7 minute read

Zeldzaam glaswerk uit Brugge

zeldzaam glaswerk van de 16de tot de 18de eeuw in het museum onze-lieve-vrouw-ter-potterie

1 Beker met maskarons, tweede helft 16de- eerste helft 17de eeuw, Museum Onze-Lieve-Vrouw-terPotterie

Advertisement

2 Blauw- groene “ringelbeker”, 17de eeuw, Museum Onze-Lieve-Vrouwter-Potterie

In het Museum Onze-Lieve-Vrouw-ter-Potterie is een rijk en veelzijdig kunstpatrimonium aanwezig, dat door de bezoekers met enige verwondering voor het onbekende erg wordt gewaardeerd. In dit oud hospitaal werden zieken verzorgd en kregen pelgrims voor een bepaalde tijd onderdak. Meerdere kunstwerken waren reeds het onderwerp van kunsthistorische opzoekingen en publicaties. Deze bijdrage laat u beter kennismaken met het zeldzaam gebruiks- en sierglas uit de collecties, chronologisch gesitueerd vanaf de 16de tot en met de 18de eeuw. Door St éphane Vandenberghe

Buiten de stadsmuren aan de Potterierei 78- 79 bevindt zich het meer dan zevenhonderd jaar oude hospitaal van Onze-Lieve-Vrouwter-Potterie. Pelgrims hadden er aanvankelijk onderdak en bejaarden werden er vanaf de 15de eeuw verzorgd. Tot op vandaag is de functie van bejaardenhuis behouden gebleven. Het gebouwencomplex bestaat uit een kloosterpand met ziekenzaal, de kerk met doksaal van Jakob Cockx uit 1645 en de kapel waar het “mirakuleuze” beeld van Onze-Lieve-Vrouw–ter-Potterie staat. Het geheel werd terecht in 1991 als monument beschermd. De veelzijdige kunstwerken die in deze gebouwen permanent bewaard bleven zijn minder goed of helemaal niet gekend bij het binnen- en buitenlands bezoekerspubliek omwille van zijn ligging buiten het stadscentrum. Niettemin herbergt het Museum Onze-Lieve-Vrouw-ter-Potterie talrijke uitzonderlijke en zeldzame kunstwerken uit verschillende kunstdisciplines, en dit in een bijna ongewijzigde context.

Er hangen schilderijen, die onder meer toegeschreven kunnen worden aan de 15de-eeuwse Meester van de Ursulalegende, de Brugse meesters Pieter Claeissens en Pieter Pourbus van de 16de eeuw en Jacob Van Oost en Lodewijk De Deyster van de 17de eeuw. In de grote zaal en de kleinere vertrekken wordt uitzonderlijk meubilair tentoongesteld uit de gotische, renaissance- en barokperiode. Uniek in zijn genre is een zeldzame, lange en gedateerde schragentafel uit 1424. Bovendien worden er overvloedig koffertjes, kisten, een Antwerps “kabinetje”, opbergkasten en zitmeubels permanent tentoongesteld. Niet minder interessant is de omvangrijke collectie kerkelijk zilver, die chronologisch te situeren is vanaf de laatgotische periode tot de 19de eeuw. Vermeldenswaard is het monumentaal 18de-eeuws altaarkruis dat een ereplaats kreeg in de opstelling. In de kerk en de kapel treft de bezoeker vele fraaie wandtapijten aan, alle van Brugse makelij en soms voorzien van de typische stadsmerken. Het museum beschikt verder nog over oude Brugse getijdenboekjes, archivalia en zegelmatrijzen. Uniek in zijn genre is bovendien de grote, uiterst zeldzame schotel in 15de-eeuwse Spaans-Moors beschilderde majolica met goudluster, vervaardigd in Manises nabij Valencia.

Het Gruuthusemuseum beschikt hoofdzakelijk over een grote collectie gebruiksglas uit de 18de

1 2

en de 19de eeuw. In het Museum 0nze- LieveVrouw-ter-Potterie worden slechts vijf zeldzame voorwerpen in glaswerk getoond, waarvan sommige uniek zijn in hun genre. Omwille van de zeldzaamheid is het weinig waarschijnlijk dat deze drinkbekers zich aanvankelijk in een oud hospitaal en bejaardenhuis bevonden.

Een dunwandige beker op gekerfde standring met licht uitkragende rand, waarop resten van verguldsel aanwezig zijn, is te situeren in de tweede helft van de 16de of de eerste helft van de 17de eeuw. In het midden van de wand zijn twee horizontale gekerfde banden aangebracht, waartussen drie vergulde maskarons met leeuwenmaskers en kleine blauwe noppen voorkomen. Dergelijke glazen komen meer en meer aan het licht bij archeologisch onderzoek in België en Nederland. Drinkbekers van deze vorm werden ook in zgn. “ijsglas” of in filigraan- techniek “façon de Venise” vervaardigd. Aanvankelijk werden deze glazen aan ateliers in Antwerpen of Henegouwen toegeschreven. De kans is echter groot dat men deze types ook in Noord-Nederland vervaardigde. Soms werden de bekers achteraf met bladornamenten, spreuken of een jaartal gegraveerd.

Uitzonderlijk voor België is een puntgave blauwgroene trechtervormige ringbeker op hoge basis met uitgetrokken glasbandversiering. Van dit type zijn in Nederland slechts enkele, al dan niet gaaf bewaarde exemplaren, bekend. De wand is versierd met twee brede horizontale banden, waartussen schuine glazen lijnen lopen. Onder de rand bevinden zich twee fijne horizontale glasdraden, waaraan drie ringetjes bevestigd zijn. Dergelijke “ringelbekers” ontstonden aanvankelijk tijdens de 16de eeuw in Venetië, maar werden eveneens in Frankrijk, de Nederlanden en Duitsland gedurende de 17de eeuw vervaardigd. Bij zgn. “drinkspelen” liet diegene die als eerste zijn glas had leeggedronken de beker rinkelen. Enige analoge voorbeelden worden bewaard in de collectie van het Gemeentemuseum van Den Haag. Deze bekers werden in kleurloos, bruin, groen en blauw glas vervaardigd.

Eveneens een topstuk en grote zeldzaamheid in zijn genre is een gaaf bewaarde “dobbelbeker”, waarvan de deels vergulde zilveren voetwelving van Brugse makelij is. Tussen de baluster van de stam en de doorzichtige glazen kom is een opengewerkte sfeer aanwezig, waarin een losse dobbelsteen aanwezig is. Op de verticale verbindingselementen van deze

wereldbol is duidelijk de “ambachtelijke keursteek” merkbaar, zoals bij de keuring werd voorgeschreven. De ingesnoerde basis is versierd met een hangende bladfries, waarboven vruchtentrossen aangebracht zijn. Dit voorbeeld van profaan edelsmeedwerk is onderaan de voetring voorzien van de Brugse zilvermerken. Het gaat, zoals officieel opgelegd werd, om de gekroonde leeuwenkop, de gekroonde gotische “b” en de jaarletter “b” (1655-56). Bovendien zijn de meestermerken GB of BG in het zilver aangebracht, die vermoedelijk verwijzen naar de edelsmid Bernaert Geeraerts. In een testament van Jacob de Heere (1546-1602), eertijds kanunnik van Sint-Donaas, werd in het jaar 1593 eveneens een glazen beker met zilveren voet met daarin een teerling vermeld. Dergelijke “dobbelbekers” komen zowel in de Zuidelijke als in de Noordelijke Nederlanden voor vanaf het einde van de 16de eeuw tot in de eerste helft van de 17de eeuw, vaak voorzien van een gegraveerd Nederlands of Latijns opschrift. De dobbelglazen werden in gezelschap gebruikt bij een drinkspel. Eén persoon schudde het glas met de daarin bewaarde dobbelsteen. Achteraf moesten er zoveel glazen wijn gedronken worden als het aantal ogen dat bovenaan de teerling te zien was. Daarna was het de beurt aan een andere persoon.

Tot de grote zeldzaamheden van deze verzameling behoort een zogenaamde “fopglas met haan” uit de 17de of 18de eeuw. De gehavende beker op ringvoet is vermoedelijk van Duitse of Boheemse makelij en vervaardigd in doorzichtig en wit glas. Er zijn slechts enige fopglazen op hoge basis bekend in het museum Mayer vanden Bergh te Antwerpen en het Gemeentemuseum van Den Haag. Omwille van de aanwezigheid van een verticaal buisje, waardoor een ander rond buisje schuift met daarop een haan, is het onmogelijk via de rand van het glas

te drinken. Om die reden kan er uit de beker uitsluitend via de bek van het dier gedronken worden. De benaming van dergelijke drinkglazen - ook wel schertsglazen genoemd - is daarom juist gekozen. De kans op morsen was groot met een grote hilariteit tot gevolg.

Het jongste glas uit deze vijfdelige collectie is waarschijnlijk te plaatsen in het midden van de 18de eeuw. Omwille van een barst ter hoogte van de balustervormige stam werd het glas achteraf verstevigd met behulp van vier zilveren bladsnoeren. Deze drinkbeker met brede cilindrische kelk en een balustervormige stam, steunt op een brede, licht verhoogde basis met florale versiering. Op dit glas, dat van Engelse of Nederlandse makelij is, werd een versiering en opschrift in Nederlandse radgravure aangebracht. Deze tekening is aangebracht door het glas tegen snel roterende radertjes te drukken, die met de voet in beweging werden gebracht. Op de kelk worden een kustlandschap, een gebouwtje of versterkt kasteel, een kraan en enige houten tonnen voorgesteld. Op het water bevinden zich onder een stralende zon twee driemasters, een klein bootje en onder de rand staat het opschrift “S LANTS WELVAREN”. Meerdere glazen werden in die periode gegraveerd met teksten en afbeeldingen die verwijzen naar de drukke negotie, de koopvaardij en de oprichting van de VOC of Verenigde Oost-Indische Compagnie. De schepen zijn soms zo gedetailleerd op het glas weergegeven dat de Oost-Indiëvaarder nauwkeurig geïdentificeerd kan worden. In de Noordelijke Nederlanden werd waarschijnlijk vaak gedronken op het “welvaren” en de goede afloop van handelsbetrekkingen naar soms ver afgelegen andere landen.

1 Dobbelbeker met teerling en zilveren basis, Brugge, vermoedelijk Bernaert Geeraerts, 1655-56, Museum Onze-LieveVrouw-ter-Potterie

2 Zgn. Fopglas met haan, vermoedelijk Duitsland of Bohemen, 17de of 18de eeuw, Museum Onze-Lieve-Vrouw-ter-Potterie

3 Drinkbeker met radgravure en Nederlands opschrift, Engeland of Nederland (fabricatie), midden 18de eeuw, Museum OnzeLieve-Vrouw-ter-Potterie

Bibliografie

H. Maertens, Onze Lieve Vrouw van de Potterie, Brugge, 1937 Trois millénaires d’art verrier à travers les collections publiques et privées de Belgique, Liège, Musée Curtius, 1958 D. Marechal, Meesterwerken van de Brugse edelsmeedkunst. Catalogus, Brugge, Memlingmuseum & Brangwynmuseum, 7/7 – 10/10/1993, Brugge, 1993 H. E. Henkes, Glas zonder glans. Glass without gloss, Rotterdam, 1994 (Rotterdam Papers 9. A contribution to medieval and post- medieval archaeology) R. Roedema, “Zeven eeuwen glaswerk in Alkmaar. Drinken en klinken”, in: Vormen uit Vuur, 186/187, 2004/1-2, p. 48- 70 E. Baumgartner, Glas des Mittelalters und der Renaissance. Die Sammlung Karl Amendt, Düsseldorf, 2005 J. Pijzel-Dommisse & T.M. Eliëns, Glinsterend glas. 1500 jaar Europese glaskunst. De collectie van het Gemeentemuseum Den Haag, Zwolle/ Den Haag, 2009