kastchei’s paleis. Ivan breekt de poort open en er klinkt muziek waardoor hij wordt ontdekt door de wachtmonsters van Kastchei. Ivan wacht het lot van de andere mannen en zal in steen veranderen. Dan herinnert Ivan zich de veer van de Vuurvogel; hij zwaait er mee, de vogel verschijnt en betovert Kastchei en zijn volgelingen. Vervolgens zingt de Vuurvogel een slaaplied en Kastchei en de zijnen vallen in slaap. De Vuurvogel onthult Ivan het geheim van Kastchei’s onsterfelijkheid en brengt hem naar de grot waar het ei is verstopt. Ivan opent het kistje en smijt het ei kapot. De tovenaar sterft meteen, de betoveringen worden verbroken en de gevangenen zijn weer vrij. Ivan en zijn Tsarevna trouwen.
Na de laatste voorstelling van “de Vuurvogel” verbleef Stravinsky een tijdje in Frankrijk.
Dankzij het enorme succes van “de Vuurvogel” ontving Stravinsky nog twee nieuwe opdrachten : “Petroesjka” en “Le Sacre du Printemps”. Het werk Petroesjka wordt dikwijls in concertversie uitgevoerd, maar is een ballet dat Igor componeerde voor Diaghilev. Het werk ging in 1911 in première in Parijs met het balletgezelschap “Ballets Russes” en de legendarische danser Vaslav Nijinsky in de hoofdrol. Het verhaal : op een carnavalsfeest vermaken een orgelman en een danseres het publiek. Vervolgens verschijnt een tovenaar met drie levenloze poppen. Op de tonen van een toverfluit komen de poppen Petroesjka (Petertje), de Ballerina en de Moor tot leven en gaan midden van het publiek een dans uitvoeren. Pretroesjka is verwant met Jan Klaassen of Harlekijn, de rampfiguur met tegenslag, de grote pechvogel. Is hij verliefd, dan wordt de liefde niet beantwoord. Met vechten verliest hij altijd, maar hij heeft wel menselijke emoties. De Moor heeft meer succes want hij is in trek bij de Ballerina. Petroesjka is jaloers en valt de Moor aan die hem neerslaat met zijn kromzwaard. De geschrokken menigte denkt dat er een moord is gepleegd. De tovenaar schudt voor het publiek het zaagsel uit het levenloze lijfje van Petroesjka, wat zoveel wil zeggen als het was maar een pop. De tovenaar gaat naar huis met de slappe Petroesjka. Maar zodra de nacht valt verschijnt boven het theater de geest van Petroesjka. Woedend roept hij de tovenaar na die snel wegvlucht. Het publiek blijft verdwaasd in twijfel achter: wat was nu echt, en wat niet… In 1913 componeerde Stravinsky het ballet “Le Sacre du Printemps” (De Lentewijding – The Rite of Spring ), een compositie die nog gedurfder en extravaganter was dan zijn vorige werken. Met dit stuk had Igor de lef om met traditionele klanken, harmonieën en ritmes te breken. Hij liet met deze compositie de wereld op zijn grondvesten trillen. Bij de première in het Théatre des Champs Elysées in Parijs, ontstond er complete en oorverdovende chaos. Al vanaf de eerste noten gaf de Parijse beau monde luidkeels blijk van ongenoegen. Er ontstonden ruzies in de zaal. Voor- en tegenstanders dreigden met elkaar op de vuist te gaan. Terwijl Stravinsky totaal
van streek was, stond de balletmeester Diaghilev tussen de coulissen het orkest toe te schreeuwen dat het moest verder spelen. Om een einde aan de opstand te maken liet Diaghilev de schijnwerpers aan en uit flikkeren. Langzaam werd het publiek terug kalm, maar het bleef die nacht onrustig in Parijs.
Uit een fagotthema ontwikkelt zich een van de meest revolutionaire stukken uit de muziekgeschiedenis. In dit werk liet Stravinsky een enorm symfonisch orkest volgepropt met slagwerkinstrumenten, oerritmes en schreeuwende dissonanten uitvoeren. Om het ritmisch geweld kracht bij te zetten, werden er metalen platen opgehangen die met hamers werden bespeeld. Zelfs de strijkers en blazers moesten eraan geloven: op veel plaatsen ondersteunden zij de slagwerkinstrumenten in plaats van andersom. De dag na de première stond er in de kranten : « Ce n’est pas le sacre du printemps, mais le massacre du tympan ». Het was niet zozeer de muziek van Stravinsky die het tumult veroorzaakte maar vooral de choreografie die woester en wilder was dan men ooit had meegemaakt. Maar nog geen jaar later werd dit werk standaardrepertoire. Door in deze compositie meer belang te hechten aan ritme dan aan melodie was Stravinsky zijn tijd ver vooruit. Het werk is een van de meest revolutionaire werken van de twintigste eeuw.
“Le Sacre du Printemps” beoogt de Lentewijding uit het primitieve Rusland in balletvorm weer te geven. Het ballet verbeeldt een heidens ritueel waarin een jonge maagd is uitgekozen om zich dood te dansen als offer aan de Zonnegod zodat de lente kan beginnen. Het ballet bestaat uit twee delen: “Adoration de la Terre” ( “De aanbidding van de aarde”) en “Le Sacrifice” ( “Het offer”).
In die periode verbleef Stravinsky met zijn gezin in Frankrijk. Omdat zijn vrouw Catharine een zwakke gezondheid had en ook nog zwanger was werd besloten niet naar Sint-Petersburg terug te keren, maar de winter in Zwitserland door te brengen en daar de geboorte van hun zoon af te wachten. Omwille van het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog , die werd gevolgd door een revolutie kon de familie niet naar Rusland terugkeren en moest ze lang in Zwitserland verblijven. Hierdoor verloor het gezin Stravinsky al hun bezittingen en het geld dat ze in Rusland bezaten. Door te emigreren naar het buitenland mochten al zijn werken in Rusland gratis worden uitgevoerd en moesten er geen auteursrechten worden betaald. Dit was voor Stravinsky een ware catastrofe.
In 1914 componeerde Stravinsky “Les Noces”, een monumentaal werk dat zowel krachtig als rauw is, is geworteld in de Russisch-Joodse volksthema's van Stravinsky’s partituur. Het werk werd voor het eerst uitgevoerd in Parijs in 1923 door Diaghilevs Ballets Russes. Het libretto voor het ballet toont een Russische bruiloft in vier scènes. Voor dit werk gebruikte Stravinsky elementen uit de oude gebruiken en tradities van Russische boerenbruiloften.
In 1914 ging zijn eerste opera “Le Rossignol” (de nachtegaal) in première. Het libretto is gebaseerd op een sprookje van Hans Christian Andersen. Het verhaal: de keizer van China is verliefd op het gezang van de nachtegaal en zijn kamenier brengt de vogel naar het paleis. Omdat je een vogel niet op commando kunt laten zingen schonk men de keizer een mechanische
nachtegaal waar iedereen elke dag naar kon luisteren. De echte vogel werd, met tranen van ontroering, voor zijn lied beloond. Maar de Keizer kwijnde weg. Toen de echte nachtegaal terugkwam en zijn ontroerende lied weer aanhief genas de keizer. Het werk was een opdracht van het Moscow Free Theatre voor het mooie bedrag van 10.000 roebels.
Stravinsky componeerde het werk “Histoire du Soldat” in 1918 tijdens zijn verblijf in Morges aan het meer van Genève bij Lausanne in Zwitserland. De eerste uitvoering vond plaats op 28 september 1918 in het Théâtre Municipal de Lausanne onder leiding van Ernest Ansermet. Dit meesterwerk componeerde Stravinsky in samenwerking met Charles-Ferdinand Ramuz die zijn tekst ontleende aan een oude Russische fabel. In dit werk wordt voor het eerst gebruik gemaakt van stijlelementen uit de Jazz. Maar we vinden in dit werk ook elementen terug uit : de marsmuziek, Spaanse en Franse melodieën, een tango en een protestants koraal. Het verhaal van deze compositie luidt als volgt: een vioolspelende soldaat is op weg naar huis en wil naar zijn meisje toe. Onderweg ontmoet hij de duivel die hem zijn viool wil ontfrutselen in ruil voor geld en macht. Aanvankelijk is de soldaat de duivel te slim af, maar uiteindelijk moet hij toch het onderspit delven...
Terwijl Igor dit werk componeerde benaderde Stravinsky de Zwitserse filantroop Werner Reinhart voor financiële steun. Reinhart sponsorde grotendeels het eerste optreden op 28 september 1918. Als dank droeg Stravinsky het werk op aan zijn weldoener en gaf hem het originele manuscript. Reinhart steunde Stravinsky ook in 1919 door een reeks concerten van zijn kamermuziek te financieren. Inbegrepen was een suite uit “Histoire du Soldat”, gearrangeerd voor viool, piano en klarinet . Als dank aan zijn sponsor droeg de componist zijn drie stukken voor klarinet op aan Reinhart, die een uitstekende amateur- klarinettist was.
In april 1915 ontving Stravinsky een opdracht van Winnaretta Singer (prinses Edmond de Polignac) voor een kleinschalig werk voor theater dat in haar Parijse salon zou worden uitgevoerd. Het resultaat was “Renard” (1916), dat Igor "A Burlesque in Song and Dance" noemde.
In 1920 keerde Stravinsky terug naar Parijs voor de première van het ballet “Pulcinella”. “Pulcinella” was een opdracht van Diaghilev. Picasso maakte het decor en de kostuumontwerpen. De première was een groot succes, evenals de uitvoering in het Royal House the Convent Garden in Londen een maand later.
“Pulcinella” is de traditionele held van het Napolitaanse volkstheater en is een van de oudste typetjes van de Italiaanse commedia dell’arte. Het is een grappige en listige figuur met een wit kostuum, een punthoed en een zwart half masker. De figuur Pulcinella kan eveneens een vrouw zijn. Er bestaan twee versies van het werk: een compleet ballet uit 1920 en later bewerkte de componist het ballet tot een orkestsuite.
In 1920 terwijl Stravinsky op zoek ging naar een geschikt huis in Parijs, verhuisde het gezin van Morges naar het vissersdorp Carantec in Bretagne. In die periode had Stravinsky het financieel heel moeilijk en werd hij geholpen door de beroemde Franse modeontwerpster Coco Chanel. Zij nodigde de familie uit om in haar villa “Bel Respiro” in de Parijse voorstad Garches te wonen
totdat ze een nieuwe woning in Parijs hadden gevonden. Stravinsky woonde twee jaar bij Mademoiselle Chanel. Zij sponsorde de organisatie van Stravinsky’s concerten en steunde de familie. Toen de componist niet meer in haar villa woonde, stuurde Coco Chanel nog elke maand geld aan Igor en dit gedurende enkele jaren. De volgende tien jaar woonde de familie Stravinsky op verschillende locaties in Frankrijk: Anglet bij Biarritz, Nice en Voreppe bij Grenoble. Tijdens die periode componeerde hij neoklassieke werken die beïnvloed waren door de oude Griekse mythologie. In 1934 nam Stravinsky de Franse nationaliteit aan en vestigde de familie zich definitief in Parijs.
In 1917 componeerde Stravinsky “Berceuse”, een compositie voor zang en piano opgedragen aan zijn dochtertje Ludmilla. Het werk komt uit een schetsboek waarin hij verschillende kleine werken voor kinderen opnam.
In 1924 maakte Igor zijn debuut als pianist en voerde zijn eigen werken uit. Ook dirigeerde hij regelmatig zijn eigen composities. Zijn succesvolle carrière als pianist en dirigent bracht hem naar veel van 's werelds grootste steden, waaronder Parijs, Venetië, Berlijn, Londen, Amsterdam en New York. Stravinsky was geliefd en stond bekend om zijn beleefde, hoffelijke en behulpzame manier van doen.
In 1925 componeerde Stravinsky een opera-oratorium “Oedipus Rex” naar Sophocles. Jean Cocteau schreef het libretto. Voor een vertaling in het latijn zorgde kardinaal Jean Daniélou. Tussen zijn drukke werkzaamheden door schreef Stravinsky de autobiografie “Croniques de ma vie” die in 1935 in Parijs verscheen.
Ludmilla, de dochter van Stravinsky overleed in 1938. Zijn vrouw Catherine en zijn moeder Anna stierven in 1939.
Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog trok Stravinsky naar de Verenigde Staten van Amerika en vestigde zich in Hollywood. Aan de universiteit van Havard gaf hij in het Frans lezingen over componeren, stijl en Russische muziek. Deze lezingen werden later gebundeld tot “Poétique Musicale”. Kort na zijn aankomst in Amerika kwam Vera de Bosset, de echtgenote van de Russische schilder Sudekein hem vervoegen. Stravinsky had sinds 1921 een verhouding met haar en leidde dus een dubbelleven, een situatie die door de vrouw van Stravinsky als een “fait accompli” werd aanvaard. Op 9 maart 1940, een jaar na het overlijden van zijn vrouw, huwde Stravinsky met Vera de Bosset met wie hij tot aan zijn dood in 1971 gehuwd bleef. Vera overleed in 1982.
In 1944 maakte Stravinsky een ongewoon arrangement van het Amerikaans volkslied en voerde het werk uit tijdens een concert. Hiervoor werd hij gearresteerd en kreeg een straf voor het bewerken van de hymne. In 1945 kreeg de componist het Amerikaans staatsburgerschap. Terwijl hij zich aanvankelijk omringde met Russische immigranten, werd hij al vlug opgenomen in de intellectuele kringen van Los Angeles.
In 1945 ontmoette Stravinsky Ralph Hawkes van de Britse muziekuitgeverij Boosey and Hawkes. Stravinsky kwam met deze uitgeverij tot een akkoord om niet alleen zijn nieuwe werken uit te geven, maar ook alle werken die eerder door de Editions Russe de Musique waren gepubliceerd.
Deze overeenkomst gaf Stravinsky de mogelijkheid om een groot aantal van zijn vroegere werken te herzien en te bewerken om alzo weer het auteursrecht te kunnen ontvangen.
De opera “The Rake’s Progress” die in 1951 in première ging in het Teatro Fenice in Venetië onder de leiding van de componist zelf, was een buitengewoon succes. Het werk is gebaseerd op de gravurereeks “The Rake’s Progress” van de 18e. eeuwse schilder en graveur William Hogarth.
In zijn latere creatieve periode kreeg Stravinsky belangstelling voor de twaalftoonsmuziek, een techniek van componeren die hij lange tijd had vermeden. “Canticum Sacrum”, “Threni” en het ballet “Agon” waren het resultaat van Stravinsky’s bestudering van Anton Weberns muziek van 1952 tot 1955.
In 1957 vonden in verschillende landen concerten plaats ter gelegenheid van de 75e. verjaardag van Stravinsky. .
Bij zijn 80e. verjaardag kreeg Stravinsky een officiële uitnodiging om de Sovjet-Unie te bezoeken. Stravinsky aanvaardde de uitnodiging en bracht in 1962 een bezoek van twee weken aan zijn geboorteland. Hij dirigeerde er zes concerten en ontmoette premier Nikita Chroesjtjov en de componisten Dimitri Sjostakovitsj en Aram Khatchaturian.
Gezondheidsproblemen in 1967 verhinderden Stravinsky aanwezig te zijn op allerlei activiteiten. In 1969 verhuisde het echtpaar Stravinsky van Los Angeles naar een appartement in New-York. Oud en vermoeid maar geestelijk nog bijzonder actief bracht de componist nog een laatste bezoek aan Rusland.
Op 6 april 1971 overleed Igor Stravinsky in zijn appartement in New-York. In zijn testament had hij de wens uitgedrukt dat hij wilde begraven worden in Venetië naast zijn oude vriend Sergei Diadhilev. De uitvaartplechtigheid vond plaats in de kerk Santi Giovanni e Paolo in Venetië. Tijdens de plechtigheid werd het Requiem “Missa Defunctorum” van Alessandro Scarlati uitgevoerd, naast drie orgelwerken van Andrea Gabrieli. Van Stravinsky zelf klonk het “Requiem Canticles”. De componist werd begraven op het Russische gedeelte van de begraafplaats Isola di San Michele ( het eiland San Michele) in Venetië, niet ver van het graf van Diadhilev.
Stravinsky was een van de belangrijkste componisten van de 20e. eeuw.
Voor zijn werk in Amerika ontving Stravinsky een ster op de Walk of Fame van Hollywood, evenals een postume Grammy Lifetime Achievement-prijs.
Gelegen naast het Centre Pompidou in Parijs , werd de Igor Stravinsky-fontein ontworpen door de kunstenaars Jean Tinguely en zijn vrouw Niki de Saint Phalle ingehuldigd in 1983. Het is een opvallend werk. De 16 kleurrijke sculpturen die waterstralen spuiten, zijn bedoeld om het werk van de beroemde Russische componist uit te beelden. Op het plein, dat alleen voor voetgangers toegankelijk is, wordt de Stravinsky-fontein omringd door een paar restaurants, het IRCAMcentrum voor hedendaagse muziek en de Saint-Merri-kerk. Het is een aangename en populaire plek om rond te wandelen of te zitten en te ontspannen.

STRAVINSKY MUSEUM
Het Stravinsky Museum is gevestigd in Ustyluh. Het is het huis waar de componist woonde. Ustyluh is een stad gelegen aan de oostkant van de Oekraïens-Poolse grens, 13 kilometer ten westen van Volodymyr-Volynskyi. Dit is het enige museum ter wereld dat gewijd is aan Igor Stravinsky. De expositie bevat : documenten, albums met familiefoto's, foto’s van Stravinsky, brieven, zijn piano, muziekwerken. Het gebouw herbergt eveneens een concertzaal en een muziekschool.
Sinds 1994 is er in de nabij gelegen stad Lusk, een jaarlijks internationaal Stravinsky muziekfestival.
CVC
