
9 minute read
Medicinale gewichten Memling in Sint-Jan
apothekers en hun medicinale gewichten in brugge
Uniek apotheekerfgoed Het Hospitaalmuseum verwierf recent een unieke, complete doos medicinale gewichten. Zij werd gemaakt in 1832 door de Brugse goudsmid A. Tramaseur uit de Sint- Amandsstraat 15. Het halfbolvormige knopgewicht voor het medicinale pond is uniek qua vorm in Europa en kwam enkel in de Nederlanden voor vanaf 1820 tot 1860. Dit is de enige gekende Belgische doos met een etiket van de maker. Ze behoorde vermoedelijk toe aan het Brugse gilde van de apothekers. Er is slechts één andere complete doos bekend, die van het ijkwezen te Brussel. Door Prof. Dr. Daniel Vangroenweghe.
Advertisement
1
Houten doos met in Brugge gemerkte medicinale gewichten uit 1832
van kruidenier tot apotheker Brugge is in de dertiende eeuw naast Venetië een middelpunt van de wereldhandel. Er ontstaan gilden om de groepsbelangen te verdedigen. De eerste Brugse apothekers zijn aangesloten bij het gilde van de Cruydeniers. Tot aan de Renaissance wordt meestal met de woorden kruidenier en apotheker éénzelfde beroep aangeduid. In elf van dertig steden in de Nederlanden vervoegen de apothekers later het Chirurgijn-gilde en in de tweede helft van de zeventiende eeuw ontwikkelt zich in zeven grote steden een afzonderlijk apothekersgilde tot op het einde van de achttiende eeuw. Het Brugse kruideniersgilde heeft reeds in 1304 een keure. Het pacht toen al in de stadshallen de Kruydhalle met 32 winkeltjes waarin allerhande kruyden, specerijen en droguen worden verkocht. Een keure uit 1316 spreekt over het juiste gewicht. Voort ne gheorlooft niemene andr’en te ghevene min dan zyn rechte ghewichte,diet dade dat ware up ene boete van X. lb (tien pond) en tgoed v’rbuerd. De familie van Craneburch heeft al vanaf 1305 tot 1515 een kruidenierszaak op de Markt, waar nu nog een brasserie gelegen is met dezelfde naam. In die periode zijn er al apothekers te Brugge. Dat wil zeggen mensen die kruidengeneesmiddelen aanmaken. Een tekst uit 1302 te Brugge vermeldt een betaling voor medicijnen gehaald bij Johannes, de apothecaris. Het eerste reglement voor Brugse
1
apothekers dateert uit het jaar 1497. Bij verkoop van valse kruiden zoals saffraan of kruiden van slechte kwaliteit worden die in beslag genomen en publiek verbrand op de St.-Jansbrug. Vanaf de zestiende eeuw wordt er een onderscheid gemaakt tussen het beroep van apotheker en kruidenier. De deken van het gilde van de kruideniers te Brugge wordt beurtelings gekozen onder de kruideniers en de apothekers. Vanaf de middeleeuwen tot en met de zestiende en zeventiende eeuw bestaan er kruidenboeken. Die worden later meer van botanische aard en wetenschappelijker. Ze worden farmacopee (een officieel voorschriftenboek) genaamd. De dertiende-eeuwse Keizer Frederik II baseert zich op de geneeskundige school van Salerno (Italië) om grote veranderingen door te voeren. De artsen mogen niet langer een apotheek openhouden. De apothekers moeten zich voor de bereiding van medicijnen baseren op het Antidotarium Nicolai, opgesteld in de twaalfde/dertiende eeuw door de arts Nicolaus uit Salerno. Het is een van de belangrijkste traktaten over de bereiding van geneesmiddelen in de middeleeuwen. Het wordt al verplicht te Parijs in 1270 en te Ieper rond 1300. Te Antwerpen wordt een bewerkte versie ervan verplicht in 1517. Amsterdam volgt twee jaar later. Antidotarium betekent letterlijk tegengif, maar de betekenis wordt al vlug gebruikt voor geneesmiddelen ten behoeve van inwendige ziekten. Pas vanaf de late achttiende eeuw ontstaan de landelijke farmacopees, voor iedere apotheker van dit land verplicht.
apothekers en hun gewichten De apothekers gebruiken twee soorten gewichten: handelsgewichten voor de aankoop van kruiden en grondstoffen en aparte medicinale - ook apothekers- of farmaceutische gewichten genaamd - voor de bereiding van geneesmiddelen. In de Nederlanden kunnen we drie periodes onderscheiden. Dit geldt in grote mate ook voor heel Europa. De periode vóór 1820: medicinale gewichten worden gerelateerd aan het handelspond van een stad. Vervolgens de niet-decimale metrieke periode van 1820 tot 1860 in België: er wordt een compromis tussen het metrieke en premetrieke systeem gevonden met een pond van 375 gr., met behoud van
1 de oude benamingen en indelingen. Ten slotte wordt vanaf 1860 het gewone metrieke stelsel gebruikelijk, zoals voor alle andere gewichten in grammen. Het medicinale pond wordt in twaalf onsen ingedeeld, een ons in acht drachmen, een drachme in drie scrupels en een scrupel in twintig greinen. De aanduiding ervan gebeurt met speciale symbolen. Eén uitzonderlijke reeks van zulke gewichten, maar dit keer premetrische, wordt eveneens door A. Tramaseur in het begin van de 19de eeuw gemaakt voor het Sint-Janshospitaal. Ze zijn allen op de keerzijde gemerkt met een T in een schildje, zijn merkteken als goudsmid. Vanaf 1820 wordt het gewicht in plaats van door symbolen, door letters weergegeven. Lb Medic.I (één pond), Unc(ons), Dr(drachme) en Scr(scrupel). In Europa heeft iedere belangrijke stad een handelsgewicht met een ander gewicht. Het medicinale pond heeft een vaste verhouding met het handelspond. Het handelspond bevat

zestien ons tegen het medicinale twaalf. Ook het pond voor goud en zilver wordt in twaalf onsen ingedeeld. Dit leidt tot een vier op drie verhouding in de massa. Bovendien houden niet alle steden dezelfde verhouding aan van het medicinale pond met het handelspond. Voor Antwerpen en Brugge, waar het handelspond gelijk was aan twintig medicinale onsen, is de
Medicinaal Pond
gram ons gram ons
Brugge 275,34 22,94 Portugal 344,25 28,68
Mechelen 275,34 22,94 Luik 350,33 29,19
Gent 275,34 22,94 Keulen 350,78 29,23
Brussel 276,80 23,06 Neurenberg 357,56 29,79
Venetië 301,23 25,10 Troyes 30,60
Rome 339,10 28,25 Amsterdam 30,76
verhouding twintig op twaalf, of vijf op drie. Te Heist-op-den-Berg weegt een apothekerspond 272,70 (5/8 van het handelspond). Te Mechelen en Gent 275,349 gram (9/16 van een Frans mark gewicht). Het decimale metrieke stelsel, op het einde van de achttiende eeuw te Parijs ontworpen, wil voor alle gewichten in Europa eenvormigheid invoeren. Het zal nog decennia duren. De eenheid van massa is het kilogram dat uit duizend gram bestaat. In 1820 wordt in de Nederlanden het decimaal metriek systeem ingevoerd. Het medicinale pond wordt op dat ogenblik echter met te veel egards behandeld. De harde lobby van de apothekers en medici bewerkstelligt dat de waarde van het Nederlandse medicinale pond 375 gram hetzij ¾ van 500 gr. wordt. De vorm bestaat uit een halve bol en knop: dit is metriek en niet decimaal. De vroegere indeling, de massa aanduiding en de vorm blijven bewaard. De apothekersverenigingen voeren als reden aan dat er onoverkomelijke vergissingen zouden gebeuren bij de bereiding van geneesmiddelen. Het stelsel blijft tot in 1860 behouden. Wel worden die nieuwe medicinale gewichten onderworpen aan de gewone ijk zoals de handelsgewichten. De niet-decimale, metrieke, medische gewichten wegen dus: Pond: 375 gr.; Ons: 31,25 gr.; Drachme: 3,9062 gr.; Scrupel: 1,3020 gr en het Grein: 0,06551 gr. Een dergelijk Belgisch, halfbolvormig, zeldzaam gewicht van 375 gr. - er zijn er slechts een paar tientallen bewaard – werd eertijds permanent tentoongesteld in het British Museum of Science te Londen, met het verkeerde opschrift: pond van de Medici. Florence. Het moest zijn Libr. Medi. I (één Libra medicinalis) uit de Nederlanden. Dit is ondertussen aangepast. De nieuwe aanwinst van de doos van Tramaseur bevat dergelijk medicinaal pond. Soms bemerkt men dat op premetrieke, Vlaamse gewichten het kenmerkende drachme teken vervangen wordt door het 3-teken. Dit lijkt eigenaardig en kan voor enige verwarring zorgen. Voor drie, vier of vijf drachmen enz. 33, 34, 35, 36. Op de oudere gewichten worden getallen in Romeinse cijfers( I,II,III,IV,V en VI) aangegeven, later worden Arabische cijfers gebruikt. Een zeldzame keer vindt men op de bovenkant, uitzonderlijk op de onderkant, een plaatsaanduiding in de vorm van een stadswapen of symbool, zoals de gotische B voor Brugge of een vijfkantig sterretje voor Maastricht. In enkele gevallen komt zelfs het wapen of naam van de maker voor. Uitzonderlijk kan een gewicht vier aanduidingen dragen: eenheid, hoeveelheid, plaatsteken en maker.
controle en ijking Hoe gebeurt de controle en ijking van deze gewichten ? Ijken betekent: het controleren van de gewichten op het gewicht en voorzien van een ijkmerk (jaarcijfer of jaarletter). Vóór de in
voering van het metrieke stelsel worden in onze streken en in Europa medicinale gewichten nooit geijkt. Er bestaat wel controle op de gewichten door het gilde van kruideniers (Brugge) of door het Collegium Medicum (Amsterdam). In Leiden worden de gewichten nagewogen door de deken en de hoofden van het gilde van apothecarissen, cruydeniers en de vettewariers, met assistentie van de stadsbode. Wel moeten de handelsgewichten waarmee de apothekers hun waren kopen, geijkt worden op de manier die voor iedere handelaar geldt. In Brugge is al vóór 1306 een officiële ijkstempeling voor handelsgewichten in gebruik. De ijking is op straffe van boete verplicht. Op 4 augustus 1470 geeft de stad Brugge de ijkdienst aan het SintJanshospitaal om de noodzakelijke inkomsten te genereren. De meester van het hospitaal stelt een ijker voor aan de stadsmagistraat. Het moet een leek zijn van het gilde van de goudsmeden. Hij moet bovendien in het hospitaal wonen. De inkomsten zijn voor het hospitaal dat een vergoeding ontvangt van de ijker. Op 9 oktober 1536 koopt de stad Brugge de ijkdienst weer in tegen een jaarlijkse rente van 12 livres de gros. Als reden wordt aangehaald dat veel mensen bang zijn om naar het hospitaal te komen om hun gewichten te laten ijken wegens de aanwezigheid van besmettelijke zieken. Dat medicinale gewichten niet door de stad Brugge worden gecontroleerd is ook indirect aan te duiden. In Brugge is een complete inventaris van de slapers uit 1654 bewaard. Slapers zijn modelgewichten die in het stadhuis worden bewaard om andere controle gewichten na te zien op sleet. De Brugse slapers bestaan uit een reeks stadsgewichten (handelsgewichten), een reeks aberdaens gewichten (om gezouten kabeljauw te wegen) en een reeks bakkersgewichten. Noch deze noch andere inventarissen spreken van slapers voor Trooise gewichten (voor goud en zilver) of voor medicinale gewichten. Dit wijst erop dat de slapers voor medicinale gewichten door het gilde bewaard worden. Een akte van de Brugse gemeenteraad van 10 maart 1695 bepaalt dat niemand het recht heeft om balansen en gewichten van apothekers te controleren en

2
te ijken. De corporatie Vogelmarkt in 1772 en later die van de Koornmarkt leggen beslag op balansen en gewichten van apothekers. De stad maakt die confiscaties ongedaan.
de vorm van de gewichten Vanaf de Oudheid tot en met het Romeinse Rijk is er een grote verscheidenheid in de vorm van gewichten. Later komt in heel continentaal Europa de vorm van een omgekeerde, platte piramide voor medicinale gewichten in voege. De Spaanse afgeknotte piramides met achthoekige basis vormen daarop een uitzondering. De oudste bekende medicinale gewichten uit Vlaanderen stammen uit de zeventiende eeuw. Het zijn vierkante blokjes in de vorm van een afgeknotte, omgekeerde piramide. Deze tapse vorm kan immers gemakkelijk worden gegoten en eenvoudig in een houten blok of doosje worden opgeborgen. Deze typische vorm komt voor vanaf het anderhalf pond tot en met twee drachmen. De kleinere gewichten zijn vierkant van vorm. De greinen zijn vierkante plaatjes met aanduiding van het gewicht volgens het aantal puntjes of oogjes. In 1820 wordt het halfbolvormige pond ingevoerd. Daarvan zijn er slechts enkele tientallen bekend. Voor de zeldzaamheid spreekt onder andere het geringe aantal apothekers. In België zijn er in 1831: 641 en in 1860: 891. Vele van die gewichten worden tientallen jaren lang gebruikt en verplicht geijkt. Van de houten doosjes met een meestal incomplete reeks gewichten zijn er slechts een dertigtal bekend voor Nederland en België. Meestal ontbreken vijf of meer kleinere drachme- en scrupel- gewichten. Soms worden verloren of niet meer te corrigeren gewichten vervangen door nieuwe exemplaren.
Prof. Dr. Daniel Vangroenweghe Auteur van Pondera Medicinalia (met T. Geldof) President van de vereniging Mensurae Ponderaque Belgarum
1
Etiket van “A. Tramaseur, Orfèvre, Rue St Anne N° 15 Bruges” op de binnenzijde van het deksel
2 De geijkte medicinale gewichten van de Brugse goudsmid A. Tramaseur